Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Romeinen

Beoordeling 5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas vmbo | 953 woorden
  • 21 mei 2001
  • 1168 keer beoordeeld
Cijfer 5
1168 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Romeinse Badhuizen. Weinig Romeinse huizen hadden hun eigen bad; de meeste mensen gingen naar grote openbare badgelegenheden. Dat waren geen plaatsen om alleen maar schoon te worden. De mannen gingen naar het werk naar badhuizen om te trainen, te spelen, vrienden te ontmoeten, te babbelen en zich te ontspannen. De vrouwen hadden hun eigen afzonderlijke badhuizen of gingen er ’s morgens heen. Sommige baden, zoals de stabisch thermen in Pompeij, hadden aparte vertrekken voor mannen en vrouwen of verschillende openingstijden. Eerst kleedde je je uit en legde je kleren in een kastje of op een plank. Vandaar ging je naar de koude ruimte die frigidarium genoemd werd en waar je je onderdompelde in koud water. Daarna ging je naar de warme ruimte, het tepidarium. Vanuit het tepidarium liep je naar het caldarium, een ruimte vol met hete stoom, hete dompelbaden en warme fontein om je te wassen. Het caldarium werd verwarmd door een holle ruimte onder de vloer waar hete lucht werd ingeblazen. Door de stoom zweette je het vuil uit dat dan van je lichaam geschraapt kon worden. Dit kon je door een slaaf laten doen, die je daarna masseerde en je huid inwreef met olie. Er was ook een laconicum of sauna, als je de voorkeur gaf aan droge hitte. Als je dat allemaal had gedaan kon je naar de open binnenplaats gaan om oefeningen te doen, wat rond te lopen of spelletjes doen met ballen. Ook waren er in het badhuis nog aanwezig een klein zwembad en toiletten. Amfitheaters. In het Romeinse rijk genoten veel mensen van toneelstukken en concerten in de schouwburg, wagenrennen in het stadion en gewelddadige sporten in het amfitheater. Vooral het amfitheater was bij de Romeinen heel geliefd. Deze theaters hadden een ovale vorm en konden enorme mensenmassa’s bevatten, vaak zelfs iedereen van één stad. De bezoekers brachten er de hele dag door. Het colosseum in Rome is het grootste van de vele amfitheaters van het Romeinse rijk. Het is in 80 n.C. door keizer Titus laten bouwen, kon ongeveer 50.000 mensen bevatten en was zo goed ontworpen dat iedereen binnen een paar minuten het gebouw kon uit kon zijn. Het geheim lag in het bekwame gebruik van booggewelven, en gangen en trappen die naar de zitplaatsen leidden. De booggewelven op de beneden verdieping vormden 80 toegangen voor de menigte, elk aangegeven door een nummer om de bezoekers te helpen hun zitplaatsen te vinden. Een heel groot zeil werd vaak over de boven kant om schaduw te geven, en als er een voorstelling ’s nachts werd gehouden werd er een massieve ijzeren kandelaar boven de arena gehangen. Dit buitengewone gebouw was echter gebouwd met een verschrikkelijk doel: de mensen konden er doden en bloedvergieten bij wijze van amusement zien. Er werden verschillende vechtsporten georganiseerd in het theater. Het populairst waren de gladiatorengevechten, waarbij twee mensen elkaar bestreden tot de dood erop volgde. De rijken gave geld aan de gladiatorenscholen om gevechten organiseren. De gladiatoren werden op verschillende manieren bewapend om de gevechten interessanter te maken. De een was van top tot teen gehuld in een harnas, de ander had slechts zwaard en schild. Sommige gladiatoren vochten alleen met een net en een drietandige speer. Gladiatoren waren meenstal slaven of krijgsgevangenen. Wie goed vocht en de toeschouwers vermaakte, kreeg soms de vrijheid. Tijdens de middagpauze mocht men vaak komen kijken hoe veroordeelde misdadigers zich doodvochten. De laatste die in leven bleef, kwam de volgende dag terug voor het volgende gevecht. Gladiatoren vochten in de arena ook tegen wilde dieren, leeuwen, beren, slangen, herten en zelfs olifanten olifanten. Deze dieren werden in grote aantallen uit de provincies aangevoerd, vooral nadat sommige soorten in Italië waren uitgestorven. Amfitheaters werden soms onderwater gezet voor zeegevechten, met krokodillen die iedereen die overboord viel opaten. Romeinse villa’s De Romeinen gebruikten het woord villa zowel voor een eenvoudige boerderij als voor een groot landgoed met honderden werknemers. Daarnaast kon er ook een huis op het platteland of een vakantiehuis aan de kust mee worden bedoeld. Veel rijke Romeinen hadden landgoederen verspreid over het Romeinse rijk, die hen een vermogen opleverden uit graan, wijngarden en olijven. Soms hadden ze ook een huis in de bergen of aan de kust. Onze kennis van Romeinse boerderijen hebben we te danken aan opgravingen. De villa in Settefinestre ( zie verder in deze paragraaf) is zorgvuldig bestudeerd. Ook van Romeinse schrijvers weten we ook veel. De schrijver Columella scheef het boek Over het boerenbedrijf daarin scheef hij: ‘Een boerderij moet op een plek liggen met een gezond klimaat, een vruchtbare bodem, met wat vlakke en wat heuvelachtige stukken grond, op een oostelijke of zuidelijke helling, die niet te steil moet zijn. De villa moet uit drie delen bestaan: de ‘villa umbara’, het huis van de eigenaar; de ‘villa rustica’, het huis van de boerderijopzichter en de arbeiders en de ‘villa frucuaria’, de opslagplaatsen. Of het huis van de eigenaar nu een onderdeel van een grote boerderij was, zoals in Settefinestre, een landhuis of een huis aan de kust, een Romein verwachte er alles wat een huis in de stad ook had. Het atarium was een binnenplaats die werd omgeven door verschillende vertrekken, zoals slaapkamers en een tablinum, de belangrijkste woonkamer. Eetkamers (triclina) kon men vaak door het hele huis vinden, om het hele jaar door van de middagzon te genieten. In de stad zou het gezin de badhuizen bezoeken. In hun huis op het platteland moesten ze zelf badkamers hebben, in huis of buiten in een apart hok. De Romeinse villa was in het noordelijk deel van het Romeinse rijk, Britannia en Gallia, belangrijer voor economie dan in het Middellandse Zeegebied. De zware grond in het noorden was geschikt voor de grootschalige landbouw die villaboeren rijk konden maken.

REACTIES

Y.

Y.

ik vind het een leuk werkstuk en veel info en lekker leerzaam dus: SUPER!!!!!!!!!!!111

22 jaar geleden

G.

G.

best good

20 jaar geleden

E.

E.

Goede info ik moet een werkstuk houden over de romeinen en dit kwam goed van pas:-)

19 jaar geleden

G.

G.

super gedaan

12 jaar geleden

P.

P.

Je hebt het super gemaakt goedzo ga zo door

12 jaar geleden

S.

S.

super handig

10 jaar geleden

L.

L.

goed gedaan petje afff!!!!

10 jaar geleden

K.

K.

slecht voor groep 7 basisschool

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.