Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vwo | 614 woorden
  • 5 januari 2002
  • 67 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
67 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Natuurkunde hoofdstuk 1 Een grootheid is een eigenschap die je kunt meten. Een grootheid geef je aan met een getal en een eenheid, Een eenheid is de maat waarmee je meet. Je moet 1,5 kg appels kopen. Kg is kilogram en dat staat voor de massa. Maar je hebt ook andere eenheden: g-gram en de mg-milligram. M is dus 1,5 kg (kilogram) Het symbool voor massa is dus m
1kg=1000g 1g=1000mg. Weegschalen Digitale weegschaal geeft de massa direct aan met een getal. Bij een analoge weegschaal moet je de gemeten waarde op een schaal verdeling zetten. In de buurt van de aarde wordt je aangetrokken, dat heet zwaartekracht F . de grootte van van deze zwaartekracht kun je berekenen door: F =m 10 ; zwaartekracht= massa voorwerp 10. Meetinstrumenten geven nooit precies de juiste waarde aan, het wijkt altijd wel een beetje af. Bij digitale meetwaarden kan de gemeten waarde alleen in vaste stappen worden afgelezen. De digitale tijdsklok kan het op 1 milliseconde nauwkeurig meten. Je kunt de waarde 986 of 987 afgelezen worden maar niet daar tussenin. Als de klok 986 aangeeft is dit dat de waarde tussen de 985.5 en de 986.5 ligt. Bij een analoge weegschaal is het niet nauwkeurig, het wijzertje komt nooit precies op een streepje, je moet dus schatten. Een ervaren lezer heeft een aflees-onnauwkeurigheid van 1/10 deel van de schaaldeling. Een getal dat je bij een meting afleest heet een meetwaarde. Het laatste cijfer van een meetwaarde is nooit helemaal zeker. Machten van tien 10 =10 10 10=1000

10 =10 10 =100
10 =10
10 =1
10 =0.1
10 =0.01
kg=..10g
Als je op een digitale personen weegschaal staat, zie je hoeveel je waarde is, het aantal cijfers dat betrouwbaar is noem je dat significante cijfers. 12 heeft 2 significante cijfers
je kan het ook zo opschrijven: 12=1,2 10=0,12 10=0,012 10. 1,301 heeft er 4
52,5 heeft er 3
6 heeft er een
0,3 heeft er 1
0,13 heeft er 2
0,070 heeft er ook 2. Nullen aan het begin van een meetwaarde tellen niet mee. Nullen aan het eind van een meetwaarde tellen wel mee. Nullen halverwege een meetwaarde tellen ook wel mee. Bepaal de meetwaarde met het kleinst aantal cijfers, de uitkomst heeft hetzelfde aantal significante cijfers. Bijv: 12.3 x 4.6=56,58 dat mag niet want dat zijn er vier en je mag maar 2 significante cijfers hebben. Dus ga je het afronden naar 2 cijfers dat wordt dan 57. Bepaal de meetwaarde met het kleinste aantal significante cijfers achter de komma, de uitkomst heeft hetzelfde aantal significante cijfers achter de komma. Volume Dat is de hoeveelheid ruimte die een voorwerp in beslag neemt. Het symbool is de letter v

De eenheden voor het volume van vaste stoffen
zijn de cm de dm en de m. Dichtheid Voor voorwerpen van dezelfde stof geldt: Voorwerpen met een groter volume hebben een grotere massa. De massa van een voorwerp hangt af van de soort stop waarvan een voorwerp gemaakt is. Het symbool voor dichtheid is rho ( ) Dichtheid is massa : volume STENCIL Scheikunde: Gaat het altijd over stoffen die totaal veranderen. Natuurkunde: gaat het niet altijd over stoffen, en als het erover gaat ontstaan er nooit andere stoffen. Je hebt 5 zintuigen: Het gezicht om te zien. Het gehoor om te horen. De reuk om te ruiken. De smaak om te proeven. En de tast om te voelen. Grootheid is een eigenschap die je kunt meten. Eenheid is de maat waarmee je meet. IJken het goed afstellen van een instrument. Meten niet altijd lengte maar je kan ook de temperatuur of snelheid meten. Grootheid symbool eenheid symbool
Lengte l meter m
Massa m kilogram kg
Tijd t seconde s
Temperatuur T - - Oppervlakte per vierkante meter = m
Volume(inhoud) per kubieke meter= m
Snelheid meter per seconde = m/s (Massa meet je met een balans) Een stofeigenschap is een altijd geldende eigenschap, waaraan je een stof kunt herkennen. Dat iets bijv kan rollen is een voorwerp eigenschap.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.