Ademhaling

Inleiding In dit verslag wordt besproken wat je vitale capaciteiten (= De hoeveelheid liters lucht die je in 1 keer kunt uitademen) zijn. Verder wat de gemiddelde ademhalingsfrequentie (=aantal ademhalingen per minuut) van de klas. Dan nog de conditie (= Of je na inspanning snel moe wordt of niet) en CARA (= Ziekte van de luchtpijp en de bronchiën). De onderzoeksvraag is: Wat is het verband tussen de ademhalingsfrequentie en de mate van inspanning. En wat zijn de verschillen en het verband tussen de vitale capaciteiten, conditie, lengte, jongens en meisjes, rokers en niet-rokers, CARA-‘patiënten’ en ‘anderen’. Hypothese We denken dat het verband tussen ademhalingsfrequentie en lichaamsconditie ligt bij het bloed dat door het hart moet worden rondgepompt (bij inspanning) voor de spieren (die meer zuurstof nodig hebben). En we denken dat er grote verschillen zijn tussen jongens en meisjes, rokers en niet-rokers, CARA-‘patiënten’ en ‘anderen’. Er zijn waarschijnlijk kleinere verschillen tussen de vitale capaciteiten, lengte en de conditie.
Materialen & Methode Allereerst moet je je lengte meten, daarvoor hebben we een meetlat gebruikt. Daarna hebben we onze vitale capaciteiten gemeten met een respirometer (met mondstukje). Je moet in die respirometer zoveel mogelijk lucht in 1 keer uitademen, dan laat het metertje zien hoeveel liter lucht dat is. Vervolgens hebben we onze kleinste borstomvang met een meetlint gemeten. Dat meet je ten hoogte van je onderste ribben nadat je zo diep mogelijk hebt uitgeademd. Ook moet je met een meetlint je grootste borstomvang meten, maar dit keer nadat je zo diep mogelijk hebt ingeademd (meet natuurlijk ook ten hoogte van je onderste ribben). We hebben met een stopwatch onze ademhalingsfrequentie in ademhalingen per minuut ( 1 inademing en 1 uitademing) in rust en na inspanning (20 keer door je knieën zakken met je handen plat op de grond) gemeten. Schrijf op wat je geslacht is en hoeveel minuten per week je je inspant. Verder of je rookt en zo ja hoeveel sigaretten per dag. Tenslotte schrijf je op of je een CARA-‘patiënt’ bent, en zo ja waar je last van hebt. Samenvatting - Het verband tussen de vitale capaciteit en de lichaamslengte is dat iemand die lang is grotere longen heeft en daardoor meer lucht kan in- en uitademen. - Er is geen verband tussen de vitale capaciteit en conditie, omdat de hoeveelheid lichaamsinspanning niets met jouw vitale capaciteiten te maken heeft. - Er is een duidelijk verschil tussen de gemiddelde vitale capaciteiten van de jongens en de meisjes, bij de jongens liggen de vitale capaciteiten hoger (waarschijnlijke oorzaak: groter lichaam) - Er is ook tussen de vitale capaciteit van de roker en de niet-rokers een groot verschil. De roker heeft een grotere capaciteit dan die van de anderen. Dit is een uitzondering. - Er is geen groot en duidelijk verschil tussen de gemiddelde vitale capaciteiten van de CARA-patiënten en de anderen. De patiënten hebben misschien niet zo’n zware vorm van CARA. - Er is geen duidelijk verband tussen de ademhalingsfrequentie in rust en na inspanning. De gemiddelde ademhalingsfrequentie in rust ligt een stuk lager dan die na inspanning. Dit komt doordat er bij inspanning er (doormiddel van zuurstof) in de cellen meer glucose verbrand moet worden, dus neemt de inademing toe. Door de verbranding word er in de cellen koolstofdioxide geproduceerd en neemt de uitademing toe. Mening Ik vond dit een interessant experiment, de opdrachten vond ik erg leuk om te doen. Ik weet nu wat mijn vitale capaciteit, m’n ademhalingsfrequentie en mijn borstomvang is. Ook wist ik bijvoorbeeld niet dat je met een respirometer de hoeveelheid lucht die je kunt uitademen kunt meten.