Opgaven paragraaf 5 en 6

Beoordeling 4.7
Foto van een scholier
  • Antwoorden door een scholier
  • Klas onbekend | 1301 woorden
  • 17 oktober 2007
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 4.7
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Opdrachten van Paragraaf 5&6

54.- Onenigheid over wie er in Israel mag wonen.
- Sovjet- Unie en Verenigde Staten probeerde in de koude oorlog invloed op het midden
Oosten uit te oefenen.
- Ruzie over olie.

55a. Zijn afkomst en waar hij nu woont, de tijd waarin hij/ zij leeft, zijn belangen en de
Waarden die hij belangrijk vind.
b. De Sovjet- Unie en de Verenigde Staten.

56b. - Verenigde Staten en Sovjet- Unie probeerden in de landen in het midden oosten

invloed uit te oefenen.
- De olie in de grond in het midden oosten vormt een bron van conflicten.
- de tegenstelling tussen Israël en de Arabieren.
c. Tegenstelling tussen Israël en de Arabieren.
d. Omdat Hitler toen zijn plannen in Duitsland heel strek naar voren had gebracht.
Veel Joden vluchten daarom naar Palestina.
e. Ik zou het raar vinden. En het niet accepteren, omdat het ons land is.
f. Dan nog zou ik het absurd vinden als ze dan hun eigen staat in ons land uitroepen.
g. Ik vind dit logisch, omdat het niet van de regering uit gaat. Ze doen alles op eigen houtje.

57. a Omdat veel joden de staat Israël uitroepen 4 vielen de omringende landen Israël aan.
b er is veel olie in het Midden – Oosten 3 en daarom bemoeien veel landen zich met dit
gebied.
c Palestijnen gingen over tot terrorisme 1 omdat ze geen betere middelen hadden.
d Als Israëli’s zich in Palestijnse gebieden vestigen 2 wordt het probleem nog groter.


58. Een mening en hoe je zelf iets ziet en hoe je er over denkt, dit is ook niet te controleren.
Een feit staat vast het is gewoon zo, dit kan je ook controleren op internet bijv.

59a. Aan Israël, want dit zeg God tegen Abraham en hij was een jood.
b. Ja het is voor hun bedoel dus zij vinden het mooi dit is ook hun ruggegraat.
c. Nee, zij vinden dat het land van hun is en zij hebben geen boodschap aan de bijbel.
d. De joden sluiten zijn bij de bijbel aan de palestijnen hebben hier geen boodschap aan dus
dit is voor hun geen reden waaruit zij handelen voor de joden is dat wel zo.

60a. Een mening dit is voor iedereen anders vele zulle er anders over denken.
b. Ja door zijn cultuur en religie denk hij dat dit het beste is voor het joodse volk.
c. Nee hij is van mening dat een joodse staat ook in Argentinië, Cyprus of Oeganda gevestigd kan worden.

61a. Dat het stichten van een joodse staat op veel Arabisch verzet zal stuiten.

b. Ja hij bekijkt dat uit zijn oogpunt als arabier en schrijf hierbij op wat bij hem ook speelt.

62a.Dat Groot Brittannië de Arabieren erkent en ondersteund en dat groot Brittannië de heilige plaatsen zal beschermen.
b. Zodat de arabieren zich niet zo snel tegen de Engelsen zullen keren.
c. De Engelsen leven in een andere cultuur dan de arabieren. De Engelsen hebben geen belangen aan heilige plaatsen en de arabieren wel, omdat de heilige plaatsen ook met de geschiedenis van de arabieren te maken heeft.

63a. Dat er een plek komt in Palestina voor de Joden.
b. Bij de macmahon- verklaring zeggen ze dat ze de heilige plaatsen zullen beschermen.
Bij de balfour- verklaring wordt gezegd dat de joden zichzelf niet mogen zijn.
c. De joden krijgen een plaats in Palestina maar ze mogen niet zich niet uiten.
d. Zodat iedereen zijn er wil een beetje in kon vinden.

64a. de betrekkingen tussen Israël en Egypte zullen wel niet zo goed zijn omdat Israël Egypte al een keer bezet heeft.
b. 1948 – Joden stichten de staat Israël, Arabische landen vielen Israël aan.

1956 – Oorlog met Syrië
1967 – Oorlog met Egypte
1973 – Oorlog met Jordanië
c. Israël en de VS tegen Egypte, Jordanië, Syrië enz. en de Sovjet- Unie.

65. In 1973 verzetten de Israëlische soldaten zich met succes tegen de onverwachte aanval op Israël, door de Arabische landen. Die natuurlijk wisten dat de Israëlische soldaten grotendeels met verlof waren.

66a. Zodat ze de troepen die niet in het land horen konden verdrijven.
b. Hij wil de Amerikaanse troepen beschermen tegen de agressie van landen die onder controle staan van het communisme, omdat de VS het niet met het communisme eens is.
c. Bij het trumandoctrine.

67. Dat alle landen achter elkaar aan zitten dus tegen elkaar zijn.

68a. In die tijd hadden de VS en de Sovjet- Unie ruzie, dus nu verwijd het communistische Rusland de VS er van dat ze iets fout doen. Rusland probeert dat je mensen zich tegen de VS gaan keren, omdat de VS verkeerde dingen doen.
b. Een mening, omdat de Sovjet- Unie het wil en het nog niet zo is.

c. De Sovjet- Unie wil op hun manier voor vrede zorgen en ze zijn tegen het beleid van de Amerikanen omdat die het volgens hun beleid willen doen.

69a. De Amerikaanse president Carter
b. Dat ze wel wapens krijgen van de russen en die ook gebruiken maar de Arabische landen staan toch onder de VS. Dus de VS bepaald wat er gebeurd.
c. Dat andere Arabische landen die tegen Israël waren zich ook tegen hem zoude keren.

70a. In Palestina zorgden de mensen er voor dat er met terrorisme het zelfbestuur voorkomen werd.
b. Ik vind het niet goed omdat er door terrorisme helemaal niks wordt gedaan aan de minderheden. Het zelfbestuur wordt daardoor voorkomen.

71a. Elkaar respecteren en accepteren en een zelfbestuur in de Gazastrook en op de westelijke Jordaanoever.
b. Er waren mensen die zich bleven verzetten en aanslagen bleven plegen.
c. Overeenkomt: door alle 2 worden er aanslagen gepleegd.
Verschil: in Israël wil men praten en bij dit stukje krijg ik de indruk dat de Palestijnen dat niet willen.

72a. Dan moesten al die Joden weg, en als jij je huis moet verlaten lijkt mij dat niet fijn.

b. Omdat hij veel ‘opgeofferd’ had, voor de vrede, in de ogen van zijn moordenaar.

73a. Het kan zowel een feit als een mening zijn:
Feit: hij heeft het gedaan voor zijn vaderland hij heeft iemand gedood voor zijn
vaderland.
Mening: Als hij die gast niet vermoord had was zijn land denk ik ook niet vergaan.
b. Hij dacht dat is mij land, een standplaatsgebondenheid is hoe iemand over iets denk dit wordt bepaald door zijn religie, cultuur en het land waar hij woont.

74a. De zin: Sommige Palestijnen wilden toch de staat Israël vernietigen en gingen door met terroristische acties.
b. - Israëlische oorlog tegen het Palestijnse volk.
- Aanvallen van Israël op de autonome Palestijnse gebied.
- Palestijnse autoriteit oproep tot ingrijpen.
- Israël; beperkt antwoord op het lynchen van minstens 2 Israëlische soldaten in
Ramallah.
c. Feit: die autoriteit heeft dat gezegd dus kan je dat controleren.

d. Ja, want het gaat over het land waar die autoriteit in woont, en over zijn leefgebied.

75a. Hatend tegen elkaar, ze willen door geweld de andere bang maken/ vernietigen.
b. Bij bron 29 wordt de foto gemaakt door iemand die tegn de Israëlieten is want die Palestijnen zijn op de voorgrond en zie je hoe de Israëlische soldaten doen en bij bron 30 is de foto gemaakt door een israliet die aangeeft wat hun vijanden al niet doen.

76a. Zie tekening.
b. Zie tekening.

77 1 = E ( rond 1900 )
2 = F ( 1933 )
3 = C ( 1948 )
4 = A ( 1956, 1967 en 1973)
5 = B ( 1973 )
6 = D ( 1994 )

Extra opdracht 78

B
I A de bronnen die vinden dat het gebied voor de Joden is.
B de bronnen die vinden dat het gebied voor de Arabieren is
C de bronnen die iets anders vinden.

Bron16 A
Bron17 A
Bron18 B
Bron19 B
Bron20 A
Bron21 A
Bron22 C

Bron23 C
Bron24 C
Bron25 A
Bron26 A
Bron27 B
Bron28 C
Bron29 A
Bron30 B
Bron31 B
Bron72 A

II

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.