Leesautobiografie

Als baby werd ik voor gelezen door mijn moeder en door de oppas. Mijn moeder en oppas lazen vaak voor uit boekjes waarin veel plaatsjes stonden. Bijvoorbeeld “Nijntje” van Dick Bruna. Ik vond deze boekjes altijd erg leuk. Op mijn tweede verjaardag kreeg ik het boek “Jip en Janneke”. Vanaf dat moment werd ik vaak voorgelezen uit dat boek. Ik vond dit een leuk boek, omdat er korte verhaaltjes in stonden. Ik vond het altijd erg leuk als ik voorgelezen werd. Toen ik ongeveer vijf jaar was werd ik voorgelezen uit “Pluk van de Petteflet”. In dit boek stonden wat langere verhaaltjes, dat vond ik toen erg leuk. Mijn moeder las dan altijd een verhaaltje voordat ik naar bed ging. In groep drie leerde ik lezen. Ik ging vaak met mijn moeder naar de bibliotheek. Daar gingen we samen boekjes uitzoeken. In het begin vond ik lezen moeilijk en daarom vond ik lezen ook niet zo leuk. Op school lazen wij in niveaus. Elke dinsdagmorgen en donderdagmorgen gingen wij met een groepje van ongeveer vier leerlingen en een leesmoeder lezen. Je begint met leesniveau één en aan het eind van groep drie was ik bij leesniveau drie. In het eind van groep vier zat ik in leesniveau zes. Ik vond het lezen in groepjes altijd wel leuk. Na twee maanden moest je een leestest doen en ging dat goed, dan kon je naar het volgende niveau. In groep vijf ging lezen mij veel beter af. Vanaf dat moment vond ik lezen ook erg leuk. Ik ging vaak naar de bibliotheek, om boeken te halen. In groep vijf heb ik ook mijn eerste boekbespreking gehouden over het boek “Pim is op Marieke”. Ik weet niet meer door wie het boek is geschreven. Ik kan me niet voorstellen dat ik dat boek ooit leuk heb gevonden. Het gaat over een jongen die een meisje leuk vind. In het eind van groep vijf zat ik in niveau negen. Vanaf dat moment was ik klaar met groepslezen, toen gingen we een boekje lezen en daar vragen over beantwoorden. In de groep zes heb ik het boek “Vervalst” van Carry Slee gelezen. Dit boek gaat over een aantal groep-achters. Annemiek is een van de meisjes van de groep. Ze is de enige van al haar vrienden die niet zo goed kan leren. Daarom moet zij misschien naar een andere school dan rest. Een andere klasgenoot (Sander), waar ze allemaal een hekel aan hebben, kan heel erg goed leren. Daarom veranderen ze de naam boven de Cito-toets van Sander in Annemiek, zodat Annemiek naar dezelfde school kan als de rest. In Groep zeven heb ik “Confetti conflict” en “Geklutste geheimen met strafwerk toe” gelezen. Ze zijn allebei geschreven door Carry Slee. In groep acht heb ik onder andere “Kilometers cola en knetterende ruzie” en “Verdriet met mayonaise” gelezen. Ze zijn ook door Carry Slee geschreven. In de eerste klas heb ik onder andere het boek “Rauzer” gelezen. Het is geschreven door Peter Jan Rens. Het gaat over Willem-Jan van Puffelen. Willem-Jan vindt zijn naam niet mooi en verandert zijn naam in Rauzer. Dat vinden zijn ouders niet leuk en daarom loopt hij van huis weg. Hij gaat naar de stad, waar het leven heel anders is dan hij gewend was. Hij leert daar een prostituee (Ine) kennen. Daar gaat hij ook bij in huis wonen. Ine is verslaafd aan de drank en aan de drugs. Rauzer wil haar er vanaf helpen, maar dat wil zij zelf niet. Op een gegeven moment probeert Ine zelfmoord te plegen. Dat loopt gelukkig goed af. In de tweede heb ik de boeken Treiterkoppen (geschreven door Mieke van Hooft) en “Blauwe plekken” (geschreven door Anke de Vries) gelezen. Ik vond Blauwe Plekken een heel mooi en ontroerend boek. Het gaat over een meisje dat volgens haar moeder alles fout doet, terwijl ze altijd haar moeder probeert te helpen met de verzorging van haar broertje. Als ze volgens haar moeder weer iets fout doet, wordt ze weer geslagen door haar moeder. In de derde heb ik onder andere de boeken “Blind date” (geschreven door Theo Hoogstraaten) en “Spijt” (geschreven door Carry Slee) gelezen. Spijt gaat over een jongen (Jochem) die erg dik is. Jochem wordt heel erg veel gepest. David doet er niks aan, want hij is zelf bang dat hij dan ook wordt gepest. Op een klassenfeest wordt Jochem zo erg gepest dat hij wegloopt van het feest. Maandag komt de directeur in de klas en zegt dan dat Jochem vermist is. David gaat opzoek naar Jochem. Bij de vijver zien ze de rugzak van Jochem drijven. De vijver wordt afgezocht door duikers, die vinden het levenloze lichaam van Jochem. Ik vond dit een heel mooi boek. Het boek heeft ook veel indruk op mij gemaakt. Ik denk ook dat dit echt kan gebeuren
Vroeger las ik veel meer dan nu. Nu lees ik alleen nog een boek als het moet voor een leesverslag. Ik lees wel vaak de krant. Ik lees ook heel erg veel tijdschriften, zoals de “Fancy” en de “Yes. Mijn smaak qua boeken is niet veranderd. Ik vind boeken waarin iets erg spannends gebeurt altijd erg leuk. Ik houd niet van oorlogsboeken en ook niet van boeken die over dieren of over de natuur gaan. Het mooiste boek wat ik de laatste tijd heb gelezen is “Spijt” van Carry Slee. Mijn favoriete schrijfster is Carry Slee. Ik heb alle boeken van haar gelezen en vond ze allemaal heel erg leuk. De meeste boeken heb ik ook veel vaker gelezen dan een keer.