Samenvatting § 9 & 10
§9:
- 3 natuurlijke landschappen in Latijns – Amerika:
• Het Andesgebergte
• Plateaus & hooglanden (Hoogland van Brazilië & Guyana)
• Rivierbekkens & laagvlakten (amazonebekken)
- De oorspronkelijke bewoners van Latijns – Amerika zijn de indianen.
- Verdrag van Tordesillas: Latijns – Amerika werd in 2 stukken verdeeld, ten westen van 50º WL van Spanje, ten oosten lengtegraad Portugees.
- 5 gevolgen van de Spaanse & Portugese kolonisatie:
• De indianen werden arbeidskrachten voor de Spanjaarden
• Stedelijke centra’s werden volgens Spaans patroon gebouwd: in het centrum Plaza Mayor (een groot 4kant plein) met daaraan de kathedraal en openbare gebouwen. De rest van de stad zag eruit als een dambord.
• Missionarissen gingen de indianen bekeren, het grootste deel v/d bevolking is ook Rooms – Katholiek en spreekt Spaans.
• Veel land van de indianen werd afgepikt, zo ontstonden er enorme bedrijven, de latifundia. Latifundia = grootgrondbezit
• Doordat de Portugezen minder dan de helft van Zuid – Amerika hebben veroverd spreken de mensen in Brazilië allemaal Portugees.
- 5 bevolkingsgroepen van Latijns – Amerika:
• Mulatten (kinderen met ouders waar 1 zwart en 1 blank is)
• Blanken
• Zwarten
• Mestiezen (kinderen met ouders waar 1indiaan en 1 blank is)
• Aziaten
• Indianen
- Mensen wonen veel aan de kust en in de bergen want daar is de grond goed vruchtbaar.
- De Portugezen en Spanjaarden haalden slaven uit Afrika omdat ze een tekort hadden aan arbeidskrachten.
§10:
- De 3 oorzaken voor de late bloei van de Chileense economie:
• De ligging, ligt tussen Andesgebergte, woestijn en oceaan.
• De smalle, langgerekte vorm, de verbindingen zijn erg moeilijk.
• De economie was erg eenzijdig, veel landbouw. De grootgrondbezitters verwaarloosden hun land.
- Diversificatie = de verbreding van export
- De economie ging vanaf 1870 beter door:
• De ontdekking van nitraat, een natuurlijke messtof en begon het buitenland interesse te krijgen voor Chili. Maar na de 1e wereldoorlog sloten de mijnen alweer.
• De ontdekking van koper in het Andesgebergte en is goed voor 40% v/d exportinkomsten.
- De manieren waarop de diversificatie in landbouw, industrie en toerisme in Chili is gelukt:
• De landbouw: Eerst was er een sterke groei in de bosbouw. Er waren in het zuiden veel dennenbomen goed voor papier –en houtproductie.
Ten tweede groeide de fruitteelt. Dat kwam door de landhervorming.
De derde is de groei van de wijnbouw.
• Dan is de groei van het toerisme ook opmerkelijk. Door de grote verschillen in breedteligging en hoogteligging is Chili voor iedere toerist aantrekkelijk.
- 2 oplossingen die Chili heeft gebruikt om economie te laten groeien:
• Openstellen van het land voor multinationale ondernemingen. Worden aangetrokken door lage belastingen, vrije winst uitvoering, lage lonen en geen erg strenge milieu regels.
• Zorgen dat de export wordt vergroot. Zoeken van nieuwe afzetmarkten en verdragen sluiten met andere landen over de invoerrechten.
- Chili heeft een overeenkomst gesloten met de EU. Chili is ook in gesprek met de NAFTA, een handelsverdrag tussen Mexico, de VS en Canada.
- De rol van de WTO (wereldhandelsorganisatie) bij het proces van globalisering: de WTO wil van alle tariefmuren in de wereld af. Volgens de WTO zal elk land daarvan profiteren. Alleen de EU, de NAFTA en Japan zijn daar niet mee eens en zijn niet van plan hun markten helemaal open te gooien (losers).
- Antiglobalisten = mensen die vinden dat de vrije handel de ongelijkheid in de wereld alleen maar vergroot.
§9:
- 3 natuurlijke landschappen in Latijns – Amerika:
• Het Andesgebergte
• Plateaus & hooglanden (Hoogland van Brazilië & Guyana)
• Rivierbekkens & laagvlakten (amazonebekken)
- De oorspronkelijke bewoners van Latijns – Amerika zijn de indianen.
- Verdrag van Tordesillas: Latijns – Amerika werd in 2 stukken verdeeld, ten westen van 50º WL van Spanje, ten oosten lengtegraad Portugees.
- 5 gevolgen van de Spaanse & Portugese kolonisatie:
• Stedelijke centra’s werden volgens Spaans patroon gebouwd: in het centrum Plaza Mayor (een groot 4kant plein) met daaraan de kathedraal en openbare gebouwen. De rest van de stad zag eruit als een dambord.
• Missionarissen gingen de indianen bekeren, het grootste deel v/d bevolking is ook Rooms – Katholiek en spreekt Spaans.
• Veel land van de indianen werd afgepikt, zo ontstonden er enorme bedrijven, de latifundia. Latifundia = grootgrondbezit
• Doordat de Portugezen minder dan de helft van Zuid – Amerika hebben veroverd spreken de mensen in Brazilië allemaal Portugees.
- 5 bevolkingsgroepen van Latijns – Amerika:
• Mulatten (kinderen met ouders waar 1 zwart en 1 blank is)
• Blanken
• Zwarten
• Mestiezen (kinderen met ouders waar 1indiaan en 1 blank is)
• Aziaten
• Indianen
- Mensen wonen veel aan de kust en in de bergen want daar is de grond goed vruchtbaar.
- De Portugezen en Spanjaarden haalden slaven uit Afrika omdat ze een tekort hadden aan arbeidskrachten.
§10:
- De 3 oorzaken voor de late bloei van de Chileense economie:
• De ligging, ligt tussen Andesgebergte, woestijn en oceaan.
• De smalle, langgerekte vorm, de verbindingen zijn erg moeilijk.
- Diversificatie = de verbreding van export
- De economie ging vanaf 1870 beter door:
• De ontdekking van nitraat, een natuurlijke messtof en begon het buitenland interesse te krijgen voor Chili. Maar na de 1e wereldoorlog sloten de mijnen alweer.
• De ontdekking van koper in het Andesgebergte en is goed voor 40% v/d exportinkomsten.
- De manieren waarop de diversificatie in landbouw, industrie en toerisme in Chili is gelukt:
• De landbouw: Eerst was er een sterke groei in de bosbouw. Er waren in het zuiden veel dennenbomen goed voor papier –en houtproductie.
Ten tweede groeide de fruitteelt. Dat kwam door de landhervorming.
De derde is de groei van de wijnbouw.
• Dan is de groei van het toerisme ook opmerkelijk. Door de grote verschillen in breedteligging en hoogteligging is Chili voor iedere toerist aantrekkelijk.
- 2 oplossingen die Chili heeft gebruikt om economie te laten groeien:
• Openstellen van het land voor multinationale ondernemingen. Worden aangetrokken door lage belastingen, vrije winst uitvoering, lage lonen en geen erg strenge milieu regels.
• Zorgen dat de export wordt vergroot. Zoeken van nieuwe afzetmarkten en verdragen sluiten met andere landen over de invoerrechten.
- De rol van de WTO (wereldhandelsorganisatie) bij het proces van globalisering: de WTO wil van alle tariefmuren in de wereld af. Volgens de WTO zal elk land daarvan profiteren. Alleen de EU, de NAFTA en Japan zijn daar niet mee eens en zijn niet van plan hun markten helemaal open te gooien (losers).
- Antiglobalisten = mensen die vinden dat de vrije handel de ongelijkheid in de wereld alleen maar vergroot.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden