Schijn en werkelijkheid

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
  • Betoog door een scholier
  • 5e klas vwo | 2970 woorden
  • 26 juli 2007
  • 99 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
99 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Schijn en werkelijkheid Vragen over de “problemen der filosofie” door Bertrand Russell 1* Wat geeft Russell aan als eigenlijke werkelijkheid van de tafel. Ben je het met hem eens? Waarom? **** De beperkingen van het instrument bepalen de mate waarin Russell in staat is iets over de werkelijkheid te zeggen, dus is Russell altijd afhankelijk van wat zijn zintuigen en/of instrument hem vertellen over de werkelijkheid en dat wat hij gebruikt om de werkelijkheid waar te nemen niet defect is of een ander mankement heeft. Russell zegt in de tekst ook dat je de verschijning die je bestudeert vanuit verschillende invalshoeken kunt bekijken en dat dat de werkelijkheid van dit voorwerp (in de tekst een tafel) dus vanuit meerdere opzichten waarneembaar en veranderlijk is. Ik ben het grotendeels met Russell eens. Bij iedere invalshoek waarmee Russell de tafel bekijkt is de werkelijkheid van de tafel anders. Maar ik denk dat als je al deze invalshoeken en meer waarmee je de tafel kunt bekijken combineert in een definitie van de tafel heb je de werkelijkheid beschreven. Je kunt over de kleur van de tafel bijvoorbeeld zeggen dat deze verschillende toonaarden bruin en wit is afhankelijk van hoe het licht erop schijnt en vanwaar je kijkt. Dan heb je met één zin al de werkelijke kleur van de tafel vastgelegd. Combineer alle definities van de werkelijkheid van alle invalshoeken van de tafel en je hebt de algemene waarheid. En natuurlijk moet men enig vertrouwen hebben in de zintuigen. Want als je daarover al achterdochtig moet zijn dan is het leven niet meer zeker. Dus ik ben het eens met Russell als hij zegt dat de werkelijkheid van iets vanuit veel opzichten bekeken kan worden en als waarheid aangenomen mag worden. Aan die stelling is ook niks verkeerds. Maar wat, volgens mij, niet klopt aan Russells “theorie” is dat je werkelijkheid niet kan waarnemen. Een combinatie van alle invalshoeken leveren zeker een werkelijkheid die als algemeen voor die tafel of dat voorwerp gegeven kan worden. 2* Laat het onderscheid tussen verschijning en “werkelijkheid” aan het voorbeeld van de tafel van Russell en aan twee andere voorbeelden (bv. Pen, telefoon, school, enz.) zien. **** Wer·ke·lijk·heid (de ~ (v.), ~heden) [zelfstandig naamwoord] 1 alles wat echt bestaat

vb:de werkelijkheid is dat hij geen cent heeft
in werkelijkheid [in het echt, in feite] synoniem: realiteit
ver·schij·ning (de ~ (v.), ~en) 1 het verschijnen
2 persoon zoals hij verschijnt => gedaante
3 bovennatuurlijk verschijnsel => visioen
ver·schij·nings·vorm (de ~ (m.)) 1 vorm waarin een verschijnsel zich aan ons voordoet
Dit is wat het woordenboek voor een omschrijving geeft van werkelijkheid en verschijning. Ik gebruik Russells tekst om verschijning en werkelijkheid te definiëren. Russell noemt verschillende dingen om aan te geven dat wat wij als werkelijkheid ervaren helemaal niet zo hoeft te zijn. Volgens hem is werkelijkheid heel slecht te bepalen/benoemen. Het is dus heel moeilijk om op de vraag te antwoorden en onderscheid te maken tussen twee dingen als je niet weet wat definities van deze dingen zijn. Als je geen definitie van een onderwerp kunt vormen kun je het niet als feit vast leggen. Verschijning en werkelijkheid zouden, in Russells tekst, dus evengoed dezelfde dingen kunnen zijn. Gelukkig heb ik nog het woordenboek en spreekt Russell zichzelf een beetje tegen. Want hij maakt wel degelijk onderscheid tussen verschijning en werkelijkheid; De verschijning is wat geur, gehoor, tast, en zicht waarneemt. De werkelijkheid daarentegen speelt zich af in de hersenen. Wij “weten” dat iets een werkelijkheid is omdat wij dat geleerd hebben, uit ervaringen, van anderen, enzovoorts. De verschijning van een voorwerp kan de werkelijkheid zoals wij die aannemen tegenspreken. Bijvoorbeeld bij de tafel van Russell of bij een spiegel. Russell’s tafel heeft volgens de verschijning ervan verschillende kleuren, maar is in werkelijkheid bruin. Wij weten dat de tafel bruin is omdat dat werkelijkheid is voor ons. Onbewerkt hout is bruin. Punt. Onze ogen spreken dat tegen. Lichtinval laat ons iets anders zien. Dat is de verschijning van de tafel. Een spiegel heeft geen kleur. Als je erover nadenkt is dat heel logisch. Een spiegel reflecteert licht en beelden en laat dus alleen zien wat er tegenover staat. De spiegel neemt de kleuren aan die de/het voorwerp(en) weerkaatsen. Het ligt er dus maar net aan waar je de spiegel zet. Toch wordt er op de vraag “welke kleur heeft een spiegel?” vaak “grijs” geantwoord. Waarom? Het antwoord is simpel. Omdat dat voor ons als werkelijkheid geldt. Het is alleen de verschijning die niet met onze werkelijkheid correspondeert. Verschijning en werkelijkheid kunnen ook in elkaar over lopen. Bijvoorbeeld: Leg een platte, witte, niet reflecterende cirkel in een ronde zwart geverfde kamer. Vanuit welke hoek je de cirkel dan ook bekijkt, hij blijft en is altijd hetzelfde. Dat is onze werkelijkheid. De verschijning van de cirkel spreekt dat niet tegen. Er kan geen licht op vallen die de cirkel anders doet kleuren, hij blijft altijd rond, en de achtergrond is altijd hetzelfde: zwart. Pas als je een rode doek boven de cirkel hangt is de verschijning anders dan de werkelijkheid. De cirkel zal het rode licht absorberen en zelf ook rood lijken. Dan nemen de ogen de kleur rood waar. Terwijl onze werkelijkheid zegt dat deze kleur wit was. 3*Denk na over Margrittes schilderij “ de twee mysteries” (1) Kun je je afbeeldingen van afbeeldingen voorstellen? Welke? ****Ja dat kan ik zeker. Dat is niet zo moeilijk. Met de techniek van tegenwoordig of met een simpele kwast en verf kun je al een afbeelding kopiëren, of zelfs de werkelijkheid nabootsen. Je wilt bijvoorbeeld van een foto een schilderij maken. Dan zul je eerst een mooi landschap moeten vinden van wat je wilt schilderen. Je loopt op straat, in het bos, op het strand, enzovoorts en je ziet een geschikt landschap voor je schilderij. Je slaat het beeld op in je herinnering en je maakt er een foto van. Dat is de eerste afbeelding. Je laat de het rolletje ontwikkelen en je krijgt negatieven en echte foto’s. Dat is alweer een afbeelding van een afbeelding van een afbeelding. Nu nog het schilderij. Je hebt het schilderij af. Het is de 5de kopie van het landschap dat je zag. Het schilderij is geliefd, het wordt nageschilderd, foto’s van gemaakt etc. Je krijgt reproducties en miljoenen kopieën van het landschap dat jij die dag zag. Afbeeldingen van afbeeldingen van afbeeldingen van afbeeldingen......... Schematisch: Origineel/landschap 1 à 2a herinnering à 2b fotorolletje à 3 negatieven à 4 foto à 5 schilderij à 6 reproductie schilderij etc 4* Verklaar/interpreteer “De twee mysteries” en “Het verraad van de beelden” ook in samenhang met Plato’s grot. ****“De mythe van de grot” door Plato te vinden in “filosofie voor beginners “ door Donald Palmer blz. 64 t/m68. Magritte laat ons nadenken over de werkelijkheid. Hij zegt dat wat wij zien, de pijp, geen pijp is. Terwijl we dat toch echt zien. Als je doordenkt weet je dat Magritte gelijk heeft. Het is inderdaad geen pijp. Het is de afbeelding van een pijp, een kopie. En dus niet echt een pijp. Plato laat de gevangenen in de grot ook onwerkelijkheid ervaren. Wij weten dat de schaduwen niet de echte wereld representeren, maar de gevangen hebben nooit de echte wereld gezien. Zij interpreteren de schaduwen als enige werkelijkheid. Als zij erachter komen dat dat geen werkelijkheid is komen de gevangenen in opstand. Magritte liet met zijn schilderij ook zien dat wat wij als werkelijkheid interpreteren helemaal geen werkelijkheid is of hoeft te zijn. In gezelschap van filosofen – Roger-Pol Droit

Vragen over de boekbespreking van Ger Groot 5*Welke twee visies bestaan er – volgens de Nederlandse filosoof Ger Groot – op het vak filosofie? Licht je antwoord toe. ****Groot zegt dat er twee manieren zijn om tegen filosofie aan te kijken. De ene manier is wetenschappelijk en de andere is dat het een visie op het leven is. Men vindt al sinds de oudheid dat filosofie een levensleer is. Het was altijd antwoord zoeken op de vraag hoe mensen moeten leven om zo gelukkig mogelijk te zijn. Kennis en wetenschap waren daarbij onmisbare hulpmiddelen. Pas in de twintigste eeuw vond men dat kennis en wetenschap belangrijker waren. De voornaamste taak was echte problemen op te lossen. Filosofie werd gebaseerd op kennis en verstand. 6* Wat is volgens Ger Groot het verschil tussen wetenschap, literatuur en filosofie? ****Filosofen zijn geen mensen die zich op creativiteit of op geloof baseren. Zij luisteren alleen naar de rede, hun verstand. Filosofie is daarom niet wetenschappelijk, zij experimenteren niet, hebben geen hypotheses. Het gaat in de filosofen die zich op rede beroepen om de vraag wat de wereld betekent voor hen. En dan op een manier zodat over hun antwoord door anderen kan worden nagedacht en daardoor door hen ook betekenis kan krijgen. Filosofie haalt dus alle persoonlijkheid weg om alleen de rede over te laten. Dat is ook een verschil met de literatuur. Literatuur zoekt zijn heil in persoonlijke dingen en let minder op de rede. De filosofie wil wel nog persoonlijkheid en rede bij mekaar houden. Rede mag zich niet verliezen in een wetenschappelijke algemeenheid die voor het menselijk leven geen betekenis meer heeft, en dat wat ons werkelijk aangaat alleen nog maar geschikt lijkt te zijn voor een persoonlijke betekenis. 7*Filosofie bestaat uit velerlei verschillende deelgebieden (deelvakken). Noem er minstens vier. ****De filosofie heeft veel takken, voorbeelden zijn: Epistemologie *de theorie van de kennis
Ontologie *de theorie van het bestaan
Logica *de wetenschap van het “geweldig redeneren” Ethiek *de moraalfilosofie
Politieke en sociale filosofie *over het wettige gezag en sociale waarden
Esthetica *filosofie van de schone kunsten
Metafysica *gaat over onderwerpen die niet toetsbaar zijn
De “terreinen” van de filosofie zijn ook op te delen in drie richtingen: *gericht op de mens; zoals antropologie, ethiek, esthetica, sociale filosofie en theologie. *gericht op de natuur; zoals metafysica en natuurfilosofie. *en gericht op menselijke kennis; zoals logica, kennistheorie, retorica en wetenschapsfilosofie. 8*Noem het deelgebied dat jou het meest aanspreekt en leg vervolgens uit waarom dit deelgebied jou het meest aanspreekt ****De esthetica spreekt mij het meeste aan. In deze filosofie kun je vragen stellen die niet toetsbaar zijn. Je kunt er geen experiment voor bedenken. Dat zorgt ervoor dat er veel verschillende meningen over zijn en daar draait filosofie volgens mij om. Het discussiëren over vragen en problemen die er toe doen. Bijvoorbeeld het vraagstuk lelijk en mooi. Bij discussies kun je bij esthetica ook aan de antwoorden van mensen goed afleiden wat voor een persoonlijkheid zij hebben, en hoe zij in het leven staat, wat zij van schoonheid vinden. Verder is het uiterlijk steeds belangrijker. De vraag wat is mooi wordt vaker gesteld. Esthetica komt dus meer in het daglicht. 9* Noem vier verschillende methoden om te filosoferen. ****Ik heb op internet gezocht naar de vier methoden om te filosoferen. Ik stuitte op het boek “The four ways to philosophy” daarin stonden deze vier methoden: Logical faith, Social criticism, Mystic insight, Nature understood

Ik schrijf deze methoden wel op, maar begrijpen doe ik het nogniet helemaal. Daarom schrijf ik hieronder ook de manieren die ik zelf denk. Een methode om te filosoferen is via discussie, bijvoorbeeld zoals wij in de les hebben gedaan. Twee groepen tegenover elkaar en een persoon die de hele tijd vraagt “waarom?”. Verder kun je filosoferen door boeken te lezen, de literatuur, door te experimenten, de wetenschap, en door je eigen ervaringen. 10* Noem er een die jou het meest aanspreekt en leg vervolgens uit waarom deze methode je het meest aanspreekt. ****De beste methode om te filosoferen is via discussie. Je komt meteen in aanraking met de meningen van anderen, en zo kun je zelf ook een goede visie over een onderwerp vormen. Je hoort de visie van anderen op een bepaald thema die vaak heel verrassend is. Je kunt er veel van leren en natuurlijk ook zelf een mening vormen. Schema over de bekende filosofen
Filosoof Quote Korte Samenvatting Voorbeeld *Protagoras: “De mens is de maat van alle dingen.” -De waarnemingen van de mens hangen af van de stemming, gevoelens etc. Iedere waarneming is dus subjectief. -Bijvoorbeeld als men eerst koude drank drinkt. En daarna lauwe drank, dan denkt men dat die lauwe drank warm is. Maar als men daarna warme drank drinkt, dan denk je dat de lauwe drank koud is. *Socrates: “Ik weet dat ik niks weet.” -De enige zekerheid in het leven is dat men niets weet. Socrates bedoelt dus dat alles wat je denkt te weten, fout kan zijn of veranderlijk is. -Je kunt Sokrates’quote goed uitleggen door de typische dialoog met drie stadia die plato vaak gebruikte met Sokrates als spreekbuis.1* Er wordt een vraag opgeworpen bijv. wat is waarheid? Sokrates wordt enthousiast en opgewonden wanneer hij iemand vindt die zegt iets te weten.2* Sokrates vindt kleine hiaten in de definitie van zijn gesprekspartner en gaat daar steeds dieper op in. Daarbij wordt de ander gedwongen zijn onwetendheid toe te geven.3* Beide erkennen dat ze onwetend zijn en komen overeen dat ze serieus op zoek naar de waarheid zullen gaan. Bijna alle dialogen eindigen zonder conclusie. Dat moet natuurlijk ook zo zijn. Sokrates kan zijn leerling niet de waarheid voorschrijven.Ieder van ons moet die immers zelf uitvinden. *Plato:“Alles wordt, niets is.” -In het boek X van De Staat zegt Plato dat kunst een ‘drievoudige nabootsing van de waarheid is: het is een kopie” van een kopie van een kopie. -Bij de zin ‘het was een mistige dag in Londen”. weet je niet welke dag dit is, de zin verwijst niet naar een werkelijke dag. De zin is strikt genomen onwaar. Anders gezegd: de inhoud heeft niets te maken met de werkelijkheid. *Gautama Boeddha :“Gelukkig is hij die zijn ik heeft overwonnen… Die vrede heeft bereikt. Die de waarheid heeft gevonden.” -Bij boeddhisme is het het grootse goed als je je nirvana bereikt. Het is de toestand van het hoogste inzicht en het grootste geluk en als die is bereik, wordt alle gescheiden bestaan beëindigd. -Volgens buddha moet je je dromen waarmaken om geluk te krijgen. Bijvoorbeeld als je die geweldige baan wilt hebben moet je goed studeren. *Jean Jacques Rousseau :“De mens wordt vrij geboren, maar overal is hij geketend.” -Rousseau geloofde in de aangeboren goedheid van de mens. De verschillen tussen arm en rijk, tussen heersers en onderdrukten maken de mens slecht. -Rousseau heeft een boek geschreven over opvoeding. In dat boek wordt verteld over een jongen Emile die in een landelijk isolement opgevoedt wordt. Door hem te harden in de natuur wil hij hem zuiver houden. Rousseau probeert Emile in zijn boek dus zo ver mogelijk van mensen en wetenschappelijke “kletspraatjes” te houden. *Olympe des Gouges: “Male and female citizens, being equal in the eyes of the law, must be equally admitted to all honors, positions, and public employment according to their capacity and without other distinctions besides those of their virtues and talents.” -Mannen en vrouwen moeten volledig gelijk zijn. Zonder naar het geslacht te kijken. -Bijv. positieve discriminatie, de vrouwen worden eerder aangenomen dan vrouwen. Gouges vind dat je op capaciteiten moet letten en niet op het man of vrouw zijn. *Immanuel Kant:“De filosofie bestaat nu juist in het kennen van haar eigen beperkingen.” -Dit houdt in dat je je bij wat je doet af moet vragen wat het resultaat zou zijn als iedereen zich zo zou gedragen. Het is volgens Kant niet moreel goed om bijvoorbeeld te liegen, omdat je niet kunt willen dat iedereen zou liegen. Dus moet jij dat ook niet doen. -Een vrouw helpen met oversteken van de straat. Op het moment dat je jezelf afvraagt of je dit moet doen of niet dan bedenk je of je wilt dat andere jou ook zouden helpen. Is het antwoord in dit geval positief dan kun je de handeling uitvoeren, en je zou zeker weten dat het een moreel goede daad is geweest. *Rosa Luxemburg :“Freiheit ist immer Freiheit der Andersdenkenden.”"Vrijheid is vrijheid voor de ander." -Vrijheid is altijd de vrijheid van wat andere denken. Jouw vrijheid wordt bepaald door de opvatting van vrijheid door anderen. -Bijvoorbeeld in een dictatuur. De dictator legt jou de vrijheid op die hij vindt dat nodig is. *Jean Paul Sartre :“De hel dat zijn de anderen.” -De mens is veroordeeld tot vrijheid. Dit leidt tot een situatie van zinloosheid, angst en walging, waarvan de mens slechts zelf door eigen creativiteit iets kan maken. -Men moet zijn eigen geluk creeëren. *Simone de Beauvoir:“Maar de mens is gedoemd te leven; zijn eigen leven te leven.” -Dat houdt in dat hij niet anders kan dan indringen in het leven van een ander. Want het is onmogelijk te leven zonder vuile handen te maken. -Mensen leven met elkaar, zijn sociale wezens. Als men over elkaar roddelt, advies geeft of met elkaar praat bemoeit men zich met elkaars leven. Dat is onvermijdelijk. *Bloch :“Dat wat is kan niet waar zijn.” -Wat je denkt te zien hoeft geen werkelijkheid te zijn. Zoals eerder in dit verslag besproken, je weet nooit of dat wat je ziet waar is. -Bijvoorbeeld een fatamorgana. In het eerste opzicht lijkt het een werkelijkheid. Maar bij nader inzien is het toch een illusie Bronvermelding: Boeken: Filosofen van deze tijd – Maarten Doorman en Heleen Pott
Filosofie voor beginners – Donald Palmer
Vragen over filosofie – Donald Palmer
Wereld van Sofie – Jostein Gaarder
Kritisch Denkers lexicon
En natuurlijk, de encyclopedie Internet: www.wikipedia.nl * http://nl.wikipedia.org/wiki/Filosofen * http://nl.wikipedia.org/wiki/Immanuel_Kant * http://nl.wikipedia.org/wiki/Jean-Jacques_Rousseau * http://nl.wikipedia.org/wiki/Sartre * http://nl.wikipedia.org/wiki/Simone_de_Beauvoir *
http://nl.wikipedia.org/wiki/Metafysica * http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethiek * http://nl.wikipedia.org/wiki/Esthetica
www.google.nl
www.filosofie.pagina.nl
www.en.wikipedia.org * http://en.wikipedia.org/wiki/Simone_de_Beauvoir
www.scholieren.com
www.citaten.net
http://www.nationarchive.com/Summaries/v146i0002_12.htm

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.