Mahler

Beoordeling 1.7
Foto van een scholier
  • Concertverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 1188 woorden
  • 15 november 2003
  • 3 keer beoordeeld
Cijfer 1.7
3 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Programma: 1. Luciano Berio: Quattro versioni originali della Ritirata notturna di Madrid di L. Bocherini sovrapposte e trascitte per orchestra
2. Ludwich van Beethoven: klavierconcerto nr. 4 op 58 Solist: François-Frédéric Guy, piano
3. Gustav Mahler: Symfonie nr. 1 « Titan » Waar?: BOZAR te Brussel
Wanneer?: vrijdag 10 oktober begin: 20 uur
Orkest: Orchestre National de Lille Dirigent: Jean-Claude Casadesus Recensie: 1ste symfonie van Mahler: “Titan” Het stuk is opgebouwd uit vier delen, het Allegro commodo, het Scherzo, Gestrandet en het Allegro furioso en duurt ongeveer 55 minuten. Ze hebben elk een ander thema, maar toch vormen ze een geheel wanneer het thema van het eerste deel terugkomt in het laatste. Mahler haalde de titel voor zijn symfonie van een roman van Johannes Richter. Het verhaal achter de “Titan” is het levensverhaal van een held en elk deel van de symfonie is een deel van zijn leven. Hij moet strijden tegen het noodlot en dat gebeurt met vallen en opstaan, want telkens als hij zich aan het noodlot wil ontrekken brengt het hem een nieuwe slag toe en gaat zijn strijd verder. Slechts op het einde kan hij zegevieren in de dood, wanneer hij ook zichzelf heeft overwonnen en dat hoor je ook in het werk door een overweldigend einde waarin zijn zege als het ware gevierd wordt.. 1) Het Allegro commodo: “Wie ein Naturlaut” Bij het horen van dit stuk bevinden we ons vanaf het begin midden in een of ander

prachtig natuurlandschap. Dat effect wordt gecreëerd door o.a. de houtblazers die vogelgeluiden nabootsen, maar ook alle andere instrumenten proberen natuurgeluiden weer te geven. Vandaar ook de titel van het stuk. Mahler wou het ontwaken van de natuur in de lente weergeven en slaagt daar volgens mij zeer goed in. Het stuk begint met de strijkers die alleen hoge tonen spelen en die de nog half slapende natuur laten horen. Dan valt stuk voor stuk de rest van het orkest in, te beginnen met de horens en dan ontwaakt de natuur volledig. Mahler gebruikt in dit deel ook twee fernorchester, dit zijn twee fanfares die men niet kan zien en die in de coulissen staan. Het eerste is entfernt en het tweede sehr weit entfernt. Wat wel opvalt in het eerste deel zijn de marsritmes van militaire fanfares. Mahler kende deze goed en gebruikte ze veel omdat hij vroeger naast een kazerne woonde en er daardoor veel mee in aanraking kwam. 2) Het Scherzo: “Mit vollen Segeln” Vanaf het begin van dit deel voelt men dat het een heel andere sfeer oproept dan het vorige deel. Dat was eerder nog wat traag en voorzichtig, maar dit deel is veel krachtiger en misschien ruwer, maar het komt zeker veel lichter over. Waarschijnlijk komt dat omdat het thema gebaseerd is op een Oostenrijkse volksdans in een walsritme. Omdat het thema anders wordt krijgen we ook een ander beeld voor onze ogen. We gaan van een vredig natuurlandschap naar een plek omringd door hoge bergen en immense sneeuwtoppen. Of toch iets dat krachtiger en minder vredig overkomt dan het eerste beeld. Dit deel is moeilijker te volgen dan het eerste maar is daarom niet minder boeiend en mooi. 3) Gestrandet
Het eerste wat opvalt in dit deel is het overbekende liedje “broeder Jakob” dat Mahler hier als thema gebruikt voor zijn derde deel. Het wordt wel in mineur gespeeld zodat het lijkt op een dodenmars of een treurlied. En dat symboliseert de eerste nederlagen van de held in zijn leven en in zijn strijd tegen het noodlot. Af en toe wordt de treurmars onderbroken door een melodie uit een zigeunerliedje. Maar dat staat volgens mij in contrast met de bijna dodenmars als thema. Want het ene doet zeer blij en vreugdevol aan en het andere is een treurlied. Maar misschien zijn de blije stukjes een paar overwinningen van de held, maar zijn nederlagen overheersen het geheel. Dit stuk is eerder rustig en de kracht en de ruwheid van het tweede deel is bijna helemaal weg. 4) Finale: “Dall inferno al paradiso” We merken vanaf de inleiding dat ook dit deel compleet verschilt van het vorige want we worden vanuit het rustige derde deel direct wakker geschud door de horenblazers en een cimbalenslag. Dat stelt een kreet van wanhoop voor van de held die inziet dat zijn strijd tevergeefs is. En wanneer het thema van het eerste deel terugkomt als een herinnering aan betere tijden, kan hij overwinnen in de dood en word alle spanning weggenomen door slotstuk van de koperblazers. De ondertitel van de finale is afkomstig van Dantes Divina Comedia. Ook daar probeert de hoofdfiguur zich op te werken van de hel naar het paradijs. Zoals ook hier gebeurt: van de strijd naar de overwinning in de dood. Persoonlijke mening: Ik vond het in het algemeen zeer goed, alleen het eerste stuk van Berio is tegengevallen. Er was te weinig diepgang en het duurde te kort om mij echt aan te spreken. Maar misschien was het wel goed als inleiding op wat volgde want zo was het publiek al opgewarmd om volledig te kunnen genieten van het klavierconcerto. Dat was volgens mij schitterend gebracht en je kon er je volledig in inleven. We zaten volledig vooraan zodat we goed het gezicht van de solist konden zien en daarom konden we echt zien hoe hij opging in de muziek. Daardoor kwam de muziek ook beter over waarschijnlijk, omdat we de overgave van de pianist aan de muziek zagen. Maar soms werd dat ook wel hinderlijk omdat hij de maat begon mee te neuriën en zo konden we ons minder op het concerto concentreren. De dialogen tussen het orkest en de solist waren goed te volgen en waren zeer goed uitgevoerd. Men kon echt een soort gesprek horen tussen de twee maar meestal herhaalde de solist niet gewoon wat het orkest speelde maar voegde hij er ook nog iets aan toe om zijn kundigheid te tonen tot hij de bovenhand nam en het orkest geen leidende rol meer had. Maar vooral in het laatste stuk van het eerste deel, het cadenza, kon de solist zijn ware kunnen tonen. En ik vond dat deel zeer goed, de virtuositeit van de solist bleek hier zeer duidelijk. Het derde stuk dat die avond gebracht werd was Mahler. Dit was het tweede werk van Mahler dat ik zag en ik vond dit beter dan het vorige(de 9de symfonie). Waarschijnlijk sprak dit stuk me meer aan door de herkenbare melodieën die erin zaten, zoals “broeder Jakob” en andere bekende volksdansen. Dat zorgde ervoor dat het stuk lichter en soms zelfs speelser overkwam, ook al werd het thema soms in mineur gespeeld en leek het op een dodenmars en was het op andere momenten een redelijk zwaar stuk en moest ik mij goed concentreren om het goed te kunnen volgen. Ik heb die twee fernorchester die er waren eigenlijk niet gehoord, of daardoor en speciale sfeer gemerkt. Misschien onbewust wel, maar het had voor mij geen verschil gemaakt of ze er waren of niet. Ik vond het derde deel het beste, omdat dat het meest herkenbare was. En ik vond het voor de rest ook een boeiende muziekavond, behalve het beginstuk van Berio.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.