Biosphere 2

1 Het doel van de acht wetenschappers die leefden in de kas was om te kijken of ze konden overleven in deze nabootsing van de aarde. Toen was het een gesloten ecosysteem want de kas was dicht en er waren geen invloeden van buitenaf. Ook was het om mensen voor te bereiden op een eventuele toekomst van leven op de maan of mars. 2 Biosphere 2 is een museum geworden, maar wordt ook nog steeds voor onderzoek gebruikt. Doordat het is opengesteld zijn er invloeden van buitenaf en is het dus geen gesloten ecosysteem meer. 3 Oceaan: grootste oceaan door mensen aangelegd, koraalrif uit Caribische zee. Verschillende pompen vervangen stroming van de jaargetijden, koralen, vis, algen, wieren, ongewervelden. Moeras: bestaat uit twee soorten: 20% grasmoeras en 80% mangroven en zoetwaterbomen. Omdat dit gebied vrij klein is en er geen getijden zijn, is de dierlijke diversiteit gedaald. Er waren rivierkreeften, modderkrabben, slakken, sponzen enz. Regenwoud: bestaat uit verschillende hoogtes. Laagland staan grote bomen, op terrassen kleine bomen (papaja, palm, koffie). Ook bamboegordel, die bedoelt is om zout in de lucht (uit de oceaan) op te vangen een gembergordel met snelgroeiende planten (bananenbomen en gember). Ze groeien erg snel waardoor ze het licht weg houden van planten die lager bij de grond groeien. In het regenwoud leven allerlei dieren, bijvoorbeeld: makonie, rubber, kapok, insecten reptielen, vogels. Kolibries uitgestorven (te weinig voedsel). Savanne: overgangszone van het natte regenwoud naar de droge woestijn. Grassoorten voor de vinken en fruitbomen voor mensen. Schildpadden, insecten (termieten, kakkerlakken, mieren, aaltjes en mijten). Woestijn: 45 graden Celsius in de zomers, paar graden boven nul in de winter cactussen, yucca’s, boomjum-bomen, kruiden, struiken en vetplanten. Kikkertjes, niet-giftige slangen, hagedissen, schilpadden. Landbouw: 2000 m2 hectare landbouw gebied en fruitbomen. Pinda’s en geitenmelk voor de vetten, verschillende soorten bomen en vis voor de eiwitten; aardappelen, bananen, tarwe, rijst voor de koolhydraten. Ook kruiden, fruit, seizoensgroenten. Varkens, kippen, geiten (dwergras, zij eten minder en nemen minder plek in) leverden melk, eieren, mest, vlees en afleiding voor de bionauten. Er werden veel nieuwe dieren geboren.
4 Er werden computers, telefoonlijnen, radio en video gebruikt om informatie te verzenden en te ontvangen. Meer dan 1000 sensoren zijn geïnstalleerd om de levensverschijnselen van de verschillende ecosystemen in de gaten te houden. Elke sensor doet elke uur 360 metingen. Hiermee kan men onder andere de lucht en watertemperatuur meten. De lucht in de kas wordt om de 5 minuten geanalyseerd. Aan de hand daarvan beslist de computer of er lucht moet worden gekoeld of verwarmd en of lucht verplaatst moet worden naar een ander ecosysteem. De andere metingen waren nodig om te kijken wat voor problemen men tegen kan komen in een gesloten ecosysteem. 6 Net als op aarde was er een dag- en nachtritme dat afhankelijk was van het seizoen. ’s Nachts is er geen zon maar gaat CO2 uitstoot van dieren en mensen wel door en dus wordt de CO2 concentratie hoger. Hoe groot de fluctuatie is tussen dag en nacht hangt af van de verhouding tussen biomassa en kasvolume. In Biosphere 2 was die groter dan op aarde dus waren er ook meer schommelingen in de atmosfeer. Dat was interessant omdat ingrepen om evenwicht te houden direct zichtbaar waren in metingen. Op de aarde duurt het veel langer tot verstoringen van de atmosfeer zichtbaar worden. Ook de bewolkte winters hadden gevolgen voor de concentratie CO2 die werd 10 keer zo hoog als op aarde. Zelfs in de zomers met veel zon bleef de CO2 concentratie 3 keer hoger dan op aarde. Dit moest opgelost worden. Afhankelijk van de metingen werd er wel of niet gesnoeid. De gezondheid van de bewoners heeft geen last gehad van de hoge CO2 concentratie. Wat wel invloed had op de gezondheid was de dalende hoeveelheid zuurstof. Bij de start was er 19,2% zuurstof in de lucht. Per maand was er een zuurstofdaling van 0,2 tot 0,3%. Uiteindelijk bleef er 14,6% over. 7 Het regenwoud vergaat doordat de invloeden veranderen; het is geen gesloten ecosysteem meer doordat er teveel invloeden van buitenaf zijn. Sommige dieren en planten zullen uitsterven. 8 Door de veranderde omstandigheden zijn delen (dieren, planten) vergaan, als het systeem weer wordt gesloten zal dit zich niet vanzelf herstellen. Herstel is alleen mogelijk met hulp van buitenaf.