Amerikaanse president: Thomas Woodrow Wilson

Beoordeling 4.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2859 woorden
  • 1 mei 2006
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 4.5
18 keer beoordeeld

Woodrow Wilson, 1913-1921 Historische waardering: plaats 6 Na drie verkiezingsnederlagen met de populist William Jennings Bryan als kandidaat (1896, 1900 en 1908) zochten de Democraten in 1912 hun heil bij een heuse intellectueel. Gouverneur Woodrow Wilson van New Jersey, een voormalig professor aan Princeton University, werd de voorman van een partij die bestond uit een ongemakkelijke coalitie van zuidelijke racisten, Ierse arbeiders in de noordelijke steden, partijbazen en radicalen in het Westen. De steile moralist Wilson had een reputatie van daadkracht opgebouwd door het notoir corrupte New Jersey flink op te ruimen. Voor de Democraten, die na zestien jaar oppositie hunkerden naar regeringsmacht, leek Wilson de sleutel tot het Witte Huis. Wilson won in 1912 omdat de Republikeinen vechtend over straat rolden. President Taft had zich behoorlijk onpopulair gemaakt, zowel bij de gemiddelde burger als bij hen die vonden dat hij de erfenis van Theodore Roosevelt had verkwanseld. Tot deze laatsten behoorden ook Roosevelt zelf. Toen de Republikeinse Partij er niets voor voelde de jonge ex-president opnieuw te kandideren, richtte Roosevelt zijn eigen partij op en deed als derde kandidaat aan de verkiezingen mee. Wilson kon daardoor winnen met 42 procent van de stemmen, Roosevelt haalde 27 procent en Taft 22 procent. Duidelijk was wel dat de kiezers verandering wensten, dat bleek ook uit de Democratische overwinningen in het Huis van Afgevaardigden en de Senaat. Zo kwam een echte academicus aan de macht. Wilsons proefschrift ging over Congressional Government, dus hij wist waar hij aan begon. Maar Wilson was niet alleen een intellectueel, hij was ook een moralist, overtuigd van zijn lotsbestemming. Hij geloofde heilig dat God hem in het presidentschap had geplaatst en ging te werk met de absolute zekerheid die daarbij hoorde. Iedere twijfel was hem vreemd en meningsverschillen tolereerde Wilson niet: wie het niet met hem eens was, was de vijand. Krachtig president Wilson aarzelde niet om zijn macht als president te gebruiken: een maand na de inauguratie pleitte hij in een toespraak voor het gezamenlijke Congres voor een stevige verlaging van de importtarieven. Het was een slimme zet: een joint session van beide huizen van het Congres was sinds 1797 niet meer vertoond en maakte indruk. Toen de lobbyisten weifelende senatoren onder druk zetten, deed Wilson een appèl op de publieke opinie. Het werkte. De wet werd aangenomen en dat gold ook voor de eerste federale inkomstenbelasting. Wilson was geen radicaal, al onderkende hij de problemen die big business veroorzaakte en de noodzaak van een overheidsrol in het beschermen van de belangen van zwakkeren. Hij stond vakbonden meer toe dan tevoren maar niet alles wat ze wilden. Big business zou niet meer verdwijnen, dat accepteerde Wilson, maar hij wenste wel regulering als het ging om het publiek belang. Zo stelde hij in september 1914 de Federal Trade Commission in, die de bevoegdheid kreeg onfaire concurrentie te onderzoeken en zonodig te verhinderen. De grootste vernieuwing was het opzetten van een centrale bank. Sinds president Jackson in 1836 de Amerikaanse Nationale Bank had getorpedeerd, was dit onderwerp fel omstreden, maar het ontbreken ervan bleek steeds problematischer. Tussen 1900 en 1912 hadden honderden banken de deuren gesloten, terwijl goud en bankpanieken in 1893 en 1895 door J.P. Morgan moesten worden opgelost. Maar in 1907 had zelfs die sluwe en machtige bankier het niet alleen voor elkaar gekregen. De tijd was rijp voor een nieuw systeem. Er kwam een centrale bank om de geldschepping te controleren en reserves te verschaffen aan banken. Wilson zette zes reserve banks op in verschillende regio’s die werden gerund door de banken, maar hij overkoepelde het geheel met een Federal Reserve Board waarvan de president de leden benoemde. Wall Street vond het maar niets, een vorm van radicaal populisme, maar Wilson hield de druk op de ketel en kon op 23 december 1913 de Federal Reserve Act tekenen. Hier was duidelijk een krachtig president aan het werk. Inderdaad realiseerde Wilson in zijn twee termijnen meer wetgeving dan welke president dan ook, hoogstens later geëvenaard door Franklin Roosevelt en Lyndon Johnson.
Krampachtig neutraliteitsbeleid Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam in augustus 1914 voor de meeste Amerikanen als een verrassing. Niemand verwachtte dat Amerika er bij betrokken zou raken, president Wilson al helemaal niet. Op 4 augustus 1914 gaf hij een neutraliteitsverklaring uit en hoewel de sympathieën in de VS sterk verdeeld waren (miljoenen immigranten voelden zich verbonden de ene of de andere partij), was dat precies wat het land wilde. Als fervent anglofiel, probeerde Wilson te schipperen tussen beide partijen en zich te positioneren als mogelijke vredesonderhandelaar. De president probeerde iedere niet-neutrale gedachte, laat staan handeling, te voorkomen. Maar Amerika kon zich niet buiten de wereld plaatsen. Zo legden de Engelsen een blokkade rond Europa, wat Zuiderlingen woedend maakte omdat het de katoenverkoop hinderde. Lastige vragen doken op: de Engelsen hadden geen chemische industrie en moesten hun explosieven importeren uit Amerika. Maar was het leveren van munitie niet in strijd met de neutraliteit? Wilson verschool zich achter het argument dat niet leveren dat ook was. Maar was het lenen van geld om het spul te kopen dan nog neutraal? Wel, zei Wilson, niet lenen was ook niet neutraal. Aanvankelijk leek Wilson hoop op een rol als bemiddelaar gerechtvaardigd. De Duitsers zouden toch niet zo stom zijn om ook nog eens de VS in het vijandige kamp te brengen? Zo stom waren ze wel. Om de blokkade die her land wurgde te breken, nam Duitsland zijn toevlucht tot onderzeeërs. Het was een kwestie van tijd voordat een schip met Amerikaanse belangen getorpedeerd zou worden. Op 7 mei 1915 gebeurde dat met de Lusitania, een passagiers- en vrachtschip met 128 Amerikanen aan boord. Hoewel Engelsen maar al te vaak oorlogsmateriaal in passagiersschepen vervoerden, was de publieke opinie verontwaardigd. De roep om oorlog werd luider, aangevoerd door Theodore Roosevelt. Maar Amerika was niet klaar voor oorlog en Wilson wist het. In een toespraak zei hij dat er zoiets is als ‘een man die te trots is om te vechten’. Wel stuurde hij vinnige protesten naar Berlijn, zo krachtig zelfs dat William Bryan aftrad als minister van Buitenlandse Zaken om de vredesbeweging te gaan leiden. Wilsons redenering was ook moeilijk te verdedigen. Hij hield de Duitsers verantwoordelijk voor verlies van levens van Amerikanen, zelfs als die meevoeren op bewapende Engelse schepen. Vergeleken met zijn reactie op de Engelse blokkade die het allemaal veroorzaakte, was dit disproportioneel. De Duitsers namen gas terug, gelukkig voor Wilson die het land in dit stadium nooit had meegekregen. In de lente van 1916 werd de duikbotenoorlog gestopt. Maar Wilson zag de bui hangen en riep het congres op om te investeren in de Amerikaanse marine. Hij stuurde zijn persoonlijke assistent, Edward House, naar Europa om te polsen of hij niet toch kon bemiddelen. De neutraliteit werd steeds moeilijker vast te houden. Toch werden de presidentsverkiezingen van 1916 onder die vlag gehouden. Tot Wilsons eigen verrassing werd ‘Hij heeft ons buiten de oorlog gehouden’ het thema, en werd de Republikein Evan Hughes, rechter in het Supreme Court, afgeschilderd als de ‘kandidaat van de keizer’. Het werd een van de meest krappe verkiezingen in de geschiedenis. Hughes ging naar bed met het idee dat hij president was, maar omdat Wilson in Californië won met 4.000 stemmen verschil, kreeg hij in het kiescollege een meerderheid van 23 stemmen. Oorlogsverklaring Na Wilsons overwinning openden de Duitsers een onverwacht diplomatiek offensief. Ze kwamen met een verrassend voorstel naar Washington waarna Wilson de Engelsen onder zware druk zette. Maar de Duitse generaals ondermijnden uiteindelijk deze laatste poging om tot een min of meer gebalanceerd einde aan de oorlog te komen. In januari 1917 begonnen ze weer met hun duikbotenoorlog en Wilson moest nu kiezen of delen. De Duitsers hoopten de strijd aan het oostfront snel te kunnen beëindigen, intussen Engeland te isoleren en vervolgens de strijd op het slagveld te beëindigen voor de Amerikanen de strijd konden beïnvloeden. De herstart van de duikbootoorlog was een koude douche voor Wilson. ‘Vrede zonder overwinnaars’ leek nu onmogelijk. Begin februari verbrak Wilson de diplomatieke relaties met Duitsland, al verzette hij zich tegen de laatste stap. Toen de Duitsers schepen bleven torpederen de Engelsen een telegram doorspeelden van onderminister Alfred Zimmerman, was het spel echter voorbij. In dat telegram liet Zimmerman de Mexicanen weten dat ze bij een Duitse overwinning Texas, Arizona en New Mexico zouden krijgen. Het was een belachelijk voorstel, maar het deed de balans doorslaan. Op 2 april 1917 vroeg en kreeg Wilson een oorlogsverklaring van het Congres. In een toespraak stelde hij dat ‘gewapende neutraliteit nu blijkbaar niet praktisch was’. Amerika zou de vrijheid van varen op de hoge zeeën verdedigen. Maar Wilson ging verder. Het gedrag van Duitsland toonde dat het land niet veilig kon samenleven met democratische landen. En dus moest er worden gevochten voor de bevrijding van de wereld, inclusief Duitsland. ‘De wereld moet veilig gemaakt worden voor democratie.’ Het congres juichte, tot verbazing van Wilson die beter dan de politici zich realiseerde welke stap Amerika had genomen. Hij had de verwachtingen wel erg hoog gemaakt: als Amerika deel nam, dan ook voor niets minder dan democratie in de wereld. Het paste ook in Wilsons streven om de isolationistische traditie te verlaten in ruil voor een ‘concert van vrije landen’. De Amerikanen gingen aan de slag. Binnenlands was het de aanleiding om inkomstenbelasting wat hoger te maken en steviger te vestigen. Helaas bleek ook meteen de ongelukkige Amerikaanse neiging om iedere vijand als de duivel af te schilderen en elke vorm van sympathie als on-Amerikaans. Duitse immigranten hadden het zwaar te verduren. De sfeer werd nog beklemmender toen in Rusland de revolutie plaatsvond. Iedereen die tegen de oorlog was, werd in de gevangenis gegooid, inclusief de Eugene Debs, de presidentkandidaat van de socialistische partij (goed voor zes procent in 1912). Er werden draconische censuur- en antispionagewetten aangenomen. Alomvattende vredesregeling Aan het front ging het goed voor de geallieerden. De Duitsers hadden moeite zich los te maken van het oostfront, de Engelsen werden niet uitgehongerd en het Duitse offensief werd definitief gestopt in de Tweede Slag bij de Marne van 15 tot 18 juli, waarin de Amerikanen een beslissende rol speelden. Vandaaruit kon het geallieerde offensief beginnen. Tegen september waren meer dan een miljoen Amerikanen in Europa, onder wie een jonge Harry Truman. Eind september maakte de laatste slag, aan de Argonne, een einde aan de oorlog. Intussen was Wilson bezig met een alomvattende vredesregeling. Hij dacht na over de oorzaken van de oorlog, hoe die kon worden beëindigd en in het vervolg voorkomen, en leverde een reeks toespraken af, preken eigenlijk, in de eerste waarvan hij de Veertien Punten formuleerde. Hoewel zijn vertrouwen in internationaal recht ondermijnd was, nam hij zijn toevlucht tot een middel, een League of Peace, waarin hij afhankelijk was van de welwillendheid van naties om eraan deel te nemen. Het probleem was de naleving ervan. Hoe dwong je die af? Als goede wil bestond tussen naties, was het niet nodig en als die ontbrak, hielp de League ook niet veel. De veertien punten bevatten ook een duidelijke verklaring over de vrijheid van de zeevaart, gericht tegen Engeland. Verder werden geheime verdragen afgewezen, en zelfbestemming en democratie geprezen. Wilson had het recept voor eeuwige vrede: neem alle punten aan, verbindt ze in een League of Nations en ziedaar. Wilson de idealist kwam al snel in aanvaring met de Engelsen en vooral met de Fransen. Zij geloofden in de ‘balance of power’, een spel dat volgens Wilson immoreel was. Zolang de oorlog duurde en de Europeanen afhankelijk waren van Amerika, combineerde Wilson zijn idealisme met effectieve middelen. Ze moesten in elk geval lippendienst bewijzen aan Wilsons punten. Na publicatie in januari van de punten was Wilson razend populair op het continent, en toen de fronten in elkaar stortten, kwamen ook de Duitsers op bezoek. Ze boden aan zich over te geven op basis van de veertien punten, maar Wilson eiste bovendien een einde aan het keizerschap, opgave van alle bezette gebieden en het neerleggen van de wapens. Hij onderhandelde keihard en op 11 november 1918 werd de wapenstilstand gesloten. Het was Wilsons finest hour. Wilson was vastbesloten het moment te grijpen om de wereld voorgoed te verbeteren en reisde zelf af naar de vredesonderhandelingen in Parijs. Enerzijds was dat noodzakelijk omdat niemand anders het geheel uit zou kunnen onderhandelen, anderzijds ondermijnde het zijn gezondheid en verbond het zijn gezag aan de uitkomst van de onderhandelingen. Zijn zes maanden durend verblijf in Europa ontnam hem ook de grip op de Amerikaanse binnenlandse politiek, waar duchtig aan zijn stoelpoten werd gezaagd. In de tussentijdse verkiezingen van 1918 verloren de Democraten en Wilson maakte een strategische fout door geen enkele Republikein mee naar Europa te nemen. Totale ineenstorting Na zijn triomftocht door Europa bleken de onderhandelingen in Parijs tegen te vallen. De oorlog was voorbij, de soldaten op weg naar huis en Amerika was niet meer nodig. Toch bleef Wilson niet met lege handen staan: de Volkerenbond overleefde en op basis van zelfbestemmingrecht werden de grenzen in Europa opnieuw getrokken. Maar de concessies die de president moest maken, zaten veel Amerikanen niet lekker. Wilson liep veel te ver voor zijn landgenoten uit en aangezien hij een tweederde meerderheid in de Senaat nodig had om het verdrag aangenomen te krijgen, had hij een serieus probleem. Er was weinig animo om betrokken te blijven bij Europa, gezien als een kluit van onvermoeibare oorlogsstokers. De Republikeinse senator Henry Cabot Lodge en de nationalisten vreesden dat de Volkerenbond Amerika’s vrijheid van handelen zou beperken. Toen Wilson in juni 1919 terugkeerde volgde zijn totale ontmanteling als president. Hij was doodmoe, woedend over de minder dan enthousiaste aanvaarding van zijn handwerk, en gedreven door zijn profetische visie en zijn ijdelheid weigerde hij nu elke vorm van compromis. ‘De Senaat moet zijn medicijn nemen’, verklaarde de president. Hij reisde het hele land door om de steun die wel degelijk bestond voor de Volkerenbond om te zetten in druk op de senatoren. Maar Wilson was hardnekkig en eigenwijs, als altijd. Als hij maar een beetje had toegegeven, dan was Amerika lid geworden van een organisatie die misschien weinig te betekenen had, maar die er in elk geval voorkwam dat Amerika voor isolationisme kon kiezen. Toen Wilson ergens in Colorado compleet instortte, moest zijn trip worden afgebroken en haastte zijn gezelschap zich terug naar Washington. Daar werd de president op 2 oktober 1919 getroffen door een hersenbloeding. Helaas voor Wilsons reputatie overleefde de president het. Zijn dokter constateerde een hersenbloeding en een halfzijdige verlamming en in zijn bulletin meldde hij dat de president ‘een erg zieke man’ was. Zo begonnen de vreemdste zeventien maanden in het Amerikaanse presidentschap. De grondwet was onduidelijk over wat precies bedoeld werd met de passage over een president ‘die niet in staat was’ zijn ambt uit te oefenen. Wilson speelde de weinige kaarten die hij had op perfecte wijze en schrok eenieder die het over vervangen had onmiddellijk af. Waarschijnlijk weerhield ook de kwaliteit van de vice-president Thomas Marshall kabinetsleden van drastischer actie. Edith Wilson nam het presidentschap over. Wilsons vrouw was de enige met toegang tot de president, ze las alle voorstellen en papieren, en kwam na raadpleging van Wilson terug met aantekeningen die zijn wensen zouden vertegenwoordigen. Ze benoemde nieuwe ministers en werkte degenen weg met wie ze niet kon opschieten. Toen Wilson weer vijf tot tien minuten kon opzitten in redelijke conditie, wist hij een bezoekende senator nog voor de gek te houden en dat maakte een einde aan elke poging hem af te zetten. Zijn ziekte maakte Wilson alleen nog maar onbuigzamer. Hij adviseerde zijn supporters tegen een geamendeerd verdrag te stemmen en doemde het daarmee. Daardoor in stemden in maart 1920 zowel de voorstanders van Wilsons verdrag als de tegenstanders ertegen en keerde Amerika zich op het isolationistische pad. Het was Wilsons grote falen dat hij niet in staat was de mogelijkheid aan te grijpen om Amerika los te maken van haar provincialisme. De rest van zijn termijn was evenmin succesvol. In de naweeën van de oorlog en de Russische revolutie heersten angst en onrust in het land. Wilsons minister van Justitie, Mitchell Palmer, joeg deze angsten verder aan, deels om zich te profileren voor de verkiezingen van 1920. De Red Scare was een schande op Amerika’s blazoen van liberale vrijheden - niet het laatste van de twintigste eeuw. De economie ging na de oorlog ook door zijn voorspelbare dip heen, de Europeanen kochten minder nadat de Amerikaanse leningen ophielden in 1920, rassenonlusten namen toe. De politie staakte in Boston, wat de gouverneur van de staat Massachusetts landelijke bekendheid verschafte toen Calvin Coolidge stelde dat politiemannen niet mochten staken. En Wilson lag maar te liggen in het Witte Huis. De verkiezingen van 1920 schreeuwden om een Republikeinse overwinning en een kandidaat die de behoefte aan een terugkeer naar het gewone leven zou weerspiegelen. Senator Warren Harding van Ohio voldeed aan die vereisten en zou ook, zo hoopten de mannen achter de schermen, voldoende plooibaar blijken om de macht in de Senaat te leggen. De Democratische kandidaat James Cox, gouverneur van Ohio, maakte, uit misplaatst respect voor Wilson, de Volkerenbond het centrale punt van zijn campagne. Maar het was een verloren spel. Met zijn running mate, Franklin Delano Roosevelt, verloor Cox met grote cijfers. In maart 1921 vertrok Woodrow Wilson uit het Witte Huis. Een potentieel groot president had uiteindelijk toch op het cruciale moment gefaald. Hij overleed in 1924.

REACTIES

W.

W.

Ik heb hieruit heel wat geleerd, bedankt.

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.