Industriële Revolutie

Inleiding De periode tussen 1700 en 1850 noemt men ook wel de Industriële Revolutie. De Industriële Revolutie was een periode van grote veranderingen in de West-Europese samenleving. Die veranderingen werden veroorzaakt door de komst van Industrie. Het begon allemaal in Groot-Brittannië. De economie begon daar sterk te groeien. De economie groeide zo door enkele belangrijke ontwikkelingen. Het open-field systeem verdween en er kwamen steeds meer enclosures. Dat waren grote, omheinde velden waar de boeren konden experimenteren met nieuwe methoden om het land te bewerken. Ook experimenteerden ze met nieuwe gewassen en kochten nieuwe werktuigen. Door de nieuwe manieren die ze ontdekten om bijvoorbeeld de grond te bewerken stegen de voedselopbrengsten. Omdat er nu genoeg voedsel was en er waren ook betere medicijnen steeg de bevolking. Door de groei was er meer vraag naar kleding en voedsel en dat was weer gunstig voor boeren, handelaars en bedrijven. Kleine dorpen werden grote steden. De eerste spoorbanen werden aangelegd en er kwamen betere verbindingen tussen de steden. De havens en mijnen groeiden en ook de economie van Engeland groeide. Met het kapitaal dat verdient werd startten de ondernemers andere activiteiten. Zo was er sprake van kapitalisme. In de zestiende en zeventiende eeuw begonnen enkele kapitalisten met de manufactuur. In een grote hal lieten ze mensen in ruil voor loon werken. Tussen 1718 en 1722 werd de eerste fabriek gebouwd in Derby, Engeland. Die fabriek werkte nog op waterkracht, en tussen 1790 en 1800 kwamen er meer stoommachines. De technologische vernieuwingen begonnen in de textielindustrie. In 1733 werd de schietspoel uitgevonden waardoor het werktempo verdrievoudigd werd. In 1764 kwam er een spinmachine, en telkens werden er nieuwe uitvindingen gedaan. Ook de ijzerindustrie kwam op gang. Enkele grote industriegebieden waren in Londen, Bristol, Birmingham,Sheffield, Leeds, Manchester, Liverpool, Bradford, Newcastle, Edinburgh en Glasgow. Pas in 1890 begon de industrialisatie in Nederland. Zoals je ziet is dat een stuk later dan Engeland. Waarom begon Engeland zo snel met industrialiseren? Dat kwam omdat Engeland vooor de Revoolutie al een van de rijkste landen was, de bevolking groeide langzaam door het hoge sterftecijfer en ze hadden geen last van concurrentie. De andere landen moesten eerst de achterstand daarvan inhalen. In dit betoog ga ik argumenten voor en tegen een stelling geven. De stelling luist als volgt: ‘De Industriële Revolutie was een vooruitgang.’ In de kern ga ik die stelling van twee kanten beargumenteren. Ik ga argumenten geven waarom dat zo zou zijn, en ik ga argumenten geven waarom dat niet zo zou zijn. In de conclusie ga ik mijn eigen mening geven en steun ik die mening door argumenten die ik in de kern al had genoemd. Kern Argumenten vóór de stelling: Ik begin met argumenten vóór de stelling: De Industriële Revolutie was een vooruitgang. De eerste reden waarom dit zou kunnen kloppen, is dat dankzij de Industriële Revolutie de techniek en wetenschap nu zo ver is. Zonder de Industriële Revolutie zou de Industrie nu denk ik nog niet zo ver zijn. Als de periode van de Industriële Revolutie niet bestaan had, als de Revolutie nooit gebeurd zou zijn, zou het belangrijkste bestaansmiddel waarschijnlijk landbouw zijn, of huisnijverheid. We zouden waarschijnlijk al wat meer ontwikkeld zijn dan toen in 1700, maar er zouden nu nog geen computers en machines zijn. Nou dat misschien wel maar tenminste niet zulke moderne en goede apparaten. Dan denk je; wat heeft dat ermee te maken? Nou in de tijd van de Industriële Revolutie werd er veel geëxperimenteerd met machines. Ze begonnen met simpele machines die nog door de mens moest worden aangedreven, en kijk eens waar we nu zijn! Ze vonden telkens ingewikkeldere, maar wel betere, machines uit. In die periode is er dus veel kennis opgedaan. Men ontdekte dingen, nieuwe manieren, nieuwe en betere aandrijfkrachten, gewoon betere machines. Men ontdekte veel dingen waar ze daarvoor waarschijnlijk nog nooit aan had gedacht. Men leerde heel veel. Ten tweede is Groot-Brittannië dankzij de Industriële Revolutie heel rijk en welvarend geworden. Dat is natuurlijk altijd wel een voordeel voor een land als het veel verdient. Mede daardoor is Groot-Brittanië nu wat het is. Een welvarend land met behoorlijk veel macht. Veel activiteiten en gebeurtenissen vinden er plaats en ook veel bekende mensen, met veel aanzien, wonen daar en zorgen voor het land. Wat ook een vooruitgang was, is dat dankij de Industriële Revolutie de standensamenleving in een klassensamenleving veranderde. Je afkomst was niet meer zo vreselijk belangrijk. Voortaan bepaalde bezit en inkomen in wat voor klasse je terecht kwam. Waarom was dat een vooruitgang? Nou, je kon nu veel gemakkelijker van sociale laag veranderen als voorheen. Als je bijvoorbeeld uit een arm gezin kwam, had je in het verleden helemaal geen kansen. Je eindigde meestal als bedelaar of dagloner. Tijdens en na de periode van de Industriële Revolutie veranderde dat. Je kon makkelijker hogerop komen. Ook werd de werkeloosheid een stuk minder, omdat er dankzij al die fabrieken opeens heel veel vraag was naar arbeiders. Er was nog iets wat een vooruitgang was, omdat er nu hele massa’s tegelijk werden geproduceerd, en het was niet meer zo veel werk dankzij de machines, werden veel producten zoals bijvooorbeeld katoenen kleding goedkoper.
Argumenten tégen de stelling: Ik ga nu argumenten geven tégen de stelling: ‘De Industriële Revolutie was een vooruitgang.’ Ook daar zijn argumenten voor, want door de Industralisatie namen de problemen met het milieu enorm toe, ook nu merk je dat nog en dat zal in de toekomst waarschijnlijk ook niet anders zijn. Door de gassen en de rook van de fabrieken is het milieu zwaar vervuild, en dat is mede de oorzaak ervan dat wij tegenwoordig zoveel bezig zijn met het milieu. Denk bijvoorbeeld aan het broeikaseffect. In de periode van de Industriële Revolutie is er heel veel natuur vervuild. Veel giftige gassen van de fabrieken, en hele onhygiënische buurten. Veel afval is in de natuur gedumpt, en waarschijnlijk zijn er ook bossen gekapt voor de bouw van fabrieken en woonwijken voor de arbeiders. Ook was het heel slecht voor de gezondheid van de arbeiders. Ze hadden lange werkdagen en ook vrouwen en kinderen moesten meewerken. De fabrieken draaiden dag en nacht en de arbeiders mochten hun eigen werktempo niet meer bepalen. Bovendien was het ook nog eens gevaarlijk werk. Veel machines waren niet beveiligd, dus er verloor regelmatig iemand een lichaamsdeel. Ook de gassen en de lucht die in de fabriekshallen hingen waren niet bepaald goed voor de gezondheid. De arbeiders werden gemiddeld maar 35 jaar, wat vergeleken met nu natuurlijk erg jong is. Vrouwen en kinderen waren trouwens zeer gewilde arbeidskrachten omdat ze goedkoop waren. Daarom kwam het vaak voor dat de vrouwen en kinderen het gezinsinkomen verdienden, waardoor de positie van de man (hoofd van het gezin) werd aangetast met alle frustraties en spanningen van dien. Conclusie Ikzelf ben toch voor de stelling: ‘De Industriële Revolutie was een vooruitgang.’ Het is waar dat het milieu er niet beter op is geworden, maar er zijn toch meer positieve gevolgen. Dankzij de Industriële Revolutie is de techniek en wetenschap erg vooruitgegaan. Er zijn veel nuttige uitvindingen gedaan en de mensen hebben veel kennis opgedaan. Zonder al de kennis zouden we nu nog niet zo ver zijn. Het is inderdaad ook wel waar dat de arbeiders het in die tijd heel zwaar hebben gehad, ze hadden erg gevaarlijke en zware werkomstandigheden. Veel mensen zijn vroeg gestorven. Het was een moeilijke en zware tijd voor die mensen maar het is op zijn pootjes terechtgekomen. Oké, ze hebben gezwoegd, maar ze hebben ook iets bereikt. Het was ergens voor, voor een doel.Het is niet voor niks geweest. Dankzij de periode van de Industriële Revolutie zijn we een heel stuk verder gekomen en daar profiteren we nu nog steeds van. We leren nu nog steeds nieuwe dingen, en ook in die periode hebben we veel geleerd. Ik ben ervan overtuigd dat we dankzij de Industriële Revolutie nu een heel stuk verder zijn in de techniek. Dus ja, ik ben voor de stelling. Overigens, doordat de landbouwtechnieken verbeterden, werd de kans kleiner dat er bij nog een bevolkingsgroei hongersnood of epidemieën zouden ontstaan.