Defensie

Hoofdstuk 1 De Koninklijke Landmacht Bij de Koninklijke Landmacht horen heel veel onderdelen. Hieronder worden ze beschreven. Ze helpen elkaar en in een aantal gevallen horen ze bij elkaar. De volgende verdeling kan worden gemaakt: 1. De infanterie
2. De cavalerie
3. De artillerie
4. De genie
5. De verbindingsdienst
6 De aan- en afvoertroepen. 7 De technische dienst
8 De intendance
9 De geneeskundige dienst. 10 De nationale reserve
11 De gemechaniseerde brigade

12 Het korps commandotroepen
13 De luchtmobiele brigade (12 en 13 zijn onderdeel van het Duits-Nederlands legerkorps en werken samen binnen de NAVO) 1. De infanterie. De soldaten van de infanterie worden in pantservoertuigen naar de plek van actie gebracht. De luchtmobiele infanterie heeft helikopters van de luchtmacht. Verder heeft de infanterie verschillende soorten antitankwapens, boordkanonnen, mitrailleurs, semi-automatische geweren en mortieren. Bij de infanterie hoort het korps commandotroepen. Dit korps voert vele speciale operaties in binnen- en buitenland uit. Door het korps worden b.v. inlichtingen verzameld, maar ook sabotageactiviteiten horen tot hun taak. Als er ergens een crisis is wordt het korps er heen gestuurd. Zij helpen ook mensen in noodsituaties, zoals bij overstromingen en als er oorlog is. Door het korps worden ook opleidingen verzorgd, b.v. voor de Koninklijke Militaire Academie. Het gaat vaak om trainingen in het overleven op het gevechtsterrein. Een commando moet durf hebben en snelle beslissingen kunnen nemen. Je moet in moeilijke omstandigheden kunnen leven en overleven. Commando’s helpen elkaar. Bij de commando’s hoort ook het Counter Terrorism-team. Dit team bestaat uit ‘mannen zonder naam, maar met een missie’. Zeer ervaren soldaten, die erg veel moed hebben. Dit team behoort tot het beste van Europa. Iedere missie is van seconde tot seconde gepland. De commando’s hebben groene baretten. 2. Cavalerie De cavalerie bestaat uit tankeenheden en verkenningseenheden. Vroeger verplaatsten de soldaten zich te paard, maar nu hebben zij tankeenheden, de Leopard tanks. De cavalier verzamelt gegevens over de sterkte en de plannen van de tegenstander. Zij beveiligen het front. De cavalerie is verdeeld in bataljons van ongeveer 400 man. 3. De artillerie De artillerie kun je verdelen in de veldartillerie en de luchtdoelartillerie. Zij ondersteunt de infanterie en de cavalerie. Er wordt gebruik gemaakt van zwaar geschut en raketsystemen. De luchtdoelartillerie moet luchtdreiging afweren. Zij hebben kleine op afstand bestuurbare vliegtuigjes die vanuit het gebied waar ze vliegen informatie doorgeven over het terrein en de aanwezigen vijandige troepen. 4. De genie De genie zorgt er niet alleen voor dat de eigen troepen zich ongestoord kunnen verplaatsen maar probeert ook de tegenstander te vertragen. Zij kunnen hindernissen opwerpen, bruggen vernietigen of juist herstellen, mijnenvelden leggen of ruimen. Zij gebruiken hiervoor springstoffen, allerlei soorten brugslagmaterieel, bouw- en graafmachines, bulldozers, hijskranen. Zij kunnen ook huizen bouwen en schuilonderkomens. Een aparte groep zijn de pantsergenisten, die vanuit pantservoertuigen werken.
5. De verbindingsdienst Om de taken goed te kunnen uitvoeren heeft de verbindingsdienst moderne telecommunicatieapparatuur, zoals satelliet, telefoon- en faxverbindingen, telex en datacommunicatie. De verbindingsdienst is helemaal gemotoriseerd. 6. Intendance De intendance zorgt voor de bevoorrading van de troepen met levensmiddelen, kleding, munitie en brandstof. 7. Aan- en afvoertroepen Deze troepen zorgen voor het vervoer van mensen en materieel. Dit geldt voor de verplaatsingen over de weg en ook voor de lucht, over water of over rails. Ook de verkeersleiding behoort tot hun taken. 8. Technische dienst Deze dienst zorgt ervoor dat het militair materieel van de landmacht in perfecte staat is. De medewerkers zijn verantwoordelijk voor het onderhoud dat in werkplaatsen en garages op kazernes wordt uitgevoerd. Bij oefeningen zijn mobiele herstelploegen aanwezig om reparaties ter plekke te kunnen uitvoeren. 9. Geneeskundige dienst Deze dienst is belast met de medische en verpleegkundige verzorging van alle militairen. De tandheelkundige verzorging, hygiëne en het onderhoud van geneeskundig materieel valt onder de verantwoordelijkheid van deze dienst. Ook zorgt zij voor het rapport van zieken en gewonden. 10. De nationale reserve De nationale reserve bestaat sinds 1948. Zij heeft een eigen uitrusting, wapens en voertuigen. Belangrijk voor de nationale reserve is de zorg voor vrede en veiligheid. Taken voor de nationale reserve zijn: beveiliging en bewaking van lucht- en zeehavens, elektriciteitscentrales, bruggen, sluizen, tunnels enz. Verder helpen zij bij rampen, b.v. een watersnood en kunnen zij worden ingeschakeld door politie of brandweer. Ook helpen zij op Prinsjesdag of verzorgen zij een erewacht bij een staatsbezoek. De nationale reserve oefent b.v. op het schietkamp de Harskamp en op het oefen- en rampenterrein bij Bussum.
11. De gemechaniseerde brigade De Landmacht heeft 3 parate brigades die precies gelijk zijn. De ene helft van de eenheid is paraat, de andere helft kan worden opgeroepen. De brigade heeft twee pantserinfanterie- en 2 tankbataljons. Voor verdere ondersteuning wordt gezorgd door genie, artillerie, geneeskundige dienst. 12. Het korps commandotroepen De commando’s vormen een bijzondere eenheid. Samen met de luchtmobiele brigade werken ze ook in NAVO-verband en zijn ze onderdeel van het Duits-Nederlandse legerkorps. De commando’s zijn getraind om te werken onder de zwaarste omstandigheden. Ze voeren geheime opdrachten uit achter de vijandelijke linies. Ze redden piloten, die met hun toestel zijn neergehaald in vijandelijk gebied. Ze werken in kleine groepen. De soldaten moeten veel doorzettingsvermogen hebben en ook heel betrouwbaar zijn. Binnen het team moet men elkaar blindelings kunnen vertrouwen. Sinds begin 1994 zijn speciaal opgeleide commando’s aanwezig in Bosnië. De training van de commando’s is heel zwaar. Zij moeten kunnen leven en overleven op het gevechtsterrein onder moeilijke en gevaarlijke omstandigheden. Zij moeten kunnen parachutespringen. Een commando moet erg moedig zijn en durf hebben. Hij moet snelle beslissingen kunnen nemen. Onderdeel van het korps is het Counter Terrorism-team. Het zijn ‘mannen zonder naam en gezicht’ maar met een missie. Snel, meedogenloos, bekwaam. Hun laatste actie was een afhaalactie (in 1997). Toen pakte een groep mariniers en commando’s de twee van oorlogsmisdaden verdachte Bosnische Kroaten in Midden-Bosnië, om hen naar het Joegoslavië tribunaal in Den Haag te brengen. Commando’s dragen een groene baret. 13. De luchtmobiele brigade Deze brigade is pas in 1993 opgericht. Zij kunnen overal ter wereld worden ingezet; zij kunnen zich razendsnel verplaatsen. Zij hebben transport- en bewapende helikopters, terreinvoertuigen, draagbare antitankwapens en moderne communicatiemiddelen. De brigade is een onderdeel van het Duits-Nederlandse legerkorps en van de NAVO. De brigade draagt rode baretten. Je moet heel goed op elkaar kunnen vertrouwen en veel voor een ander over hebben, want dit kan van levensbelang zijn. Een brigade bestaat uit infanterie-eenheden en wordt ondersteund door een genie-eenheid voor het verbeteren van het terrein, door een mortiereenheid voor vuurondersteuning. Hoofdstuk 2 Het korps commandotroepen Het korps commandotroepen is er al jaren. Al in de Tweede Wereldoorlog wilde het leger speciaal getrainde eenheden, die achter de vijandelijke linies konden opereren. In 1942 begonnen de eerste 42 Nederlanders aan een commando-opleiding in Schotland. Die groep werd de No 2 (Dutch) Troop genoemd. Deze mannen werden met veel succes ingezet in Birma, Arnhem, Nijmegen, Eindhoven, Vlissingen en Westkapelle. Toen de oorlog was afgelopen is dit korps samen met een ander korps dat ook in de oorlog is opgericht opgeheven. Maar later werden leden van de korpsen samengebracht in het Regiment Speciale Troepen en dat is de voorloper van het korps commandotroepen. Nu bestaat het korps uit 3 commandotroepen-compagnieën: de 104, 105 en 108 commandotroepen-compagnie en de stafverzorgings/instructiecompagnie. In 1989 werd de Berlijnse Muur afgebroken en kwam er een einde aan de Sovjet Unie. Hiermee verdween het Naoorlogse vijandbeeld en in de westerse wereld ging men zich bezinnen op de taken van het leger. De Verenigde Naties ging zich bezighouden met het handhaven van vrede en veiligheid in de wereld. Nederlandse militairen werden uitgezonden naar b.v. Libanon, Irak, Cambodja, Bosnië. Hierdoor is de belangrijkheid van het korps commandotroepen alleen maar groter geworden. Het korps commandotroepen heeft vele taken. Door dit korps worden speciale operaties voorbereid en ook uitgevoerd. Het korps commandotroepen werkt samen met de Luchtmobiele brigade in NAVO-verband. Door het korps worden ook speciale opleidingen verzorgd voor soldaten van het Duits/Nederlands Legerkorps en andere opleidingseenheden. Veel geheime opdrachten worden door dit korps uitgevoerd. Ze redden piloten, die met hun toestel zijn neergehaald in vijandelijk gebied. Ze werken in kleine groepen. De soldaten moeten veel doorzettingsvermogen hebben en ook heel betrouwbaar zijn. Binnen het team moet men elkaar blindelings kunnen vertrouwen. Sinds begin 1994 zijn speciaal opgeleide commando’s aanwezig in Bosnië. De training van de commando’s is heel zwaar. Zij moeten kunnen leven en overleven op het gevechtsterrein onder moeilijke en gevaarlijke omstandigheden. Zij moeten kunnen parachutespringen. Een commando moet erg moedig zijn en durf hebben. Hij moet snelle beslissingen kunnen nemen. Onderdeel van het korps is het Counter Terrorism-team. Het zijn ‘mannen zonder naam en gezicht’ maar met een missie. Snel, meedogenloos, bekwaam. Hun laatste actie was een afhaalactie (in 1997). Toen pakte een groep mariniers en commando’s de twee van oorlogsmisdaden verdachte Bosnische Kroaten in Midden-Bosnië, om hen naar het Joegoslavië tribunaal in Den Haag te brengen. Commando’s dragen een groene baret. Niet iedereen kan commando worden. Er worden aan de kandidaten vele eisen gesteld. Ook moet een kandidaat deelnemen aan een selectieprocedure. Dan wordt iemand getest op bijvoorbeeld hoogte- of watervrees, zelfstandigheid, creativiteit, betrouwbaarheid, doorzettingsvermogen enzovoort. Commando’s mogen geen bril of contactlenzen dragen en moeten een goede conditie hebben. Militairen en ook burgers kunnen commando worden. Hoofdstuk 3 De luchtmobiele brigade Je moet niet bang zijn als je bij de luchtmobiele brigade wil. De mensen worden ingezet voor snelle helikopteracties, meestal op vijandelijk terrein. Dat terrein kan onherbergzaam zijn, tropisch of ijzig koud en de omstandigheden kunnen zo zijn dat alleen de echte ‘survivals’ het redden. De luchtmobiele brigade komt er ook aan te pas als er humanitaire hulp geboden moet worden, bijvoorbeeld mensen helpen die in erbarmelijke omstandigheden verkeren. Zij helpen dan bij verhuizen of beschermen die mensen. Dus alleen als je meer bent dan de middenmoot kom je in aanmerking om bij de luchtmobiele brigade te werken. De luchtmobiele brigade moet zijn missies meestal in korte tijd uitvoeren. Dat betekent snel handelen en goed op elkaar ingespeeld zijn. Teamwork is voor de brigade net zo belangrijk als de wieken van een helikopter. De mensen moeten voor 200% op elkaar kunnen vertrouwen en alles voor elkaar over willen hebben, want dat kan van (levens)belang zijn. Ook de samenstelling van de brigade is afgestemd op teamwork. De brigade bestaat uit infanterie-eenheden, die worden ondersteund door een genie-eenheid voor verbetering van de terreinomstandigheden, een mortiereenheid voor vuurondersteuning en drie logistieke eenheden: de bevoorradingscompagnie levert voeding, kleding, brandstof en munitie, de herstelcompagnie onderhoudt het materieel en de geneeskundige compagnie behandelt zieken en gewonden. De Stafcompagnie tenslotte zorgt onder andere voor telecommunicatieverbindingen. De luchtmobiele brigade is opgericht in 1993. Dit is gebeurd omdat de veiligheidssituatie in die tijd sterk veranderde. Om overal in de wereld in actie te kunnen komen moet men zich razendsnel kunnen verplaatsen. Taken van de brigade zijn: 1.Het bijdragen aan de verdediging van Europa bij een groot conflict, samen met andere strijdkrachten

2. Het handhaven van vrede en veiligheid in geval van oorlogsdreiging
3. Hulp bieden aan mensen die in moeilijke omstandigheden verkeren. De brigade treedt op met onder meer transport- en bewapende helikopters, lichte terreinvoertuigen, draagbare antitankwapens en de modernste communicatiemiddelen. Bij de luchtmobiele brigade werken ongeveer 2.500 mensen, verdeeld over 3 luchtmobiele infanteriebataljons en ondersteunende troepen. De brigade maakt deel uit van het Duits-Nederlands legerkorps, maar kan ook worden ingezet als deel van een multinationale divisie. Deze NAVO-divisie is gevuld met eenheden van luchtmobiele brigades uit Duitsland, Engeland, België en Nederland en telt in totaal 20.000 mensen. De luchtmobiele brigade is gevestigd in Schaarsbergen en in Assen. De leden van de Luchtmobiele brigade zijn herkenbaar aan een rode baret. Overal waar de rode baretten verschijnen, dwingen zij respect af door hun bekwaamheid. Je krijgt de rode baret pas als je voor alle onderdelen van de opleiding geslaagd bent. Hoofdstuk 4 De luchtmacht Het gebruik van militaire middelen in de lucht kan niet meer gemist worden in een modern leger. Het luchtwapen kan op vele manieren worden ingezet, o.a.: Luchtverdediging (bevechten en houden van luchtoverwicht) Strategische bombardementen uitvoeren
Luchtsteun geven aan grond- en zeekrachten
Verzorgen of overvliegen van mensen en materiaal. Het luchtwapen is ook heel geschikt voor de inzet bij vredesoperaties en hulpacties. De gevechtsvliegtuigen staan klaar om direct ergens heen te vliegen. Ze voeren echter ook verkenningen uit. Transport- en gevechtshelikopters kunnen snel reageren om grondtroepen te verplaatsen of luchtsteun te geven. Met de verschillende luchttransportmiddelen kan heel snel gereageerd worden op een noodtoestand, ook op grote afstand van de thuisbasis. Daarom is de afgelopen jaren de transportvloot vernieuwd en uitgebreid. De afgelopen jaren kwam de luchtmacht in actie met onder andere F-16’s boven het voormalige Joegoslavië. De patriots kwamen in actie in Turkije en Israël. Ook hielp de luchtmacht bij acties in Cambodja. De luchtmacht is ook verantwoordelijk voor het opsporen en het redden van vermiste vliegtuigbemanningen en het transporteren van zieken en gewonden vanaf de Waddeneilanden. Door het radarstation Nieuw Milligen wordt het luchtruim in de gaten gehouden. Het station verzorgt ook voor een belangrijk deel de verkeersleiding voor de burgerluchtvaart. Tenslotte voert de Luchtmacht fotoverkenningsvluchten uit voor het ministerie van Justitie of andere overheidsinstanties. De Luchtmacht heeft geen eigen hoofdkwartier maar hoort helemaal bij de NAVO. Er werken ongeveer 11.500 militairen en 1700 burgers bij de Luchtmacht. Het materieel van de Luchtmacht bestaat uit: 213 F-16 jachtvliegtuigen
30 Apache gevechtshelikopters
19 Chinook zware transporthelikopters
27 Bo-105 observatiehelikopters
3 AB 412 reddingshelikopters
2 KDC 10-transport/tankvliegtuigen
2 Hercules transportvliegtuigen
4 Fokker 60 passagiers transportvliegtuigen
2 Fokker 50 passagiers transportvliegtuigen
6 patriotten
50 Hawks
4 squadrons Stinger-eenheden
Op Curaçao heeft de Luchtmacht 2 F-27 Maritime ingeschakeld. Vanaf een vliegbasis voeren zij kustwachttaken uit voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De Luchtmacht heeft geleide wapensystemen. Zij hebben de taak het luchtruim te verdedigen tegen vijandelijke indringers. De geleide wapensystemen zijn Patriot en Hawk. Door middel van mobiele onderstellen zijn ze eenvoudig te verplaatsen. Voor de eigen verdediging van Patriot en Hawk zorgt een radarsysteem met luchtdoelkanonnen en een draagbare Stinger hittezoekende luchtafweerraket. Hoofdstuk 5 De marine De Koninklijke Marine heeft heel veel taken: - Verdediging van het eigen en het bondgenootschappelijke grondgebied. Een van de belangrijkste taken van de marine is en blijft het verdedigen van het Nederlands grondgebied en dat van de leden van de NAVO. - Handhaving van een vrije zee. De marine zorgt voor de veiligheid en de verdediging van meerdere zeeën: de Noord-Atlantische Oceaan, de Noordzee, Het Kanaal, de Noorse Zee, het westelijk deel van de Oostzee en de Middellandse Zee. De schepen van de marine maken deel uit van NAVO-vlootverbanden - Bescherming van het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba. Voor deze taak zijn er altijd marine-eenheden aanwezig in het Caraïbisch gebied. - Verdediging en ondersteuning van de Nederlandse belangen waar dan ook ter wereld/Bevorderen van de internationale rechtsorde en de naleving van mensenrechten. Een belangrijk doel van de marine is het voorkomen van gewapende conflicten in de wereld. Marineschepen kunnen overal ter wereld zelfstandig optreden. Zij kunnen grenzen overschrijden omdat het merendeel van de zeeën onder de internationale wateren vallen. Daarom zijn de schepen geschikt om in te zetten in crisissituaties en bij het bewaken van de vrede. - Ondersteuning aan civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulpverlening, zowel nationaal als internationaal. De marine heeft de operationele leiding over de Kustwacht in Nederland en in het Caraïbisch gebied. De kustwacht coördineert reddingstaken, handhaaft de regels voor het scheepvaartverkeer, voert visserij-inspecties uit, controleert op milieuovertredingen en bestrijdt illegale activiteiten, zoals drugssmokkel. De marine ruimt ook explosieven op, bijvoorbeeld zeemijnen uit de Tweede Wereldoorlog. Werkwijze van de marine. De marineschepen opereren zelden alleen. Ze maken meestal deel uit van een groep. Voor iedere taak wordt een groep gevormd. Het materieel van de marine bestaat o.a. uit: Luchtverdedigings- en commandofregatten, standaardfregatten, amfibische transportschip, bevoorradingsschepen, onderzeeboten, mijnenjagers, duikvaartuigen, helikopters, patrouillevliegtuigen. Het personeel. Alle schepen, vliegtuigen en helikopters zijn voorzien van de nieuwste technische snufjes. Daarvoor zijn deskundige mensen nodig. Het personeel is de grootste kracht van de organisatie. Er werken bij de marine 16.500 militairen en burgers. Korpsen en dienstgroepen. Elke militair van de marine is ingedeeld bij een korps of een dienstgroep. Officieren behoren tot een van de vijf korpsen en onderofficieren, korporaals en manschappen tot een van de zes dienstgroepen. De korpsen: Zeedienst, mariniers, technische dienst, elektrotechnische dienst administratie. Dienstgroepen: operationele dienst, wapentechnische dienst, technische dienst, logistieke dienst, korps mariniers, bijzondere diensten. Scheepsnamen. De schepen van de marine varen in dienst van Hare Majesteit de Koningin. Daarom worden de namen vooraf gegaan door Harer Majesteits (Hr.Ms.) Als er een koning komt wordt dit vervangen door Zijner Majesteits (Zr.Ms.). De namen van de schepen hebben allemaal een bijzondere betekenis. Ze zijn vernoemd naar historische figuren, zeehelden, plaatsen of schepen. De Koninklijke Marine in de lucht. De Marineluchtvaartdienst. De Marineluchtvaartdienst volgt vlootbewegingen, spoort vijandelijke eenheden op en schakelt deze uit en voert kustwachtoperaties uit. De dienst heeft 10 patrouillevliegtuigen en 21 helikopters. Onderzeedienst. Onderzeeboten lijken onzichtbaar, want ze zijn moeilijk op te sporen. Ze kunnen lange tijd zonder assistentie of bevoorrading onder water blijven om hun opdracht uit te voeren. “Zien zonder gezien te worden”is dan ook het motto van de Onderzeedienst. In vredestijd of bij vredesoperaties voeren onderzeeboten van de NAVO-landen vooral verkenningen uit. In oorlogstijd is hun belangrijkste taak het opsporen en aanvallen van vijandelijke onderzeeboten en oppervlakteschepen. Bij de onderzeedienst werken 400 mensen. De dienst heeft 4 onderzeeboten. Ook beschikt de dienst over een torpedowerkschip. De thuishaven van de onderzeeboten is Den Helder. Door de goede samenwerking met de Britse marine opereren ze ook vanuit Britse havens. De onderzeeboot. Aan de buitenkant van een onderzeeboot zitten de hoofdballasttanks. Als de onderzeeboot boven water vaart, zitten ze vol lucht. Om onder water te gaan, worden de kleppen van de tanks geopend. De lucht stroomt weg en de tanks vullen zich met water. Daardoor verdwijnt de boot onder de waterspiegel . De boot komt op de gewenste diepte door kleine hulpballasttanks in de boot te vullen met zeewater of door water weg te pompen. Om weer aan de oppervlakte te komen wordt onder hoge druk lucht in en water uit de hoofdballasttanks geperst.
Hoofdstuk 6 Het korps mariniers De oprichting. In augustus 1665 dienden Raadspensionaris Johan de Witt en luitenant-admiraal Michiel de Ruyter een conceptresolutie in bij de Staten-Generaal, over een regiment zeesoldaten. Na mondeling toelichting kon, bij resolutie van 10 december 1665, het Regiment de Marine worden opgericht. De staatsman en de vlootvoogd bleken de uitgangspunten van hun corps zo ijzersterk geformuleerd te hebben dat ze nog steeds van kracht zijn. Een vast regiment bevaren soldaten, toegerust voor de dienst ter zee, die als er niet werd gevaren, in garnizoen lagen in de “zeeplaatsen”. Dus direct bij de hand als de vloot werd uitgerust. Op de grens van het land en het water ligt het operatieterrein van de mariniers. Het Korps Mariniers is een onderdeel van de Nederlandse strijdkrachten, dat wereldwijd opereert. In totaal bestaat het korps uit ongeveer 3000 man. Als onderdeel van de amfibische NAVO-strijdkrachten zijn eenheden van het Korps Mariniers direct inzetbaar. Daarnaast wordt het korps ingeschakeld bij de bescherming van het grondgebied van de Nederlandse Antillen en Aruba en kan worden ingezet voor vredestaken. Binnen de Koninklijke Marine zorgt het korps voor de training van het marinepersoneel. Ook is er een Bijzondere Bijstandseenheid (BBE), die wordt ingezet op verzoek van het ministerie van Justitie. De Mariniers werken al sinds 1970 samen met de Britse Marine. De mariniers worden goed voorbereid om snel te kunnen worden ingezet in bergachtige streken. Ieder jaar wordt een zwaar trainingsprogramma afgewerkt in bijvoorbeeld de Schotse Hooglanden en Noord-Noorwegen. Tot ver boven de Poolcirkel leren de mariniers te overleven bij extreem lage temperaturen. Mariniers leren zich te verplaatsen op ski’s. Nederlandse marinierseenheden werken sinds 1989 samen met een groot aantal andere NAVO-landen. Zij vormen een snel inzetbare, zeer mobiele strijdmacht. Deze eenheid wordt overal ingezet binnen het NAVO-bevelsgebied waar dat nodig is. Omdat er 9 NAVO-partners deel uitmaken van de eenheid (AMFLand) blijft de betrokkenheid bij een crisis nooit beperkt tot 1 land. Het voorkomen van een conflict is het belangrijkste uitgangspunt. Een taak die de laatste jaren belangrijker is geworden is het deelnemen aan vredesoperaties van of namens de Verenigde Naties. Op verzoek van de Veiligheidsraad kan een versterkt bataljon mariniers (600 – 800 man) worden ingezet. De afgelopen jaren is daar regelmatig een beroep op gedaan: Koerden Noord Irak, Cambodja, Haïti, Bosnië. De commandant van het Korps Mariniers heeft zijn hoofdkwartier in Rotterdam. Het werkterrein van de mariniers ligt voor een groot deel in het buitenland. In NAVO-verband zijn eenheden van het Korps Mariniers vooral bestemd voor inzet op de flanken van het verdragsgebied. Dat wil zeggen van Noord-Noorwegen tot Oost-Turkije. Een apart onderdeel is de Marinierskapel, het muzikale visitekaartje van de hele Marine. Het korps is internationaal bekend en gewaardeerd. Sinds december 1995 is in 4 herbouwde koopmanshuizen aan de Wijnhaven in Rotterdam het Mariniersmuseum van de Koninklijke Marine gevestigd. Hoofdstuk 7 De koninklijke marechaussee Geschiedenis van de Marechaussee. De Koninklijke Marechaussee bestaat al sinds 26 oktober 1814 toen koning Willem I het besluit ondertekende tot de oprichting. Het Korps werd belast met het verrichten van politiediensten voor de krijgsmacht. Het Korps was ook een orgaan van de Rijkspolitie. Dit bleef zo tot de mobilisatie van 1914-1918. In 1919 werd het Korps Politietroepen opgericht, dat werd ingezet voor vredesoperaties. Het Korps Marechaussee was alleen nog Rijkspolitiekorps en dat duurde tot in 1940. In de Tweede Wereldoorlog werd het korps burgerpolitie en Koninklijk werd geschrapt. De Rijksveldwacht en Gemeenteveldwacht werd opgeheven en ondergebracht bij de Marechaussee. Na de bevrijding in 1945 kreeg de Marechaussee weer de status van militair politiekorps. Taken van de Marechaussee. - De beveiliging van de leden van het koninklijk huis. - Politie- en beveiligingstaak op Schiphol en andere burgerluchtvaartterreinen. - Bijstandsverlening aan politiekorpsen. - Handhaving van de vreemdelingenwetgeving. - Beveiliging van waardetransporten van De Nederlandsche Bank. - Politie- en beveiligingstaak van de ambtswoning van de minister-president. - Uitvoering van de politietaak voor de strijdkrachten. - Bij de Nederlandse NAVO-delegatie in Brussel is ook groep marechaussees geplaatst voor het verrichten van beveiligings- en koeriersdiensten. Traditiegetrouw nemen marechaussees deel aan het militair ceremonieel in Den Haag, bijvoorbeeld wanneer nieuwe buitenlandse vertegenwoordigers in ons land bij de koningin op bezoek komen. Zij zijn uiteraard ook aanwezig op Prinsjesdag. Verder zijn Marechaussees aanwezig bij de vredesoperaties die worden uitgevoerd onder toezicht van de Verenigde Naties. Er is altijd een eskadron (50 personen) gereed om binnen 4 dagen te kunnen vertrekken om waar ook ter wereld opdrachten uit te voeren. Bij de Marechaussee werken 4400 mannen en vrouwen. Een opperofficier in de rang van generaal-majoor voert het bevel. Ondersteunende diensten. Met de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) beschikt de commandant van de Marechaussee over een bijzondere eenheid, die hij kan inzetten wanneer snel en specialistisch optreden nodig is. De BSB heeft een observatie- en aanhoudingsteam. Het personeel is erg goed opgeleid om bijvoorbeeld gebouwen binnen te dringen en explosieven te herkennen. De Brigade is ook met snelle en praktische voertuigen uitgerust. Tot de Marechaussee behoort ook de Centrale Recherche. Deze dienst helpt bij ingewikkelde opsporingsonderzoeken. De Centrale Recherche werkt samen met de Centrale Recherche Informatiedienst van het Korps Landelijke Politie Diensten. Een ander onderdeel van de Marechaussee is de Controle Opslag en Vervoer Gevaarlijke Stoffen. Dit onderdeel is in 1992 aan de Marechaussee toegevoegd. De dienst controleert bij transporten van munitie of gevaarlijke stoffen.
Hoofdstuk 8 Werken bij de koninklijke landmacht Er zijn allerlei banen bij de Koninklijke Landmacht. Je kunt als machinist op een bulldozer werken, je kan chauffeur of computerprogrammeur worden, onderhoudsmonteur, pelotonscommandant of schutter op een tank. Bij de Landmacht krijg je een functie of een rang. Iedereen kan solliciteren. Welke vooropleiding je ook hebt er zijn altijd mogelijkheden. Belangrijk is de mentaliteit en de inzet. Als je aan de eisen voldoet word je aangesteld als Beroeps Bepaalde Tijd. BBT-er noemen we dat. Overzicht van verschillende functieclusters. Clusters zijn functies die min of meer bij elkaar horen. Er zijn functies waarvoor geen diploma nodig is en andere waarvoor dat wel gevraagd wordt. a. Gevechts- en gevechtsondersteunende functies. Infanterie, cavalerie, artillerie en genie
b. Chauffeursfuncties
Rupsvoertuigen, wielvoertuigen, bouwmachines en vaartuigen. c. Telecommunicatie
Bij deze cluster krijg je te maken met het beschikbaar stellen, installeren en in stand houden van zeer hoogwaardige telecommunicatieapparatuur zoals straalzenders, satellietapparatuur, radio’s en computers. De verbindingsfuncties hebben veelal te maken met het bedienen van telecommunicatieapparatuur (zenders en ontvangers). d. Logistieke / administratieve functies
Beheer, consumptief/horeca en administratief. e. Geneeskundige functies
Enkele functies binnen deze cluster zijn het verzorgen en/of verplaatsen van zieken en gewonden, desnoods noodoperaties verrichten en het onderhouden van medische apparatuur en het beheer van medicijnen. f. Technische functies
Motorvoertuigentechniek, mechanische techniek, bouwtechniek, installatietechniek en elektrotechniek. g. Overige functies
Bijvoorbeeld beroepen als arts, muzikant of automatiseringsdeskundige. De verschillende opleidingen kunnen worden gevolgd in diverse plaatsen in Nederland, zoals bijvoorbeeld aan de Koninklijke Militaire School in Weert en de Koninklijke Militaire Academie in Breda. Voor informatie over het werken bij de Koninklijke Landmacht kun je terecht bij een Banenwinkel. Deze winkels zijn in Amsterdam, Arnhem, Breda, Eindhoven, Groningen, Hengelo, Leeuwarden. Roermond, Rotterdam, Utrecht en Zwolle.