Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Tweede Wereldoorlog

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 5140 woorden
  • 5 juni 2005
  • 207 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
207 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoudsopgave Voorwoord
Hoofdstuk 1 Adolf Hitler
1.1 De jeugd van Adolf Hitler
1.2 Eerste Wereldoorlog
1.3 Hitler de politiek in
1.4 Eva Braun
1.5 N.S.D.A.P. 1.6 Rijkskanselier - Rijkspresident
Hoofdstuk 2 De oorlog begint
2.1 Crisisjaren
2.2 De werklozen
2.3 Het bombardement op Rotterdam
2.4 Oorlog in Azië Hoofdstuk 3 Het leven in de Tweede Wereldoorlog
3.1 Voedselbonnen
3.2 Hongerwinter
Hoofdstuk 4 N.S.B. en het Verzet
4.1 N.S.B. 4.2 Het Verzet

Hoofdstuk 5 Jodenvervolging
5.1 Jodenvervolging
5.2 De eerste razzia
Hoofdstuk 6 Concentratiekampen
6.1 Kamp Westerbork
6.2 Auschwitz
6.3 Kamp Birkensau en kamp Monowitz
6.3.1 Kamp Birkenau
6.3.2 Kamp Monowitz
Hoofdstuk 7 Anne Frank
7.1 Anne Frank
7.2 Het Achterhuis
7.3 Het dagboek
Hoofdstuk 8 D-day en de bevrijding
8.1 D-day
8.2 De bevrijding
Hoofdstuk 9 Atoombommen op Japan
9.1 Hirosjima
9.2 Nagasaki
Nawoord
Literatuurlijst Voorwoord Ik heb het onderwerp Tweede Wereldoorlog gekozen omdat ik de opdracht heb gekregen van Juf Rianne. Zelf zou ik ook zo’n onderwerp kiezen, heel interessant. Voor dat ik met het project begon stelde ik me 3 hoofdvragen: D-day wat is dat eigenlijk?, door wie is de tweede wereldoorlog ontstaan en waar werden de opgepakte joden met razzia’s naar toegebracht. Ik ben op 30 december 2003 naar het Achterhuis geweest. Ik vond het heel verbazingwekkend hoe Anne Frank haar leven heeft doorgebracht. Om half tien ’s morgens stapten we in de trein naar Amsterdam. Toen we in de trein zaten zei mijn opa dat hij nog echte stempelkaarten en boeken had over de tweede wereldoorlog. Daarna hebben we nog urenlang met op gepraat over hoe het in die tijd ging dus hoe de hongerwinter was en wat er te eten was. Ook ben ik in Wageningen even naar Hotel De Wereld geweest. Daar hebben de Duitsers gecapituleerd. De bloemen op de foto zijn voor Prins Bernhard. Verder veel leesplezier in dit project!! Hoofdstuk 1 Adolf Hitler 1.1 De jeugd van Adolf Hitler Adolf Hitler werd geboren op 20 april 1889 in Branau am Inn. Branau am inn ligt in Oostenrijk. Hij was de zoon van Alois Schicklgruber, die als kind de naam van zijn moeder droeg, maar zich Hitler noemde. Hitler groeide op in de buurt van Linz. Hitler wou graag schilderen. Toen zijn vader overleed in 1903 was dat een vreselijke klap voor Hitler. Maar zijn vader liet hem voldoende middelen na zodat hij en zijn moeder er goed van rond konden komen. Hitler zat op Realschule in Linz. Die heeft hij niet af kunnen maken, omdat zijn cijfers nogal slecht waren. Hij verliet hierdoor zijn school toen hij 16 was. Adolf bracht 2 jaar in de plaats Linz door waar hij het idee kreeg dat hij kunstenaar wilde worden. Hij heeft 2 keer geprobeerd om toegelaten te worden door de Academie voor Beeldende kunsten in Wenen, maar zijn werk werd elke keer weer afgewezen omdat hij niet genoeg talent had. Toen in 1908 zijn moeder doodging bleef hij alleen achter. Hij verdiende de kost als kruier en door het maken van kleine tekeningen en ansichtkaarten die hij aan toeristen verkocht.
1.2 Eerste Wereldoorlog In februari 1914 werd hij opgeroepen voor de militaire keuring, waar hij werd afgekeurd. Toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak in 1914 meldde hij zich als vrijwilliger aan bij het Duitse leger. Hij is dan 25 jaar oud. Hij kwam bij het 16e Bavarian Reserve Infanterie Regiment. Hij werkte de hele oorlog en raakte gewond in oktober 1916. Twee jaar later (1918) kwam hij terecht in een gasaanval. Het gevolg was dat hij een tijdje blind was en hij verbleef nog steeds in het ziekenhuis voor behandeling, toen Duitsland zich overgaf. Hitler was erg teleurgesteld dat Duitsland zich overgaf. Zijn rang was die van een korporaal (Gefreiter). 1.3 Hitler de politiek in Toen Hitler uit het ziekenhuis kwam in 1918 is Hitler enige tijd actief geweest als politiek instructeur bij het leger. Op deze manier komt hij in aanraking met officieren voor wie hij gegevens verzamelde. Tijdens zijn verzameltochten komt hij in aanraking met de partij van de smid Anton Drexler (Deutsche Arbeiterspartij). Dit gebeurde in september 1919. Tot toen werd hij betaald door het leger. In 1920 kreeg Hitler de functie van reclamemaker voor de partij en liet de partij snel groeien met zijn
toespraken. In dat jaar werd de partijnaam veranderd in Nationaal-Sozialtische Deutsche Arbeiterpartij (NSDAP). Iedereen die lid was van die partij heette een nazie. In samenwerking met bepaalde kringen uit de Reichswehr, onder leiding van Ernst Röhm, richtte Hitler een eigen machtsapparaat op in de SA en later in de SS. Hierdoor kon hij met het geweld tegen politieke tegenstanders optreden. Later in deze periode kwamen ook ‘beroemde’ personen bij de SA ( sturmabteilung), zoals Hess, Göring en Streicher. De SA werd gevormd in 1921 en bestond voornamelijk uit oud militairen. 1.4 Eva Braun Rond 1922 ontmoette Hitler Eva Braun die met hem samen ging wonen. Hitler verscheen zelden met haar in het openbaar en dacht er ook niet aan om met haar te trouwen, omdat dat zijn carrière wel eens zou kunnen verknallen. Later hebben ze nog 7 kinderen gekregen. 1.5 NSDAP De NSDAP betekend Nationale Sozialistische Arbeiters Partij. In 1929 was er een economische crisis. De NSDAP profiteerde hiervan. In de Rijksdag wordt het de op een na grootste partij. Hitler probeerde het volk voor zich te winnen door middel van misleidende argumenten. In 1922 krijgt NSDAP ruim 37% van de stemmen en wordt zelfs de grootste partij. Wel had Hitler bij de presidentsverkiezingen tussen maart en april van verloren van von Hindenburg. 1.6 Rijkskanselier -Rijkspresident Op 30 januari 1933 benoemde De Rijkspresident Hitler tot Rijkskanselier. Toen Rijkspresident Paul von Hindenburg op 2 augustus 1934 overleed greep Hitler de macht in de NSDAP. In 1934, bij een volksstemming, die niet goed geregeld was, geeft zelfs 95.7% van de bevolking zijn stem aan de NSDAP. Op maandag 16 april 1945 begint de aanval van het Rode Leger op Berlijn. Hitler probeert zich te verdedigen. Het Rode Leger kwam steeds dichterbij Berlijn. Hitler zat in zijn laatste dagen verschuilt in zijn bunker, de Führersbunker, onder het Rijkskanselerij. Hij zat daar samen met Eva Braun, de familie Goebbels, en zijn personeel. Op 30 april om 6 uur ’s ochtends kreeg hij van generaal-majoor Mohnke tehoren dat het Rode Leger 300 meter van hem verwijderd was. Daarvoor had Hitler Eva Braun vergiftigd met een cyaancapsule.
Hoofdstuk 2 De oorlog begint 2.1 Crisisjaren De tijd van 1929-1939 noemen we crisistijd. Veel mensen zijn werkloos; veel gezinnen leven van de steun. Het aantal werklozen in Amerika en Europa steeg. Als mensen de huur van hun huis niet meer konden betalen werden ze het huis uitgegooid. In die crisisjaren groeit de ontevredenheid. Vooral bij boeren en bij middenstanders, bij ambtenaren en werklozen. Steeds meer mensen mopperen op de regering. Die bezuinigt, maar toch duurt de economische crisis voort. Grote groepen mensen gaan zelfs twijfelen aan de democratie. De roep om alleenheersers neemt toe. Sommige mensen denken dat zulke leiders de grote problemen wel de baas kunnen. Bij verkiezingen stemmen die mensen op dictators. In Nederland stemmen ze op Anton Mussert en zijn Nationale Socialistische Beweging (N.S.B.). In 1935 stemt 1 op de 13 kiezers op die partij. In deze tijd worden drie leiders gekozen in Duitsland (Hitler), Italië (Mussolini) en Nederland (Mussert). 2.2 De werklozen In 1929 zijn er al 50.000 werklozen in Nederland. In drie jaar tijd zijn dit er al 271.000 werklozen. Dus er is 221.000 meer in drie jaar tijd er bij gekomen. Dus over nog 3 jaar zou dit al weer 492.000 werklozen zijn. In 1936 is de werkloosheid het allerhoogst: wel 414.000 werklozen. Dit is niet goed voor Nederland. De mensen die geen werk hadden kregen geld. Dat heette in die tijd nog steun. Dat was niet veel, maar net genoeg om een gezin te onder houden. Je kreeg maar 12 gulden steun. Als je fiets had en je had werk, moest je belasting betalen. Dat was 2 gulden 50. ( F 2,50.) Dan kwam er een fietsplaatje op je fiets. Maar als je steun kreeg, hoefde je geen belasting betalen. Wel zag je aan je fietsplaatje dat je steun kreeg. Veel mensen schaamden zich hier voor. Zo’n plaatje heet een rijwielplaatje. En als je niet hoefde betalen kreeg je een kosteloos rijwielplaatje. 2.3 Het bombardement op Rotterdam Op de morgen van 10 mei 1940 kreeg de burgemeester van Rotterdam een boodschap van de Duitsers: Rotterdam moest zich voor 12.30 uur overgeven, want anders zou de stad met de grond gelijk gemaakt worden. Hitler wou Rotterdam veroveren omdat Rotterdam een grote haven had. Vanuit Rotterdam konden wapens, voedsel en andere producten naar Duitsland gehaald worden. Vanaf twee Duitse vliegvelden stegen 90 bommenwerpers op. Om 13.30 vielen de eerste bommen. De vliegtuigen lieten boven Rotterdam in 10 minuten 85.000 kilo bommen vallen. Hele straten stortten in en er ontstonden hevige branden. De mensen vluchtten na het bombardement de straat op. Ze waren bang dat hun huizen zouden instorten. Duizenden Rotterdammers renden naar het Kralingse bos, weg van de branden, het puin en het glas. Hoe groot de verwoesting was, bleek toen alle branden waren geblust: tweeënhalve kilometer van de stad was een kale vlakte geworden. Na het bombardement op Rotterdam besloot de opperbevelhebber van het Nederlandse leger, generaal Winkelman, om de strijd tegen de Duitsers te staken. Nederland gaf zich over op 14 mei 1940. ‘Leidsch Dagblad’ Dit zijn de woorden van generaal Winkelman: ‘Ter sparing van de burgerbevolking en ter voorkoming van verder bloedvergieten, meen ik gerechtigd te zijn om de daarvoor in aanmerking komende troepen het bevel te geven den strijd te staken.’ Aanval in het oosten op 7 december 1941. Ook in Azië brak oorlog uit. Vanaf zes grote Japanse vliegdekschepen stegen 360 bommenwerpers op. De piloten wisten hun doel: De haven van Pearl Harbor, waar acht grote Amerikaanse slagschepen lagen. De Japanners gooiden hun bommen af en binnen twee uur waren alle acht schepen vernietigd. Meer dan 2000 Amerikanen kwamen om het leven. 2.4 Oorlog in Azië Ook in Azië brak de oorlog uit. Om 7 december 1941 stegen van zes grote, Japanse vliegdekschepen driehonderdzestig bommenwerpers op onder leiding van admiraal Nagumo. Het doel van de piloten was de haven van Pearl Harbor, waar acht grote, Amerikaanse schepen lagen. Pearl Harbor ligt op Hawaï. Hawaï was van Amerika. Vanaf het moment dat Pearl Harbor aangevallen was was de Verenigde Staten betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Amerika had ontdekt dat Japan een oorlog aan het voorbereiden was. De Amerikanen dachten dat Japan eerst Malakka of de Filippijnen zou aanvallen. De Amerikaanse militairen op de basis waren compleet verrast. De aanval vond plaats in twee aanvallen, de eerste een paar minuten voor acht, de tweede ongeveer een uur later. 29 Japanse vliegtuigen keerden niet terug en de rest kwam zonder beschadigingen weg. De Japanners veroverden op 22 september 1941 Frans Indochina. De Japanners gooiden hun bommen af en binnen twee uur waren alle acht schepen vernietigd. Meer dan vierentwintighonderd Amerikaanse soldaten kamen om het leven. Japan ging na Pearl Harbor door met zijn aanvallen in Azië en veroverde snel Nederlands Indië en de Filippijnen. Verder kwamen ze echter nooit: de geplande aanvallen op Australië, India en de VS kwamen nooit serieus van de grond. Al in mei 1942 moest Japan zijn eerste nederlaag incasseren, toen de invasievloot van Nieuw-Guinea teruggedreven werd door een Amerikaanse vloot. Hoofdstuk 3 Het leven in de Tweede Wereldoorlog 3.1 Voedselbonnen Chocola was helemaal niet meer te krijgen. Sommige mensen waren vergeten hoe het smaakte. De dagelijkse boodschappen zoals brood, boter en suiker waren op de bon. Dat betekende dat je kleine porties kreeg tegen inlevering van de bonnen. Er stond ook een datum op die bonnen, dus je kon ook geen oude bon inleveren. Mensen gingen ook ruilen tegen die bonnen. De ene had veel suiker en had boter nodig, dan ruilde hij tegen iemand die veel boter had en suiker nodig had. Natuurlijk moesten de mensen er ook nog voor betalen.
3.2 Hongerwinter Oorlog kost ontzettend veel geld en grondstoffen. Veel dingen waar die grondstoffen inzitten, zoals metalen voorwerpen, werden door de bezetters ingepikt. De koperen klokken werden uit de kerktorens gehaald en naar de fabrieken in Duitsland vervoerd. Er werden wapens van gemaakt. Auto’s en fietsen werden afgepakt. Gewone alledaagse produkten werden schaars. Zoals eten, warme kleren, schoenen, zeep en brandstof voor de kachel en de bakkersoven. Die periode noemen we de hongerwinter. Veel mensen uit het westen van het land gingen op hongertocht. Bij de boeren probeerden ze graan of aardappelen te kopen of te ruilen tegen sieraden en andere waardevolle goederen. In de steden moesten de mensen naar gaarkeukens. Dat waren centrale keukens waar ze een pannetje soep konden halen. De soep was vaak niet meer dan heet water met een paar koolbladen erin. Ook was er gebrek aan brandstof voor de kachels in de huizen en voor het koken. Door de hongerwinter zijn meer dan 15.000 mensen omgekomen. De Hongerwinter was ook ontstaan doordat de Duitsers de wegen en spoorlijnen van de landbouwgebieden in Groningen en Drenthe naar het dichtbevolkte westen van het land hadden afgesneden. Zo kon er geen voedsel worden vervoerd. Het afsnijden van de aanvoerlijnen (wegen en spoorlijnen) was een wraakactie van de Duitsers omdat de Nederlandse regering in Londen tijdens de Operatie Market Garden had opgeroepen tot een spoorwegstaking. Een groot deel van het spoorweg personeel heeft hieraan meegedaan. Hoofdstuk 4 N.S.B. en het Verzet 4.1 N.S.B. Er was in Nederland een politieke partij waarin de mensen dezelfde ideeën als de nazi’s hadden. De Nationaal Socialistische Beweging, de N.S.B. Ze waren vrienden van de Duitsers. ‘De Duitsers, dat zijn de betere mensen. Wij horen daar ook bij’, zeiden ze. Ze hoopten dat ze op die manier de macht in Nederland konden krijgen. Ze hielden de mensen in de gaten en gingen na of ze zich wel aan de regels van de bezetters hielden. De N.S.B.-ers kon je herkennen aan hun zwarte pakken. Met stampende laarzen marcheerden ze door de straten. Sommige mensen noemden hen landverraders. Je kon ze overal tegenkomen. Op school, in de winkel en op het werk. Door hun verraad zijn veel landgenoten door de Duitsers opgepakt en vermoord. Het kon gebeuren dat je niemand meer durfde te vertrouwen. Dat je moest oppassen wat je zei omdat je buurman lid was van de N.S.B. De leider van de N.S.B. was Anton Mussert. Hoofdstuk 4.2 Het Verzet Hier en daar waren er mensen die tegen elkaar zeiden:’Het kan zo niet doorgaan. We moeten ons verzetten.’ Dat deden ze op allerlei manieren. Vaak met gevaar voor eigen leven. In het geheim kwamen deze mannen en vrouwen bij elkaar. De één wist meestal niet wat de ander deed. Sommigen van hen maken in het geheim krantjes of pamfletten, die ze bij anderen in de bus stoppen. Ze leggen de mensen uit hoe slecht Hitler is en hoe gemeen. Een van de eerste die zulke pamfletten maakte was Bernard IJzerdraat. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wisten de mensen niet precies meer wat er allemaal gebeurde in Nederland en in de rest van Europa. Kranten die eerlijk nieuws gaven, waren er niet meer. Alleen de kranten die schreven wat de Duitse soldaten goedkeurden, mochten gemaakt worden. Daarom begonnen kleine groepjes mensen eigen krantjes te maken die ze stiekem aan elkaar doorgaven. Meestal bestonden deze krantjes maar uit één of twee blaadjes. Sommige kranten die toen zijn opgericht, bestaan nu nog, zoals Het Parool, Trouw en het weekblad Vrij Nederland. Alle mensen moesten hun radio inleveren. Sommigen deden dat niet. Ze konden daarvoor wel straf krijgen, maar dat maakte niets uit. Zij luisterden stiekem naar Radio Oranje. Radio Oranje gaf uitzendingen vanuit Engeland en gaf allerlei boodschappen door over de toestand in de wereld. Vaak hadden de verzetsmensen ook andere namen. Schuilnamen noemen we dat. Door het gebruiken van de schuilnamen konden de mensen in het verzet bijna niets over elkaar vertellen wanneer ze opgepakt werden door de Duitse soldaten. Sommige mensen verborgen Joden op een geheime plek in huis. Dat was levensgevaarlijk. Als de Duitsers zoiets ontdekten, werd je zwaar gestraft. Verzetsstrijders hielpen onderduikers aan een nieuwe naam en een nieuw adres. Ze zorgden voor eten en drinken voor mensen die dat echt nodig hadden. Er waren ook Joodse mensen die in het verzet zaten. Achtduizend mensen uit het verzet hebben de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Voor hen is in Loenen een ere- veld aangelegd. Ze zijn doodgeschoten door Duitse soldaten of omgekomen in een concentratiekamp. Andere verzetsstrijders zijn begraven op begraafplaatsen in Arnhem, Oosterbeek en Heteren en ook op andere plaatsen in Nederland. Op 17 januari ’05 zijn alle namen opgenoemd van alle Nederlandse joden die gestorven zijn in het kamp Auswitchz. Het duurde 5 dagen, 24 uur lang. Hoofdstuk 5 Jodenvervolging 5.1 Jodenvervolging In 1940 woonden er ruim 160.000 joden in ons land. Hiervan waren 22.000 joden vluchtelingen uit Duitsland. De Jodenhaat speelde geen rol in de Nederlandse politiek. Zelfs de nationaal-socialistische partij, de NSB was niet anti-joods. Vanaf 1935 veranderde de NSB en nam een anti-joodse houding aan. In 1940 speelde de partij van Mussert geen rol meer in de nationale politiek. Bij de verkiezingen in 1937 en 1939 behaalde de NSB niet meer dan vier procent van de stemmen. Met de Duitse inval kreeg Nederland ook het ‘jodenprobleem’ te maken. Vrij snel na de inval van Duitsland op 15 mei 1940 werden de eerste anti-joodse maatregelen uitgevoerd. Zo mochten vanaf 1 juli 1940 geen Joden meer lid zijn van de Luchtbeschermingsdienst. In snel tempo werd een systeem opgebouwd om het mogelijk te maken de joden op te pakken en te vervoeren naar concentratiekampen. 5.2 De eerste razzia Op 22 en 23 februari 1941 werd in Amsterdam de eerste razzia gehouden. Razzia is dat de Duitsers op zoek gingen naar joden die verscholen zaten. 400 joodse mannen werden opgepakt en mishandeld, vermoord of ze werden via Westerbork naar het concentratiekamp Auschwitz in Polen gebracht. Er raakte een joodse rabbijn zwaar gewond. Daarna brak de februaristaking uit. Dit was de eerste grote demonstratie tegen Hitler. Op 16 juli vertrok de eerste trein met Nederlandse joden vanuit Westerbork naar Auschwitz. Dit zijn een paar anti-joodse maatregelen: joodse ambtenaren werden geschorst en ontslagen. Joodse gemeenteraadsleden werden uit hun functie gehaald. Joden moesten zich per formulier bij de gemeente melden. Joden mochten niet meer in parken en andere openbare gelegenheden komen. Joden mochten niet meer naar de veemarkt. Joden moesten radio's en fietsen inleveren. Op hun persoonsbewijs kwam een 'J' te staan. Op 29 april 1942 werd elke Jood verplicht om een gele Davidster te dragen. Die ster moest aan de trui of jas genaaid zijn die je in één keer kan zien. Joodse kinderen moesten onderwijs volgen op speciaal daarvoor gestichte joodse scholen in de Voorstraat en aan de Thorbeckegracht. Joden mochten geen eigen bedrijf en kapitaal meer bezitten. Zij mochten alleen door joodse artsen geholpen worden en er werd zelfs een joods ziekenhuis gevestigd in de Voorstraat. Joden moesten zich per formulier bij de gemeente melden.
Hoofdstuk 6 Concentratiekampen 6.1 Kamp Westerbork Westerbork ligt middenin Drenthe. Al vanaf 1933, toen Hitler aan de macht kwam, werden joden in Duitsland vervolgd. Daarom vluchtten veel Duitse joden naar het buitenland. Ze kwamen ook in Nederland. In Westerbork werd een vluchtelingenkamp voor hun gebouwd. Het bestond uit tweehonderd woningen. In de zomer besloot Hitler alle joden te doden. Ze zouden vergast worden in de concentratiekampen in Oostenrijk, Polen en Duitsland. Dit stond er in kamp Westerbork: barakken waarin de joden in stapelbedden van drie hoog sliepen, strafbarakken, een grote keuken, een ziekenhuis, een spoorlijn, werkplaatsen zoals een meubelmakerij, een smederij en een garage. Soms zaten er wel duizend joden in één barak. Daarin moesten de joden verblijven voordat ze met de trein naar concentratiekampen in Oostenrijk, Polen en Duitsland werden gebracht. De dag in kamp Westerbork verliep zo: 6.00 uur: iedereen moest zich wassen en aankleden. 6.50 uur: de mensen moesten zich melden op de appelplaats, de soldaten controleerden of iedereen er was. 7.00 uur: de mensen gingen aan het werk. 12.00 uur: warm eten halen. De kinderen gingen negen uur per dag naar één van de twee kampscholen. Elke dinsdag reed er een trein met duizend mensen naar de concentratiekampen in Oostenrijk, Polen en Duitsland. In het totaal reden er drieënnegentig treinen vanuit kamp Westerbork naar de concentratiekampen. Meer dan honderdduizend Nederlandse joden zijn omgekomen door vergassing, besmettelijke ziektes of door uitputting. Zelf kan je ook naar kamp Westerbork gaan, daar kan je alles bezichtigen. 6.2 Auschwitz Auschwitz ligt in Zuid-Polen. De meeste treinen reden vanuit kamp Westerbork naar kamp Auschwitz. Dat duurde meestal twee of drie dagen. De joden zaten in veewagons, meestal zaten er wel duizend joden in een zo’n trein. In april 1940 besloot de Reichsführer van de SS en het hoofd van de Duitse politie, Heinrich Himmler, in het zuiden van Polen een concentratiekamp te bouwen van oude kazernes, vlak bij het stadje Oswiecim. Door de Nazi’s werd dit Auschwitz genoemd. Rudolf Höss werd commandant van het kamp. Als eerst sloten ze de Poolse mensen die tegen hun waren op. In juni 1940 kwam de eerste trein met Poolse gevangenen aan. Later werden ook joden, homofielen en zigeuners opgesloten. De meeste stierven al snel door uitputting, honger, besmettelijke ziektes, te zwaar werk of werden meteen na aankomst vergast. In 1942 kwamen ook treinen vanuit Nederland en Duitsland aan. Meestal alleen Joden. Vanaf toen groeide Auschwitz uit tot het grootste vernietigingskamp voor Joden uit heel Europa. Er werden nieuwe vernietigingskampen zoals: Chelmno, Sobibor, Treblinka, Belzec en Majdanek in 1942. Vanaf 1942 vertrokken steeds meer treinen met Joden naar dit kamp. Na aankomst werden veel kinderen, ouderen, zwangere vrouwen en zieken werden naar de gaskamer gestuurd. Anderen werden in een barak gezet om te werken. Zij werden het minst goed behandeld. Ze moesten in de kou hard werken en werden mishandeld. Die mensen werden in Auschwitz, Monowitz of in andere werkkampen in de omgeving van Auschwitz geplaatst om te werken. Deze mensen kregen een nummer in de arm getatoeëerd. Kleding werd hun afgenomen en ze kregen dunne, gestreepte kamppakken. Auschwitz bestond uit 3 kampen en nog een aantal kampen eromheen. De uitbreiding van het kamp begon in 1941 en tot 1944, toen het Rode Leger er aan kwam, werden er nieuwe concentratiekampenkampen rondom Auschwitz gebouwd. Dit jaar is het precies 60 jaar geleden dat het concentratiekamp is opgeheven. 5 dagen lang hebben vrijwilligers alle namen opgenoemd van Nederlandse joden die omgekomen zijn in kamp Auschwitz. 6.3 Kamp Birkenau en kamp Monowitz 6.3.1 Kamp Birkenau
Kamp Birkenau wordt ook wel Auschwitz ll genoemd. Het basiskamp Auschwitz werd in maart 1941 uitgebreid door Birkenau te bouwen. Birkenau ligt op ongeveer drie kilometer van Auschwitz af. Birkenau was honderdvijfenzeventig hectare groot. Daarop stonden ongeveer honderd barakken en een spoorlijn lag in het midden van dit concentratiekamp. Bij de bouw kwamen duizenden gevangenen om het leven door ziektes en het zware werk. Om Birkenau waren sloten gegraven, er stonden hoge hekken met prikkeldraad wat onder stoom wel van 10.000 volt en er stonden overal stonden torens. Er werden nog vier grote gaskamers en crematoria gebouwd, hierdoor liep het aantal doden in het kamp snel op. Vanaf mei 1944 werden meer dan vierhonderdduizend joden vergast. 6.3.2 Kamp Monowitz
Vanaf de zomer van 1942 werden de joden die in het kamp gevangen waren steeds vaker aan het werk gezet in de wapenfabrieken. Op 7 kilometer van het basiskamp stond een fabriek, IG-Farben, in 1941 gebouwd door gevangenen uit Auschwitz, bestemd voor de productie van rubber. Daar werd het werkkamp Monowitz gebouwd.
Hoofdstuk 7 Anne Frank 7.1 Anne Frank Anne Frank werd geboren in 1929 in Frankfurt Am Main in Duitsland. In 1933 komt de anti-joodse partij van Hitler aan de macht, en Anne Franks ouders Otto en Edith Frank zien geen andere uitweg dan weg te gaan uit Duitsland. Ze vluchten naar Nederland. Anne is dan 4 jaar oud. Als Anne 11 jaar is in 1940 is het in Nederland ook niet meer zo veilig. De Duitsers bezetten dan ook Nederland. Ze mag steeds minder in Nederland door de anti-joodse regels van Hitler. In 1942 beginnen de transporten van de joden naar zogenaamde ‘werkkampen’ of concentratiekampen genoemd. Anne en haar ouders kunnen gelukkig onderduiken in het nu beroemde achterhuis van het bedrijf van Otto Frank. Daar blijven zij twee jaar totdat ze in augustus 1944 ontdekt worden. Anne en haar ouders worden gearresteerd en afgevoerd naar kamp Westerbork. Later worden ze doorgevoerd naar kamp Auschwitz, en komen dan uiteindelijk in kamp Bergen-Belsen terecht. Daar overlijd zij in 1945 twee weken voor de bevrijding aan tyfus. Alleen haar vader overleeft de concentratiekampen. 7.2 Het Achterhuis In het achterhuis hebben Anne, haar ouders en oudere zus Margot en de familie van Pels zich twee jaar lang verborgen weten te houden voor de Duitsers. In totaal waren ze met 8 mensen in het kleine achterhuis. Voor de deur naar het achterhuis hadden ze een kast gezet die kon draaien. Zo viel het niet op dat daar nog een deur achter zat. Voor het geval dat er een razzia kwam. (Een razzia is een inval van de Duitsers. Dan kwamen ze dus je huis binnenlopen opzoek naar joden.) Als er in het kantoor van Otto Frank gewerkt werd, moesten Anne en haar familie doodstil zijn. Ze mochten geen schoenen dragen, niet naar het toilet en niks laten vallen. Dit moest, omdat ze anders betrapt konden worden. In de tijd dat ze in het achterhuis zaten, moesten ze natuurlijk ook eten hebben. Zelf kon Anne niet naar buiten, dus hadden ze helpers. Een van deze helpers heette Miep Gies, die zorgde voor het eten. Maar hoe goed het achterhuis ook verborgen zat, de twee families werden toch ontdekt. Drie Duitsers en 2 Nederlandse Nazi’s kwamen binnenvallen, en liepen gelijk naar de kast. Blijkbaar had iemand hen verraden. Als je een jood zou opgeven kreeg je een beloning van 200 gulden. 7.3 Het dagboek van Anne Frank Op de eerste bladzijde van het dagboek schreef ze: Ik zal hoop ik alles aan jou kunnen toevertrouwen zoals ik nog aan niemand gekund heb, en ik hoop dat je een grote steun voor me zult zijn. In die twee jaar schreef Anne een dagboek. Dat dagboek noemde ze Kitty, omdat ze niet naar buiten mocht en daarom ook niet kon spelen. Ze had nu een penvriendin. Ze schreef in het dagboek van 12 juni 1442 tot 1 augustus 1944. Ze schreef vooral over het leven in het achterhuis. Na de arrestatie bleven de volgeschreven papieren en schriften in het achterhuis liggen. Bep Voskuijl en Miep Gies hebben die papieren en schriften meegenomen en aan Otto Frank gegeven. Ze zieden erbij dat de dingen van de dochter bij de overlevenden moesten komen. In 1947 zegt Otto Frank tegen de boekenuitgeverij dat hij van Anne Frank’s dagboek als boek wil uitgeven, omdat hij aan de mensen wou laten zien hoe het in de tweede wereldoorlog was. Zelf had hij er twee bladzijden uitgescheurd, want op die bladzijden had Anne Frank niet zo leuke dingen over Otto geschreven. Uiteindelijk zijn die bladzijden toch nog teruggevonden. Hij ligt in bijna elke bibliotheek als je het dagboek van Anne Frank wil lezen. Het dagboek van Anne Frank is het meest vertaalde boek aller tijden. De eerste vertaling van het dagboek van Anne Frank verscheen in het Duits in 1950. In 1952 volgden Engelse vertalingen voor Engeland en de Verenigde Staten. Sindsdien is het dagboek in minstens 56 talen vertaald in meer dan 60 landen gepubliceerd. Er zijn meer dan 25 miljoen exemplaren van verkocht. Hoofdstuk 8 D-day en de bevrijding 8.1 D-day Op 6 juni 1944 voerden honderden Engelse en Amerikaanse schepen naar de kust van Normandië. Deze streek ligt aan de westkust van Frankrijk. Duizenden geallieerde soldaten gingen aan wal: Engelsen, Amerikanen, Schotten, Canadezen, Fransen en Australiërs. Deze invasie werd ook wel D-day genoemd. Dat is een afkorting voor decision-day of ook wel beslissende dag. Vanaf grote schepen werden tanks aan wal gezet. Schepen beschoten Duitse bunkers vanaf zee. Bunkers zijn betonnen bouwwerken met dikke muren waarin soldaten zich verscholen houden, ook kanonnen zijn er in opgesteld. Vliegtuigen namen de Duitse soldaten onder vuur. De Duitsers waren volledig verrast. Ze wilden hun tanks gebruiken. Maar daarvoor hadden ze toestemming nodig van Adolf Hitler. Toen D-day begon, sliep de Duitse leider. Niemand durfde hem wakker te maken. Toen Adolf Hitler eindelijk toestemming gaf in de ochtend, was het al te laat. De geallieerden hadden toen al een groot deel van Normandië in handen. Twee maanden later werd Parijs bevrijd. Daarna trokken de soldaten door naar België, Nederland en Duitsland. Duitsland werd nu van drie kanten aangevallen. Vanuit het zuiden kwamen de geallieerden via Italië op. In het oosten was Rusland aan de winnende hand. Russische legers trokken op naar Duitsland. Na de invasie op Normandië werden de Duitsers ook vanuit het westen aangevallen. 8.2 De Bevrijding In 1944 werden grote delen van Europa binnen enkele maanden bevrijd, ook het zuiden van Nederland. Op 12 september 1944 trokken de Amerikaanse soldaten Nederland binnen. Ze trokken tot aan de grote rivieren. Een aanval op de brug over de Rijn bij Arnhem mislukte. Daardoor konden de geallieerden niet meteen verder trekken. De rest van Nederland werd pas in het voorjaar van 1945 bevrijd. Op 5 mei 1945 wordt in Nederland de bevrijding gevierd, omdat heel Nederland van de oorlog is bevrijd. Veel Amerikanen, Canadezen en Engelsen vieren samen met ons land feest. Op 4 mei wordt er in ons land ‘dodenherdenking’ gevierd. Dan legt onze koningin Beatrix met andere joodse mensen kransen op de Dam in Amsterdam, een nationaal monument.
Hoofdstuk 9 Atoombommen op Japan 9.1 Hirosjima Japan maakte ook oorlog met landen. Het wou net als Adolf Hitler ook heersen over de wereld. Nadat Okinawa was gevallen , was de nederlaag in de buurt voor de japanners. En op 17 en 18 juli 1945 was het goed raak. Er was een bommen golf ontstaan op Japan. Het waren 6 golven van 1500 bommen. Die bommen hadden Osaka en Yokohama verwoest. Op 6 augustus 1945 werd er een atoombom op Hirosjima afgevuurd. Deze bom kwam uit een b-29. De bom zat vast aan een parachute en de bom ontplofte 600 meter boven Hirosjima. Op een gewone dag gingen alle mensen naar hun werk en plotseling was er een bliksemschicht . Daarna veel kabaal en instortende huizen en gebouwen die staan te wankelen. Mensen waren onder het puin begraven. Er zijn veel mensen op dat tijdstip gestorven. Een 12 vierkante kilometer met 40.000 huizen waren in 1 minuut ingestort. In totaal maakte de bom 150.000 doden. Sommige mensen overleden pas na een paar dagen aan infecties , ziektes of aan bloedingen. Bij een paar kwam de stralingsziekten pas na een paar weken. Of soms na een paar maanden. Mannen waren onvruchtbaar geworden. Vrouwen zette mismaakte kinderen op de wereld. Zij verloren ook het haar en het merendeel van de mensen leed aan oogziektes en beschadigingen of stierven aan leukemie of kanker. 9.2 Nagaski Op 14 augustus 1945 lieten de geallieerden nog een tweede atoombom vallen op Nagasaki. Op 2 september 1945, kwam de oorlog met Japan tot een eind, toen Japan zich overgaf aan boord van de U.S.S Missouri in Tokyo Bay. Nawoord Ik vond het een heel interessant onderwerp vooral het hoofdstuk 7 concentratiekampen. Verder vond ik de bevrijding ook leuk om erover te schijven. Ik vind het goed dat we het nog steeds vieren, ik hoop dat ze dat in de toekomst ook blijven doen. Bronvermelding Websites users.skynet.be/zoekheteensop/wo2.htm
www.edith.nl/zep/bevrijd/index.htm
home.wanadoo.nl/hhvdijk/arjan/Anna%20Frank.htm
www.dse.nl/~eline20/index.htm
www.joodscheraadenschede.nl/Onderwerpen/Bevrijding
www.rnw.nl/kids/wereld/Europa/Duitsland/Michelle/030416wo2.html
www.tvweekjournaal.nl Boeken en kranten KidsWeek - 4 juni 2004: De slag om Normandië Historisch Nieuwsblad - 15 oktober 2004: Anne Frank
De Tweede Wereldoorlog – De strijd te land, ter zee en in de lucht 1939-1945

Chistopher Chant, © 1979 Market Books b.v. Baarn

REACTIES

F.

F.

heeyyy
ik vond het werkstuk kei goed en kon er heeel veeeeeeeeel mee doen heel fijn dat je het op internet wou zetten
groetjes !!!!!??

17 jaar geleden

M.

M.

ik vond het een goed werkstuk alleeen Suuuuuppppperrrrrrr langggg maar wel goed :)

11 jaar geleden

J.

J.

het was zeker heel goed maar wel aan de lange kant ik heb er wel wat info uit kunnen halen

10 jaar geleden

D.

D.

Het is zeker een goed werkstuk maar even een stukje te lang. Misschien volgende keer 1 of 2 hoofdstukken minder. Groetjesss!!!

4 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.