Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Regionale beeldvorming

Beoordeling 4.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2023 woorden
  • 10 juni 2000
  • 288 keer beoordeeld
Cijfer 4.8
288 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1: INFORMATIE ZENDEN EN ONTVANGEN §1: perceptie en stereotype ? Perceptie: de manier waarop je verschijnselen waarneemt en daaruit voor jezelf een beeld vormt. Het is subjectief en ontstaat door dingen die je hebt gehoord, gelezen of zelf hebt gezien. ? De kijk die je ergens op hebt, bepaalt vaak het ruimtelijk handelen (bv emigreren) ? Mensen hebben vaak een heel verkeerd beeld van de indianen die in Noord-Amerika wonen. Na de 16e eeuw toen de blanken een (militair) overwicht hadden bereikt, werd de grond van de oorspronkelijke bewoners afgepakt. Deze conflicten hebben sterk bijgedragen aan de beeldvorming van indianen. ? Stereotype: eenzijdige en vaak sterk vertekende algemeen aanvaarde opvatting die vaak niet uit te roeien is. §2: de ontvanger van informatie ? De media spelen een grote rol bij beeldvorming. ? De mens komt op 2 manieren aan kennis over een gebied: - interne informatie (kennis en ervaring die je al hebt) - externe informatie (gegevens van buitenaf) ? Nieuwe informatie/ervaringen kunnen: - gegevens toevoegen aan je wereldbeeld - bestaande ideeen versterken - je wereldbeeld veranderen. ? Volgens psychologen worden de indrukken die je opdoet eerst door je zintuigen gefilterd, daarna wordt er in je hersenen een zekere orde in de binnenkomende chaos aangebracht: - zoeken naar herkenning - openstellen voor het onbekende ? de objectieve kenmerken en het subjectieve beeld bepalen het ruimtelijk handelen. ? Een regionaal beeld kan er door filters, vooroordelen en stereotype anders uit gaan zien. §3: zenders van informatie: city- en regiomarketing ? Je moet klanten trekken, maar de klanten ook tevreden stellen. ? Almere probeerde met behulp van een reclamespotje op tv en een advertentiecampagne in dagbladen het beeld dat men van Almere had te verbeteren en uit te breiden. ? Het doel van de campagne was promotie maken voor Almere, om landelijke politici en het bedrijfsleven wakker te schudden. ? Promotie: - productverbetering - opbouwen van imago ? citymarketing: activiteiten die erop gericht zijn om de (economische) ontwikkeling van een stad te ondersteunen en ervoor te zorgen dat de plaats kan concurreren met andere steden. Regiomarketing: stimuleren van een groter gebied ? marketing strategie: - infrastructuur - bezienswaardigheden - burgers - kwaliteit en leefomgeving
Bij promotiecampagnes richt men zich meestal op het bedrijfsleven, toeristen, eventuele nieuwe inwoners. Kenmerk van de doelgroepen: mogelijke leveranciers van geld ? doeleinden van city- of regiomarketing: - verhoging van aantrekkelijkheid van de stad om te werken, te wonen en te recreëren. - Verbetering van imago van de stad - Ondersteuning van toerisme - Aantrekken van geldstromen ? Bij sommige gebieden helpt regiomarketing niets -> Mezzogiorno, men heeft nog steeds het beeld van corruptie, geldverspilling en een mislukt overheidsbeleid. ? Volgens een enquete in 1993 door Projectgroep City Marketing van de universiteit hielden 32 gemeentes zich bezig met citymarketing. Er ontbreekt vaak een goede planning, te weinig worden de effecten van promotiecampagnes gemeten. §4: zenders van informatie: toerisme en nieuwsmedia ? Ook op toeristisch gebied wordt volop aan beeldvorming gedaan. ? 3 voorwaarden om de recreatief-toeristische tuin volop in bloei te krijgen: - toenemende welvaart - snellere groei mobiliteit - meer vrije tijd

De overheid is ook erg geinteresseerd in de promotie van toerisme, omdat de Nederlandse reisverkeerbalans in het rood staat. ? Het is belangrijk waar het reclamemateriaal wordt verspreid, omdat dit de doelgroep bepaalt. ? Toeristische brochures geven minder nauwkeurige informatie als de afstand groter wordt -> afstandsverval. Men probeert vaak het bijzondere van een gebied te vermelden om mensen te lokken. ? De nieuwsmedia laat ons een beeld vormen over bv verder afgelegen gebieden, dit is met een bepaalde bedoeling. ? Tijdens de Golfoorlog in 1991 werd Irak als een leeg land geschetst. Dit zorgde ervoor dat niet heel veel mensen nadachten over het massale bombarderen. ? Regionale beeldvorming: de manier waarop een groep of persoon zich een subjectieve voorstelling maakt van een gebied en van de cultuur en bestaanswijze van een gebied. 2:GEOGRAFISCHE BEELDVORMING § 5: Mental maps ? Mental map: soort kaartbeeld van een plaats of regio die door individuele perceptie is gevormd. ? Mental maps worden regelmatig aangepast door nieuwe indrukken. ? Uit onderzoek blijkt dat men beter kan voorkeur aanbrengen in dichtbij gelegen woonplaatsen dan in verder gelegen oorden: de dichtstbijzijnde plek kan een lagere waardering krijgen. ? Ruimtelijk imago: breder beeld dat iemand van een gebied heeft (ook sociale, politieke, economische en gevoelskenmerken) §6: een geografisch verantwoord beeld ? Om te beoordelen of een beeld dat je van een regio hebt geografisch juist is, kun je letten op: - de ligging - landschappelijke kenmerken - bevolkingskenmerken - interne en externe relaties ? ligging: absolute ligging: objectief vast te stellen plaatsbepaling door graden op noorder- of zuiderbreedte en ooster- of westerlengte van de plaats te meten
relatieve ligging: de ligging in relatie met andere ruimtelijke verschijnselen. ? Landschap: - fysisch milieu - ruimtelijke inrichting ? bevolkingskenmerken: ? - culturele kenmerken. Cultuur = alle handelingen en uitingen van een groep mensen ? - demografische kenmerken. Demografie = ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van de bevolking (voorzieningen, koopgedrag enz.) ? economische kenmerken (bestaansmiddelen, werkloosheid, BNP, enz) ? - politieke kant -> spanningen? ? Relationele kenmerken (dwarsverbanden tussen bedrijven, relaties met andere plaatsen/regio’s) §7: de kaart als hulpmiddel ? Een goede kaart: titel, schaal, legenda ? Kaarten kunnen de werkelijkheid nooit helmaal objectief weergeven. ? ‘false colors’: kaarten die met behulp van de computer worden gekleurd en zodat hun oorspronkelijke kleur verdwijnt. ? Kaartprojectie: de manier waarop de vervorming van bol naar plat tot stand komt. 3 soorten: -mercatorprojectie: de vormen van de gebieden worden zo goed mogelijk weergegeven ? -kaarten waarop de vormen niet goed weergegeven worden ? -kaarten waarop de werelddelen in hun onderlinge verhouding goed worden afgebeeld. ? Een cartograaf moet beslissen wat het centrum van de kaart is, meestal is dit een nationaal getinte keuze. 3: COLLECTIEVE EN INDIVIDUELE BEELDVORMING VAN REGIO’S §8: Stad en land: verschillen in regiobeeld ? Mensen hebben een verschillende kijk op het platteland en de stad ? Het is heel menselijk om, denkend vanuit een stereotype, juist die informatie te selecteren die dit beeld versterkt. ? Het collectieve mentale beeld van de stad werkt duidelijk als sociale norm voor het individu. ? Vaak idealiseer je je eigen leefomgeving
Etnocentrisme: de neiging om een andere (‘vreemde’) cultuur te beoordelen met behulp van normen en waarden uit de eigen cultuur. Een ruimtelijk beeld ontstaat door kennis, ervaring, sociale- en economische positie, karakter en gevoelens. §9: een voorbeeldgebied: het ruimtelijk imago van het Groene Hart ? Het weergeven van een mental map van het Groene Hart is best lastig. ? Hoogleraar Peter Hall voorspelde in 1996 over het Groene Hart: - de voorsteden zullen zich als olievlekken uitbreiden, zodat het stedelijk gebied een onafgebroken lint zal vormen van bijna 200 km lengte. - Agrarisch hart zal worden opgevuld, waardoor de Randstad zijn unieke karakter onder de wereldsteden zal verliezen. ? Gedurende ’70 twee ontwikkelingen: ? -groeikernenbeleid bleek niet zo te zijn als men verwacht had -> slaapsteden -> congestie, files, vervuiling/ ? -downgrading van grote steden ->vergrijzing, verarming, werkloosheid, gebrek aan onderhoud van openbare ruimte, criminaliteit. ? Derde- , Vierde Nota Ruimtelijke Ordening + Vinex: stad als motor van nationale economie, speerpunt van innovatie, kennis en werkgelegenheid. Mens wil grootstedelijke gemeenten voor budget en bevolkingsaantal. ? Het openhouden van het Groene Hart binnen een ring van steden is een must. ? Collectieve beeld: beeld van een groep mensen van een regio is in grote lijnen gelijk. ? Een dominant collectief beeld kan ook snel veranderen. §10: Standplaats en afstandsverval ? Speelt afstand een rol in de beeldvorming? ? Men hield een enquete over wat men van Duitsland en van Duitsers vond. ? Nederlandse jongeren hebben negatief beeld van Duitsland, plaats maakt niet uit. 4: REGIONALE BEELDEN EN RUIMTELIJK GEDRAG §11: met vakantie, maar waarheen? ? In een periode van hoge welvaart en grote mobiliteit wordt de consument steeds veeleisender. Er is een groeiende vraag naar actieve vakanties. ? 1996: ong. 600 miljoen toeristische aankomsten -> werkgelegenheid ? Nederland als vakantieland: rapportcijfer 6
Oordeel over toeristisch product Nederland is afhankelijk van: - leeftijd - gezinssamenstelling - sociale klasse (opleiding en inkomen) - urbanisatiegraad
Mensen die pas met vakantie geweest zijn in Nederland hebben een veel hogere waardering. Mensen die nergens naartoe zijn geweest, hebben een heel positief beeld van toeristisch product Nederland. ? Marktsegmenten voor de toeristenmarkt: A) tevreden binnenlandgangers - hebben een positieve waardering en gaan met vakantie in eigen land
B) te werven potentieel voor vakantie in eigen land - hebben een positieve houding, maar gaan toch niet met vakantie in Nederland
C) ontevreden binnenlandgangers - de houding is negatief, maar men neemt toch deel aan vakantie in eigen land
D) moeilijk te werven buitenlandgangers - ze kijken negatief aan tegen een vakantie in eigen land en gaan er ook niet met vakantie. ? Sterke punten van Nederland: taal geeft geen problemen, toeristische informatie is gemakkelijk verkrijgbaar, goede verbindingen, aantrekkelijke steden, goede hotels + campings. Zwakke punten: weer, prijzen, sfeer, stille streken om te ontdekken, landschap. Voor kortere vakanties ligt Nederland goed in de markt. ? Het imago van Frankrijk en Duitsland is veel sterker dan dat van eigen land. 1985: Nederland – na Frankrijk en Duitsland – op de 3e plaats voor hoofdvakantie. Hoewel men Belgie laag beoordeelt, gaat men hier toch veel naar toe. §12: recreatiebestemmingen: op de schop of in verval? ? De waardering van recreatieregios is om 2 manieren van invloed op het ruimtelijk gedrag: - gedrag op basis van de keuze van de klant - ruimtelijke ontwikkelingen als antwoord op de ruimtelijke beslissingen van de consument. ? Ruimtelijke beeldvorming en ruimtelijk gedrag in het toerisme is een dynamisch proces. ? 3 lijnen in de ontwikkeling van toeristische gebieden: ? 1) pleasure periphery (populaire vakantiebestemmingen rond de grote industriele gebieden) verschuift. ? Aan het begin van de negentiende eeuw ontstond de eerste periferie: zeebadplaatsen kwamen op in Noord-west Europa, rijke bezoekers. ? Door de komst van de spoorwegen konden meer mensen naar de zeebadplaatsen komen, deze tweede periferie breidde zich uit langs de mediterrane noordkust en rond de Zwarte Zee. ? De derde periferie ontstond rond de jaren 60, Turkije, Tunesie, Canarische eilanden kwamen in trek door het vliegtuig en de verbeterde welvaart. ? Vierde periferie: Hongkong, Sri Lanka, Bali, Thailand of Rio. ? 2) opvolging / verdringing: De groep die hoger op de sociale ladder staat laat zich verdrijven en verdwijnt naar een exclusief elders (ruimtelijke segratie) ? 3) opkomst, bloei en verval ? aan het begin van de ontwikkelingsreeks van een gebied is het mentale beeld vaak oppervlakkig. ? Aan het einde van de ontwikkelingsreeks treden verval en neergang van het gebied op wat betreft infrastructuur, ruimtelijke ordening ook op sociaal-economisch en cultureel terrein. Soms helpt het dan om je op andere doelgroepen te richten. §13: Prettig wonen? ? Door de toegenomen mobiliteit en voorschrijdende digitalisering is wonen minder aan de werkplek gebonden dan vroeger. ? Een enquete is een goed middel om te weten te komen hoe men over een woongebied denkt. ? Volgens de Nederlandse Vereniging van Makelaars zijn de huizen in de Randstad gemiddeld het duurst. De prijzen op de woningmarkt hangen ook samen met de algemene eisen die aan huis en haard worden gesteld. ? Voorkeuren voor voorzieningen en woonlocatie: - eigen tuin, vrij uitzicht en afwisselende bebouwing, ligging in het groen - buurt met homogene bevolking - 25% wil een stedelijk karakter - 70% wil een surburbaan of landelijk karakter, met eengezinswoningen in het groen - dicht bij winkelcentrum of natuurgebied
De nabijheid van verkeerswegen scoort beter dan een woonplek in de buurt van een station. ? Steden: alleenstaanden, ouderen (in mindere mate) Landelijk: jongere meerpersoonshuishoudens, tweeverdieners

Water: geen huishoudens met kinderen ? Veel mensen waarderen hun eigen omgeving negatiever dan andere woongebieden in Nederland. Of men verhuist naar de gewenste plek hangt af van o.a.: - afstand tot het werk - vervoersmogelijkheden - financiele ruimte - familiebanden - leeftijd - instelling - karakter §14: riskant leven ? gevaarlijk leven op Sicilie ?> toch dichtbevolkt - drempel om te emigreren is hoog - positieve inschattingsrisico’s ? Ook in Nederland zijn kwetsbare gebieden dichtbevolkt. Verklaring is te zoeken in: - rampenfrequentie - technische mogelijkheden ? Casus Californie: - grote kwetsbaarheid van onroerend goed, maar: - burger onderschat risico’s naar aard en frequentie - vertrouwen op overheid en technische mogleijkheden - afweging kosten van de schade en kosten van preventie of verhuizing - optimistische benadering - de lokale politiek grijpt natuurlijk in ? ook in arme gebieden lage verhuisbereidheid: - gebrek aan alternatieven - religieuze en culturele motieven ? begrensd rationeel keuzegedrag - negeren en verkleinen van natuurrisico’s komt veel voor. ? Fatalisme of overgave vaak in kansarme gebieden; herstel van de schade en doorgaan met leven. ? In technische hoog ontwikkelde gebieden zoekt men naar oorzaak en gevolg. De maatregelen zijn vaak te vinden in de sfeer van techniek of wetgeving. In beide gevallen wordt migratie tot het laatst vermeden.

REACTIES

S.

S.

Hee yo tnx voor deze samenvattingen
see ya.........

22 jaar geleden

N.

N.

hai Laura
Hoe gaat het?ik wilde je bedanken voor je beschikbaar stellen van je werkstuk.
was heel nutig voor mij.ik zit in de 4de Havo en enige wat ik moeilijk vind is aardrijkskunde.
als je nog meer aantekeningen of vragen over Regonale beeldvorming weet,graag stuur het aan mij.
doie nesar

22 jaar geleden

S.

S.

Je bent een engel! echt een super sv!!! kheb nl absoluut geen tijd om te leren! dus dank je wel!!

21 jaar geleden

V.

V.

Hey!

Ik las je samenvatting op scholieren, en ik vond em heel goed! Je hebt min of meer mn leven gered, want volgende week heb ik daar een tentamen over....
Dus bij deze: bedankt ;)

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.