Criminaliteit

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 1026 woorden
  • 4 november 2001
  • 173 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
173 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
§1 Waarde: erg abstract, subjectief  vertaald in concrete gedragsregels
Norm: is afspraak om de waarde te bereiken
Normaal: collectieve normen codificatie: vastleggen regels, er worden wetten gemaakt
Discrepantie: verschil tussen normen en waarden ( bv euthanasie) Maatschappij veranderd, verkeerde wet. Rechtsregels: regels waardoor overtredingen kunnen worden tegengegaan, gedwongen normen na te leven. 1. Zekerheid: beroepen op wetten
2. Ordenen samenleving: gemeente provincie, rijk, belastingindeling, 3. Onafhankelijke rechtspraak: allen wet zegt wat rechter moet doen

4. Conflicten voorkomen of beslechten: regels voor beide parijen
Positieve rechtideale recht §2 Criminaliteit volgens de samenleving: immoreel onzedelijk misdadig en strafwaardig gedrag
Misdaad is subjectief: hier vallen persoonlijke normen niet samen met wettelijke nomen (discrepantie) niet strafbaar maar strafwaardig
criminaliteit: alle strafbaar gestelde gedragingen
legaliteitsbeginsel: over wat criminaliteit is valt niet te twisten, ligt in wet vast persoon mag alleen gestraft worden op grond van strafbepalingen in wet. Wat is crimineel: tijdgebonden, en plaatsgebonden
Wetgevende macht bepaald door Trias politica maar soms wet onduidelijk en moet rechter uitleg hanteren. Arrest: de beslissing van de Hoge raad in een zaak die hem is voor gelegd. Jurisprudentie: uitspraak Hoge raad voegt stukje toe aan wetgeving, ze interpreteren wet anders
Competentiestrijd tussen 2de Kamer+kabinet en rechters: wie beslist? §3 Cijfers van criminaliteit belangrijk voor: maatregelen
Als wordt gedacht dat er een toename is, meer maatregelen. Geregistreerde criminaliteit: politiestatistieken

kanttekeningen: 1 cijfers moeten kloppen met demografie ( meer mensen, meer criminaliteit) 2 geen beeld totale criminaliteit ( geen aangifte vanwege wantrouwen politie of privé) 3 selectief opsporingsbeleid ( wat niet kan worden geconstateerd wordt niet geregistreerd) 4 Zichtbare vormen eerder
5 Toename aantal regelsmeer overtredingen
ophelderingspercentage misdrijven
transactie: boete betalen tegen verdere vervolging ( geen strafblad) Seponeren: afzien verdere vervolging ( geen strafblad bij jonge mensen, niet in aanraking met justitie, voorkomt, evenals transactie stigmatisering) Niet geregistreerde criminaliteit: Slachtofferenquêtes: wat voor soort misdrijven meegemaakt, en welke niet aangegeven. Bedrijven ook enquête want meestal geen aangifte. Kanttekeningen: Slachtoffers moord kan niet/ niet vermeld privé/ geen duidelijk slachtoffer ( belasting) Self report-onderzoeken: gevraagd naar misdrijven
Voordeel: misdrijven zonder duidelijk slachtoffer wel naar boven
Kanttekeningen: zwaardere misdaad en beroepscriminelen niet §4 Er is een verband te leggen tussen sociale categorieën en bepaalde vormen van criminaliteit: - Vooral gepleegd door mannen. Vrouwen komen minder voor door: andere leefwijze binnenshuis/ socialisatie ( ander opgevoed) - Jongeren meer factoren stimuleren criminaliteit: werkeloosheid/ individualisme/ meer gelegenheid. - Onderste sociale lagen: selectief optreden politie Verwachtingen manier van optreden ( self fulfilling prophecy) - Witte boordencriminaliteit
Ontstaan van criminaliteit

Klassieke school: beoordeeld criminaliteit vanuit maatschappelijke visie als samenleving verbetert, dan minder criminaliteit ( sociale oorzaak) Antropologische school: legt criminaliteit bij misdadiger zelf ( belangrijkste verschil klassieke school) Criminele sociologie: Aantekening: Wetenschap van het sociale
Interactie tussen mens en omgeving
Oorzaken van criminaliteit: - Buurt ( samenhang) - ‘peergroup’ ( theorie aangeleerd gedrag) - anomietheorie: ( lijkt op bindingstheorie): individualistaie, ontbreken collectieve norm geen sociale controle oplossing: meer mensen op laten letten, techniek moet terug
Aangeleerd gedrag: vanuit omgeving wordt er ‘positief’ gesproken over criminaliteit, men gaat onderlinge trucs uitwisselen ( ook in gevangenissen dus heropvoedingfunctie faalt) Referentiekader van misdadiger wordt gevormd door socialisatie door een criminele groep
Kanttekeningen: 1 alleen traditionele vormen van criminaliteit
2 referentiekader is onduidelijk
3 individu leert niet alleen door socialisatie ( ook uit zichzelf) stigmatiseringstheorie: Door het hebben van een strafblad wordt persoon gedwongen zich weer in het criminele circuit te begeven doordat de omgeving hem afwijst. Oplossingen: gedoogbeleid, HALT, transactie, seponeren ( ervoor zorgen dat mensen geen strafblad krijgen) Kanttekening: niet van toepassing op alle criminaliteit/ verklaart niet hoe men begint met criminaliteit) Bindingstheorie: Waarom mensen het NIET doen
Geen criminaliteit want: zijn bang om banden met mensen te verliezen staat lijnrecht tegenover aangeleerd gedrag: ook in groepen, en ook bang om band te verliezen als ze géén criminaliteit plegen
en sociale controle zorgt voor stigmatisering
kan ook worden omgedraaid: bindingen slechte criminaliteit Bio-sociale criminologie: richt zich op persoon ipv situatie
Veel verzet want leek veel op nazi ( lichaamskenmerken) §5 gevolgen criminaliteit

Materiële schade: Indirect: bestrijding kost geld ( overheid betrokken) Doorberekening in prijs door bedrijven
Immateriële schade
Onveilig gevoel/ morele verontwaardiging
normvervaging: men is bestolen en vind zelf stelen minder erg Eigenrichting: geen vertrouwen in politie. Mag NIET want is wraak, straffen moet voorbehouden worden voor overheid ( is slecht voor rechtsstaat zie functies §6) Massamedia: stereotype opvattingen §6 rechtsstaat functie: - goede wetten zorgen voor eerlijk proces, misdadiger beschermen - overheid ( binnenlandse zaken) moet rechtsorde handhaven §7 uitgangspunt strafrecht: legaliteitsbeginsel: over wat criminaliteit is valt niet te twisten, ligt in wet vast persoon mag alleen gestraft worden op grond van strafbepalingen in wet. Ne bis in idem: maar een keer voor hetzelfde vergrijp( mag niet ineens verhogen) Verjaring
Straffen: Gevangenisstraf/ hechtenis
Geldboetes/ dienstverlening/ voorwaardelijk ( geen strafblad, tegen stigmatisering) Maatregelen: Samenleving behoeden van misdadiger: TBS, mag niet meer in samenleving
Gefrag is strafbaar als Er volgt geen straf als - menselijk gedrag - legaliteitsbeginsel moet zijn uitgevoerd ( een duidelijk proces via wet - wederrechtelijk ( geen goede rede) -dader is schuldig  - rechtvaardiging : noodweer, overmacht

relatieve noodweer/overmacht: humanitair - schulduitsluiting: ontoerekeningsvatbaar/ noodweer, afwezigheid schuld
Aantekening: gevolg van straffen
Gevangenisstraf: resocialisatie faalt, isolatie samenleving, en aangeleerd gedrag van medecriminelen binnen gevangenis
Straffen erger maken: bekend maken openbaar afschrikken ( executies uitzenden) Pakkans vergroten §8 strafproces: procedures tijdens het proces tegen een verdachte heeft bepaalde gang van zake
Rechtstaats functie: eerlijk proces
Aantekening+boek
Rechter: relatieve competentie: bepaalde streek
1 Kantongerecht: civilrecht, strafrecht mag geen advocaat rechtsongelijkheid, is in strijd met functie rechtsstaat eerlijk proces
2 Arrondissementsgerecht: politierechter, meervoudige kamer ( drie rechters), kinderrechter
3 Gerechtshof Hoger beroep 4 Hoge Raad: cassatie: procedurefout, spreekt geen recht, verwijst naar andere rechtbank, dat het opnieuw moet. Arresten: ( zie §2) Officier van justitie(OM): Opsporingsonderzoek tenlastelegging contact politie ( kan seponeren wegens te weinig bewijsstukken, of opportuniteitsbeginsel: tweede kans tegen stigmatisering)slotpleidooi uitvoeren vonnis
Taken politie: openbaren orde handhaven, hulp verlenen, strafbare feiten oplossen ( bestaat onenigheid overeigenrichting) Bevoegdheden: staande houden en vragen gegevensAanhouden en meenemen naar bureau voor 6 uur Langer vasthouden met toestemming OM Zaken in beslag nemen fouilleren zelf afhandelen zaak of huis van bewaring als er bewijs is komt er een dagvaarding

Verdachte: recht waarvan verdacht, recht op advocaat, mag zwijgen, beperkte tijd vasthouden, mag in hoger beroep. Reclassering: heel het proces door
1 Vroeghulp: alternatieve straffen
2 Omstandigheden verdachte voor oordeel rechter ( eerlijk proces, met theoriëen) 3 Begeleiden cliënt rechtzitting
4 Ook bij de straffen of alternatieve straffen

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.