Hart-en Vaatziekten

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 2e klas vwo | 1266 woorden
  • 7 februari 2009
  • 10 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
10 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hart- en vaatziekten.

Inleiding
Verworven aandoeningen.
- angina pectoris
- hartinfarct
- hartritmestoornissen
Onderzoeken.
- echocardiografie
- elektrocardiogram
- hartkatheterisatie
Behandelingen.
- dotteren
- pacemaker
- by-pass operatie van de kransslagaderen
- medicijnen
Maatregelen.


Inleiding.
Het hart is een krachtige spier die het bloed (met daarin zuurstof) naar alle organen en lichaamsdelen pompt. De hartwanden trekken zich regelmatig samen waardoor het bloed vanuit het hart de lichaamsslagader (de aorta) ingepompt wordt. In de rust pompt het hart 70 keer per minuut, waarmee je 5 liter bloed rond pompt. Met elke hartslag gaat er een drukgolf door de slagader heen. Je kunt dit bij je pols voelen als een polsslag.
Het hart is verdeeld in een linker en een rechter hartshelft. Iedere helft heeft een kamer (ventrikel) en daarboven een boezem (atrium). Het bloed komt in de boezems binnen en gaat er via de kamers weer uit. De linkerkant pompt zuurstofrijk bloed naar alle delen van het lichaam. De rechterkant pompt het zuurstofarm bloed naar de longen toe. In je hart zitten kleppen die ervoor zorgen dat het bloed in de goede richting wordt gepompt.

Hart- en vaatziekten kan je onderverdelen in twee groepen namelijk de aangeboren en de verworven aandoeningen.
Ik ga het over de verworven aandoeningen hebben.


Verworven aandoeningen.
De kransslagaderen die het hart zelf van bloed voorzien, zijn van oorsprong mooie ronde gladde buisjes. Door verschillende oorzaken, zoals ouderdom, verkeerde leefstijl, erfelijke aanleg of suikerziekte kunnen die kransslagaderen vernauwd raken of zelfs helemaal dichtgeslibd raken. Dan kan je bijvoorbeeld last krijgen van angina pectoris of in een erger geval een hartinfarct.
- Angina pectoris: Bij angina pectoris (hartkramp) krijgt een deel van de hartspier te weinig zuurstof, vrijwel altijd door een vernauwing in een van de kransslagaders. Meestal ontstaat dit gebrek aan zuurstof bij inspanning, dus als het hart harder moet werken en de hartspier meer zuurstof nodig heeft dan het vernauwde bloedvat kan aanvoeren. Angina pectoris geeft een drukkende pijn achter het borstbeen. De pijn straalt vaak uit naar de linkerarm of naar de kaken en soms naar de rug of de schouderbladen. In rust en/of na een vaatverwijdend medicijn, zakt de pijn.
- Hartinfarct: Wanneer een bloedstolsel een kransslagader plotseling helemaal afsluit, ontstaat een hartinfarct of hartaanval. Door die afgesloten kransslagader krijgt het bijbehorende gedeelte van de hartspier geen zuurstof meer en sterft af. Dit geeft hetzelfde gevoel als bij een angina pectoris, vaak ook nog misselijkheid en zweten er bij. Deze pijn gaat niet over in rust en reageert onvoldoende op vaatverwijdende medicijnen. Het hart krijgt op de plaats van het infarct een litteken, dat op den duur bindweefsel wordt. Het hart blijft wel doorpompen, maar dit deel van de hartspier werkt niet meer mee. De ernst van een hartinfarct hangt af van de grootte van de beschadiging, en van de plaats. De gevolgen van een hartinfarct kunnen daarom nogal verschillen. Ten gevolgen van die beschadiging kan je o.a. hartritmestoornissen krijgen.
- Hartritmestoornissen: normaal gesproken knijpt het hart met een bepaalde regelmaat samen. In het hart zitten een soort banen waarlangs de prikkels lopen die nodig zijn om de spiercellen in het hart die voor het samenknijpen nodig zijn in werking te zetten. Als een bepaald gebied in het hart door een infarct getroffen wordt, sterft dat stukje af. De prikkelgeleidingbaan raakt daardoor soms ook beschadigd. Je weet dat dood weefsel niks meer doet. Dan kun je je voorstellen dat het regelmatige ritme onregelmatig wordt. Je hart kan daardoor snel of langzaam gaan kloppen. Maar ook onregelmatig.


Onderzoeken.
- Echocardiografie: Met behulp van ultra-geluidsgolven worden allerlei doorsnee-beelden van het hart gemaakt. Hierdoor ontstaat meestal een goed beeld van de werking van het hart. Je kunt zien of het hart goedsamen knijpt, hoe groot het is en of de kleppen in het hart goed werken. Bovendien kunnen op verschillende plaatsen in het hart de snelheid en de richting waarin het bloed stroomt, worden gemeten.
- Elektrocardiogram: wordt gemaakt wanneer iemand pijn op de borst heeft. Je kunt dan zien of er sprake is van angina pectoris, een hartinfarct of hartritmestoornissen. Met behulp van een aantal plakkers op armen, benen en borst wordt het elektrisch stroomverloop door het hart zichtbaar gemaakt. Om bijvoorbeeld ritmestoornissen op te sporen, kan het nodig zijn om het ECG gedurende langere tijd te bekijken. Dat kan via een draagbaar bandrecordertje. Dit kastje draag je dan 24 uur. Om te kijken hoe het hart en de bloedsomloop zich gedragen bij inspanning, worden inspanningstesten uitgevoerd. De inspanning bestaat uit het lopen op een lopende band of fietsen op een hometrainer. Tijdens en na de inspanningstest worden het ECG en de bloeddruk regelmatig gemeten. Zo kun je kijken of je bij iemand die in rust geen klachten heeft deze bij inspanning kunt laten ontstaan.

- Hartkatheterisatie: wordt na een hartinfarct en bij klachten van angina pectoris gebruikt. Meestal vanuit de lies worden een of meerdere slangetjes (katheters) via een slagader opgeschoven naar het hart. Via de katheters kan de bloeddruk in het hart worden gemeten. Bovendien kan met een contrastvloeistof die via de katheters in de kransslagaders wordt ingespoten, gekeken worden hoe het bloedvat eruit ziet en waar de vernauwing of afsluiting zit. De ligging van de katheters en de afbeeldingen van het hart worden zichtbaar gemaakt met behulp van röntgenstraling.


Behandelingen.
- Dotteren: wordt bij angina pectoris en een hartinfarct gebruikt. De ingreep gaat hetzelfde als bij een hartkatheterisatie. Alleen wordt er nu een katheter ingebracht met aan het uiteinde een ballonnetje. De katheter wordt in de slagader geschoven tot het ballonnetje bij de vernauwing zit. Het ballonnetje is 1 tot 4 centimeter lang en heeft, als het is opgeblazen een doorsnee van 1,5 tot 5 millimeter. De vernauwing wordt platgedrukt zodat het bloed weer normaal kan stromen. Door het opheffen van de vernauwing komt de doorbloeding van de hartspier weer beter op gang. Soms wordt er een stent (een metalen buisje van gaasachtig materiaal) achtergelaten op de plaats van de vernauwing.
- Pacemaker: wordt bij hartritmestoornissen gebruikt. De pacemaker is een klein glad metalen doosje van ongeveer 0,75 cm dik, 4,5 cm breed en 5 cm lang met daaraan één of twee lange draden, de pacemakerelectroden. Het apparaatje kan het werk van de sinusknoop en van het geleidingssysteem overnemen. Hierdoor gaat het hart weer in normaal tempo en ritme samenknijpen. Wanneer dat nodig is, geeft een pacemaker een klein stroomstootje af, waardoor de hartspier samentrekt. De implantatie van de pacemaker is een kleine operatie. De pacemaker wordt onder de huid net onder het linker- of rechtersleutelbeen geplaatst.
- Bypass operatie van de kransslagaderen: Bij een bypassoperatie wordt er aan de vernauwing zelf niks gedaan. Een ander bloedvat wordt gebruikt om het bloed om de vernauwing heen te leiden. De hartchirurg haalt een bloedvat elders uit het lichaam. De linker of rechter borstbeenslagader is daarvoor heel geschikt. Omdat ze al heel dicht bij het hart lopen hoeft er geen extra snede gemaakt te worden op een andere plaats in jouw lichaam. Deze slagader kan op die plaats gemist worden omdat de bloedvoorziening van het borstbeen ook via andere bloedvaten gebeurd. De borstbeenslagader wordt aan een kant losgemaakt en op de kransslagader vastgehecht, vlak na de vernauwing.
- Medicijnen: er zijn talloze medicijnen die bij hartklachten gegeven kunnen worden. Bijvoorbeeld:
v Bloedverdunners: want dunner bloed stroomt makkelijker.
v Bloedvatverwijders: hierdoor worden vaten ietsje wijder, waardoor er meer bloed naar het hart kan.
v Bloeddrukverlagende medicijnen:lagere bloeddruk is beter voor het hart.
v Cholesterol verlagers: beter voor het hart.
v Medicijnen voor het ritme.


Maatregelen.
Je kunt zelf al heel veel doen om het risico op hart- en vaatziekten te verlagen.
- Neem voldoende lichaamsbeweging.
- Niet te vet eten.
- Niet roken.
- Niet te veel alcohol drinken.

REACTIES

S.

S.

mijn vader heeft het zelfgehad en heeft het nog maar net overleeft toen hij het had zag het er naar uit dat hij dood zou gaan maar dat is gelukkig niet gebeurt groeten van sem

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.