Hoofdstuk 4: muziek

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 907 woorden
  • 8 augustus 2005
  • 45 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
45 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Muziek 4.1, wat is muziek Muziek heeft betrekking op iets wat mensen mooi en prettig vinden. Ook raakt muziek ons emotioneel heel snel. Muziek heeft alles met klank te maken en klank wordt weer gebruikt om te communiceren, om iets duidelijk te maken. In de loop van de tijd hebben mensen van verschillende culturen geprobeerd klanken te ordenen op zo hun gevoelens/gedachten onder woorden te brengen. Hierbij ontstonden vanzelf muzikale afspraken (die over de hele wereld anders zijn). Als je deze regels niet kent, dan klinkt muziek je niet direct als muziek in de oren. Muziek maken kan puur met instrumenten in een orkest of een band, maar het kan ook met andere kunstvormen worden gebruikt. In het theater ondersteunt muziek bijvoorbeeld vaak de tekst. Een ander woord voor muziek is toonkunst. 4.2 Muzikale middelen Muziek heeft ook alles te maken met ordening van klanken en tijd. Voordat een componist of artiest een muziekstuk (compositie) gaat maken, moet hij een idee hebben hoe hij de muziek wil gaan ordenen. Om dit te doen maakt hij een muziekontwerp. Hierna bedenkt hij wat voor muzikale middelen hij wil gaan gebruiken. Het maken van een muziekontwerp noemt men componeren. Componeren kan ook veel manieren totstandkomen: ~ je bedenkt alles in je hoofd en werkt het daarna uit ~ je maakt al spelend muziek en studeert het in ~ je speelt het en onthoud het erg goed. Er zijn verschillende muzikale middelen die een componist kan gebruiken: ~ de melodie ~ het ritme ~ de dynamiek ( de afwisseling van harde en zachte klanken) ~ het timbre (klankkleur) ~ het tempo (snel of langzaam) Een componist is niet verplicht om alle muzikale middelen te gebruiken, maar in het algemeen geldt: hoe langer het muziekstuk duurt, des te belangrijker is de variatie in muzikale middelen.
4.3 Muziek maken In de 17e eeuw kon je muziek wel beschrijven (in notenschrift), mar de klank kon niet worden vastgelegd. Muziek is dus net als theater een levende werkelijkheid. In het begin van de Middeleeuwen werden bewegingen aan de hand van de koorleider in tekens omgezet. Deze gebarentaal (neumen) was alleen bedoeld als een geheugensteuntje en het werd boven de tekst genoteerd. Paus Gregorius was de 1e die rond 595 bestaande kerkmuziek te ordenen. Deze kerkmuziek heet dan ook de naam gregoriaans. In de 11e eeuw bedacht Guido van Arezzo een systeem om noten op lijnen te noteren. Eerst een gele en een rode lijn, maar later werden het 4 zwarte lijnen. Maarmate de muziek ingewikkelder werd, groeide de behoefte om haar zo exact mogelijk te noteren. Omdat het gregoriaanse notenschrift daar niet geschikt voor was, ontstond er aan het einde van de Middeleeuwen het huidige notenschrift (5 zwarte lijnen). In de 19e eeuw, stonden de gevoelens van de kunstenaars centraal. Het notenschrift was niet meer voldoende en er werden steedas vaker afkortingen als rit. En dim. gebruikt (afkortingen voor tempo en dynamiekwisselingen). Dynamiek wisselingen zijn: ppp, pp (pianissimo), p (piano), pf (piano fort), f (forte), ff (fortissimo) en fff. (niet zeker van de afkortingen). Een partituur is bedoeld voor de dirigent. Hierin staat van alle muziekinstrumenten en zangers de noten en hoe zij moeten spelen/zingen. In de middeleeuwen werd er zoveel mogelijk muziek uit het hoofd gespeeld. De Empty Bed Blues staat voor het gemak in noten opgeschreven, maar wie de sfeer en de basisprincipes al kent, heeft de noten niet nodig. Karakteristiek voor de blues zijn: ~ een traag, luid tempo ~ een klagende manier van spelen en zingen ~ per couplet 3 tekstregels waarvan de 1e 2 hetzelfde zijn ~ een vast akkoordschema van 12 maten ~ een onderwerp ‘uit-het-leven-gegrepen’ In de popmuziek is het nog minder belangrijk dat je noten kunt lezen dan de blues. De bekendste rapper is MC-Hamer. De belangrijkste begeleider van een rapper is de DJ. Hij maakt naast grooves (voortdurend herhalende muziekstukjes) ook gebruik van samples (korte digitale geluidsfragmenten.) Ritme wordt door een DJ gemaakt, met behulp van scratchen, samplen en transforming (het regelmatig onderbreken van het geluid d.m.v. een schakelaar op het mengpaneel). Het mixen van geluiden wordt vaak live gedaan. 4.4 De stem en andere instrumenten Tot aan het einde van de 16e eeuw vond men in West-Europa de vocale muziek het belangrijkst, waarvan de menselijke stem het meest volmaakt was. Instrumenten waren vooral bedoeld om de zangpartij te begeleiden, te vervangen of te verdubbelen. Pas vanaf het einde van de 16e eeuw, kregen componisten oog voor de specifieke mogelijkheden van instrumenten. Een symfonieorkest is het grootst van alle orkesten (meer dan 100 muzikanten) Buiten Europa ontstonden ook zulk soort orkesten: ~ het gamelanorkest (Indonesië, bestaat uit metalofoons, gongs, rebab en trommels) ~ het orkest van de Chinese Peking-opera (vanaf 1790, bestaat uit blaas en strijkinstrumenten. ~ het gagaku-orkest (9e eeuw, Japan, zelfde instrumenten als ~ DE BIGBAND (JAREN 30/40, Amerika, bestaat uit 4 saxofoons, 4 trompeten, 4 trombonen en een ritmesectie -> piano, gitaar, bas en drums ~de brassband ( Amerika, fanfare) ~ het harmonieorkest (Turkije, 1275, bestaat uit houtblazers, koperblazer en slagwerk 4.5 Muziekregistratie In 1877 kwam er de Edison fonograaf. Edison was de 1e in de geschiedenis die geluid kon registreren. Toch was pas in 1917 de 1e opname, een jazzopname. Na de WO2 kwam er de taperecorder. Deze taperecorder was eigenlijk bedoeld als afluisterapparatuur, dus in de jaren 50 kwam hij er voor het volk. Daarmee ontstond het op grote schaal kopiëren van muziek. 4.6 Het recht op geestelijk eigendom Omdat er op grote schaal werd gekopieerd, kwam er in 1912 de auteurswet. 4.7 Opdrachtgevers Vroeger werkten componisten alleen maar in opdracht van iemand (voornamelijk vorsten en kerken). Tegenwoordig is dat niet meer zo. Platenmaatschappijen zijn de machthebbers in de muziekwereld.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.