Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Over spreken

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 602 woorden
  • 15 februari 2009
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Nederlands (spreken)

1: Overeenkomsten tussen spreken en schrijven (spreekbeurt of werkstuk)
- Je oriënteert je op je onderwerp, doel en publiek
- Je maakt een bouwplan voor de inhoud

Verschillen
- bij spreken wordt de boodschap sneller overgebracht; de schrijver zal langer nadenken, zo nu en dan tekst schrappen of toevoegen, de lezer kan pauzeren, nadenken en herlezen
- spreken is directer: de luisteraar zit de spreker (en kan soms reageren)

Beter schrijven dan spreken als

- de informatie veel feiten bevat zoals cijfermateriaal
- de informatie onthouden moet worden
- de informatie toegepast moet worden, zoals gebruiksaanwijzingen

2: Doel betogende spreekbeurt: publiek van jouw mening overtuigen

Nadenken over het onderwerp
- kies een O dat bij je past, iets wat je boeit/interesseert/ raakt/voor-tegen
- vinden mijn luisteraars het ook wel een interessant onderwerp?
- kies een O waarvan meningen kunnen verschillen

Wat moet je je afvragen
- wat weten de luisteraars wel en niet van het O?
- willen ze hetgene dat ik ga vertellen wel weten?
- is het belangrijk dat ze het weten en kan ik het belang aan ze duidelijk maken?
- staat het O niet te ver van ze af?
- is het niet te moeilijk/technisch/specialistisch?
- is het niet afgezaagd?

Onderwerp verkennen: vaste vragen
Wie
Wat
Waar

Wanneer
Waarom

Perk het onderwerp in (houd rekening met interesse en voorkennis van luisteraars)

In een betogende spreekbeurt staat jouw mening centraal
JOUW eigen standpunt is het beste en daarvan moet je overtuigd zijn
- argumenten nodig, deze bevatten info waarmee je je luisteraars overtuigt
- wat wil je bereiken? ((informeren)overtuigen en aanzetten tot handelen)
- zo concreet mogelijk je doel beschrijven:
Niet: het doel is een overtuigende spreekbeurt houden over het donorcodicil
Maar wel: Ik hoop dat aan het eind van mijn spreekbeurt een aantal klasgenoten een donorcodicil gaat invullen.

3: Hoofdgedachte: een standpunt
De hoofdgedachte is bij een betogende spreekbeurt altijd een standpunt
Neem geen stelling waar iedereen het op voorhand mee eens is

4: Opbouw van spreekbeurt
Inleiding

Middenstuk
Slot

Tips:
- Bedenk een leuke titel voor je spreekbeurt
- Vertel een leuke anekdote of kranten artikel
- Geen schijn zoals: je leest de laatste tijd steeds vaker dat..
Of: je hoort de laatste tijd nog wel eens zeggen dat..
- Zorg dat jouw standpunt in de inleiding naar voren komt als vraag of als stelling
- Besteed aandacht aan de 1e zin, begin iig niet met, mijn spreekbeurt gaat over…

Het middenstuk
- vertellen wat je kwijt wil over het O
- je publiek overtuigen

Is er in het publiek geen duidelijke mening? - Publiek niet met eens?
Inleiding *introductie onderwerp en vraagstelling
Middenstuk * argument voor de stelling - voor en nadelen
Slot * herhaal standpunt - afweging van voor en nadelen op de vraag = standpunt


Een (schematisch) middenstuk
- niet letterlijk uitschrijven maar puntsgewijs
- deelonderwerpen

Het slot
- nooit eindigen met: dit was mijn spreekbeurt
- maar bij een publiek met een twijfel standpunt: herhaal in het slot je standpunt
- publiek met tegenovergesteld standpunt: maak in het slot een afweging van voor en nadelen, tenslotte geef je een antwoord op de vraagstelling uit de inleiding

Afsluiting
Een goed slot voldoet dus aan:
- probeer af te sluiten met een uitsmijter
- en daarna: Bedankt voor jullie aandacht
- een antwoord op de vraag of conclusie/herhaling van de beginstelling

Structuur van een spreekbeurt
- vat zo nu en dan wat samen
- wijs nu en dan duidelijk vooruit
- herhaal geregeld
- zeg hetzelfde nog eens met andere woorden
- gebruik signaalwoorden en structurerende zinnen

5: Spiekbriefje
- inleiding – middenstuk – slot

- trefwoorden en woordgroepen
- alleen enkele belangrijke zinnen / citaten uit
- onderstreep signaalwoorden

6: Presenteren
- in een goed tempo praten
- niet op een dreun praten
- is het verstaanbaar?
- spreek je alle woorden goed uit?
- is mijn taalgebruik passend?
Let op:
Houding (staan = beter)
Gebaren (enthousiasme uitstralen, niet staan als een zoutzak)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.