Hoofdstuk 4 en 5

Beoordeling 7.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 4876 woorden
  • 21 januari 2004
  • 44 keer beoordeeld
Cijfer 7.1
44 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Aantekeningen Pharos H4 Mozaïek of melting pot? De Verenigde Staten, een natie van vele naties Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de diverse culturen die tezamen de Verenigde Staten van Amerika vormen. (In de aantekeningen hanteer ik voor dit land twee andere namen: Amerika en VS.) Het is dus met name een cultureel onderwerp. Daarnaast wordt ook aandacht geschonken aan sociale aspecten. Hierbij gaat het om hoe die verschillende culturen met elkaar omgaan. De volgende groepen komen in dit hoofdstuk aan de orde: - Kolonisten en andere immigranten uit Europa en andere werelddelen (paragraaf 1+2); - Afro-Amerikanen (paragraaf 3+4); - Indianen (paragraaf 3+4). De rode draad in dit hoofdstuk is de hoofdvraag: “Hoe werd de Amerikaanse culturele identiteit omschreven en welk stempel is op Amerika gedrukt door de miljoenen immigranten waarmee het continent volstroomde?” Hierbij introduceert de inleiding de volgende belangrijke definities: - Mozaïek: een samenleving waarin de diverse groepen gedeeltelijk hun eigen cultuur hebben behouden en gedeeltelijk tezamen een nieuwe cultuur hebben gevormd. - Melting pot: samenleving waarin de diverse groepen hun eigen cultuur hebben verruild voor een nieuwe (gemeenschappelijke) cultuur. In de laatste paragraaf komen daar nog enkele begrippen bij. Paragraaf 1 Amerika, de hoop van de mensheid Amerika werd gezien als het nieuwe land en het land van de vrijheid. Nieuw, omdat: 1. Het land voor de eerste keer op de kaart komt; voor de komst van Columbus was dit werelddeel onbekend. Columbus zelf was van mening dat hij in Indie was aangekomen en noemde daarom de bewoners van dit gebied indianen. Amerigo Vespuccio begreep pas dat dit continent niet Indie was, maar nieuw en gaf het zijn eigen naam. 2. Het land bood nieuwe kansen voor mensen die hun eigen land ontvluchtte uit armoede of vanwege godsdienstvrijheid of … Hier kom ik later op terug. Vrijheid, omdat: 1. De VS de eerste kolonie was die zich afscheidde van het moederland; 2. De VS het eerste land is geweest waar Verlichtingsideeën in praktijk werden gebracht en/of werden verheerlijkt. Belangrijke Verlichtingsideeën: 1. Iedereen is gelijkwaardig, ongeacht stand of klasse

2. Persoonlijke vrijheid: godsdienstvrijheid
3. Economische vrijheid
4. Mensen zijn burgers, geen onderdanen. 5. Volkssoevereiniteit: burgers hebben invloed op de regering en kan desnoods de regering naar huis sturen / de regering is in dienst van de burger en dus niet onderdanen in dienst van de overheid. Belangrijke documenten die deze ideeën verwoorden: 1. Onafhankelijkheidsverklaring 4 juli 1776 door Thomas Jefferson
2. Constitution 1787
De Amerikanen geloofden dat zij in het nieuwe heilige land woonden met een voorbeeldfunctie voor de gehele wereld. Zij waren door God uitverkoren. Dit beeld is goed verwoord door de journalist John O’Sullivan in zijn artikel Manifest Destiny = duidelijke lotsbestemming. Factoren die deze duidelijke lotsbestemming bevestigden: - In een nieuwe oorlog met Engeland (1812-1814) won Amerika; - Economisch ging het Amerika zeer voor de wind; - Vele immigranten kwamen vanwege de aantrekkingskracht van het land; - Amerika werd steeds groter: trek naar het Westen / frontier à Louisiana Purchase (1803) + oorlog Mexico (1845-1848). De eerste cultuur die een stempel heeft gedrukt op de identiteit van de VS is de protestants-christelijke en Engelse cultuur. De eerste kolonisten die naar Amerika kwamen om te blijven, waren met name Engelse mensen die hun eigen land ontvluchtte vanwege hun godsdienst. In Amerika konden ze hun eigen geloof belijden. In hun kielzog kwamen ander Noordeuropeanen uit vergelijkbare godsdienstige overwegingen. De VS werd dus een land waar het protestantisme de belangrijkste godsdienst werd. De tweede stempel die de eerste kolonisten op de identiteit van de VS hebben gedrukt is de taal; de voertaal is Engels. (Pharos pag. 105 bron 2) Kennen en Kunnen: Weten welke ideaalbeelden er van Amerika hebben bestaan: Het was het vrije land. Het eerste land wat zich afscheidde van haar moederland. Het werd tevens gezien als een nieuw land. En met als eerste met de verlichtingsideeën. Weten welke principes centraal staan in de Amerikaanse onafhankelijkheidsverklaring. Vrijheid en gelijkheid è Het kunnen streven naar geluk
Iedereen is gelijk aan elkaar. Een aantal redenen kunnen noemen waarom de stichting van Amerika een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis was. Amerika was het eerste land wat zich onafhankelijk maakte van haar moederland. Amerika was de voorloper van de verlichting. Amerika maakten van verschillende nationaliteiten een. Columbus = Ontdekker van Amerika
American Dream = Iedereen heeft de kans en het recht om te streven naar geluk. Amerikaanse vrijheidsoorlog = 1773 – 1783
Jefferson = Opsteller onafhankelijkheidsverklaring (tevens verlichter) Verlichting = Hersenen gebruiken – Ipv. Oude gebruiken. Mensen dachten nu zelf na. Liepen niet achter een leider aan. Volkssoevereiniteit = Volk mag kiezen
Frontier = Grens tussen de kolonisten en het niet ontdekte land (indianen) Manifest Destiny = Duidelijke lotsbestemming, niemand of iets mag de amerikaanse beschaving omver helpen. WASP = White anglo saxon protestant (blanke) è Discriminatie naar buitenlanders. Zij waren de originele Amerikanen. (oorspronkelijke Kolonisten) Paragraaf 2 Naar het beeld van de vrijheid De VS heeft grofweg drie immigratiestromen gekend.
1. Vroege immigratie (1783-1815) Rond 1700 waren er ongeveer 300.000 Europeanen in Amerika. De meesten waren Engels en bijna alle Europeanen waren protestant. Naast een godsdienstige overeenkomst, hadden de diverse immigranten ook dezelfde voertaal, namelijk Engels. Een ander kenmerk dat de meeste immigranten gemeenschappelijk hadden, was hun drang de frontier te bedwingen. De frontier is de grens tussen de door hen geciviliseerde, ontdekte gebieden en de gebieden waar de immigranten zich nog niet hadden gevestigd en waar dus vooral die “wilde indianen” waren. De immigranten hadden twee belangrijke redenen om de frontier te bedwingen. Ten eerste was een belangrijke aantrekkingskracht om zich te vestigen in Amerika de hoeveelheid beschikbare grond waar ze zich als boeren konden vestigen. Ten tweede zagen zij het als hun taak geheel Amerika te “verlichten”, onder hun gezag te brengen. De immigranten maakten geen onderscheid in de lengte van aanwezigheid van de immigrant in Amerika. Iedereen werd min of meer direct opgenomen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ook aan pas aangekomen immigranten politieke/bestuurlijke functies opengesteld werden. Deze immigranten voelden zich daardoor ook meteen onder gedompeld in hun nieuwe Amerikaanse identiteit en spraken optimistisch over hun land van hoop en vrijheid waar de American Dream voor iedereen bereikbaar was. Deze groep was ervan overtuigd dat iedereen in Amerika rijk en aanzienlijk kon worden, mits hij of zij er maar voor werkte. 2. Massale immigratie (1815-1880) In een korte tijd kwamen vele miljoenen immigranten naar Amerika. Tussen 1820-1860 alleen al vijf miljoen waardoor in 1860 vijftien procent van de bevolking bijten de VS was geboren. Welke motieven hadden zij en waar kwamen zij voornamelijk vandaan? - De bevolkingsdruk in Europa: er waren te veel monden om te voeden, zeker na misoogsten. Vele Ieren en ook Duitsers probeerden hun geluk in Amerika na de mislukte aardappeloogsten in 1840 die voor enorme hongersnoden zorgden in Ierland en Duitsland. Uit Ierland kwamen bijna twee miljoen mensen en uit Duitsland ongeveer anderhalf miljoen mensen. - Mechanisatie in de landbouw en industrie veroorzaakte een overschot van handwerkslieden; - Kleine boeren raakten hun land kwijt aan grootgrondbezitters of konden niet verhinderen dat hun land zo versnipperd raakte, dat het niet meer rendabel was; - Politieke onderdrukking; - Godsdienstige onderdrukking
De bovenstaande motieven geven aan waarom het in Europa niet meer uit te houden was voor de vele immigranten. Dit noemen we pushfactoren. Maar waarom kiezen voor Amerika? Hieronder staan de pullfactoren, factoren die Amerika juist aantrekkelijk maakten om daar naar toe te gaan. - Amerika was relatief eenvoudig bereikbaar, zeker na de komst van de stoomboot; - De economische vooruitzichten waren zeer gunstig; er was veel werkgelegenheid door de Burgeroorlog en door de industrialisatie - Rederijen vervoerden tussen Europa en de VS naast producten ook steeds meer immigranten, omdat hierin ook goed geld te verdienen was. Zij gingen dus reclame maken. - Immigranten die aangekomen waren in de VS schreven ook goede berichten naar het thuisfront; - Staten zelf maakten ook reclame, omdat hoe meer inwoners een staat had, hoe meer Congresleden die staat had en natuurlijk ook meer belastinggeld; - De railbedrijven wilden hun netwerk uitbreiden en verkochten dus de grond aan die rails goedkoop in de hoop dat de boeren op die gronden hun bedrijf zouden gebruiken als vervoer. Naast de vele Duitsers en Ieren, kwamen ook vele Chinezen naar de VS. Deze Chinezen werden ingezet als goedkope arbeidskrachten bij de aanleg van spoorrails en kanalen en als gravers tijdens de goudkoorts in Californie. Deze Chinezen werden minderwaardig behandeld: ze kregen onder betaald en deden zeer gevaarlijk werd onder erbarmelijke omstandigheden. Een voorbeeld hiervan is aanleg van de spoorverbinding vanuit het Westen. Ongeveer 9000 Chinezen werkten aan deze verbinding. Zij hingen aan touwen om richels in de bergen te hakken en werkten zelfs in de winter door in tunnels van sneeuw. Als in het voorjaar de sneeuw gesmolten was, kwamen er lijken te voorschijn van bevroren Chinezen met hun pikhouweel nog in de hand. De Chinezen werden dus niet gewaardeerd door de overige immigranten. Zij werden met name vanwege hun huidskleur gediscrimineerd. Vanaf 1880 is er ook wetgeving gekomen om de Chinezen aan te pakken. In 1882 kwam de Chinese Exclusion Act; Chinezen konden niet meer immigreren naar de VS. Niet alleen de Chinezen werden gediscrimineerd, ook de Ieren. De Ieren waren met name katholiek en niet zoals de Ieren uit de eerste immigratiefase protestant. Volgens de “eerste immigranten” of “oude immigranten” waren deze Ieren slaaf in hart en ziel, kwamen ze naar de VS omdat ze gehaald werden, niet omdat ze het avontuurlijke hart hadden zoals de “oude immigranten”. Bovendien waren deze Ieren ook veel te vinden in centra van steden, in loondienst, terwijl de “eerste immigranten” juist de frontier bevochten voor land. Deze beide groepen werden dus het slechtoffer van nativisme. Discriminatie van immigranten die niet afstamden van de “oude immigranten”. 3. “Nieuwe” immigratie (1880-1914) In deze fase komen de immigranten vooral uit Oost-Europa: Oostenrijk-Hongarije (vier miljoen), Rusland (ruim drie miljoen) en Italie (vier miljoen). Deze immigranten hadden vaak economische motieven: - Mechanisatie in de landbouw maakten vele mensen overbodig in die landen en zij konden aan de slag in de Amerikaanse industrieen die om mensen zaten te springen (Hier wordt dus een push- en een pullfactor genoemd!) Het grote aantal joden, met name uit Rusland, hadden religieuze motieven: - Na 1880 werden in Rusland antisemitische wetten aangenomen die joden steeds meer woon- en werkbeperkingen oplegden met als gevolg bittere armoede en na 1900 kwamen zij zelfs in levensgevaar door pogroms, het opjagen en vermoorden van joden. Ook uit andere landen in Oost- en Zuid-Europa kwamen immigranten, met name vanwege de hierboven genoemde economische push- en pullfactoren. Maar er waren nog meer pullfactoren die ook uit Japan immigranten trok naar de VS: - Rederijen verdienden geld aan vervoer van immigranten; - De overtocht naar de VS werd steeds sneller en goedkoper; - Reclame van familieleden en vienden die al in Amerika waren. Deze immigranten zijn bijna allemaal in de steden terechtgekomen en gingen vaak in wijken wonen waar andere immigranten van hun cultuur woonden, gettovorming. Zo ontstonden onder meer de joodse wijk, China Town en Little Italy. Deze immigranten werden absoluut niet gewaardeerd door de “oude immigranten”: - Hun taal was alles behalve Engels en na jaren in Amerika spraken ze die taal nog steeds gebrekkig, omdat ze onderling in hun eigen taal bleven praten; - Hun godsdiensten waren met name katholiek en joods, dus niet protestant; - Ze werkten niet op het land, maar als loonslaven in de industrieen; - Ze werkten tegen lagere lonen dan de Amerikanen in de industrieen en dus stootten zij de Amerikaan uit zijn baan. Het nativisme was in deze laatste fase het sterkst. De Ku Klux Klan kreeg vele aanhangers en leden. Daarnaast kregen nativisten ook steeds meer politiek invloed waardoor allerlei discriminerende wetten tegen immigratie en immigranten werden aangenomen: - 1891: Ellis Island à Een kunstmatig eiland in de haven van New York waar 95% van de immigranten aankwam. Na een vluchtig medisch onderzoek en een controle van de identiteitspapieren werden de immigranten aan een verhoor onderworpen. Mensen met besmettelijke ziekten werden teruggestuurd; zieken en zij die zichzelf niet financieel konden onderhouden, moesten op het eiland blijven totdat ze of genezen waren of vrienden of familieleden hadden gevonden die beloofden hen te ondersteunen. - 1917: discriminerende wetten tegen Japanners, Russen en Duitsers vanwege de Eerste Wereldoorlog. Deze landen stonden tegenover Europese landen zoals Engeland en Frankrijk die de steun van de VS hadden. - National Origins Act: immigratiequota, met name gericht tegen Zuidoost-Europeanen. Lincoln = Amerikaanse president die de slavernij heeft afgeschaft. 1861 è 1865 Burgeroorlog
Amerikaanse burgeroorlog = 1861 è 1865
Congres = Volksvertegenwoordigers
Nativisme = vreemdelingenhaat
New Immigrants = Gediscrimineerde loonslaven, zijn later gehaald. Ku Klux Klan = Tegen de zwarte (new immigrants) Geen hart en ziel. Zij kwamen niet uit Amerika. Paragraaf 3 Roodhuiden en zwarte Amerikanen Indianen Deze Native Americans zijn oorspronkelijk van Aziatische afkomst. Tijdens de IJstijd bestond er een landbrug tussen Siberië en Alaska (ca. 25000-12000 jaar geleden) en daar zijn ze waarschijnlijk overheen getrokken. Ten tijde van Columbus waren er ca. 300 stammen met allemaal hun eigen cultuur en manier van leven. In de 17e en 18e eeuw nog maar zo’n 10 cultuurgebieden over. Grootste oorzaak: de komst van de blanken. Toen Amerika een Engelse kolonie was, werden Indianen wel wat beschermd door de Engelsen vanwege hun belangen als pelshandelaren. De kolonist had geen boodschap aan deze economische belangen en wilde westwaarts trekken. Deze trek ten koste van de Indianen: zij werden in ieder nieuw ontdekt gebied verjaagd. Indianen verweerden zich tegen de blanken door of met ze te samenwerken of door tegen ze te vechten. In beide gevallen zouden ze het onderspit delven: - Uitroeiing van de bizons = uitroeiing voedselvoorziening; dit werd bewust gedaan door de kolonisten. - Wetgeving: Removal Act: In 1830 werden stammen uit het westen naar het oosten gestuurd, omdat de blanken de gronden van de indianen wilden. In 1887 werd collectief grondbezit verboden. Indianen werden gedwongen zich te vestigen als individuele boeren. - Indianenoorlogen: Tussen 1860-1890 woedde vele oorlogen tussen blanken en indianen. De indianen probeerden zich te verzetten tegen de door blanken opgelegde landverhuizingen en opgesloten worden in reservaten. Ze wilden hun land van hun voorvaderen niet verlaten. De blanken wilden echter deze gronden vanwege de vruchtbaarheid of de verrassingen onder de grond zoals goud en olie. De laatste grote confrontatie tussen blanken en indianen was de Slag bij Wounded Knee (1890): 300 Sioux-Indianen werden neergesabeld, voornamelijk vrouwen en kinderen! Nu hoefden deze oorlogen zelfs voor de Amerikanen niet meer. De blanken hebben de cultuur van de indianen stelselmatig kapot proberen te maken. Motieven: land vanwege de vruchtbaarheid of de rijkdommen onder de grond. Ook de indiaanse cultuur stond de blanken tegen. De Amerikaan is kapitalistisch ingesteld: heeft eigen grond en wil winst maken. De indiaan daarentegen kent alleen collectief landbezit; een stam behoort het land van de voorvaderen te respecteren. De indianen werden opgesloten in reservaten; vaak gedwongen. De tocht die de Cherokee’s hebben afgelegd als gevolg van de Removal Act heet niet voor niets trail of tears: een kwart kwam om bij deze verplaatsing. In de reservaten waren slechte gronden en werden vijandelijke stammen bij elkaar geplaatst: ellende en armoede als gevolg. Vandaag de dag zijn indianen nog steeds weinig in aanzien: ze hebben weinig scholing, weinig economische mogelijkheden, kennen een groot drankprobleem en zijn afhankelijk van overheidssubsidies. Een aantal indianen probeert terug te keren naar hun oude trots door zich te richten op onderricht over hun cultuur. Helaas levert dit nog niet veel op. Zwarten De oorsprong van de zwarte bevolking ligt in Afrika. Als slaven zijn zij, mede door de Nederlanders, vervoerd naar plantages in Amerika. Door de uitvinding van de cotton gin steeg de vraag naar slaven. Deze slaven kwamen terecht op (katoen)plantages in het zuiden van Amerika. Slaven werden niet gezien als mensen, maar als bezit. Dat betekent dat zij dus geen bezit mochten hebben, niet zonder toestemming van hun eigenaar mochten trouwen, er geen rekening gehouden hoefde te worden met familiebanden tijdens verkoop van de slaven, dat eigenaren ze niet mochten leren lezen en schrijven etcetera. Uit respect voor de blanken moesten ze een gebrekkig taaltje spreken, ook al spraken ze onderling foutloos Engels. Slaven konden op enkele manieren hun leven proberen te verbeteren: - Passief verzet; langzaam-aan-acties en saboteren van productie à succesvol; - Actief verzet; in 1831 kwam er een slavenopstand onder leiding van Nat Turner, maar deze werd neergeslagen en onder meer de ter dood veroordeling van Nat Turner zelf. Ontvluchten van de plantages. -> weinig succesvol. De slavernij werd de inzet van de Burgeroorlog. De zuidelijke staten wilden de slavernij behouden, de noordelijke staten wilden juist afschaffing. De zuidelijke staten besloten door te gaan zonder de noordelijke staten. In deze staten en in deze tijd is dan ook de Ku Klux Klan opgericht. De noordelijke staten accepteerden deze afscheiding niet en gingen ten strijden. President Lincoln schafte ten tijden van de Burgeroorlog de slavernij af (1863). De positie van de zwarte bevolking was nu wel in wet, maar niet in praktijk. In het zuiden waren zelfs wetten die discriminerend waren ten opzichte van de zwarte bevolkingen er ontstond segregation, scheiding van de zwarte en blanke ras. Zo waren er in parken banken voor zwarten en banken voor blanken, in bussen plaatsen voor zwarten en plaatsen voor blanken, scholen voor zwarten en scholen voor blanken etcetera. Deze praktijk werd wet in 1896. het Hooggerechtshof bepaalde dat rassenscheiding wettelijk was, mits beide rassen dezelfde mogelijkheden kregen. Deze wet werd verwoord met seperate but equal. Afro-Amerikanen kwamen in verzet tegen deze discriminerende uitspraak van het hooggerechtshof: - Booker T. Washington propageerde de self-help mentality: met hard werken zouden de zwarten integreren en zoals blanken behandeld worden; - W. DuBois was van mening dat de zwarten actief voor hun rechten moesten opkomen, want de blanken zouden hun macht niet vrijwillig afstaan. Belangrijk was volgens hem economische onafhankelijkheid, deze zou leiden tot politieke gelijkheid; - Martin Luther King en zijn Civil Rights Movement: geweldloze acties om de rassenscheiding aan de kaak te stellen zoals sit-ins, freedom rides en massale demonstraties; - Black Power: met geweld opeisen wat ook rechtmatig aan zwarten toe dient te komen: - Nation of Islam: Afrikanen en dus zwarten zijn islamitisch. Islamitische zwarten proberen hun kracht te vinden binnen de islam. Malcolm X. is hiervan ook een voorbeeld. Blanken reageerden grofweg op de volgende manieren: - Toename van aanhang van de Ku Klux Klan; - Met wetgeving ter ondersteuning van de “zwarte zaak”: Uitspraak van het Hooggerechtshof dat de rassenscheiding niet wettelijk was (1954), Civil Rights Act, verbod op discriminatie in openbare gelegenheden (1964) - Blanken gingen actief meedoen in de Civil Rights Movement. - Blanken verliezen midden jaren zestig, en in de jaren zeventig hun interesse in de Civil Rights Movement door bloederige rellen in de zwarte getto’s.
Paragraaf 4 De natie van vele naties De VS in de 20e eeuw is een natie met vele culturen en dus met vele problemen: - De slechte sociaal-economische positie van de Afro-Amerikanen: hoge werkloosheid, lage scholingsgraad, vele scheidingen, veel criminaliteit en gangs etcetera. - De slechte sociaal-economische positie van de indianen (zie paragraaf 3) - De hoeveelheid Spaanstalige immigranten, zowel legaal als illegaal, die ook te vinden zijn in getto’s waar ze met moeite uit kunnen komen. Om bovenstaande problematiek aan te pakken, pleiten sommige mensen voor positieve discriminatie. Redenen hiervoor zijn: - Het is een soort compensatie van wat hen in het verleden is aangedaan; - Het is steun die ze kunnen gebruiken om hun achterstandssituatie weg te werken. Positieve discriminatie wordt niet door alle Amerikanen gesteund, want: - Deze discriminatie is eigenlijk discriminatie van blanken; - De zwarten moeten maar wat meer vertrouwen op hun eigen kracht. Al die verschillende culturen leidt tot de vraag “wat is nu de Amerikaans cultuur?” Hierop zijn verschillende visies: - Amerikanisme: geloof in een typisch Amerikaanse identiteit die oorsprong heeft in de versmelting van de culturen in eerste migratie fase. Dus de Amerikaanse cultuur is overwegend protestant en Engels georiënteerd. - Multiculturalisme: geloof in de verscheidenheid van de Amerikaanse identiteit - Afro-centrisme: geloof in herschrijving van de geschiedenis waarin de Afrikaanse, zwarte cultuur meer nadruk krijgt in plaats van de Europese cultuur - Seperatisme: geloof dat voor zwarten het beste is om in een eigen samenleving binnen de blanke samenleving te leven
Natuurlijk bestaan mozaïek en melting pot ook nog. Mozaïek is te vergelijken met multiculturalisme. Melting pot met Amerikanisme. Hoofdstuk 5; Zuid-Afrika, een thuisland voor iedereen? Inleiding De hoofdvraag in dit hoofdstuk is “welke ontwikkeling hebben de verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika de afgelopen eeuwen doorgemaakt en hoe kan dit land een thuis voor iedereen worden?” Dit betekent dat er twee belangrijke zaken aan de orde komen: - Bevolkingsgroepen; - Sociaal-economische aspecten tussen de diverse bevolkingsgroepen. Welke bevolkingsgroepen staan centraal in dit hoofdstuk? - Kolonisten: dit zijn blanken van of Nederlandse afkomst, ook wel Afrikaners of Boeren genoemd, of Engelstaligen, afstammelingen van Engelse kolonisten. - Zwarte bevolking, met name de Xhosa en Zoeloes, maar ook Khoikhoi en San. Dit zijn dus (afstammelingen van) de oorspronkelijke bewoners van het land. - Kleurlingen zoals Maleiers, Chinezen en Indiërs. Deze groep krijgt geen aandacht. Hoe zijn de sociaal-economische verhoudingen tussen de groepen? Dit is de kern van het hoofdstuk en is hier dus niet even samen te vatten. Ik kan je wel een leidraad meegeven. - Verhouding Afrikaners / Boeren ßà Engelse kolonisten: gespannen door tegengestelde belangen en ideeën over verhoudingen tussen sociale groepen. De conflicten krijgen een climax in de Boerenoorlogen aan het eind van de negentiende eeuw. - Verhouding Afrikaners / Boeren ßà zwarten: Boeren discrimineren de zwarte bevolking. Climax: Apartheidpolitiek vanaf ca.1945. - Verhouding Engelsen ßà zwarte bevolking: in eerste instantie emancipeerden de Engelse de zwarte bevolking (Verlichtingsideeen). Later accepteren en laten de Engelsen de apartheidpolitiek toe. Paragraaf 1, de Afrikaners De eerste kolonisten die in Zuid-Afrika voet aan land zetten, waren de Nederlanders. In de zeventiende eeuw ondernam de VOC reizen van de Republiek der Nederlanden naar Oost-Indie. Deze reis moest halverwege onderbroken worden vanwege bevoorrading en deze post is uiteindelijk bekend geworden onder de naam Kaapstad. De Nederlanders waren zeer onverdraagzaam ten opzichte van de oorspronkelijke bevolking. De Khoikhoi, San en Xhosa werden Hottentotten en Bosjesmannen genoemd, werden gezien als onbetrouwbaar, lui en goddeloos. Het uitroeien van deze mensen was geen probleem voor de Nederlanders. Natuurlijk hadden de Nederlanders die door omstandigheden een ander contact hadden met de oorspronkelijk bevolkingsgroepen een andere mening toegedaan, maar dat waren er niet veel. De Nederlanders behielden niet de controle over de Kaapkolonie. In 1806 werd de Kaap Brits. De Britten waren aanhangers van de Verlichting en voerden dit dan ook meteen in. Dit had onder meer tot gevolg dat “alle oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika krijgen dezelfde vrijheid en bescherming als de andere vrije volken van de kolonie” (Pharos pag. 136) en tevens werd de slavernij afgeschaft. De bovenstaande maatregelen uit het begin van de negentiende eeuw hielden in dat iedere Zuid-Afrikaan, ongeacht ras, gelijkwaardig aan elkaar waren. Dat in een samenleving die onder de Nederlanders juist ongelijkheid kende. De Boeren verafschuwden dit Engelse beleid en ondernamen een tocht op weg naar onafhankelijkheid. Deze tocht staat bekend als de Grote Trek. De Boeren vertrokken onder leiding van Piet Retief en stichtten vrij staten zoals Transvaal en Oranje-Vrijstaat. (zie Pharos bron 13 pag. 137). Onderweg stuitten de Boeren op verzet van de oorspronkelijke bevolking. De Boeren verdreven met harde hand deze groepen vanwege de vruchtbare grond. Zo heeft Zoeloe-leider Dingaan Piet Retief vermoord. Ook de Engelsen tolereerden de vrij staten niet. Zij hadden economische belangen vanwege de diamant- en goudvelden die in de vrij staten waren. Twee Boerenoorlogen (1880-1881 en 1889-1902) hadden de Engelsen nodig om de Boeren weer op hun plaats te zetten. Deze oorlogen leverden de Boeren meer sympathie op van het buitenland dan de Engelsen. Ten eerste omdat de Boeren onder leiding van Paul Kruger redelijk stand konden houden tegen het oppermachtige Engelse leger. Ten tweede door de agressieve politiek van de Engelsen ten opzichte van de Boeren. Zo werden vele Boeren, zowel mannen als vrouwen, in concentratiekampen gezet. De overwinning van de Engelsen op de Boeren betekende niet dat de Boeren nu achter het beleid en de ideeën van de Engelsen stonden. De Boeren trokken zich terug in hun eigen cultuur (denk hierbij aan separatisme uit het hoofdstuk Verenigde Staten, paragraaf 4). De Boeren gingen steeds meer belang hechten aan hun eigen cultuur: geschiedenis, normen en waarden, taal, feesten, etc. Hiermee onderscheidden de Boeren zich van de overige bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika. Paragraaf 2, Diamanten, goud en Engelsen De komst van de Engelsen in de 19e eeuw was gedreven door het goud en de diamanten in Zuid-Afrika. Een bekende fortuinzoeker was Cecil Rhodes. Rhodes werd ook een fortuinlijk man en tevens een belangrijke politicus. Hieraan zie je dus de verstrengeling tussen economische motieven en politieke macht. Rhodes was een van de belangrijkste mannen die aanstuurde op oorlog met de Boeren vanwege de diamant- en de goudmijnen die hij wilde exploiteren in de vrij staten. In 1902 liep de strijd tussen de Engelsen en de Boeren ten einde. Op 31 mei van dat jaar tekenden de Boeren het “Verdrag van Vereeniging”, waarin zij de Engelse koning als vorst erkenden, in ruil voor een zelfstandige status binnen het rijk. De Boeren werd beloofd dat pas in een later stadium gesproken zou worden over kiesrecht voor de zwarten. In 1910 werd de Unie van Zuid-Afrika een feit. De nieuwe staat bestond uit de voormalige Kaapkolonie, Natal en de twee Boerenrepublieken. De Unie werd een Britse dominion, wat inhield dat het volledige zelfbestuur had, maar formeel onder het bestuur van de Engelse koning viel. De Unie kreeg een centrale regering die gecontroleerd werd door een democratisch gekozen parlement. Het kiesrecht werd in de diverse provincies verschillend geregeld. In Natal mochten alleen blanke mannen stemmen met een bepaald inkomen, terwijl in de Kaapkolonie het kiesrecht in principe niet-raciaal was. Op deze manier werd de basis gelegd van de latere Apartheidpolitiek waarin sociale verhoudingen bepaald werden door kleur.
Paragraaf 3, De zwarte samenleving In en rond de Kaap woonden voor de komst van de Nederlanders de San en Khoikhoi. Helaas zijn deze groepen (bijna) uitgeroeid door diezelfde Nederlanders. Meer in het binnenland woonden de Xhosa en Zoeloes. Ook zij hebben zich verzet tegen de komst van de Boeren en verloren. Voor de komst van de kolonisten leefden de zwarten volgens hun eigen tradities waarin gemeenschap en familie centraal stonden. Hun godsdienst was natuurgodsdienst met meerdere goden. De kolonisten namen niet alleen de vruchtbare grond af van de zwarten, maar doorbraken ook de leefwijze van de groepen. Zendelingen probeerden de groepen te bekeren tot christenen en dus ook op christelijke wijze te laten leven. Zwarten werden gediscrimineerd door de kolonisten. Zo werd in de Land Act (1913) bepaald dat de zwarten (70% van de bevolking) moest leven op 7% van de grond. Die plekken werden aangewezen door de blanken en thuislanden genoemd. Toen de steden groeiden en dus ook de vraag naar goedkope zwarte arbeidskrachten, werden rond de steden ook van die thuislanden aangewezen. Zwarte buren hebben, dan kon toch niet?! Het hoogtepunt van de discriminatie is de Apartheidpolitiek geweest. Wettelijk werd de minderwaardige positie van de zwarte bevolking vastgelegd. Zie hiervoor Pharos pag. 148, bron 11. De zwarte bevolking heeft zich natuurlijk verzet tegen deze discriminatie en racisme. Het werd de groep alleen wel steeds moeilijker gemaakt. De eerste club die het verzet van de zwarte organiseerde, was het African National Congres (ANC-1912). Het ANC verzette zich op een geweldloze manier tegen de blanke macht tot … Sharpeville. Bij die demonstratie schoten de blanke politieagenten gericht en met scherp en dus vele zwarten vonden de dood. Politie was altijd al een bedreiging voor de zwarte bevolking: martelingen, illegale executies en opsluiting waren aan de orde van de dag. Zending = Geloof verspreiden
Kleine apartheid = Dagelijkse geboden
Grote apartheid = Thuislanden politiek
ANC = African National Congres (partij van Mandela) Sharpeville = Middelbare scholieren gaan op de vuist met politie. Ze willen eerste vredige demonstratie met het wordt een slachting. Paragraaf 4, Een team, een land. Vanaf 1945 kende Zuid-Afrika dus Apartheid. Lange tijd werd dit getolereerd door het buitenland. Vanaf de jaren ’70 kwam steeds meer kritiek op dit beleid. Actiegroepen spraken mensen aan Zuid-Afrika te boycotten. Steeds meer producten uit Zuid-Afrika bleven in de schappen van winkels staan. Met name de economische boycotten raakte Zuid-Afrika eind jaren ’80. Die economische crisis zorgde ook weer voor meer onrust in Zuid-Afrika zelf. In 1990 kwam een nieuwe president: F.W. de Klerk. Een rasechte blanke die opgegroeid was in de Apartheid en deze ook altijd gesteund en verdedigd had. Juist deze man staat nu bekend als de president die een einde heeft gemaakt aan de Apartheid. Geen ideale motieven, maar sociaal-economische motieven heeft De Klerk hiervoor gehad. Februari 1990 werd Nelson Mandela, een belangrijke leider van het ANC, vrijgelaten. Het ANC zelf mocht weer in het openbaar optreden. In 1993 kwam er een nieuwe grondwet die een definitief einde maakte aan de Apartheid. In 1994 gingen de zwarten voor het eerst naar de stembus en het ANC werd de grote winnaar. Het tij zou nu keren! Heeft Zuid-Afrika nu geen sociaal-economische problemen meer nu Apartheid is afgeschaft? O, ja wel! Als gevolg van de Apartheid leeft nog steeds het overgrote merendeel van de zwarte onder de armoedegrens en in thuislanden. Deze problematiek zorgt voor verdeeldheid binnen de zwarte groep en voor angst bij blanken. Deze laatsten kennen de criminaliteitscijfers en vrezen terecht voor hun huis en haard en … leven. Breekt er ooit een periode aan dat de Apartheid niet meer voelbaar is in Zuid-Afrika? Boycot = Iets negeren. Er niet meer naar toegaan. One man, One vote = Iedere persoon z’n eigen stem. (slogan van de zwarten) Inkatha = Hetzelfde als ANC maar dan met meer geweld. Afrikaanse weerstandsbeweging = Rasistische boeren. (Bron 14, teken lijkt op hakenkruis)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.