Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Frans Guyana

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • Klas onbekend | 4160 woorden
  • 27 april 2002
  • 121 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
121 keer beoordeeld

1. Inleiding : Frans-Guyana ... een land vol mogelijkheden ! Het tropische Frans-Guyana, bekend van het Duivelseiland, is een dunbevolkt land (162547 inwoners) boven in Zuid-Amerika. Met zijn slechte infrastructuur en weinig toeristische voorzieningen niet bepaald een topbestemming. Toch probeert de regering door midel van ecotoerisme onder het motto: 'From Green Hell to Green Paradise' het imago van Frans-Guyana wat op te krikken. 2. Feitentabel van Frans-Guyana. Naam : Département de la Guyane française-Departement Frans-Guyana

Oppervlakte : 86 466 km² Ligging : Zuid-Amerika 4° 56’ N.B.- 52° 20’ W.L. Landschap: Klimaat tropisch maritiem; Cayenne, 8 m, 26 °C, 27 °C, 3 203 mm
Hydrografie: Atlantische Oceaan (320), Oyapok
Flora :ananas, banaan, cacao, koffie, ma´s, maniok, rijst, suikerriet
Fauna :aap, jaguar, krokodil, leguaan, navelzwijn, ocelot, schildpad
Inwoners: 162 547 (1998), 2 per km² Bevolkingsdichtheid: 1,3 inw./km² Volkeren creolen: (70), Indianen (11), Europeanen (10), Afrikaanse negers
Talen: Frans; Frans-Creools, Engels
Officiële taal: Frans (overige talen: talen van de minderheden) Religies: r-katholicisme (87), protestantisme, hindoeisme, daarnaast joden en natuurreligies
Status :overzees departement (département d'outre-mer, 1946) Hoofdstad: Cayenne, 41 659 inw. (1990) Regeringszetel: Cayenne
Belangrijke steden: Kourou, Saint-Laurent-du-Maroni, Remire-Montjoly, Matoury. Administratieve indeling :2 districten
Munt :Euro € Elektriciteit :127-220 V
Tijdzone: -4 u. t.o.v. MET 3. Geschiedenis. Hoewel sedert 1604 door de Fransen gekoloniseerd, in 1626 in bezit genomen en in 1674 kroonkolonie geworden, werd Frans-Guyana steeds verwaarloosd. Tijdens de Franse Revolutie was het deportatieoord voor de royalisten en in 1852 werd het permanente strafkolonie (Duivelseiland); pas na 1945 is het geleidelijk als zodanig geliquideerd. In 1946 kreeg het de status van Frans overzees departement. Rond 1500: Spanje ontdekt het land, dat door indianen bewoond wordt. Vanaf 1604: Het land wordt gekoloniseerd door Frankrijk. 1654-1677: Het gebied wordt bezet door Engeland. 1809-1817: Het land wordt Portugees bezit. 1852-1947: Het land wordt een strafkolonie voor 74.000 gevangenen (Duivelseiland). Vanaf 1877: Het gebied krijgt een vertegenwoordiging in het Franse parlement. 1946: Het land wordt een Frans departement. 1966: Er wordt begonnen met de bouw van het Centrum voor Ruimteonderzoek met lanceerbasis in Kourou. Tegenwoordig werken hier 1.100 mensen. 1989: Een 24-urenstaking protesteert tegen de stijgende criminaliteit in het land en de onmacht van de regering. 1995: Verkiezingen voor de Generale en Regionale Raad. Duivelseiland. Het Île du Diable is één van de drie Îles du Salut voor de kust van Frans-Guyana aan de noordkust van Zuid-Amerika. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw tot 1946 was het een berucht verbanningsoord. Zware misdadigers werden vanuit het Franse moederland naar Frans-Guyana verscheept en kwamen in één van de strafkolonies terecht. O.m. bekend geworden bij een ruimer publkiek door de publikatie in 1968 van 'Papillon', het spraakmakende boek van Henri Charrière. Het Duivelseiland gezien van op het eiland Saint Joseph. 4. Ligging. Deze oudste kolonie van Frankrijk ligt aan de noordoostkust van Zuid-Amerika. Het land grenst in het westen aan Suriname, in het zuiden en oosten aan Brazilië en in het noorden aan de Atlantische Oceaan. Over het gebied in het zuidwesten, tussen de rivieren de Litani en de Maroni, bestaat een dispuut met Suriname. Frans-Guyana in de wereld.
5. Reliëf. Het bergachtige binnenland is bedekt met dichte jungle. Hier ontspringen meer dan 20 rivieren die uitmonden in zee. De belangrijkste zijn de Oiapoque in het oosten en de Maroni in het westen. Zij vormen een natuurlijke grens met de buurlanden. In het zuiden markeert het Toemoek-Hoemakgebergte de grens met Brazilië. Het land is verdeeld in drie zones: de terres basses (brede kustvlakten met mangroves en zandstrandjes), een centraal plateau met savannebegroeiing dat overgaat in de terres hautes, de met jungle bedekte berggebieden. Er zijn twee administratieve districten: de kustregio Cayenne, waar 90% van de bevolking woont en het binnenland St. Laurent du Maroni. Rivieren en meren. Maroni, Mana en Approuague. Maroni De Maroni is een grensrivier tussen Suriname en Frans-Guyana, ca. 725 km lang, ontstaat uit diverse bronrivieren die ontspringen in het Tumucumaquegebergte en waarvan de Litanie de belangrijkste is
De rivier Maroni Gebergte. In het zuiden van Frans-Guyana ligt het Sierra Tumucumaque gebergte. In het gebergte ligt de Roraima. 6. Klimaat. Uitgesproken tropisch: warm en met een hoge tot zeer hoge luchtvochtigheid. Het 'droge' seizoen (juli t/m november) is de beste reistijd. De meeste regen valt in april en mei. Tropisch klimaat. Klimaatzone tussen de keerkringen (23,5° noord en zuid) aan beide zijden van de evenaar. Hier staat de zon in een jaar altijd minstens één keer in het zenit. De temperatuur schommelt over een jaar bekeken weinig, maar tussen dag en nacht is het verschil groter. Klimatogram van Cayenne 7. Vegetatie. Frans-Guyana ligt in de regenrijke tropen. Het typische, altijd groene tropische regenwoud is tegenwoordig door ontginning sterk in omvang afgenomen . 70 % van alle plantensoorten zijn bomen. Van alle biotopen op de wereld produceren de regenwouden de meeste biomassa. Doordat er door de hoge bomen weinig licht doordringt tot op de bodem, is er geen ondoordringbare ondergroei, zoals vaak aangenomen wordt. Alleen op open plekken kan de vegetatie zeer dichtbegroeid zijn. De hoeveelheid plantensoorten is zeer groot in de tropen. Er kunnen meer dan 100 boomsoorten per hectare voorkomen. Bovendien zijn bomen vaak begroeid met lianen en epifyten (mossen, varens, orchideeën). De dierenwereld van de tropen geldt als de meest diverse ter wereld. Omdat iedere soort echter maar weinig exemplaren heeft, lijkt het regenwoud op vele plaatsen onbewoond. Bovendien dempt de geweldige plantenmassa vele dierengeluiden. De meeste dieren leven hoog in de bomen. Er leven vele wilde diersoorten: krokodillen, kaaimannen, slangen, boomkikkers, schildpadden, leguanen, pekari's, jaguars, ocelotten en apen (vooral de rode brulaap). Ook de zeldzame rode ibis wordt er wel eens gezien. Door de aanleg van wegen, de jacht en de toenemende houtkap wordt de Guyaanse jungle bedreigd. Het French Guiana Rainforest Network (FGRN) strijdt voor behoud van het regenwoud. Flora en Fauna

Aan de kust groeien mangrovegewassen en veel hibiscusvarianten. Bijna viervijfde van het land is bedekt met tropisch regenwoud. Regenwoud
Het regenwoud (ook tropisch regenwoud genoemd) is een altijd groen en ontoegankelijk loofwoud in de vochtige tropen, de subtropen en de vorstvrije buitentropen, waar ca. de helft van alle regen op aarde valt. Het regenwoud is daarom van enorm belang voor het ecologisch evenwicht op de hele aarde. Het zorgt voor de stabilisering van het tropisch klimaat en de wateropslag, zodat overstromingen verhinderd worden. Fauna & flora
Ca. 40 % van alle tot nu toe bekende dier- en plantensoorten leven in het regenwoud, dat daarmee de soortenrijkste leefgemeenschap is. Het bedekt ongeveer 6 % van het aardoppervlak maar wordt door kaalslag en rooiing door afbranden steeds verder vernietigd. Redenen daarvoor zijn in de eerste plaats de bevolkingsgroei (ca. 50 % van de kaalslag gebeurt omwille van agrarische doeleinden), de energiewinning en daarnaast ook de houtwinning voor meubels (ca. 5 %). De gevolgen van de vernietiging
De vernietiging van het regenwoud leidt tot zowel locale (zoals b.v. steppevorming, bodemproblemen en overstromingen) als tot internationale problemen (nl. klimaatswijzigingen). Sinds enkele jaren zijn er wereldwijd inspanningen om de vernietiging te beperken (b.v. de boycot van tropisch hout), maar die hebben meestal maar een beperkte draagwijdte, omdat b.v. het geldgebrek in de ontwikkelingslanden en het ontbreken van concrete internationale besluiten verstrekkende gevolgen verhinderen. In 1994 kwam tussen ongeveer 50 staten een overeenkomst tot stand die de handel in tropisch hout wil controleren. Dit houdt in dat enkel houtsoorten uit gecontroleerde wouden ingevoerd mogen worden. Natuurbeschermers vragen bijkomende middelen voor de herbebossing en strengere bepalingen. Het tropisch regenwoud in Frans-Guyana. 8. Staat en Economie. Politiek systeem. Frans-Guyana is sinds 1946 een overzees departement van Frankrijk. De Generale Raad (19 afgevaardigden) en de Regionale Raad (31 afgevaardigden) vertegenwoordigen het volk. De leden van de raden worden om de zes jaar door de bevolking gekozen. Staatshoofd is de Franse president (Chirac). Hij wordt vertegenwoordigd door de prefect Pierre Dartou. Het land heeft twee afgevaardigden in de Assemblée Nationale en een senator. Economie.  Landbouw
Het land is extreem afhankelijk van leveringen uit Frankrijk. Voor (voedsel)importen is men grotendeels afhankelijk van de VS en vooral het moederland Frankrijk. Slechts 5000 ha is in cultuur gebracht (vnl. in het kustgebied). Er worden suikerriet, rijst, maïs, koffie, cacao, maniok en bananen verbouwd.  Bronnen van inkomen. De houtreserve is een belangrijke economische factor. Het tropisch oerwoud, waarmee 81% van het gebied bedekt is, levert edele houtsoorten voor export. Enkele voorbeelden van de houtsoorten die voorkomen in Frans-Guyana zijn : Walaba of bijlhout, het hout van diverse Eperua-soorten (Christusdoornfamilie), groeiend in Suriname, Frans-Guyana en Guyana. Walaba heeft een steenrode kleur en het houtoppervlak wordt vaak ontsierd door donkere, kleverige strepen. De nerf is tamelijk grof en de draad recht. Walaba is vrij hard en sterk, enigszins bros en zeer duurzaam. De gemiddelde volumieke massa bedraagt 900 kg/m3. In Nederland wordt walaba ingevoerd in de vorm van ronde palen, die voor waterbouwkundige doeleinden worden toegepast (bijv. bij de aanleg van jachthavens). Purperhart, ook amarante of amaranthout, het hout van Peltogyne venosa en P. pubescens (Christusdoornfamilie), groeiend in Suriname, Guyana en Frans- Guyana. Vers gezaagd hout is vaalbruin, doch verkleurt aan het licht spoedig tot paarsblauw (een voor hout merkwaardige kleur). Tot behoud van deze kleur dient het hout goed met was of blanke lak afgewerkt te worden. Het harde, taaie hout is sterk en tamelijk fijn van nerf. De draad is doorgaans recht, kan echter ook warrig tot golvend zijn. Purperhart is zeer duurzaam, de gemiddelde volumieke massa is 950–1000 kg/m3. Het is geschikt voor decoratief werk, beeldhouw- en snijwerk, betimmeringen, mesheften, leuningen, muziekinstrumenten, fluiten, dirigeerstokken, enz. Basralocus, ook basterdlocus, angélique of sienga pretoe genoemd, hout afkomstig van Dicorynia paraensis en D. guianensis uit de Christusdoornfamilie, groeiend in Suriname, Frans-Guyana en Brazilië. De kleur van het kernhout is goud- tot donkerbruin; het spinthout is grijsachtig. Vrij harde en sterke houtsoort met een vrij grove nerf en hoge glans. De gemiddelde volumieke massa in luchtdroge toestand is 770 kg/m3. De zich in het houtweefsel bevindende kiezelkorrels hebben een afstompende werking op gereedschappen. Basralocus is gemakkelijk te lijmen, beitsen, verven, vernissen of in de was te zetten. Het hout wordt voornamelijk toegepast als constructiehout in de waterbouw; zorgvuldig gedroogd ook voor parket- en strokenvloeren, pui- en binnenbetimmeringen. Veel van deze houtsoorten komen enkel voor in Frans-Guyana en zijn buurlanden en zijn daarom zeer kostbaar . Door de gebrekkige infrastructuur kan de houtsector echter nauwelijks benut kan worden. Hetzelfde geldt voor de mijnbouw (goud, bauxiet, klei, vermiljoen). De goudwinning vormt vooralsnog de belangrijkste mijnbouwactiviteit. De exploitatie van bauxiet (in het Kawgebergte, ten zuidoosten van Cayenne) is nog niet ter hand genomen. De mijn- en bosbouw ondervinden hinder van een gebrekkige infrastructuur en een tekort aan geschoold personeel. In de afgelopen jaren werd de garnaalvisserij uitgebreid. Opgezette vlinders en rum (gemaakt van suikerriet) zijn naast tropisch hout en garnalen de belangrijkste exportproducten. Het werkloosheidspercentage bedraagt 24 % (1990).  Infrastructuur. Het wegennet heeft een totale lengte van 1.137 km. In 1990 waren er 25.000 personenauto's in het land. Voor het goederenverkeer heeft de scheepvaart een grote betekenis. Belangrijke havens zijn Degrad-des-Cannes en La Larivot. In 1992 werd er in totaal 638.000 ton vracht gelost. Er ligt een internationale luchthaven bij Cayenne (324.000 passagiers in 1992).  Industriële sectoren. Industriële structuren zijn in het land nauwelijks ontwikkeld. De nog weinig ontwikkelde industrie produceert vooral voor de binnenlandse consumptie. Er is een kleine industriële sector van zaagmolens, pottenbakkerijen en rumdestillaties. Een centrum van industriële bedrijvigheid is Kourou, de raketlanceerbasis van het European Space Programme. Een belangrijke sector is de verwerking van vis en visproducten. Het bruto nationaal product van Guyana is een van de grootste van Zuid-Amerika. De rijkdom is echter onevenredig verdeeld. Vooral onder jongeren heerst veel werkloosheid. Voor de energievoorziening is Frans-Guyana grotendeels afhankelijk van olie-import. Elektriciteit wordt opgewekt in waterkrachtcentrales. Kourou
Kourou is het ESA-ruimtestation in Frans-Guyana, Zuid-Amerika, dat door zijn ligging dichtbij de evenaar ideale lanceeromstandigheden kent. In 1970 vond er de lancering van de eerste diamantraket plaats. Dit gebeurde onder de autoriteit van het Franse ruimtevaartonderzoekscentrum CNES. In 1975 werd het station overgenomen door het ruimtevaartcentrum Guyana (CGS) en werd er het lanceercomplex ELA 1 (afkorting voor Ensemble de Lancement Ariane)bij gebouwd voor draagraketten van het type Ariane. Het lanceercomplex ELA 2, dat gebouwd werd om het aantal lanceringen te kunnen verhogen, maakt zelfs vóór het lanceren van één drager de montage van de volgende mogelijk. Momenteel wordt een nieuw lanceercomplex, ELA 3, voor de Ariane 5 gebouwd. De totale oppervlakte hiervan bedraagt zo'n 96.000 hectare. Lancering van een Ariane 4 raket. Kourou in de actualiteit. 24/01/2002
KOUROU - Op de basis Kourou in Frans-Guyana is vannacht de eerste Ariane-raket van het jaar 2002 gelanceerd. Ze was live te volgen op het Internet. ,,Passagier'' van de 146ste Ariane-vlucht was een Indiase telecomsatelliet. Vannacht 00u46 Belgische tijd steeg van platform ELA-2 een Ariane42L op, dat is een model van Ariane-4 dat over twee stuwraketten op vloeibare brandstof beschikt, en dat voor de dertiende keer door de Europese lanceerfirma Arianespace werd ingezet. Het betrof meteen de 108ste start van een Ariane-4 die wellicht volgend jaar buiten dienst is. In de nok van de 56 meter hoge drietrapsraket stak de Insat-3C telecomsatelliet van het Indiase ruimtevaartbureau ISRO. Het was de achtste keer dat een Ariane met een kunstmaan uit het Aziatische land startte. Oorspronkelijk was de Insat-3C voor een Ariane-5 in september 2001 voorzien. Doch na de gedeeltelijk mislukte lancering van de Ariane-510 op vrijdag 13 juli, bleef de Europese superraket sindsdien aan de grond. Arianespace verschoof voor de Ariane-5 ,,geboekte'' kunstmanen naar de minder krachtige Ariane-4. De ISRO heeft de 2,7 ton wegende satelliet zelf geassembleerd en geïntegreerd. Zij beschikt over 30 transponders in de C-band, twee in de S-band en één transponder voor mobiele communicatie. Haar definitieve positie is een geostationaire baan op 74 graden oosterlengte, boven de Indische Oceaan. Zij dient minstens vijftien jaar te opereren. Zowat 21 minuten na lift-off kwam de satelliet vrij uit de neuskegel van de eerste Ariane van 2002. Arianespace gewaagde tijdens de rechtstreeks tv- uitzending van een succes. In het vluchtleidingscentrum barstte in ieder geval applaus los. De raket had gisteravond om 23.53 uur Belgische tijd moeten vertrekken. Maar elf seconden voor de start bliezen de computers de lancering af. Na een ,,rood'' over de hele lijn, bleek er uiteindelijk een probleem te zijn met twee computers in het vluchtleidingscentrum die het aftellen controleren.
9. Toerisme. Hoewel Frans-Guyana inzake toerisme geen topbestemming is, probeert de regering onder het motto “From green hell to green paradise” het ecotoerisme te promoten. Door de gebrekkige infrastructuur komen er echter weinig of geen toeristen naar Frans- Guyana. (Zie ook toerisme in deel 11 Cayenne) 10. Bevolking en Cultuur. In het oosten en zuiden vormen resp. de rivier de Oyapoc en de waterscheiding van het Toemoek-Hoemakgebergte de grens met Brazilië, in het westen vormen de rivieren de Maroni (Marowijne) en de Itani de grens met Suriname; de Atlantische kustlijn in het noorden heeft een lengte van ruim 300 km. Tot Frans-Guyana behoren de voor de kust gelegen Îles du Salut, waaronder het Duivelseiland. Langs de moerassige kust met mangrovebegroeiing strekt zich een 12 km brede vruchtbare kustvlakte uit. Landinwaarts gaat deze over in een langzaam oplopende zandige savanne; verder zuidwaarts ligt een sterk geërodeerd hoogland, deel uitmakend van het Guyanaschild (uit het Precambrium), bedekt met de tropische oerwouden van het Amazonegebied; de toppen van het Toemoek-Hoemakgebergte zijn niet hoger dan ca. 800 m. Meer dan twintig rivieren zorgen voor de afwatering naar de Atlantische Oceaan. Het grootste deel van de 162 000 inwoners leeft in het moerassige laagland langs de kust. Zij zijn tamelijk welvarend. In het ontoegankelijke binnenland is het leven van de mensen volkomen anders. De meeste leden van de bevolking zijn creools, een mix van Zuid-Amerikaanse indianen en zwarte Afrikanen (afstammelingen van slaven). Tot de minderheden behoren Fransen en andere Europeanen (voornamelijk levend in Kourou), Libanezen, Indiërs en West-Indiërs. Er leven zes verschillende indianenstammen: de Arawaks (in Cayenne), de Galibis (andere kustplaatsen), de Palikours (aan de monding van de Oiapock), de Oiampis (bij Tampoc en Camopi) en de Wayanas (bij de bron van de Maroni). De Oiampis, Emerillons en Wayana's leven vrij geïsoleerd en traditioneel, de andere drie stammen zijn verwesterd. Langs de rivieren zijn ook nederzettingen te vinden van de Saramanca's, Boeschs en Bonis, afstammelingen van Afrikaanse slaven. In de binnenlanden hebben zich ook nog Hmong gevestigd, verbannen leden van een Laotiaanse bevolkingsgroep. Frans-Guyana was de enige Franse kolonie op het Zuid-Amerikaanse continent en Franse invloeden zijn nog merkbaar. Cultureel gezien behoort het land niet tot Latijns-Amerika maar doet meer denken aan die van de Cariben. Dit heeft alles te maken met import van grote aantallen Afrikaanse slaven in de achttiende en negentiende eeuw. De meeste Guyanen zijn rooms-katholiek. Een afgelegen dorp in Frans-Guyana. 11. Cayenne. Blazoen van de stad Cayenne
Hoofdstad van Frans-Guyana, op een eiland in de monding van de Cayennerivier, met 52000 inw. 1. Functies. Administratief centrum van het overzees departement en handelscentrum voor een agrarisch gebied met export van o.m. vis, rum en hout. Degrad-des-Cannes is de belangrijkste haven voor Cayenne. De nog weinig ontwikkelde industrie omvat o.m. rumdistilleerderijen en produceert conserven (garnalen). Men tracht het toerisme te stimuleren. Ten zuiden van de stad ligt het internationale vliegveld Rochambeau. Cayenne is zetel van een rooms-katholiek aartsbisschop. Voorts zetelt er de rechtenfaculteit van de Université Antikes-Guyane. In de voorstad Montabo is een filiaal van het Institut Pasteur gevestigd. Musée Departemental. 2. Geschiedenis. De stad werd in 1666 door Fransen gesticht en had van 1854 tot 1938 een strafkolonie 3. Beschrijving en toerisme. Cayenne ligt op een schiereiland tussen de Cayenne en de Mahury. Het is eigenlijk een weinig aantrekkelijke havenstad, ondanks enkele charmante koloniale erfenissen.. Voor de kust van Cayenne liggen de Îles de Salut, drie granieteilanden met de namen Royale, St-Joseph en Île du Diable (Duivelseiland). De beruchte eilanden dienden van 1852 tot 1946 als verbanningsoord voor Franse misdadigers en politieke gevangenen. Beroemdheden als Alfred Dreyfuss leefden er in volkomen afzondering. Het waargebeurde ontsnappingsverhaal Papillon speelt zich af op Duivelseiland. Vanuit Cayenne en Kourou zijn tours te maken naar de inmiddels verlaten eilanden. De overwoekerde gevangenisgebouwen liggen er spookachtig bij. U bezoekt Île Royale waar behalve cellen de oude bewakersverblijven en het administratieve centrum gevestigd waren. Er zijn nu een restaurant en een hotel met waterski- en vismogelijkheden. Het Tresor-reservaat dankt zijn bestaan aan het Tresor-fonds, initiatief van de Botanische Tuinen in Utrecht in samenwerking met het WNF. Het is opgericht met als doel de flora en fauna van Frans-Guyana intensiever te bestuderen. Er zijn ook plannen voor een educatief centrum. Het reservaat ligt zo'n 40 km buiten Cayenne in de wildernis aan de overzijde van de Kaw-rivier. In deze regio leven veel vogelsoorten en kaaimannen. Veertig jaar geleden was Kourou nog een boerendorp. De Fransen vestigden er in 1964 een ruimteonderzoekcentrum en Arianespace lanceerde er de eerste Arianeraket. Acht of negen lanceringen vinden jaarlijks plaats. Met de komst van Europese technici en onderzoekers groeide het dorp spectaculair tot een ultramoderne stad met 50 000 inwoners. Kourou ligt 40 km ten noordwesten van de hoofdstad. Sinnamary is een kustplaatsje met een levendige markt. St. Georges de l'Oiapoque ligt aan de oever van de Oiapoque, grensrivier van Brazilië. St. Georges is startplaats voor schitterende kano- of boottochten van enkele dagen naar indianendorpen en de Saut Maripa-waterval. De stad ligt 140 km van Cayenne en is uitsluitend bereikbaar per vliegtuig. De Maroni scheidt Frans-Guyana van Suriname. St. Laurent du Maroni is een stadje met een ontspannen sfeer. De stad ligt 210 km ten noordwesten van Cayenne. Saul is een rustig handelsplaatsje, gelegen in het hart van Guyana op 45 minuten vliegafstand van de hoofdstad. Vanuit Saul kunnen liefhebbers jungle-expedities maken langs zo'n 100 km aan wandelpaden. Vooral botanisten en andere onderzoekers maken er gebruik van. Zes kilometer buiten Saul ligt Eaux Claires, de junglewoning van een Franse familie. 12. Frans-Guyana in de actualiteit. Een stap verder in de goede richting : Goud in Trésor. Rondom de afgelopen jaarwisseling diende het bedrijf Asarco een aanvraag in bij de préfect van Frans Guyana om de mogelijkheden van goudwinning te mogen onderzoeken in het Kaw-gebied, waarin zich het tropenbos 'Trésor' bevindt. Dit 2400 ha grootte regenwoud is op initiatief van de Utrechtse Botanische Tuinen gekocht om het als natuurreservaat en educatieproject te kunnen behouden. Goudwinning zou de natuur in dit gebied echter ernstige schade toebrengen. Dus liet de Stichting Trésor, waarin de Botanische Tuinen vertegenwoordigd zijn, acuut protesten horen tegen die Amerikaanse aanvraag. Hebben die gebaat? - Armand Heijnen - Afgelopen maart al had de beslissing zullen vallen, was de verwachting van medewerker drs Bert van den Wollenberg van de Tuinen, tevens projectcoördinator van Trésor. Dan zou de préfect - de hoogste regeringsvertegenwoordiger van dit Surinaamse buurland - laten weten of Asarco met een exploratie zou kunnen beginnen, mogelijk gevolgd door een exploitatie. Maar de préfect besliste alleen dat de aanvraag in die vorm moest worden afgewezen, maar mogelijk in een andere vorm nog toegewezen zou kunnen worden. Kortom: alleen wat extra lobby-tijd voor de Stichting Trésor. Toch is er inmiddels goed nieuws: op 'Wereldmilieudag' (vorige week donderdag), tijdens het door de Tuinen georganiseerde symposium 'Natuurlijke Partners' - over de samenwerking voor natuurbehoud tussen diverse maatschappelijke groeperingen, waaronder met name het bedrijfsleven -, maakte de voorzitter van het college van bestuur drs J. Veldhuis bekend dat Trésor de status van 'vrijwillig natuurreservaat' heeft gekregen. "Een resultaat waar we trots op zijn", vindt drs Ed Nijpels, voorzitter van de Stichting Trésor. Directeur drs.ing V. Lukkien van de Tuinen wil de champagne al ontkurken: "We hebben gescoord!" Volgens de Franse wetgeving betekent die status immers dat er voortaan geen houtkap meer mag plaatsvinden en er niet meer gejaagd mag worden in dit veertig kilometer ten zuiden van de hoofdstad Cayenne gelegen tropenbos. Voor natuurbehoud is een dergelijke status een conditio sine qua non; had de Frans-Guyaanse overheid het gebied deze status onthouden, dan was het Utrechtse project gedoemd geweest te mislukken - terwijl er toch een aankoopbedrag van 1,8 miljoen gulden mee gemoeid is. In de strijd tegen de goudkoorts is deze status eveneens van belang, denkt Van den Wollenberg. Kennelijk is de lokale overheid er nu óók van overtuigd dat een natuurreservaat belangrijk is - de lokale bevolking w's dat al lang. Sowieso voor behoud van de biodiversiteit, maar tevens vanuit economisch oogpunt: het eco-toerisme in deze regionen zit in de lift! Maar de oprukkende gouddelvers is er nog geen halt mee toegeroepen. "Die status is nog geen garantie dat de strijd nu ook gewonnen is", meent Van den Wollenberg. "Trésor mag dan wel van gouddelvers gevrijwaard blijven omdat het particulier bezit is, maar je kunt ook evenmin een industriële krater hebben pal naast je natuurreservaat." Asarco heeft vijf gebieden aangewezen voor goudwinning; voor twee ervan heeft de préfect al groen licht gegeven; een derde grenst direct aan Trésor, ligt deels zelfs ín Trésor, reden voor de préfect om die eerste aanvraag af te wijzen omdat het immers particulier bezit betreft. Voor gouddelving moet het complete bos kaalgeslagen worden, de stenen bodem met veel kabaal worden vermalen waarna het gruis kan worden 'gespoeld', waarbij zware metalen - zoals kwik - worden gebruikt. Extreem vervuilend dus, en dodelijk voor de natuur. Trésor alleen al bevat drieduizend plantensoorten, twee maal zoveel als er in Nederland voorkomen. Dat plant je naderhand niet zomaar even terug, in een rotsig geworden en geërodeerde bodem bovendien. Of de flora en fauna van Trésor gewoon hun gang kunnen gaan en of het Utrechtse project het tóch tot een goed einde zal brengen...? Met die status van 'vrijwillig natuurreservaat' is een stap in de goede richting gezet, maar het wachten is nog op de uiteindelijke beslissing van de préfect. Lukkien moet zijn champagnefles wellicht nog even dicht laten. Het shield project. Het doel van het programma Guiana Shield Initiative-fase I is het leggen van een basis voor ecologische en financiële duurzame ontwikkeling in de Guiana Shield regio. Het NC-IUCN heeft in dit kader van het Guiana Shield Initiative ( GSI) onlangs fondsen ontvangen van het Directoraat GeneraaI voor Internationale Samenwerking (DGIS). Het project startte op 1 december 2000 en de eerste fase zal achttien maanden duren. Er zullen drie medewerkers van het NC-IUCN zich bezighoud, met het GSI-project. Het GSI is een ambitieus project met het doel een duurzaam financieel mechanisme op te zetten om de unieke intacte ecosystemen van het Guiana Shield te behouden. Uitgangspunt is dat zonder financiële stabiliteit er geen ruimte is voor activiteiten gericht op bescherming en duurzame ontwikkeling. In plaats daarvan zullen op die manier de natuurlijke hulpbronnen van een van de weinige uitgestrekte stukken oerbos verdwijnen als gevolg van exploitatie met het oog op winst voor de korte termijn door middel van destructieve activiteiten, zoals houtkap en mijnbouw. Het behoud van deze bosstrook die Venezuela, Guyana, Suriname, Frans Guyana en delen van Columbia en Brazilië bedekt is zowel in het belang van de plaatselijke inheemse volken, die zo hun traditionele levenswijze kunnen behouden, als van de internationale gemeenschap in verband met de ecologische diensten die uitgestrekte bosstroken leveren. Hieronder valt regulering van hydrologische cycli en het klimaat, om nog maar te zwijgen van behoud van biodiversiteit - die naast intrinsieke waarde ook praktisch nut heeft door het verschaffen van de grondstoffen voor voedsel en medicijnen. 13. Bronnen. www.elmar.nl
www.picturesofplaces.com/CentralSouthAmerica/frenchguiana.html
http://laguyane.free.fr/tourisme/diable.htm
http://www.nciucn.nl/nederlands/organisatie/jaarverslag2000.htm#V_2
http://www.worldatlas.com/webimage/countrys/samerica/gf.htm
www.standaard.be
De grote encyclopedie. "Frans-Guyana", ® Encarta® 98 Encyclopedie Winkler Prins Editie. © 1993-1997 Microsoft Corporation/ Elsevier. Alle rechten voorbehouden.

REACTIES

A.

A.

Hele goede samenvattig !

12 jaar geleden

S.

S.

onduidelijk. je kon meer alina's zetten en meer tussenkopjes.

9 jaar geleden

T.

T.

sorry maar ik ben het niet met jouw eens

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.