Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Module 2

Beoordeling 5.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 529 woorden
  • 13 december 2004
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 5.8
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Aantekeningen module 2. Hoofdstuk 1. 1.1 * Kenmerken 18e eeuwse samenleving: - Plattelandseconomie. - Standaardeconomie ( elite -> arbeider -> rest ). - Sociale zorg is kwestie van liefdadigheid. 1.2 * Ongezond leven door: - Eenzijdig voedsel (steeds hetzelfde). - Klein + onhygiënisch huis / behuizing. - Hoge alcoholconsumptie. - Besmettelijke ziektes. - Slechte gezondheidszorg. 1.3 * Huwelijk en seks: - Hogere standen: ouders kiezen huwelijkspartner. - Lagere standen: meer keuze bij keuzepartner. - Seks voor het huwelijk kwam vaak voor. - Binnen het gezin was de man de baas. 1.4 * Opvoeding en onderwijs: - Vrouw is opvoeder in het gezin. - Onderwijs is geen overheidsstaak -> particuliere grammarschools voor welgestelde -> kerk verzorgde het onderwijs voor het gewone volk. - 85 % - 90 % van de bevolking is analfabeet.
1.5 * Demografie (opbouw van het land): - Bevolkingsgroei bij toename welvaart. - Kleine gezinnen in lagere standen door -> hogere huwelijksleeftijd -> zuigelingensterfte -> weinig geld. - Grote gezinnen in hogere standen door -> lagere huwelijksleeftijd -> meer geld. (lage levensverwachting bij geboorte, veel kinderen sterven in hun 1e levensjaar) Hoofdstuk 2. 2.1 * Industriële revolutie: - Start in Engeland, 1730. - Staal, mijnbouw, textielhandel. - Mensen gaan buitenshuiswerken. Verschuiving van gezinseconomie van gezinseconomie naar gezinslooneconomie. * Industriële revolutie lijdt tot urbanisatie (trek naar de stad): - Beroerde leefomstandigheden bij arbeiders. - Economische liberalisme -> overheid bemoeid zich niet met de welzijn van het volk. 2.2 * Hygiëne en gezondheid: - Hoge bevolkingsdichtheid rond fabrieken. - Snelle verspreiding van ziektes (door water). * Betere volksgezondheid halverwege 19e eeuw door: - Inentingen (prikken). - Beter voedsel. - Betere voedseldistributie. - Meet aandacht voor hygiëne. 2.3 * Seks in the city: - Familie heeft minder invloed op de huwelijkspartner. - Daling van de huwelijksleeftijd. - Hogere standen -> seks voor het huwelijk acceptabel. - Midden klassen -> Victoriaanse seks raakt in de taboesfeer (mag niet). - Ondanks werk buitenshuis geen emancipatie. - Alcoholisme veroorzaakt armoede en geweld in het gezin. 2.4 * Opvoeding en onderwijs: - Zware arbeidsomstandigheden in fabrieken voor kinderen. - Groeiende behoefte aan mensen die kunnen lezen en schrijven (voor de aanwijzingen op de machines). 2.5 * Snelle bevolkingsgroei: - Daling sterftecijfer door betere voedselvoorzieningen. Maltes waarschuwt voor gevolgen van blijvende bevolkingsgroei -> pleit voor geboortebeperkingen (condoom).
Hoofdstuk 3. 3.1 * Economische groei na 1850: - Landbouw -> nieuwe werktuigen en organisatie. - Industrie -> nieuwe uitvindingen en uitbreiding Brits Imperium (kolonisaties). - Handel -> vrij handel belangrijk voor Groot-Brittannië. * Arbeiders profiteren mee van de economische groei: - Hogere lonen / stijging koopkracht. - Betere werkomstandigheden. - Begin verzorgingsstaat. 3.2 * Gezonder leven in de steden door: - Verbetering water door betere afvoerleidingen. - Betere hygiëne door goedkopere zeep. - Warmere woningen door goedkoper steenkool. - Nieuwe medicijnen. 3.3 * Meer aandacht voor het gezinsleven: - Huiselijke gezelligheid. - Inrichting kamers worden mooier. - Er zijn meer uitstapjes met het gezin. - Welgestelde burgers pleiten voor de vrouw thuis voor de opvoeding. De arbeiders volgen het voorbeeld. Tegelijkertijd groei van de vrouwen beweging = meer vrouwelijke rechten. 3.4 - 1870 -> Education act = ieder kind heeft recht op onderwijs. - 1880 -> 80 % van de kinderen gaat naar school, leerplicht van kinderen van 5 tot 10 jaar. - 1890 -> gratis onderwijs voor kinderen uit arme gezinnen. 3.5 * Demografische transitie (bevolkingsaantallen): - Dalende sterftecijfers door -> meer gezondheidszorg en betere hygiëne. - Dalende geboortecijfers door -> voorbehoedsmiddelen en kleinere gezinnen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.