Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Barok

Beoordeling 6.7
Foto van een scholier
  • Profielwerkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 4899 woorden
  • 8 januari 2005
  • 82 keer beoordeeld
Cijfer 6.7
82 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inhoud Hoofdvraag: Wat hielden de Barok en de Rococo in Italie in? Deelvraag 1: Wat waren de kenmerken van de Barok en Rococo? 1.1 kenmerken van de Barok
1.2 Kenmerken van de Rococo
Deelvraag 2: Hoe zag het verloop van de Barok eruit? Deelvraag 3: Welke belangrijke Italiaanse schilders waren actief in de Barok (en Rococo) en wat was kenmerkend voor hun schilderijen? 3.1 Welke bekende Italiaanse schilders waren actief in de Barok (en Rococo)? 3.2 Omschrijving van de werkwijze van deze drie belangrijkste Italiaanse schilders uit de Barok? Deelvraag 4: De beschrijving, de verschillen en de overeenkomsten tussen schilderijen van Caravaggio, Caracci en Rubens. 4.1 vergelijking van Caracci met Caravaggio
4.2 vergelijking van Caravaggio met Rubens

4.3 vergelijking van Rubens met Caravaggio en Caracci Bronnenlijst Boeken: - ‘Wereldgeschiedenis van de kunst’ H.W. Janson ( 5e druk uitgeverij de haan) - ‘Elseviers grote kustgeschiedenis’ Gina Pischel - ‘The age of Baroque’ Hamlyn - ‘Schilderkunst van A tot Z’ (1e druk uitgeverij trendboek) - ‘geschiedenis van de schilderkunst’ Zr. Wendy Beckett (uitgeverij Librero) Internet: - http://nl.wikipedia.org/wiki/ - http://scholieren.com/ - http://home.wanadoo.nl/~psd/isidorusweb/heiligen/mattheus.html Wat hielden de Barok en de Rococo in Italie in? Voor Rome was de barok belangrijk. Barok werd beschouwd als de overheersende stijl van ongeveer de 16e tot de 18e eeuw. Het doel is de toeschouwer te verrassen, hij mag zich overgeven aan zijn fantasie. De barok streeft naar tegenstellingen, dramatische effecten, weelderige vormen en vooral beweging. Het woord barok was lange tijd negatief. De term werd gebruikt door mensen die kritiek hadden op het ‘misbruik’ van de klassieke vormen. De barokkunst werd een belangrijk middel om de macht en glorie van de katholieke kerk tot uitdrukking te brengen. Door de opkomst van de reformatie in het noorden kwam de protestantse kerk op gang en werd deze sterker. De Katholieke kerk wilde geen macht verliezen en wilde door middel van de Barok haar macht benadrukken. Het werd mode om plafonds te beschilderen met hemelse vergezichten, alsof er geen dak op zat. In die hemel wemelde het natuurlijk van de engeltjes. De barok heeft het aanzicht van Rome sterk bepaald. Een voorbeeld is een vroegere barokkerk, de moederkerk van de jezuïten, de Il Gesù in Rome. Deze moest een belangrijke rol in de Contrareformatie gaan spelen. De naam Barok is oorspronkelijk afkomstig van het Portugese woord 'barocco', wat onregelmatig gevormde parel betekent. Barok is een Kunst die wil aanlokken en overweldigen; die een beroep wil doen op de emoties van de toeschouwer en die indruk wil maken door beweging en onrust. Vaak is een nieuwe stroming een reactie op een voorgaande periode, waarin het zich afzet tegen ‘ouderwetse’opvattingen. Het overdreven versierde was kenmerkend voor de barok, het was een protest tegen de Renaissance. De barok is de kunst van gevoel en was weer godsgericht. 1. Wat waren de kenmerken van de Barok en Rococo? 1.1 kenmerken van de Barok Net zoals de renaissancekunstenaar vindt ook de barokkunstenaar zijn inspiratie in de kunst van de oudheid, maar hij gebruikt nieuwe technieken die de kunst meer beweeglijkheid geeft. De beweeglijkheid kreeg je door kleuren, kleurgebruik, lichtinval, illusionistische effecten, ruimte, dynamiek, versieringen en licht- en schaduweffect. Terwijl de renaissance streng en statisch is, is de barok beweeglijk en overheerst het gevoel. Misschien is de uitdrukking van heftige emoties wel het belangrijkste kenmerk van de barok.Waar de renaissance orde en stabiliteit wilde, daar wilde de dynamische barokstijl het grootste en overdrevene. Bij de renaissance ligt de nadruk op de lijn, op de omtrekken en de afgesloten vormen, waar figuren in rust afgebeeld werden. De barok daartegen beeld de werkelijkheid af, dus zoals je iets ziet. De voorwerpen of personen in een schilderij hebben vaak vage contourlijnen. In de barok worden de figuren meestal in volle actie afgebeeld in dramatische houdingen, die een spanning teweeg brengen. De vormen doemen vaak op vanuit het donker. Je ziet duidelijk de lijven en de spiermassa’s alsof ze in beweging zijn. Ook zie je veel bloot en naakte huid. Caravaggio – ‘Geseling van Christus’ De Barok heeft een aantal bijzondere kenmerken. Zo werd er in de Barokperiode veel gebruik gemaakt van 'trompe l'oeil', dat gezichtsbedrog betekent. Je kunt geen onderscheid meer maken tussen schilderijen, beeldhouwkunst en architectuur. Het lijkt of alles in elkaar overvloeit. In de kunst van de Barok wordt er vaak gekozen voor een religieus onderwerp, want de kerken moeten hemelse heerlijkheid uitstralen en de belangrijkste opdrachtgever was de kerk. De Barok straalt steeds beweeglijkheid, pracht en praal uit. Er is veel beweging en dynamiek in de figuren, kleding en achtergrond toegepast en de vormen zijn zelden symmetrisch. Licht-en donkerwerking (clair- obscur) wordt vaak toegepast en er zijn sterke kleurcontrasten. Het materiaal dat gebruikt wordt is kostbaar, zo wordt er vaak gebruik gemaakt van marmer en bladgoud. clair-obscur (Caravaggio - de roeping van st. Mattheus ca. 1599-1602) Bij de barok werd het gebouw, het beeld én de schilderijen tot een eenheid. Belangrijke kenmerken van de schilderkunst waren dus dat er meer dynamiek, beweging en emotie in de schilderijen kwam. Er werden ingewikkeldere composities gebruikt om het geheel ruimtelijker te laten lijken. Fragmentatie was iets dat vaak werd toegepast. Fragmentatie is dat er een toevallig deel uit een groter geheel wordt afgebeeld, bijvoorbeeld ‘David’ van Bernini, eigenlijk staat Goliat erbij, maar alleen David is afgebeeld, zo kan de gezichtsuitdrukking ook duidelijker worden weergegeven. Men maakte gebruik van allegorieën; door middel van meerdere beelden een begrip voorstellen, vaak door een persoon, dier en/of ding, bijvoorbeeld sterrenbeelden. Een bekend voorbeeld is dat gerechtigheid wordt uitgebeeld door een geblinddoekte vrouw met in haar hand een balans om het goede en het kwade af te wegen. Met 'trompe l'oeil' wordt de illusie gewekt dat de architectuur zich onbegrensd voortzet. fragmentatie ( Gian Lorenzo Bernini – ‘David’)
1.2 Kenmerken van de Rococo De rococo was de laatste fase van de barok, ook wel Franse Hofstijl genoemd. Deze stijl uitte zich voornamelijk in overdrevenheid, met name in de elegante versieringen. De hoofdkenmerken van de Rococo zijn dat men gebruik maakte van krullerige en speelse vormen, vooral ovalen en de schelp. Er werd gebruik gemaakt van lichte kleuren (pasteltinten) en veel van bladgoud. De onderwerpen van de kunst zijn in tegenstelling tot de religieuze onderwerpen van de Barok luchtiger en ondeugender.Er lag vaak een wat erotische sfeer in de schilderijen. Een mooi voorbeeld van een Rococo schilderij is het schilderij ‘de schommel’ van J.H. Fragonard. De Rococo was een beetje kitscherig. Er waren veel porseleinen beeldjes. Rococo ( J.H. Fragonard – ‘de schommel’) Het schilderij van Fragonard dat hierboven afgebeeld staat is een erotische afbeelding. De erotiek in de afbeelding wordt gesuggereerd door de man die op de grond ligt en onder de rokken van de vrouw kijkt. De vrouw laat dit gewillig toe terwijl ze op en neer schommelt met haar benen die ontbloot zijn. Het beeld aan de linkerkant van de afbeelding stelt (volgens mij) Cupido voor; de God van de liefde. Het kan ook zijn dat dit Eros is; God van de liefde en het schoonheidsverlangen. Het beeld geeft weer dat er een liefde tussen de man en de vrouw opbloeit en is dus van belang bij het begrip van het schilderij. Ook het ritme van het schommelen wordt als erotisch beschouwd. . Hoe zag het verloop van de Barok eruit? Bij de renaissance begon men meer na te denken over de mens en de wereld, hierdoor werd de aandacht van God afgeleid en gericht op het aardse leven. Er kwam dus ruimte voor andere kunst, men schilderde niet meer alleen godsdienstige onderwerpen, maar ook beelden uit het dagelijkse leven. Men begon zich af te keren van de standaard; het door iedereen geaccepteerde. De Reformatie is een gevolg hiervan; mensen keerden zich af van de Roomse kerk. De Barok gaat door op deze veranderingen. Aan het begin van de barokke schilderkunst staan twee Italiaanse kunstenaars, Michelangelo Merisi da Caravaggio (1573-1610) en Annibale Carracci (1560-1609). Zij legden de grondslag voor de twee hoofdrichtingen in de Italiaanse barok, namelijk de klassieke en de meer dynamische. In de laatste speelde het licht/donker effect nadrukkelijk een rol. Het land van herkomst van de Barok is Italië (voornamelijk Rome). Van daaruit verspreidde de Barok zich over heel Europa De barok sluit op de Renaissance aan en gaat over in de Rococo (vaak de benaming voor de laatste stijlfase van de barok 1720-1770). De barok wordt weleens de karakteristieke Kunst van de Contrareformatie genoemd. Zo kwam de barok vooral in katholieke landen tot volle ontplooiing. In het begin was de barok nog vrij strak, maar gaandeweg werd ze steeds uitbundiger. Typerend is de hang naar het theatrale, het gebruik van weelderige plooivallen en dynamiek. Er werd gestreefd naar het totale kunstwerk (de beeldhouwwerken werden in de architectuur van het gebouw weer aangepast met daarbinnen weer de geschilderde panelen. Het interieur oogt daardoor vaak als een organisch geheel). Er was daarbij veel aandacht voor overvloedige decoraties die in elkaar overgingen. De Barokke kunst moest pracht en praal tonen om op die manier de gelovigen te overtuigen van het gelijk van de kerk van Rome en het rooms-katholieke geloof. Kunstenaars uit de 17e eeuw wilden meer gevoel en emotie in hun werk brengen. Er komt beweging en onrust in hun werk en de ordening wordt asymmetrisch. De katholieke kerk kreeg de reformatie en de beeldenstorm over zich heen. Na het midden van de 16e eeuw begint geleidelijk de bloei weer. In de 17e en 18e eeuw laten kerk en vorsten hun absolute macht gelden. Zij geven de belangrijkste opdrachten. Door pracht en praal willen ze indruk maken. Barok is plechtig en triomfantelijk. In de 18e eeuw wordt alles nog meer overdreven. Interieur van paleizen, buitenkant en binnenkant van gebouwen en kerken zien er feestelijk uit. De Reformatie (ook wel Hervorming) is een godsdienstige beweging in de 16e eeuw onder leiding van Maarten Luther en Johannes Calvijn. De Reformatie was een succes, want het strekte zich uit over vele landen en is tot op de dag van vandaag merkbaar in kerk en samenleving. De zestiende-eeuwse Reformatie wordt door protestanten gezien als een grote en diep ingrijpende opwekking in de kerk. De effecten van de Reformatie zijn zelfs in deze tijd nog zichtbaar. Een voorbeeld hiervan is de begrafenis van prinses Juliana. Er werd hierbij getwijfeld of de mis katholiek of protestants moest zijn. De macht en het gezag van de Katholieke kerk werd minder na de reformatie en deze was hier dus niet blij mee. Het Concilie van Trente was een poging van de Kerk om opnieuw maker van de wetten te worden. Door het concilie ontstonden de opvattingen die voortaan de inhoud van het katholieke geloof zouden uitmaken. De pracht en praal die terugkwam in de kerkgebouwen had als doel de mens weer gelovig te maken. En zonder deze kunst kwam hier dus niets van terecht volgens de gezaghebbenden van de Katholieke kerk. Eenvoudige mensen werden hierdoor overweldigd en ze konden al niet lezen en schrijven en ze hadden weinig inkomen en ze wilden toch een beter leven; toen ze al die prachtige kunst in de kerken zagen werden ze aangeslingerd om te gaan geloven, om weer hoop te krijgen. De kerkelijke barok werd na het Concilie van Trente (1545-1563: had als doel de mistoestanden en misbruiken binnen de Rooms-Katholieke kerk aan te pakken) de kunst van de Contrareformatie. De Il Gesù kerk van Vignola is uitgangspunt van de barok in Italië. Il Gesù kerk van Vignola
Eind 17e eeuw is het ineens afgelopen. Uitvindingen als de stoommachine en weefgetouw zijn het begin van de industriële revolutie. Er komt verzet tegen koningen. De Franse revolutie van 1789 is het begin. Vanaf begin 19e eeuw wordt de “gewone” man steeds belangrijker. Kerk en vorsten zijn niet meer de belangrijkste opdrachtgevers. De maatschappij verandert, dus ook de kunst. De barok had invloed op andere kunstvormen en werd buiten Europa verspreid. In de 18e eeuw gaat de barok over in het rococo, een stijl waarbij de theatrale effecten een doel op zichzelf worden. 3. Welke belangrijke Italiaanse schilders waren actief in de Barok (en Rococo) en wat was kenmerkend voor hun schilderijen? 3.1 Welke bekende Italiaanse schilders waren actief in de Barok (en Rococo)? Michelangelo Merisi da Caravaggio ( 28 september 1573 – 18 juli 1610 ) Rond 1580 begon het Vaticaan nog meer geld uit te geven voor beeldende kunst en architectuur. Hierdoor trokken veel kunstenaars en architecten naar Rome. De belangrijkste schilder onder hen is Caravaggio, die afkomstig was uit de omgeving van Milaan. Hij schiep een stijl die door heel veel kunstenaars wordt nagevolgd. Michelangelo Merisi werd geboren in het plaatsje Caravaggio bij Milaan, waarnaar hij vernoemd is. Caravaggio volgde zijn opleiding in Milaan bij Simone Peterzano en ging rond 1590 naar Rome. Hij stond bekend als gewelddadig en onberekenbaar. Hij werkte in het atelier van Cavaliere d’Arpino. In 1606 moest hij vanwege doodslag Rome verlaten en ging hij naar Napels, Malta en Sicilië. Uiteindelijk werd hij door zijn vijanden opgespoord en verminkt. In 1610 overleed hij aan malaria in een poging naar Rome terug te keren. Simone Peterzano
Annibale Carracci (1560- 1609) Annibale Carracci was een Italiaanse schilder en kopergraveur. In 1594 werd Annibale werd hij door kardinaal Odoardo Farnese naar Rome geroepen, waar hij aan zijn levenswerk begon; de decoratie van het Palazzo Farnese. Als zijn hoofdwerk wordt de beschildering van de zoldering van de Galleria Farnese met mythologische taferelen op het thema ‘de macht van de liefde’. Deze plafondschildering wordt een voorbeeld voor de Barok. Tijdens zijn laatste levensjaren werd Carracci door de aanhoudende slechte betaling van zijn werk aan het Palazzo Farnese en door zijn meningsverschillen met de kardinaal steeds verbitterder en bracht hij geen enkel meesterwerk meer voort. Giovanni Battista Tiepolo (5 maart 1696 – 27 maart 1770) Deze belangrijke schilder uit de laat-barok werd geboren in Venetië en overleed in Madrid. Hij behoorde tot de meest begaafde kunstenaars van zijn tijd en kreeg opdrachten van talrijke Europese vorstenhuizen. Al in zijn vroege werken toonde hij over een grote technische vaardigheid en een onbeheerste fantasie te beschikken. Zijn werk raakte door de geringschatting van de classicisten lange tijd in de vergetelheid en kreeg pas in onze eeuw weer erkenning. Het geldt nu als de meest invloedrijke en belangrijkste schilderkunst van de hele laat-barok. Nadat zijn vader jong was gestorven, groeide Tiepolo in bescheiden omstandigheden op en ging al op jonge leeftijd in de leer bij Gregorio Lazzarini (1655-1730), in die tijd de belangrijkste Venetiaanse schilder. Bij hem leerde hij alle de ambachtelijke benodigdheden voor zijn latere kunst, maar werd echter ook door Lazzarini’s donkere zware kleurenharmonie beïnvloed. Daarnaast nam Tiepolo echter ook een voorbeeld aan de grote Venetiaanse schilders, als Titiaan, Tintoretto en vooral aan Paolo Veronese. Zijn eerste bekende opdracht was die voor de lunetbeschilderingen van de Chiesa dell’Ospedaletto in Venetie (1715/ 1716). Giovanni Battista Tiepolo

In deze tijd was Tiepolo al beroemd en kreeg hij opdrachten die hem ver over de grenzen van Venetië zouden voeren. Bij de navolgende grote opdrachten werd hij vooral door zijn beide zoons geholpen. Vanaf 1750 werkte Tiepolo in opdracht van de vorst-bisschop van Würzburg in de Würzburger residentie, die als zijn absolute meesterwerk gelden. Behalve de fresco’s in de keizerlijke zaal, die taferelen uit het leven van Friedrich Barbarossa voorstellen, beschilderde hij vóór alles het reusachtige plafond van het beroemde trappenhuis met fresco’s. In 1762 werd hij in Madrid ontboden en voerde daar in dienst van koning Karel III nog eenmaal een grote opdracht uit in het Madrilleense slot. Würzburger residentie
Tiepolo’s verwachtingen, waarmee hij naar Spanje kwam, werden geen werkelijkheid. Zijn invloed op de schilderkunst van dit land bleef gering. Behalve de vele geestige en karikaturale etsen vervaardigde Tiepolo honderden tekeningen en voorstudies voor fresco’s in pen, penseel of rood krijt. 3.2 Omschrijving van de werkwijze van deze drie belangrijkste Italiaanse schilders uit de Barok? Michelangelo Merisi da Caravaggio
Caravaggio leefde in een tijd van waarin een keerpunt van stijl en mode plaatsvond, dat ook duidelijk te merken is aan zijn werk. Het onderwerp van zijn vroegere schilderijen is wereldse en ontheiligende halffiguren. Uit zijn werken blijkt duidelijk zijn afkeer van een idealiserende schildering over de historie en is te zien hoe hij figuren en attributen heel natuurgetrouw afbeeld in felle tinten. In zijn werk na 1600 voerde hij dit realisme nog een beetje op. De eerste schilderijen van Caravaggio gaan voornamelijk over personen uit de mythologie. Later schildert hij meestal godsdienstige onderwerpen. Het hoofdwerk van Caravaggio bestaat uit de decoratie van twee kapellen. Tijdens zijn laatste periode schilderde hij nog slechts altaarstukken voor kerken in Zuid-Italie. Caravaggio heeft in zijn schilderijen een nieuwe behandeling van licht en ruimte geïntroduceerd. Zijn schilderingen zijn van duidelijke diagonalen voorzien, zijn figuren worden door het in stralenbundels vallende licht sterk geaccentueerd, dit is dan weer bereikt door gebruikt van het clair-obscur. Door zijn uiterst realistische vorm van uitbeelding, ook bij religieuze thema’s, werd hem een gebrek aan decoratie verweten, maar juist daardoor krijgen zijn figuren waardigheid en diepgang. Hij kreeg weinig waardering voor zijn werk, omdat de mensen zijn maner van afbeelden afkeurden. Ze zagen heiligen niet met vodden aan hun lichamen en met gerimpelde gezichten. De afbeelding hierboven is ‘Medusa’van Caravaggio. Dit schilderij geeft duidelijk wreedheid weer die de mensen liet schrikken, omdat het hoofd begroeid is met slangen en omdat de uitdrukking op het gezicht duidelijk pijn en angst weergeeft. Ook het bloed onder het hoofd is afgebeeld, wat misschien wel angstwekkend kan zijn voor mensen. Ook bovenstaand kunstwerk is van Caravaggio en geeft wreedheid weer. De marteling speelt zich af in een dramatische sfeer waarin een kind krijsend wegvlucht en de mensen vol afschuw kjiken naar het tafereel in het midden; een halfnaakte sterke man wil dat zijn slachtoffer opstaat. In het schilderij hierboven zie je Mattheus. Deze heilige wordt niet geheel afgebeeld als gewone man, want je ziet dat hij gewaden draagt, wat al niet gebruikelijk is in die tijd en er is een kleine aureool zichtbaar boven zijn hoofd. Ook het schilderij van medusa geeft een God weer die niet helemaal als echt persoon is geschilderd. Caravaggio was een schilder die geen schilders heeft opgeleid. Toch had hij een enorme invloed op talrijke schilders. Ook in Nederland was er een club van Caravaggisten; de Utrechtse Caravaggisten. Tot de Italiaanse Caravaggisten hoorden onder andere Bartolomeo Manfredi, Carlo Sarasceni en Giovanni Battista Caracciolo. De Utrechtse Caravaggisten zijn ontstaan doordat een groep schilders uit Utrecht aan het begin van de 17e eeuw een reis maakten naar Italie. Hier waren ze zeer onder de indruk van het werk van Caravaggio. Dat veel schilders in Utrecht Caravaggisten waren, kwam doordat eigenlijk in het noorden steeds meer het protestantisme opkwam en in Utrecht resideerde een Katholieke aartsbisschop. Die eerste groep Caravaggisten bestond uit: Hendrick Terbrugghen, Gerard van Hondhorst en Dirck van Barburen. Hieronder staat een afbeelding van het schilderij van Hendrick van Barburen. In dit schilderij zie je ook duidelijk het clair-obscur terugkomen en de emotie op het gezicht van de jongen is mooi weergegeven. ‘Fluitspelende jongen’ van Hendrick van Barburen
Annibale Carracci
Na zijn studiereizen naar Parma (1584- 1585) en Venetie (1587) veranderde ook hij zijn streng- academische schilderwijze. Hij combineerde een tekenachtige nauwkeurigheid en natuurobservatie met de Venitiaanse traditie (kleurigheid). Naast Carracci’s werk aan de Palazzo Farnese schilderde Annibale talrijke altaarstukken en mythologische voorstellingen. In deze schilderijen bereikt hij een sterke verwevenheid van de figuren met het landschap, dat bij hem niet meer alleen maar achtergrond is. Giovanni Battista Tiepolo
Een van zijn laatste werken in Italie is het plafond in de Villa Pisani te Strà, waar hij een nieuwe techniek, een uiterst nerveuze en bibberende omtreklijn, toepaste. Rond 1740 begon zijn stijl sterker te veranderen. De voornamelijk op bruinwaarden afgestemde toon verdwijnt. Daarvoor in de plaats komt een heldere, vrolijke kleurigheid met sterke bonte accenten. Tiepolo laat nu ook zijn unieke meesterschap zien in een verdeling van groepen figuren over grote oppervlakten. Een voorbeeld hiervan zijn vooral de fresco’s in het Palazzo Labia in Venetië die de geschiedenis van Antonius en Cleopatra uitbeelden. The Banquet of Cleopatra, ca. 1744 4. De beschrijving, de verschillen en de overeenkomsten tussen schilderijen van Caravaggio, Caracci en Rubens. 4.1 vergelijking van Caracci met Caravaggio ‘Palazzo Farnese’ + fragment hieruit (Caracci) In dit fragment uit de plafondschildering van het ‘Palazzo Fernese’ is een naakte man afgebeeld met een bundel met doeken op zijn rug. De man staat met één been op en steen en kijkt achterom. Achter hem lopen twee figuren die ook naakt zijn, maar met doeken om zich heen geslagen lopen. De achtergrond is pastelblauw met heel licht een aantal wolken. Links in de achtergrond staan bergen en rotsen afgebeeld. De man houdt een rots in zijn hand. Caracci was een schilder die taferelen afbeeld op een manier waarop het klassieke mythologieën zijn met Goden. Hij keek naar de wensen van de eenvoudige man en deze mensen hielde nou eenmaal van een beetje overdreven en net iets mooier, weelderiger en ingewikkelder dan de werkelijkheid. De mannen zijn afgebeeld met enorme spiermassa’s waardoor de aandacht naar de lichamen wordt getrokken. De mannen lijken erg stoer door de fladderende gewaden langs hun lichamen. De mannen lijken geen stilstaande blokken, maar er zit beweging in. Ze zijn allemaal afgebeeld als bodybuilders uit onze tijd. De lichamen zijn sterk geïdealiseerd. Caracci maakte gebruik van iets dat zowel Rubens als Caravaggio vrij weinig gebruikten, namelijk: het typisch Venetiaanse illusionisme. Caracci maakte veel gebruik van verkortingen in het perspectief, zodat het meer leek of er ergens diepte in zat, dit deed hij door bijvoorbeeld figuren in timpanen te zetten. Ook met zijn belichting deed hij iets anders dan vele anderen, hij gebruikte namelijk heel erg veel lichtbronnen, waardoor je zelfs soms zelfs de lichtbronnen niet meer van elkaar kunt onderscheiden. Dit deed Caravaggio niet, bij hem was vaak de lichtbron duidelijk te onderscheiden. In de achtergrond gebruikte hij vaak bouwwerken of hele heldere luchten als decor voor zijn mythologische voorstellingen. Zijn landschappen zijn technisch wel heel erg goed uitgevoerd en levendig. Wat Caracci hetzelfde deed als Caravaggio was het terugbrengen van de kunst naar de natuur en dan deed Caracci dit vooral in zijn personen. Hij deed veel studie naar de natuur en zijn benadering ervan was dan ook minder eenzijdig en voorzien van een rijkere omgeving dan die van Caravaggio. Caravaggio is beroemd geworden door het gebruik van enorme licht-donker contrasten en dit is iets waar Caracci niet zo zeer gebruik van maakt. Door de donkere omgeving die Caravaggio gebruikt kan hij een afbeelding heel dramatisch maken, hij creëert een donker sfeertje. Caracci gebruikt lichtere kleuren en de omgeving is vaak ook licht, zodat heel duidelijk te zien is waar een situatie zich afspeelt, in welke omgeving de karakters zich bevinden. Caracci overdrijft heel sterk in het vormgeven van mensen. Hij vervormd de mensen en maakt dat ze veel meer spieren hebben. De personen worden hierdoor heel erg overdreven; dit is zijn manier om Goden af te beelden. Ook kun je in Caracci’s werken veel verder weg kijken dan in die van Caravaggio, omdat Caravaggio situaties laat afspelen in een donker café bijvoorbeeld, of soms zie je zelfs helemaal niet waar iets zich afspeeld, omdat de achtergrond helemaal donker is. Caracci maakt veel gebruik van perspectieven, hij laat situaties afspelen in kaders die net architectuur lijken. Ook gebruikt hij wolken en landschappen waarin hij mensen afbeeld en ornamenten. Hij maakt gebruik van trucjes en allerlei doorkijkjes. Caracci gebruikt een belichting van beneden uit. 4.2 vergelijking van Caravaggio met Rubens ‘De roeping van St. Mattheus’ (Caravaggio) Dit schilderij speelt zich af in een donkere kroeg of herberg. Er komt een lichtstraal naar binnen vallen die de drie hoofden van de mensen aan de achterkant van de tafel verlicht. De jongen links zit over de tafel gebogen geld te tellen. Rechts staat een man heel erg in het donker, waarvan alleen het gezicht en de arm zichtbaar zijn, maar je ziet ook heel licht een soort aureool boven zijn hoofd zweven. Mattheus is de zoon van Alfeus, geboren in Kafarnaum. Hij is de schrijver van het eerste evangelie (in het Hebreeuws) en is van beroep tollenaar (inner van belastinggelden). Zijn joodse naam is Levi. Een heel groot verschil tussen Rubens en Caravaggio is dat Caravaggio alles zo goed mogelijk naar de werkelijkheid af probeerde te beelden en veel gebruik maakte van donkere en sprekende kleuren, terwijl Rubens veel pasteltinten gebruikte en over lichte onderwerpen schilderde die hij niet ná kon schilderen. Hij maakte wel gebruik van modellen. Bij Rubens spelen landschappen een erg grote rol en zijn schilderijen zijn ook veel vaker buiten getekend in een of andere weelderige tuin, terwijl Caravaggio in de meeste van zijn schilderijen de compositie in een donkere omgeving afbeeldde. Caravaggio schilderde realistisch en naturalistisch, wat je goed kunt zien in het schilderij van de roeping van Mattheus. Hij wist te verbeelden hoe de gewone man leefde, hij schilderde blote voeten en simpele gewaden. Caravaggio gebruikte sacrale (heilige) thema’s die hij zo uitbeeldde dat hij het geloof voor iedereen wilde maken. Hij wilde dat het geloof niet meer alleen voor de rijke mensen was, maar dat het gewone volk er ook mee te maken moest krijgen. Hij wist de sacrale onderwerpen op een natuurlijke en alledaagse manier uit te beelden met gewonen mensen. Rembrandt heeft het clair-obscur aan Caravaggio ontleend, maar niet rechtstreeks, want hij heeft nooit een schilderij van hem gezien. Caravaggio had veel invloed, ook op Hollandse schilders die zijn werk gezien hebben en zijn vondsten meenamen naar ons land.
4.3 vergelijking van Rubens met Caravaggio en Caracci ‘aarde en water’ (Rubens) In dit schilderij van Rubens zie je twee naakte vrouwen, twee naakte mannen en twee naakte kinderen. De man en de vrouw die centraal, dus in het midden, van het schilderij staan houden elkaars hand vast en tussen hen in licht een kruik waar water uitkomt. De vrouw links, die de hand van de man vasthoud symboliseerd de aarde, omdat ze op de grond staat, planten vasthoud, links naast haar staat een tijger (een dier dat op land leeft) en ze symbolyseert vruchtbaarheid, door haar naakte vrouwelijke lichaam.De man met de witte doek om zijn lichaam symboliseert water, omdat hij boven de kruik waar water uit stroomt hangt en hij heeft een drietand vast (van Neptunis; God van de zee). De vrouw is nauwelijks bedekt en van de man zie je zijn rug met een doek erover heen. Boven de vrouw hangt nog een vrouw, die haar hand boven het hoofd van de andere vrouw houdt, in haar hand heeft ze een kransje. Uit het water komt een man met een schelp, die hij gebruikt als hoorn, hij blaast erop. De twee kinderen liggen te baden en hebben een lieve blik in hun ogen. Links ligt een tijger op de loer, het lijkt of hij kijkt naar de vrouw die boven de andere vrouw hangt en het lijkt ook of de vrouw terugkijkt. Boven de tijger hangen bloemen, die erg gedetailleerd zijn uitgewerkt. De drie mensen die staan leunen tegen een boom en de lucht is lichtblauw met maar een paar kleine wolken. In de compositie van dit schilderij zie je een grote driehoeksvorm, die onder breed begint en in een punt naar boven loopt. Hier zie je ook weer de verticale lijnen die typerend zijn voor de Barok en die denk ik wijzen naar de hemel. De beweging in het schilderij wordt gecreerd door de golven in het water, de doeken om de lichamen van de personen met zoveel plooien erin en de stand van de armen, waarin je duidelijk de spanning in de spieren ziet (dit zie je ook goed in de rug van de man). Rubens is geboren in 1577 in Vlaanderen en was een brave rooms-katholiek. Hij ging voor 8 jaar naar Italië en kwam hier in aanraking met de beeldhouwkunst en met de meesterwerken van de hoge Renaissance. Hij kwam hier ook in aanraking met Caravaggio en Caracci en voornamelijk ook met de Italiaanse traditie. Terug aan het hof van de Spaanse regenten had hij als hofschilder veel meer ruimte in de keuze van onderwerpen; zo kon hij in zijn stijl schilderen, die bestond uit veel volle en naakte vrouwen. Hij hoefde zich dus niet zoals Caravaggio en Caracci aan religieuze thema’s te houden. Hij had ook veel fantasierijkere onderwerpen dan de andere twee grote schilders (Caravaggio en Caracci). Rubens schilderde allerlei onderwerpen: godsdienstige (bijv. de geboorte van Christus en de kruisafname), mythologische onderwerpen (over Griekse goden en godinnen), allegorieën en portretten. Rubens schilderde over de genoegens van het leven, die hij op een bijna erotische manier afbeeld. Er komen ook meer landschappen in zijn werken. Heel kenmerkend voor Rubens was dat hij nooit echt schetste, hij wilde zijn werken altijd meteen in licht en kleur zien, dus daarom ging hij schilderen zonder eerst houtskool te gebruiken. Hij wilde tekenen en schilderen in elkaar over laten lopen. Rubens had veel Italiaanse invloeden in zijn werken, zoals de lichtbehandeling van mensen als Caravaggio en de figuren van Caracci. Rubens schildert met heel veel details, dit heeft hij overgehouden aan zijn Vlaamse geschiedenis, want dit is typisch voor de traditie van de Vlaams realisten. Het verschil tussen Rubens en Caracci is dat Rubens meer vrijheid heeft in de keuze van zijn onderwerpen en daarom zijn deze vaak vrolijker, weelderiger en frivoler, terwijl Caracci meer mythologische taferelen afbeeldde, hij beeldde mensen af als Goden. Ook beeldde hij vaak mensen af die heel erg gespierd waren, terwijl Rubens vrijwel alleen gebruik maakte van ronde vormen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.