Brood

1. Inleiding Ik houd mijn werkstuk over brood. In mijn werkstuk zal je heel veel informatie vinden over brood. In mijn werkstuk zal je ook veel kunnen lezen over verschillende soorten brood. Ik wens je veel leesplezier! 2. De geschiedenis van het brood Niemand weet precies hoe het brood is ontstaan. Maar heel veel mensen weten wel een beetje hoe het is ontstaan. En ik zal nu vertellen hoe mensen denken, dat het is ontstaan. 10.000 jaar geleden was er iemand die honger had, maar hij had niks te eten. Dus besloot hij gras te gaan eten. Hij plukte wat gras, stak het in zijn mond, maar hij vond het niet lekker, dus hij spoelde het maar gelijk weg met water. Toen had hij weer niks te eten, maar hij had nog steeds honger. Toen dacht hij, wat zou ik dan gaan eten? Hij dacht, ik kan natuurlijk ook graszaden gaan eten. Hij ging allemaal graszaden plukken, stak ze vervolgens in zijn mond en ging er op kauwen. En hij dacht, dit is wel lekker, misschien is het met water wel nog lekkerder. Dus hij deed wat water in zijn mond, bij de graszaden en ja hoor, hij vond het lekkerder. Een tijdje later was er iemand met hele slechte tanden, waardoor hij die zaden niet kapot kon krijgen in zijn mond. Toen bedacht hij, ik kan ook die zaden gaan malen, want dan wordt het een soort poeder. Hij ging het malen en deed er wat water bij. En tot zijn verbazing werd het een papje. Een tijdje later had iemand zijn broodpapje bij het vuur laten liggen en een uur later zag hij dat het brood gebakken was. 1500 jaar voor Christus was er eens een Egyptische slaaf die elke dag voor de koning brood moest bakken. Op een dag had hij wat van zijn broodpapje over en bewaarde dat voor de volgende dag. Hij deed het gewoon weer bij het nieuwe broodpapje en toen ging er een lampje branden, het brood was veel luchtiger en lekkerder. Dit was de geschiedenis van het brood. 3. Soorten brood Je kan brood op verschillende manieren bakken. Op een plaat, dat heet plaatbrood. In een bus, een soort cakevorm, dat heet een busbrood. En een brood dat op de vloer van de oven wordt gebakken, heet een vloerbrood. Ik ga nu kort iets vertellen over vloerbrood, busbrood en plaatbrood. Ik begin met vloerbrood.
Vloerbrood. Vloerbrood wordt, zoals ik al zei, gebakken op de vloer van de oven. Zo’n oven heeft verschillende etages en al die etages hebben ook weer een eigen vloer. Zo wordt elk bolletje op een andere vloer gebakken en zijn er dus allemaal verschillende soorten vloerbroden. Een populair vloerbrood is, de Weense snijder. Het deeg, wordt van de Weense snijder, onder het rijzen ingesneden. Die sneden worden in de oven wijder en dat vinden mensen lekker. Busbrood Busbrood wordt in een broodblik of busbrood gebakken, vandaar de naam busbrood. Je kan busbrood bakken met of zonder deksel. Als je er wel een deksel op doet, wordt het brood rechthoekig en kan je er makkelijk tosti’s van maken. Als er geen deksel op zit, dan komt het brood er via de bovenkant eruit. Dan zitten er wel vaak sneden in, maar het hoeft niet. Plaatbrood Plaatbrood wordt gebakken op een plaat. Het eerste brood was ook een plaatbrood, dat werd gebakken op een steen. Dus dat kan je vergelijken met een plaat. Plaatbroodjes worden meestal met vele tegelijk gebakken. Stokbroden worden ook met vele tegelijk in een soort rek de oven in gereden. Daarnet vertelde ik op welke manieren het brood werd gebakken. Nu ga ik iets vertellen over smaken en vormen, kortom nog meer over soorten brood. Er zijn ongeveer 2000 soorten brood. En al die soorten kun je ook weer in een bepaalde categorie indelen. Zoals, bruinbrood of witbrood, daar ga ik nu iets over vertellen. Je hebt witbrood, bruinbrood, volkorenbrood, kleinbrood, feestbrood, buitenlandse broden meergranenbrood. Witbrood Witbrood wordt gebakken van het middelste gedeelte van een tarwekorrel; tarwebloem. Rondwit is het bekendste witbrood. Het wordt in een broodblik gebakken. Vloerbrood maanzaad en sesamzaad, wordt gebakken op de vloer van de oven, maar vóór het brood de oven in gaat, wordt het eerst met maanzaad of sesamzaad bestrooid. Bruinbrood Bruinbrood wordt van tarwemeel gemaakt. In tarwebloem zitten meer vitaminen, mineralen en voedingsvezels, dan in tarwebloem. Want in tarwebloem zitten de vliesjes van de tarwekorrel er niet bij en in tarwemeel wel. In de vliesjes zitten ook veel stoffen daarom wordt bruinbrood van tarwemeel gemaakt. Tarweknip wordt in een broodbus gebakken en voordat het brood in de oven wordt gedaan, wordt het aan de bovenkant ingeknipt. Bruin stokbrood is gewoon wit stokbrood, maar dan van bruinbrood gebakken. Volkorenbrood Om volkorenbrood te maken, heb je volkorenmeel nodig. In volkorenmeel zitten hele tarwekorrels in het brood. Zelf kom je ook heel vaak hele en halve volkoren korrels tegen in het volkorenbrood. In het volkorenmeel zitten ook fijngemalen kiemen en zemelen. Door al die spullen bij elkaar te doen, kom het er toch op neer, dat er in volkorenbrood, meer voedingsvezels, vitaminen en mineralen zitten, dan in bruinbrood. Fijn volkorenbrood bestaat alleen uit volkorenmeel. Er zit niks anders bij. Er zitten alleen wat zemelen op de bovenkant van het brood. Vloerbrood grof volkoren, wordt op de vloer van de oven gebakken. Dit brood bestaat uit 7/10 volkorenmeel en 3/10 uit gebroken tarwe korrels.
Buitenlands brood Doordat er veel buitenlanders in Nederland zijn komen wonen, hebben wij heel veel
Soorten brood uit het buitenland leren kennen, zoals de croissant, die uit Oostenrijk komt. Hoewel veel mensen denken dat hij Frankrijk komt. Dat is ook wel logisch, want croissant is een Frans woord. De Ciabatta is een soort stokbroodje in de vorm van een rechthoek die uit Italië komt. De Ciabatta heeft een stomp uiteinde en is luchtig van binnen en hard van buiten. Ciabatta betekent in het Italiaans, slofje. Dus het betekent eigenlijk, een Italiaans pantoffeltje. Kleinbrood
Kleinbrood is eigenlijk gewoon een klein broodje, zoals een mueslibolletje of tijgerbolletje. Vaak zitten er ook nog zaadjes op zo’n bolletje, zoals maanzaad of sesamzaad. Een krentenbol is ook een kleinbrood. Een klein wit bolletje, met krenten of rozijnen. Een maanzaadbolletje is een wit hard en rond bolletje met maanzaadjes erop. Feestbrood Feestbroden worden alleen met de feestdagen of op plechtigheden gegeten, zoals het paasbrood met Pasen. Er zitten krenten en rozijnen in en spijs, dat is geel spul. En een krentenstol met kerst dat is hetzelfde, als een paasbrood, maar dan strooien ze er bij een kerststol poedersuiker over heen. Meergranenbrood Meergranenbrood wordt van meer dan een soort graan gebakken. Dat maakt het brood ook zo lekker. Die soorten kun je maken met deze soorten graan; tarwe, rogge, gerst, maïs, haver, rijst en gierst. Voorgebakken brood Voorgebakken brood kan je gewoon in de winkel kopen. Het brood is dan al wel gebakken, maar de korst is nog heel wit, dat moet je dus nog bruinbakken in de oven. Dat is ongeveer maar 10 minuten werk. Dus als je een keer geen brood meer hebt, zorg dan wel dat je voorgebakken brood in huis hebt. Brood in alle vormen en maten. Je hebt allemaal soorten brood; vierkant, rond, gevuld, rechthoekig, groot, klein, met een versierde broodkorst en nog veel meer, maar ik denk dat je zelf ook wel een beetje weet wat voor broden er zijn. Vast wel.
4. Bakken van brood Als de bakker een brood gaat bakken, moet hij ervoor nog een heleboel dingen doen. Nu ga ik vertellen, hoe een brood gebakken wordt. Eerst vertel ik het en daarna plak ik nog een paar plaatjes eronder om het duidelijker te maken. Als eerst gaat de bakker zijn grondstoffen afwegen. Hij schept eerst de juiste hoeveelheid bloem uit de papieren zak. Daarna pakt hij de gist en weegt daarvan ook de juiste hoeveelheid van af. Daarna pakt hij het zout, het water en zijn geheimen ingrediënt, dat is iets wat de bakker erin doet om het brood nog lekkerder te maken. Elke bakker doet er wat anders in, maar wat weten we niet. Daarna doet hij alle spullen in de kneedmachine en zet hij hem aan. Dan (als hij hem aanzet) worden de grondstoffen gemengd. Het deeg wordt op de hoogste stand gekneed. (Vroeger moesten ze dat met de hand doen). Door het deeg te kneden, wordt het rekbaar. Het deeg blijft een kwartier in de deegkuip liggen. Dit noemen wij de voorrijs. Als de bakker het deeg uit de kneedmachine heeft gehaald, doet hij het in een machine die het deeg in stukjes verdeeld. De bakker controleert maar een keer het gewicht. Hij pakt namelijk het eerste stukje en stelt de machine daarop in. Daarna gaan de deegstukken in een opbolmachine (een soort omgekeerde glijbaan) omhoog, zo worden het rondjes. Daarna gaan de deegballetjes in een speciale rijskast. De deegballetjes worden daar in ronde netjes gestopt. Daarna controleert de bakker of het goed gaat met het rijzen. De gerezen bollen worden platgewalst om de gasbelletjes te verdelen. Dan kan de bakker een veel lekkerder brood bakken. De deegrollen gaan daarna in het broodblik. Die broodblikken zitten met zijn vieren aan elkaar vast. Zo kan de bakker ze met zijn vieren tegelijk in de oven doen. Daarna worden de broodblikken, voor 60 minuten een andere rijskast ingereden, dat noemen ze, de narijs. Na 60 minuten controleert de bakker of de narijs goed is verlopen. Als de narijs goed verlopen is, wordt het brood gebakken. Als het brood bakt wordt het deeg gaar. Het brood krijgt een lekker bruin en knapperig korstje. Na een half uur á 3 kwartier zijn de grote broden klaar. Na ongeveer 10 á 15 minuten zijn de kleine broodjes klaar. De broden komen mooi bruin de oven uit. Brood: van boer tot bakker. Er zijn in Nederland verschillende tarwe soorten. 1/10 deel van die tarwe soorten komt uit Nederland en 9/10 deel uit het buitenland. ( Duitsland, Frankrijk, Amerika en Canada) Het brood dat wij bakken bestaat uit een mengsel van die tarwe soorten. Dus in elk brood zitten ook buitenlandse tarwekorrels. Tarwe is een goed graansoort om brood van te bakken, maar we kunnen ook andere graansoorten gebruiken. Zoals rijst, gerst, maïs, boekweit, spelt of rogge. Maar tarwe is het aller, aller, aller belangrijkste in een brood. Meel, malen, molen Meel, malen en molen horen bij elkaar want, om meel te krijgen moet er eerst graan naar de molen gebracht worden, of naar de fabriek. Dat graan wordt in de molen tussen 2 dikke stenen gelegd. (De molenstenen)Als de wieken van de molen draaien, gaan de stenen bewegen en malen ze eerst het graan tot meel. Daarna wordt dit gezeefd. Het meel blijft over en in de zeef zitten de zemelen. (dit is het jasje van de graankorrel). De molen gebruikt de wind en in de fabriek gebruiken ze elektriciteit Gist In brood zit bloem, gist, zout en water. Het gist zorgt ervoor, als de bakker bakt, dat het brood luchtig wordt. De kleur van verse gist is: lichtbruine, grijs. Het lijkt op brokkelige klei. Gist is een verzamelnaam voor een groepje schimmels. Als je gist in het deeg doet gaat het deeg groeien. Dat heet rijzen. 5. Brood uit de bloempot. (broodrecept). Wat heb je nodig? • 2 bloempotten • 1 pak broodmix (bruin) • 25 gram boter • zout • 2 uien • 75 gram pijnboompitten • 1 eetlepel gedroogde Italiaanse kruiden
En nu aan de slag! Maak het brooddeeg volgens de aanwijzingen op de verpakking en laat het rijzen. Snijd de uien in stukjes en bak ze kort in één eetlepel vloeibare boter. Voeg de pijnboompitjes toe en bak die één minuut mee. Meng de uien met de pitjes door het deeg. Kneed ook de kruiden erdoor. Vet de twee bloempotten in met vloeibare boter zowel aan de binnenkant als de buitenkant. Verdeel het deeg in twee gelijke stukken en vul de potten ermee. Bestrooi het brooddeeg met de Italiaanse kruiden. Laat het nog tien minuten narijzen en bak ze in een voorverwarmde oven zoals op de verpakking staat aangegeven. Het brood is gaar als het hol klinkt wanneer je er met een lepel tegenaan tikt. Laat het brood in de potten afkoelen en zet ze op tafel. Als het brood niet meer heet is…
6. Het interview met de bakker. Naam van de verkoper = Geert
Naam van de zaak = bakkerij Versluis
1. Hoe vindt u het om brood te verkopen? Gezellig, het ruikt altijd lekker en het is elke dag vers brood. 2. Welk brood wordt het meest verkocht? Tarwe en volkoren brood. 3. Welk gebak wordt het meest verkocht? Moorkoppen. 4. Wat is uw lievelingsbrood? Poldervolkoren. 7. Interview met de klant. 1. Waarom koopt u dit brood? Omdat ik dat lekker vind. 2. Koopt u hier wel eens gebak, zo ja wat voor een gebak? Zelden, maar als ik wat koop is het altijd anders. 3. Komt u hier wel vaker? Ja, bijna dagelijks. 4. Vindt u dit goed personeel? Ja, heel goed. 5. Vindt u het leuk dat u geïnterviewd wordt? Ja, fantastisch leuk. 6. Weet u iets van brood af? Ja, daar zit wat in en wat allemaal dat ligt eraan wat voor brood je koopt (dit is een antwoord van een klant niet van mij!) 8. Slot Ik vond het leuk om een werkstuk te maken over brood. Ik heb er ook veel van geleerd. Ik hoop dat jij het ook leuk vond om mijn werkstuk te lezen en ik reken erop dat je die bloempotten (met brood erin) een keer mee naar school toeneemt om te proeven of het lekker is. Dit was mijn werkstuk over brood.