Renaissance

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 942 woorden
  • 22 augustus 2005
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
David van Michelangelo (1501-1503) Michelangelo maakte dit beeld in 1501-1503. Het is 4,34m groot en stelt David voor die wacht op zijn vijand Goliath. Het is kenmerkend voor de Renaissance omdat er een persoon word afgebeeld. Ook lijkt het een beetje op de afbeeldingen die de Grieken en Romeinen maakten. En die cultuur kreeg een wedergeboorte tijdens de Renaissance. Mona Lisa van Leonardo da Vinci (1503) Er zijn verschillende kenmerken van de Renaissance die hier naar voren komen. Onder andere de aandacht voor de natuur. De school van Athene (1511), Rafael
Het kenmerkende aspect van dit schilderij is dat het in perspectief is geschilderd. Alle lijnen lopen naar een punt. Er is in deze afbeelding niet echt een duidelijk Renaissancistisch kenmerk.
Gedichten Francesco Petrarca (sonnet 12) Se la mia vita da l’aspro tormento
si può schermire, e da gli affani, ch’ I veggia per vertù de gli ultimi anni, donna, de’ be’ vostr’occhi il lume spento, e I cape d’oro fin farsi d’argento
e lassar le ghirlande e I verdi panni
e ‘l viso scolorir, che ne’ miei danni
a llamentar mi fa pauroso e lento, pu mi darà tanta baldanza Amore, ch’ I’ vi discovrirò de’ mei martìri
qua’ sono stati gli anni e I giorni e l’ore; e se ‘l tempo è contrario a I be’ desiri, ]non fia ch’almen non guinga al mio dolore
alcun soccorso di tardi sospiri. Vertaling Als mijn bestaan zolang bestand mag zijn
tegen mijn verdriet, mijn bitter lijden, dat ik beleef hoe, door de kracht der tijden, vrouwe, geen glans meer in uw ogen schijnt, hoe uw fijn gouden haar naar zilver gaat, hoe ge geen groen, geen bloemkrans meer zult dragen, en ik niet waag over mijn leed te klagen
als ik de witheid zie van uw gelaat, dan geeft mij Liefde in mijn pijn zo’n moed
dat ik de waarheid niet meer zal ontvluchten, de jaren noem, de dagen en de uren; al zal ‘t te laat zijn voor verlangen zoet, niet zal althans aan wat ik moet verduren

de troost ontzegd zijn van uw late zuchten. Dit gedicht heeft een aantal kenmerken van de Renaissance. Het is een sonnet, deze vorm werd in de Renaissance voor het eerst gebruikt. Een ander kenmerk is dat het niet over het geloof gaat maar over de gevoelens van de schrijver. Dat is dat ook het individualistische kenmerk. Jonker Jan van der Noot (uit: Het Bosken, 1570-1571) Sonnet Waer wilt ghi loopen, lief, waer wilt ghi toch al loopen? Ghy vliet van my, scoon lief, eer ghy weet wat ick meyne. Hoe wilt ghi my altyts deen pyn op dander hoopen? Mijn lief is, schoon lief, gestadich, goet en reyne. Waerom vliet ghy van my? Waer wilt ghi toch al loopen? Mijn liefde touwaerts is gestadich, goet en reyne; Dies en wilt my niet meer d’een pyn op dander hoopen, Maer blyft staen, lief, vertoeft en verstaet wat ick meyne. U schoonheyt, suyver maecht, en u goede manieren, U wijsheyt, u verstant en u deucht goedertieren, U oochskens scoon en clear en u reyn eerbaer wesen, U suyver blondich haer, u wynbraukens by desen, Behaghen my soo wel, dat ick tot alle tyen
By u wel wilde syn, twaer in vreucht oft in lyen. Ook dit is een sonnet, de nieuwe gedichtenvorm in de Renaissance. En dit sonnet gaat ook over de gevoelens van de schrijver. Justus de Harduwijn (uit: De weerliike liefden tot Roosemond -1613) O blond-gestruyvelt hair! hair dat de Sonn’ beraeyt, Dat mijn jonck-jaerigh hert hauwt soo stranghe bevanghen! O tanden van yvoir! O snee-wittighe wanghen, Die ‘t pinceel van Apell’ met purper heeft befraeyt! O lipkens daer uyt dat Liefde sijn schichten saeyt! O mond daer uyt dat stort de Jeughd’ haer soete sanghen! O wel-besneden handt, die om mijn pijn t’herlanghen
Ontsteeckt van nieus de torts die eens was uyt ghewaeyt! O ooghskens, biende vreught en droefheydt van ghelijcke! O borstjens die besit Cupido voor sijn rijcke! O keel diens zoet gheluyt zoo langh in d’oore blijft! O cuskens die my, dwaes, ydel troost-hope gheven! O zoet-zuerighe spraeck die nu smeeckt en nu kijft! Ghy doet my duystmael s’daeghs hersterven en herleven. lief, mijn lijf, mijn God, mijn Ster en mij. In dit sonnet komt God wel ter sprake. Maar ook hier gaat het over de gevoelens van de schrijver, het individualistische kenmerk. Eindbeschouwing. Deze periode heeft als belangrijk kenmerk de grote veranderingen op het gebied van de kunst en het menselijk denken. In de 14e eeuw kregen allerlei geleerden belangstelling voor de kunst en de teksten uit de Klassieke Oudheid. Je kunt dus zeggen dat de Renaissance een wedergeboorte is van de Klassieke Oudheid. Allerlei dingen uit de Klassieke Oudheid komen weer terug in de Renaissance. Zoals bijvoorbeeld de Griekse en Romeinse zuilen. De kunst veranderde omdat men in plaats van het gebruik van symbolen wilde laten zien hoe de wereld er in werkelijkheid uitzag. Voor het eerst sinds de Klassieke Oudheid beeldden schilders en beeldhouwers echte mensen af in een echte omgeving. De mens werd zich steeds meer bewust van zichzelf en van de waarde van ieder individu op zich. Dat betekent dus dat men ieder mens apart steeds belangrijker vond worden. In de Middeleeuwen was het denken van de mens vooral nog gericht op het geloof en wat er na de dood zou gebeuren (het hiernamaals). In de tijd van de Renaissance is de wetenschap er ook erg op vooruit gegaan. De geleerden ontdekten allerlei uitvindingen. Daarbij kun je denken aan uitvindingen op het gebied van de boekdrukkunst, de geneeskunde, de astronomie (dit heeft met de sterren te maken

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.