Leesdossier - 2 artikelen

Leeslogboek 1). Op 7 mei 2001 heb ik het artikel: Euro: les consommateurs sans enthousiasme in ongeveer 45 minuten gelezen. Dit artikel heb ik gevonden op de site http://www.lemonde.fr. 2). Het artikel gaat over de komst van Euro met zijn gevolgen. Het is interview van de krant Le Monde met Jacques Birouste, vice-president van de universiteit Paris-X-Nanterre. 3). Het artikel is een interview. De krant heeft de mening van meneer Birouste gevraagd. Het is dus enigszins wel informatief, maar toch blijft het de mening en gedachten van Jacques Birouste. 4). De schrijver zelf heeft volgens mij geen mening. Dus daar kan ik niet achterkomen. De interviewer en geinterviewde hebben wel mening. Vooral die van geinterviewde komt duidelijk naar voren. 5). Ik vind het onderwerp niet interessant. Dat we de Euro krijgen als wettig betaalmiddel dat weet ik, maar ik heb daar geen mening over. Het zou mij niet hebben uitgemaakt of we nu de gulden of euro hielden. Ik vind het onderwerp dus niet echt boeiend. 7). Ik vind de tekst saai, en niet interessant. Dit omdat ik mij niet zo interesseer in de Euro en zijn komst, zoals ik bij vraag 5 al heb toegelicht. 8). Ik vond de hele tekst wel moeilijk om te lezen. Het een pittig lang stuk, waar ik niet alles van snapte. Sommige antwoorden heb ik niet eens gelezen, omdat ik meteen al bij de eerste zin het idee kreeg dat de tekst toch niet zou snappen. 9). un entretien = het gesprek/onderhoud
doutent = douter = twijfelen aan vecteur = vector la trame = complot/opzet l’engagement = de verbintenis/verplichting l’alliance = het verbond l’ordre = de orde/rang la santé =de gezondheid méfiance = wantrouwen le quotidien = de alledaagsheid/ het dagblad
Leeslogboek 1). Op 6 oktober 200 heb ik het artikel Epitaphe pour n’importe qui vie in ongeveer 40 minuten gelezen. Dit artikel heb ik gevonden op de poëzie-site: http://poesie.webnet.fr. 2). Het artikel is een gedicht. Ik weet niet zeker of het hier overgaat, maar volgens mij gaat het over een man die dood is, hoe hij is doodgegaan en waarom. 3). Dit gedicht is ter vermaak geschreven. Volgens mij schreef hij deze tekst niet om informatie te geven over een man die niemand kent. Gedichten worden meestal geschreven ter vermaak. 4). De schrijver vraagt zich af waarom de man is doodgegaan, dus volgens mij vindt hij het niet leuk dat de man dood is. (de dode man is het onderwerp) 5). Ik vind het een droevig onderwerp. Niet dat ik echt veel van het gedicht begreep, maar praten over dode man vind ik wel droevig. 6). Het onderwerp van dit gedicht lijkt niet echt op het andere onderwerp Jeanne D’Arc. De enige overeenkomst is misschien dat beide personen overleden zijn. 7). Ik vind de tekst niet interessant. Ik vind gedichten vaak al niet leuk om te lezen en dan is dit gedicht ook nog in het frans. Misschien komt het dat ik het niet interessant vond, omdat ik de tekst niet helemala begreep. 8). Deze tekst vond ik erg moeilijk om te lezen. Ik vond de tekst over Jeanne D’Arc makkelijker. Ik weet ook niet of ik de tekst zou begrijpen als het in het nederlands was, omdat de tekst een gedicht is. 9). epitaphe = grafschrift
naissance = geboorte
la gaîte = Staat niet in het woordenboek
le chagrin = het verdriet
l’espérance = de hoop
la crainte = de vrees
la plainte = de klacht, het verwijt
le chimèmere = de hersenschim
le laissa = Staat niet in het woordenboek
le dégoût = de walging, verveeling