Baader-Meinhof

Beoordeling 8.2
Foto van een scholier
  • Praktische opdracht door een scholier
  • 5e klas vwo | 3748 woorden
  • 27 januari 2004
  • 19 keer beoordeeld
Cijfer 8.2
19 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De gewelddadige acties van de Baader-Meinhof -van opkomst tot ondergang- De idealen die de Baader-Meinhof had komen erg overeen met die van de communisten, marxisten en maoisten. Zij wilden namelijk allemaal een einde maken aan de verschillen binnen de economische en politieke macht. Toch verschilt de Baader-Meinhof van deze ideologieën, namelijk in de manier waarop zij dit probeerden te bereiken. Mao Zedong meende dat men eerst de massa bewust moest maken met waar ze mee bezig waren, en pas als dat niet hielp met geweld in te grijpen. Andreas Baader draait het om en maakt ervan: eerst moet de massa worden aangezet tot de gewapende strijd, dan komt het politieke bewustzijn vanzelf. Binnen de Baader-Meinhof luidde de uitspraak dan ook: ’We gooien bommen in het bewustzijn van de massa.’ Om een einde te maken aan de machtsverschillen pleegt de Baader-Meinhof dus gewelddadige aanslagen, zoals gijzelingen, kapingen, het plaatsen bommen maar ook moorden is hen niet vreemd. Geleerden vragen zich af of de Baader-Meinhof leden werkelijk geloofden dat de acties die zij voerden de maatschappij nu echt zouden veranderen. Ze zouden wel geloven dat hun aanslagen een sein zouden zijn voor het begin van een verandering van de maatschappij. De Baader-Meinhof is dus daadwerkelijk een terroristische organisatie. Door de jaren heen hebben ze Duitsland met hun aanslagen geterroriseerd. Ik zal de belangrijkste beschrijven om een beeld te schetsen hoe gruwelijk de acties van de RAF waren! 2 juni 1967, Berlijn De Shah van Iran brengt een bezoek aan Berlijn. Studenten protesteren tegen zijn komst, dit kwam vooral door een artikel, van de Shah, dat kortgeleden in het tijdschrift Neue Reveu stond. In dat artikel schreef de vrouw van de Shah dat de zomers in Iran erg warm waren en dat ze daarom, net als vele andere Perzen naar de Perzische Riviera trokken. Ulrike Meinhof reageerde hierop en schreef : ‘Zoals de meeste Perzen, is dat niet wat overdreven? De meesten verdienen namelijk minder dan 100 dollar per maand, van zo’n bedrag is een reis naar de Perzische Riviera onmogelijk!’ Toen de Shah in Berlijn arriveerde was er een enorme opkomst, een deel daarvan waren

aanhangers van de Shah, en stonden achter zijn ideeën. De andere helft bestond uit demonstranten, die met spandoeken en geschreeuw de Shah duidelijk probeerden te maken wat zij wel niet vonden. Op den duur kunnen de pro-Shah’s het niet langer verdragen en ontstaan er vechtpartijen. Pro-Shah’s in het bezit van knuppels slaan erop los. Ook de politie komt ertussen, en drijft de twee groepen uit elkaar met waterkanonnen. In deze chaos trekt een agent, Karl-Heinz Kurras genaamd, zij geweer en schiet. De kogel treft de student Benno Ohnesorg, een anti-Shah, die terplekke overlijdt. De twee toekomstige leiders van de RAF konden helaas niet aanwezig zijn bij dit protest. Baader zit in het gevang wegens het stelen van een motor. Meinhof is meubilair aan het uitzoeken voor haar nieuwe huis. De vriendin van Baader, en later lid van de RAF, Gudrun Ensslin, is wel aanwezig. Dit protest vond plaats, nog voordat de RAF was opgericht. 2 april 1968, Frankfurt Andreas Baader heeft een nieuw plan. Hij wil een warenhuis platbranden, een actie tegen de ‘consumptieterreur’ noemt hij deze actie. Samen met Ensslin, Söhnlein en Proll gaat hij naar de warenhuizen Kaufhof en Schneider, beide in Frankfurt. Die nacht, de nacht van 2 op 3 april, steken zij met behulp van brandbommen de warenhuizen in brand. Terwijl de warenhuizen in in vlammen opgaan belt Ensslin –vanuit een telefooncel- naar de Duitse pers en schreeuwt door de hoorn: ‘Dit is een politieke wraakactie!’ De schade bedroeg zo’n 200.00 dollar. Op 4 mei worden Baader en de anderen gearresteerd, en beschuldigd van brandstichting. Ze ontkennen het alle vier. Later gaven Söhnlein en Proll toe. Als moreel motief hadden zij: ‘het ontsteken van een fakkel voor Vietnam.’ 6Hieruit blijkt alweer het verzet tegen de Amerikanen en de Vietnam-oorlog. 1969 Zo belanden Baader, Ensslin, Söhnlein en Proll toch in de gevangenis. Maar na enige tijd - op 13 juni 1969- worden ze weer vrijgelaten vanwege herziening van hun zaak. In die tijd gaat Baader werken in een huis voor moeilijk opvoedbare kinderen. Hij leert hen voornamelijk hoe zij motors moeten stelen. Uiteindelijk worden Baader, Ensslin, Söhnlein en Proll toch schuldig bevonden. Baader, Ensslin, Söhnlein en Proll wordt verzocht terug te keren naar de gevangenis. Sohnlein gehoorzaamd en laat zich opsluiten, de anderen vluchten naar Italie en trekken in bij Regis Debray, een revolutionaire miljonair die veroordeeld is om 30 jaar te dienen in Bolivia om te helpen bij de inspanningen van Ché Guevara. Na een tijdje sluit ook Proll’s zus Astrid zich bij de groep aan. In die tijd wordt Proll afgeschreven als terrorist. Na een jaar keren Baader en Ensslin toch weer terug naar Duitsland. Waar Baader nog steeds gezocht wordt. Als Astrid Proll en Baader op een dag onderweg zijn om wapens- die ze voor de zekerheid hebben begraven- af te halen voor een volgende aanslag, worden ze aangehouden door de politie. De agenten hebben al gauw in de gaten dat Baader een vals identiteitsbewijs bij zich heeft. Ze weten alleen niet met wie ze dan te doen hebben en arresteren Baader toch maar voor de zekerheid. Mahler, een socialistische rechtsgeleerde die z’n eigen terroristische beweging wil oprichten, verraadt uiteindelijk- per ongeluk- de identiteit van Baader. Hij belt namelijk met het politiebureau en vraagt informatie over de arrestatie van ‘Herr Baader’. Deze wil de agent alleen geven als Mahler kan bevestigen dat ze met Baader te doen hebben. Dit doet Mahler, wat natuurlijk erg dom is. Om dit goed te maken doet hij er alles aan om Baader weer vrij te krijgen. Baader’s bevrijding Monika Berberich- de assistente van Horst Mahler- helpt ook mee aan Baaders bevrijding. Zij zorgt ervoor dat Baader toestemming krijgt de bibliotheek (het Duitse Instituut voor Sociale Vraagstukken) in Dahlem te bezoeken. Hij zou dit nodig hebben omdat hij samen met Ulrike Meinhof een boek wilde schrijven over de ‘organisatie van jongeren, die tot de randgroeperingen van de maatschappij behoren.’ Ondertussen zijn Irene Goergens en Astrid Proll druk bezig de bevrijdingsactie te plannen. Ze voorzien zich van wapens en verkennen de bibliotheek en de omgeving. Op 14 mei is het zover. Twee bewakers begeleiden, samen met een medewerker van de bibliotheek, de gehandboeide Andreas Baader naar de leeszaal. Daar zit Meinhof al op Baader te wachten. Baader wordt van z’n handboeien ontdaan en gaat samen met Meinhof aan het werk.10 Af en toe fluisteren ze wat, maar de bewakers nemen aan dat dit over het werk gaat. Toch lijken Baader en Meinhof een beetje zenuwachtig. Een van de bewakers hoort Ulrike Meinhof zeggen: ‘Als het vandaag niet lukt, kunnen we het maandag nog eens proberen.’ Hij weet niet wat Meinhof hiermee bedoeld maar dat zal nog wel blijken. Ondertussen zijn Irene Goergens en Ingrid Schubert ook de bibliotheek binnengegaan. Zij moeten in de hal wachten totdat Baader en Meinhof klaar zijn. Dan gaat de deurbel, Goergens en Schubert openen gauw de deur. Een gemaskerde vrouw en man stormen naar binnen. Dan gaat het snel. Ze pakken hun geweer en schieten een medewerker van de bibliotheek neer. Dan rennen ze de leeszaal binnen en schieten op de bewakers. Baader en Meinhof rennen naar een raam en klimmen naar buiten.12 Buiten staat Astrid Proll al te wachten in een vluchtauto. Meteen duiken ze onder, bij maoïsten, leninisten en hippies. Allen linkse extremisten die zich verzetten tegen de regering, hoewel op verschillende manieren. Zij zouden dus nooit iemand aan de politie verraden. Hoe nu verder? In deze tijd ontstaat de Rote Armee Fraktion, ook wel Baader-Meinhof genoemd. Hoewel dit een foute benaming is, want het waren Ensslin en Baader die leiding gaven, maar omdat Ulrike Meinhof al veel naamsbekendheid had in het ‘legale circuit’ zou deze naam alleen maar voor meer publiciteit zorgen. Wel denkt men dat Meinhof nooit in het criminele of illegale circuit terecht was gekomen als tijdens Baaders bevrijding de medewerker van het instituut niet was geraakt. Ulrike Meinhof kondigt de oprichting van de Rote Armee Fraktion aan in een anarchistenblad. Zij waarschuwt hierin de leden van de RAF, zij moeten zich niet laten pakken. Daarom verdwijnt de Baader-Meinhofgroep naar Jordanië en Syrië, daar worden ze door Palestijnse verzetsstrijders getraind in gewapende guerrilla-acties. Ook komen ze daar in contact met het Japanse Rode Leger, een soortgelijke organisatie. Na enige tijd keert de groep weer terug naar Berlijn. Op 24 augustus laat de Baader-Meinhof weer van zich horen. Drie gemaskerde leden van de Baader-Meinhof overvallen een supermarkt en stelen zo’n 20.000 DM. Een maand later plegen ze weer een overval, alleen die wordt grootser aangepakt. In totaal twaalf personen beroven drie West-Berlijnse banken. De buit bedraagt 250.000 DM. De politie is te laat ter plaatse maar leidt aan de gebruikte tactiek af dat de Baader-Meinhof er iets mee te maken heeft. Op 8 oktober wordt hun vermoeden bevestigd, ze krijgen een anonieme tip. Er wordt gezegd waar de hoofdkwartieren van de groep zich bevinden. De politie gaat serieus aan het werk met deze tip. En al gauw wordt Horst Mahler - het brein van de groep- aangehouden. Kort daarna worden ook Monika Berberich, Brigitte Asdonk, Irene Goergens en Ingrid Schubert opgepakt. Na deze arrestaties raakt de groep verdeeld, de leden van de groep vluchten allemaal een andere kant uit. Toch verenigen ze zich weer, in twee groepen. Een onder leiding van Baader en de andere onder Meinhof. Na enige tijd zijn ze dan ook weer druk bezig, nieuwe onderkomens worden ingericht en er worden valse persoonsbewijzen gemaakt.13 Maar er volgen alsmaar nieuwe tegenslagen. De massa begint de acties van de groep fel af te keuren. En de vervolgingen van de politie worden ook steeds intensiever. Zo ook wanneer op 15 januari 1971 twee banken worden overvallen door negen bewapende mannen en vrouwen. De minister van binnenlandse zaken grijpt direct in. Hij zet een grootse opsporingsactie op. Al gauw wordt Astrid Proll opgepakt. Een ander lid van de RAF wordt doodgeschoten als zij tijdens haar aanhouding naar haar geweer grijpt. Zo gaat het lange tijd door, aanslagen worden gepleegd waarop weer arrestaties volgen. Bij beide partijen vallen doden. Dan volgt een periode waarin de Baader-Meinhof zich stil houdt. Pas in 1972 laten ze weer van zich horen. 21 februari 1972, Kaiserlautern Verklede Baader-Meinhof leden overvallen een bank en roven 285.000 DM. Een van de overvallers was Ingeborg Barz, zij belt die middag met haar moeder en verteld haar dat ze de groep wil verlaten. Sindsdien is ze niet meer levend gezien en wordt ze een jaar later in een bos gevonden. Andreas Baader is haar vermoedelijke moordenaar. Aan de hand van de vorm van haar schedel werd

Barz geïdentificeerd. 24 mei 1972, Heidelberg Twee vrouwelijke leden van de Baader-Meinhof rijden met twee auto’s voorzien van Amerikaanse kentekenbewijzen het terrein van de Amerikaanse legerbasis op. Dankzij de kentekenplaten worden ze niet aangehouden of ondervraagd. In de auto’s bevinden zich twee bommen. De twee vrouwen parkeren hun auto’s in een gedeelte van de basis dat wordt bewoond door de soldaten en hun families. Rond 18.00 ontploffen de autobommen en doden Clyde Bonner en Ronald Woodward, beide Amerikaanse soldaten. Bonner’s lichaam wordt door de explosie in tweeën gesplitst. Zijn hoofd en bovenlichaam bevinden zich nog naast de auto, terwijl zijn benen enkele meters verder bij een boom liggen. Ook Charles Peck, een andere Amerikaanse soldaat wordt gedood. Hij wordt verpletterd onder een Coca-Cola automaat dat door de explosie omvalt. Enkele dagen eist Baader-Meinhof de aanslag op. Deze actie was volgens hen: ‘Als reactie op de Amerikaanse bombardementen in Vietnam.’ Door de vele aanslagen en overvallen die de Baader-Meinhof de afgelopen tijd pleegde heeft ze zich te veel blootgegeven en is de politie de extreemlinkse groep al gauw op het spoor. Als enkele leden van de Baader-Meinhof groep op een keer bezig zijn gele, explosieve pakketjes uit een vrachtwagen een garage in sjouwen worden ze ongemerkt in de gaten gehouden. Als ze vertrokken zijn, betreedt het opsporingsteam de garage. De pakketjes worden onderzocht en blijken springstof te bevatten. Deze pakketjes worden weggehaald en verruild voor precies dezelfde pakketjes, alleen dan met een onschadelijke inhoud. De agenten blijven de garage nauwlettend in de gaten houden. Er wordt afluisterapparatuur geplaatst en zelfs de gemeente wordt ingeschakeld. Gemeentewerkers plaatsen zakken compost en gras in de omgeving van de garage. Het moet lijken alsof het is ter voorbereiding van het aanleggen van een stuk gras. Maar de zakken bevatten gewoon zand, omdat de politie bang is voor een gevecht met vuurwapens. Op donderdag 2 juni 1972, om 5.50 uur is het dan eindelijk zover. Een violetkleurige Porsche rijdt de straat in en stopt bij de garage. Drie mannen stappen uit, een van de drie heeft het gevoel dat er iets niet in orde. Zijn vermoeden wordt al gauw bevestigd, zodra hij goed om zich heen kijkt ziet hij honderden ME-ers op daken van omliggende panden. Hij grijpt naar z’n pistool en schiet in het wilde weg. Maar hij wordt al gauw overmeesterd. Het blijkt Raspe te zijn. De andere twee zijn inmiddels al de garage in gevlucht. De politie boort een gat in de muur van de garage en gooit wat traangasbommen naar binnen. Dit heeft weinig effect. Na zo’n drie uur roept de politie via een luidsprekers tegen de twee mannen: ‘ U bent in een situatie, waarin u ons tot niets kunt dwingen dat wij niet willen. Weest daarom verstandig, gooit uw wapens weg en komt eruit. Uw kansen zijn nihil. Het is slechts een kwestie van tijd.’ Dan wordt er vanuit de garage geschoten. De politie schiet terug. Meteen rennen de twee mannen al schietend naar buiten. Ze hebben geen schijn van kans tegen de overmacht aan politiemensen. Er wordt geschoten, één van de twee mannen wordt geraakt. Het blijkt Andreas Baader te zijn, hij wordt met een schotwond in zijn rechterzij afgevoerd per brancard. De andere, Holger Meins, geeft zich uiteindelijk over. Voor de zekerheid moet hij zich uitkleden, zodat de politie zeker weet dat hij ongewapend is. Daar staat Holger Meins dan, in z’n onderbroek. Eindelijk begint de politie resultaat te boeken. Nog geen week later wordt ook Gudrun Ensslin opgepakt. Ze is in een boetiek een jurk aan het passen, maar maakt een domme fout. Ze laat namelijk haar handtas, met daarin een pistool op de kassa liggen. Als de verkoopster dat bemerkt, schakelt zij ongemerkt de politie in. Ze weet Gudrun aan de praat te houden. Na een tijdje loopt een man de boetiek binnen, op zoek naar een cadeau voor z’n vrouw. Maar als Gudrun even niet oplet slaat de man haar in de boeien. Andere agenten komen naar binnen en voeren Gudrun af. Enkele dagen later volgt er een nieuwe arrestatie waarbij twee leden van de Baader-Meinhof worden gearresteerd. 15 juni 1972 De politie krijgt van een flatbewoner een tip. Er zouden zich in de flat twee personen, onder verdachte omstandigheden, bevinden. De politie gaat er naartoe doen een inval. Na een heftige worsteling wordt een van hen, Gerhard Muller, overmeesterd. De agenten rennen de trap op en treffen daar Ulrike Meinhof aan. Ze is erg geschokt en begint te huilen maar verzet zich niet. Als het allemaal doordringt begint ze plotseling wild om zich heen te slaan. De politie kan haar amper in bedwang houden. Als Meinhof eenmaal op het bureau is aangekomen begint ze te kalmeren. De politie weet alleen nog niet of ze werkelijk met Ulrike Meinhof te doen hebben. Ze kunnen haar identiteit niet achterhalen aan de hand van vingerafdrukken, want die hebben ze niet in het bestand. Er moet toch een manier zijn om Meinhof’s identiteit te achterhalen? Dan komt een agent met een idee, hij heeft ergens gelezen dat Meinhof in 1962 is geopereerd en dat er een pin in haar hoofd is gezet. Haar hoofd moet dus gescand worden. Dat gebeurd, en het blijkt dat ze werkelijk met Ulrike Meinhof te doen hebben. Het proces en de hongerdood De harde kern van de Baader-Meinhof is gearresteerd en zit in het gevang. Het lijkt voorgoed gedaan te zijn met het linkse verzet van de Baader-Meinhof. Baader, Ensslin, Meinhof en de anderen worden in een speciale gevangenis voor terroristen veilig opgeborgen achter slot en grendel. Toch is dit niet het geval, nog steeds worden er aanslagen gepleegd, vaak nog gruwelijker dan voorheen. Ook worden er meerdere malen plannen gemaakt voor een reddingsactie van de gevangen genomen Baader-Meinhof leden. Maar ook in de gevangenis gaat het gewoon door. Een paar maal wordt een hongerstaking aangekondigd, waarvan er sommigen weer worden afgezegd. In 1974 wordt ook zo’n hongerstaking gehouden. Het hoofddoel van deze hongerstakingen was een beter leven, dit hoopten ze te bereiken door verandering van de samenleving. Ook wilden ze hierdoor de niet-gevangen genomen leden aanzetten tot nieuwe acties en hoopten daarnaast justitie zover te krijgen het proces uit te stellen, of zelfs het in vrijheid stellen van de gevangenen. Tijdens deze staking sterft Holger Meins de hongerdood. De dood van Ulrike Meinhof Twee jaar later zitten de anderen nog steeds opgesloten, in afwachting van hun proces. Ze beginnen onderhand behoorlijk depressief te worden. Ze mogen namelijk geen onderling contact meer hebben. Ook Ulrike Meinhof heeft het hier erg moeilijk mee. Op 9 mei 1976- op Moederdag- pleegt zij zelfmoord. Ze verhangt zichzelf aan een handdoek die ze in stroken heeft gescheurd.27 Ik schrijf wel dat ze zelfmoord pleegde, maar daarover zijn de meningen nogal verdeeld. In sommige bronnen wordt gesproken van moord. Ik heb toch maar voor de zelfmoord (van Meinhof!) gekozen. De gebruikte bron lijkt mij namelijk het meest betrouwbaar. De uitspraak Justitie is eindelijk tot een uitspraak gekomen. Andreas Baader, Gudrun Ensslin, en Jan-Carl Raspe zijn schuldig bevonden voor vier moorden en dertig pogingen tot moord. Allen zijn veroordeeld tot levenslange opsluiting. Het hele proces heeft zo’n 15 miljoen dollar gekost. Baader, Ensslin en Raspe weten dus wat hun straf is. Hierdoor zinkt hen de moed helemaal in de schoenen. In oktober 1977 verteld Baader aan de gevangenisarts, dat hij samen met de anderen een collectieve zelfmoord overweegt.
Woede om dood van Ulrike en uitspraak De Rote Armee Fraktion is woedend over de dood van Meinhof en ook over de uitspraak. Uit woede vermoorden ze procureur-generaal Buback. De RAF geeft hem de schuld van de slechte omstandigheden waarin de gevangen genomen leden verkeren. Het tweede slachtoffer is Jürgen Ponto, hij is de president-directeur van de Dresdner Bank. Daarna wordt de voorzitter van de werkgeversbond, Hans-Martin Schleyer, ontvoerd. De vliegtuigkaping en de collectieve zelfmoord De RAF is druk bezig met bedenken van reddingsacties. Maar niet alleen de RAF is hier druk mee. Ook andere extreemlinkse groeperingen willen Baader en de anderen bevrijden. Het is 13 oktober als een Lufthansa vliegtuig vanuit Rome naar Duitsland vliegt. Kort na het opstijgen wordt het vliegtuig gekaapt door Palestijnse verzetsstrijders. Zij willen door deze kaping de Duitse regering zover krijgen dat Baader en de anderen weer in vrijheid zullen worden gesteld. Het vliegtuig vliegt enkele dagen door de lucht, er wordt af en toe getankt. Op 16 oktober heeft het leger en de politie nog steeds niet in kunnen grijpen. Op diezelfde dag wordt de piloot doodgeschoten en zijn lichaam wordt op de landingsbaan gedropt. Pas tijdens de nacht van 17 oktober op 18 oktober wordt er een einde gemaakt aan de kaping. Het vliegtuig staat op dat moment aan de grond, op het vliegveld van Mogadishu, Somalië. Het is net volgetankt. De kapers bellen met de Duitse regering en eisen dat Baader, Enslinn en andere terroristen worden overgebracht naar Mogadishu. Gebeurt dit niet dan zullen zij het vliegtuig opblazen. Een vertegenwoordiger van de regering verzekert hen ervan dat alles in gereedheid zal worden gebracht. Zo landt er die nacht een vliegtuig op het vliegveld van Mogadishu. Maar de inzittenden zijn niet de gevraagde terroristen maar het zijn soldaten en ME-ers. Na een uur van voorbereiding stormen deze mannen het gekaapte vliegtuig in en doden drie van de kapers. De vierde, en laatste wordt zwaar getroffen. Geen van de passagiers is gewond. Raspe heeft het verloop van de kaping op de voet gevolgd op z’n meegesmokkelde transistor radiootje. Hij is er erg van geschokt dat de bevrijdingsactie is mislukt. Hij licht Baader, Ensslin en Möller hierover in via hun geheime communicatiesysteem. Ze vinden alle vier dat het zo niet langer kan en besluiten over te gaan op een collectieve zelfmoordactie. Wat hierna volgt is nogal omstreden. Na 23.00 haalt Andreas Baader zijn goed verborgen wapen tevoorschijn. Hij vuurt twee kogels af, een in de muur en een in een kussen, om het te doen lijken op een worsteling. Dan schiet hij een derde kogel door zijn voorhoofd. Tegelijkertijd pakt ook Raspe zijn wapen en schiet een kogel door z’n slaap. Ensslin pakt het anders aan, zij verhangt zichzelf aan een snoer. Irmgard Möller pakt een gestolen mes en steekt zich vier keer in haar borst maar mist net haar hart. De volgende dag worden de lichamen gevonden, Raspe en Möller leven nog en worden naar het ziekenhuis gebracht. Raspe overlijdt alsnog. Vandaag de dag zijn er nog steeds verschillende verklaringen van de dood van deze drie terroristen. De autoriteiten menen dat het collectieve zelfmoord was. Sympathisanten van de RAF daarentegen menen dat het hier gaat om moord. Een erg omstreden feit dus. De volgende dag wordt het lichaam van Hans-Martin Schleyer in de achterbak van zijn auto gevonden. Het einde van de Baader-Meinhofgroep? Het aantal RAF-sympathisanten begint langzamerhand af te nemen, dit komt met name door het zinloze geweld dat ze al die jaren hebben gepleegd.31 Helaas voor de Duitsers is dit toch niet het definitieve einde van het terrorisme dat al zo’n lange tijd een plaats innam in het dagelijks leven van zowat iedere Duitser. Er zullen nog heel wat doden vallen en er zullen nog heel wat aanslagen en ontvoeringen worden gepleegd. Er ontstaat een ‘tweede generatie-RAF’ die samen met de overblijfselen van de 2-juni-beweging allerlei acties zullen voeren tegen het regime. In 1992 erkent men officieel dat de RAF niet langer bestaat. Het tegendeel wordt echter in 1993 bewezen wanneer een bom een vrouwengevangenis in Wieterstadt vernietigd. In 1994 wordt Irmgard Möller vrijgelaten, zij heeft haar tijd uitgezeten. En is niet langer een gevaar voor de samenleving, haar gezondheid is namelijk zo slecht dat ze hiertoe niet meer in staat is.32
In april1998 wordt weer verklaard dat de Rote Armee Fraktion niet langer bestaat.33 Het tegendeel is nog niet bewezen dus wie weet, misschien bestaat de RAF nog steeds?! De Rote Armee Fraktion heeft werkelijk lange tijd Duitsland geterroriseerd.

REACTIES

I.

I.

Geweldig ^__^. Ik doe hier een engels presentatie over en ik denk dat ik hier wel 15minuten uit kan knijpen samen met paar andere websites...

Ik ben wel een beetje nieuwsgierig naar de bronnen...

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.