Transplantaties

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Spreekbeurt door een scholier
  • Klas onbekend | 1255 woorden
  • 16 juli 2008
  • 8 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
8 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding

België staat samen met Spanje en Oostenrijk bovenaan op de wereldranglijst van het aantal dode donoren per miljoen inwoners. Toch zijn dat nog niet genoeg donors om alle patiënten die op de wachtlijst staan tijdig aan een orgaan te helpen. Onderzoekers zoeken naar andere alternatieven om deze patiënten alsnog te redden.

Cijfers

De voorbije acht jaar stierf gemiddeld 23,3 procent van de patiënten op de longwachtlijst voor ze een transplantatie konden ondergaan. 16,7 procent op de leverwachtlijst, 21,1 procent op de hartwachtlijst, en 5,9 procent op de pancreaswachtlijst onderging hetzelfde lot. Het gaat om patiënten op de wachtlijsten van Euro-transplant, de overkoepelende organisatie die de beschikbare organen verdeelt in de Benelux, Duitsland, Oostenrijk en Slovenië.
Wie een nieuwe nier nodig heeft, kan het tijdelijk doen met een kunstnier. Daarom is de nierwachtlijst ook veel groter. De gemiddelde sterfte van de voorbije acht jaar op de nierwachtlijst bedraagt 13 procent. Het sterftecijfer op die lijst nam in die periode wel toe, omdat er steeds meer oudere patiënten behoefte aan een nieuwe nier hebben. Die sterven soms aan iets anders voor ze een nieuwe nier krijgen. Op de hart-, lever-, en longwachtlijst gaat het om jonge mensen die overlijden omdat er geen orgaan voor hen is.

Ook de sterfte op de leverwachtlijst nam de voorbije acht jaar toe, omdat het aantal patiënten met een zieke lever of met aantal leverkankers toenam. Wetenschappers doen volop onderzoek naar kunstlevers. Ook deze kunstorganen zouden de patiënten slechts tijdelijk in leven kunnen houden.
Voor het hart bleef het sterftecijfer stabiel. Voor de hartpatiënten bestaan nu meer hulpmiddelen om de pompfunctie van het hart te regelen en te ondersteunen, tot er een hart beschikbaar komt. Ook het onderzoek naar echte kunstharten, die het hart helemaal vervangen, duurt nog altijd voort.
Het sterftecijfer op de longwachtlijst daalde aanzienlijk. Reden daarvoor is de toenemende ervaring met minder kwalitatieve organen.

Er zullen altijd organen te kort zijn. Transplantatie is tegenwoordig erg succesvol. Steeds meer mensen hebben nood aan een transplantatie door onder andere de vergrijzing van de bevolking. Bovendien blijft een getransplanteerd orgaan maar een beperkte tijd functioneren. Na een aantal jaren is een nieuwe transplantatie nodig. De behoefte zal dus blijven toenemen. Anderzijds zijn slechts een aantal postmortale organen geschikt voor transplantatie. Daarbij komt nog dat het aantal weekendongevallen daalt, waardoor deze belangrijke donorpool vermindert.
Voor een deel en voor bepaalde organen compenseren levende donatie en het gebruik van non-heart beating donoren het orgaantekort. Hartdode donoren zijn donoren waarbij de reanimatie is mislukt. In tegenstelling tot bij hersendode donoren klopt het hart dus niet meer en is de bloedcirculatie gestopt. De nieren en de lever zijn nog bruikbaar wanneer dan onmiddellijk een katheder geplaatst wordt en ze kunnen worden gekoeld. De longen en de pancreas van non-heart beating donoren wegnemen en transplanteren gebeurt op dit moment enkel op een experimenteel niveau.

Momenteel kunnen van een donor zes verschillende organen worden getransplanteerd, namelijk de twee nieren, de lever, de twee longen, de pancreas, het hart en de dunne darm. Een donor redt daarmee negen levens. De twee nieren en de twee longen gaan immers telkens naar twee ontvangers en ook de lever kan in twee worden gedeeld.
Terwijl transplantatie van de andere vijf al routine is, vinden nog maar heel weinig transplantaties van de dunne darm plaats. Dat komt omdat de resultaten lange tijd tegenvielen.

Andere alternatieven

De volgende stap is de transplantatie van weefsels, zoals ledematen en gelaatstransplantaties. Nu al worden handen getransplanteerd. Dat donorhanden niet beter zijn dan protheses, mag blijken uit het feit dat sommige patiënten vroegen om hun nieuwe handen weer te amputeren.

Een stap verder dan weefseltransplantaties, zijn celtransplantaties. Momenteel worden bij diabetespatiënten al eilandjes van Langerhans getransplanteerd, de cellen in de pancreas die insuline produceren. Eilandjestransplantatie is een alternatief voor een volledige pancreastransplantatie. Net als bij orgaantransplantatie moet de ontvanger wel zijn hele leven medicijnen tegen de afstoting blijven nemen. Het grote probleem bij eilandjestransplantatie is momenteel dat het celtransplant al na een jaar of drie niet meer functioneert. Organen gaan veel langer mee.
Met stamceltransplantaties gaan wetenschappers nog een stap verder. Ook hier zijn er al toepassingen. Stamceltransplantaties, van stamcellen die uit het beenmerg van een donor zijn geoogst, zijn momenteel al een alternatief voor beenmergtransplantaties, want ze blijken minder ingrijpend en even efficiënt. Die ervaring leerde dat adulte stamcellen bij andere transplantaties kunnen helpen om extra weefsel te creëren, maar ook om de afstotingsverschijnselen te verminderen.

Stamcellen bieden nog veel meer interessante perspectieven. Tegenwoordig gebeurt heel veel onderzoek naar stamcellen. Wetenschappers hopen ooit de orgaantransplantaties te kunnen vervangen door stamceltransplantaties.

Een andere oplossing om het tekort aan orgaandonors te compenseren zouden xenotransplantaties zijn, het transplanteren van dierlijke organen bij de mens. In de jaren negentig voorspelden experts dat ze binnen de vijf jaar mogelijk zouden zijn. Vandaag weten we beter. Xenotransplantatie wordt nog altijd niet toegepast bij de mens. Apen bleken niet de geschikte diersoort, vanwege de makkelijke overdracht van ziekten van aap op mens, wegens ethische bezwaren en door de moeilijke voortplanting van apen in gevangenschap. Varkens bleken met betrekking tot al die aspecten geschikter, en bovendien lijken de organen van mens en varken goed op elkaar. Vechten tegen de afstoting blijft de grote uitdaging. Ontvangen we een vreemd orgaan, dan treden er acute en chronische afstotingsverschijnselen op. Maar ontvangen we een orgaan van een andere soort, dan komt een hyperacute afstoting op gang, waardoor het onmiddellijk gaat klonteren en faalt. Onderzoekers kweekten al speciale varkens waarvan de organen beter beschermd zijn tegen acute afstoting. Ze mogen xenotransplantatie niet beproeven op mensen voordat de transplantatie van varkensorganen een overleving garandeert van minimaal negen tot twaalf maanden. Momenteel houden de apen het zes maanden vol. Maar misschien duiken er nog nieuwe problemen op. Een vorm van xenotransplantatie die wel op korte termijn haalbaar lijkt te worden, is de transplantatie van varkenseilandjes van Langerhans.

Wie is donor?

In België regelt sinds 13 juni 1986 een wet het wegnemen en het transplanteren van organen. Die stelt dat elke Belgische burger donor is, op voorwaarde dat hij of zij bij leven geen verzet heeft aangetekend. Anderzijds kan je je ook uitdrukkelijk als donor laten registreren. Verzet de familie in de eerste graad zich nog tegen het wegnemen van de organen en weefsels, dan houden de artsen daar rekening mee, tenzij de patiënt in het Rijksregister specifiek als donor geregistreerd staat. Ook in het Groothertogdom Luxemburg, Spanje en Oostenrijk geldt vooropgestelde instemming.
Nederland kent een andere donorwetgeving. Sinds 1998 is hier de Wet op Orgaandonatie van kracht. Zonder toestemming van de donor zelf of van zijn nabestaanden mogen geen organen en weefsels worden weggenomen. Nederlanders kunnen, maar zijn niet verplicht zich te laten registreren in het Donorregister. Ze kunnen dan aangeven dat ze wel of geen donor willen zijn, of laten opnemen dat ze de beslissing overlaten aan hun nabestaanden of aan een specifiek persoon.
In de meeste landen moeten artsen de uitdrukkelijke toestemming hebben of krijgen. Dankzij onze wetgeving heeft België, met bijna dertig donoren per miljoen inwoners, het grootste aantal postmortale organen ter wereld. Keerzijde is, dat voor niertransplantatie de levende orgaandonatie in België het minst is uitgebouwd van heel de westerse wereld.
Per jaar komen in België een driehonderdtal potentiële donoren ter beschikking. Het gaat om mensen die hersendood zijn verklaard. Hersendood betekent een onherroepelijk, definitief verlies van de hersenfunctie. De patiënt kan nooit meer wakker worden. Om medische redenen, zoals uitgezaaide kanker of een infectie, of omdat de familie verzet aantekent, vallen er van die driehonderd donoren nog zo’n vijftig af.

REACTIES

C.

C.

Zoveel bruikbaars staat er voor mij niet in maar als iemand een idee heeft voor een spreekbeurt stamceltransplantatie...

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.