1. Land van vrije boeren
1492: Amerika door toeval ontdekt door Spanjaarden noemden ’t West-Indie (Indianen). Pas na 1600 vestigden in Noord-Amerika Engelsen + Nederlanders. Engelsen beheersen oostkust zichzelf besturen, maar onder Britse soevereiniteit 2e helft 18e e. Amerikanen tegen verzetten Britten stuurden ordetroepen: 1774: gezamenlijk bestuur; Amerika ook leger.
4 juli 1776: Amerika onafhankelijk oorlog 1783: vrede getekend.
Een kleine natie
Maar 4 milj. Mensen 13 deelstaten 3 delen: noorden + midden handel + financien, 5 zuidelijk staten slavenhouders. Sterk agrarisch (95% vd bevolking), nog geen grote steden
Een vriendschapsbond
Eind 18e e.: nog niet 1 natie. Congres oefende gemeenschappelijk bestuur uit. 1786: opstand v arme boeren nieuwe afspraken. ‘Fouding Fathers’ na 5 maanden vergaderen compleet nieuwe grondwet (1787): politieke macht verdelen, macht nationale regering versterkt o.l.v. president. Besluiten niet eerst door deelstaten goedkeuren. Checks and balances
Regering gecontroleerd + in evenwicht door andere machten deelstaten. Macht verdeeld over uitvoerende, wetgevende + rechterlijke macht. u= president + ministers, w= Congres:regering controleren, r= opperrechters. Congres: Huis van Afgevaardigden + Senaat
Compromissen
Moesten gesloten worden, omdat belangen vd deelstaten sterk uiteenliepen. 3/5 clausule: slaven 3/5 vd bevolking met stemmen. B.v over slavernij: Onafhankelijkheidsverklaring gebaseerd op vrijheid en gelijkheid. In ’t zuiden nog steeds slavernij, grondwet beschermde slavernij zelfs. Grondwet veranderen via amendementen (1791) 10 Bill of Rights democratische burgerrechten. Nog geen volledige democratie, stemrecht daarvoor te beperkt + discriminatie werd ondersteund. Uitverkoren volk
2 visies op de eenheid vd natie: Thomas Jefferson (president); Amerika is land van kleine zelfstandige boeren: yeoman farmer. Bestuur zoveel mogelijk gedencentraliseerd geen gebrek aan controle. Voor democratie en boeren. Alexander Hamilton: steunde vooral machtige handelslieden, natie moest geleid worden door goed opgeleide en rijke elite. Mercantilistisch handel moest in eigen land blijven. Tot 1800 Hamilton macht, daarna 8 jaar Jefferson president. Sociaal-economische ontwikkelingen
1787-1830 Amerika werd middelgrote natie, nog veel agrarisch. Verandering in deze jaren door: 1 Trek naar ’t Westen
2 Vooruitgang vd techniek door nieuwe uitvindingen
3 Verbetering vh vervoerssysteem
4 Sterke commercialisering vd landbouw + industrie kwam op. 1787 Pas 1e pionier richting Appalachen steeds meer de nog dun bevolkte gebieden opgedeeld in territoria speciale vorderingen: Northwest Ordinance 1. inwoners burgerrechten 2. slavernij verboden 3. uiteindelijk 5 nieuwe deelstaten. VS kon groeien en tegelijk hun eenheid bewaren. Louisiana Purchase
1803 Jefferson verdubbelde grondgebied door Louisiana tot 1802 v Spanje, daarna v Napoleon, verkocht ’t aan de VS. Er waren nog wel Indianen overal 1780 zonder oorlog terugdringen daarna wel oorlog, Indianen bleken sterk, 3 jaar later verdragen stonden deel af, pas in 1813 ’t verzet neerslaan. Technische vooruitgang
Amerikaanse leger had vuurwapens, Indianen niet.
1793: Whitney vond cotton gin uit apparaat om vezels schoon te maken.
1815: ’t stoomschip, grote gevolgen voor ’t vervoer, New York werd de grootste Amerikaanse havenstad.
Van ruilhandel naar markteconomie
Tot 1800 voornamelijk ruilhandel, geen geld. Door commercialisering meer voor markt produceren 1 industrieën ontstonden 2 groei v middengroepen 3 groeiend contact tussen regio’s. 1e helft 19e e: textielindustrie erg belangrijk, groeide steeds meer. Streken vd VS werden afhankelijk van elkaar. Commerciële boeren
Ervoeren boeren als positief. Boeren begonnen te verhuizen de frontier (grens) schoof op daar eerst nog dunbevolkte samenleving v pioniers eerst pelsjagers, dan leger, dan boeren. Het leven aan de frontier • stimuleerde individualisme + gemeenschapszin • Frontier bood gelijke kansenmaar ’t recht vd sterkste gold ook daar. • Bracht economische ontwikkeling + verspilling v natuurlijk hulpbronnen uitputting
Slaven
Slechts 10% vd zwarten was vrij rest slaaf leek afgeschaft maar kwam terug toen ze weer nodig waren bij de ‘cottin gin’ slaven ook geimporteerd toen dat niet meer mocht: kopen + fokken. Werden beschouwd als bezit, waren rechteloos in ’t Noorden was de wetgeving soepeler
Aanpassing en verzet
Slaven kwamen weinig in opstand betekend niet dat ze tevreden waren deden sabotage + verzet, bleven hun eigen cultuur in stand houden, vonden steun in ’t Christendom (eigen draai eraan gegeven) + in de Afrikaanse cultuur eigen organisaties: African Methodist Episcopal. Veel blanken hadden geen slaven, hadden er nix aan. Veel racisme + angst. Eén of verdeeld? Onafhankelijkheidsverklaring (1776) + grondwet (1787) politiek eenheid. Economische dynamiek leidde tot verdeeldheid. Mensen kwamen tegenover elkaar te staan veel conflicten. Blanken – Zwarten/ Indianen. Grote ongelijkheid dus. 2. Groeiende tegenstellingen 1787-1830: Deelstaten + bevolking nam toe, nog steeds agrarisch. Frontier schoof steeds verder op. 1830 -1860: Karakter samenleving verandert, werd nu ook stedelijk + (tot 1830 protestants) door immigranten katholiek
Sociaal-economische ontwikkelingen
1830-1860: Op dit gebied veranderde de VS ingrijpend aspecten vd economische ontwikkeling versterkten elkaar. Natie op de rails
Technische vooruitgang gesteund door groeiend aantal uitvindingen. 1830: stoomlocomotief werd belangrijkste vervoermiddel goedkoop + snel. Zorgde voor commercialisering vd agrarische sector ’t Westen
Een nijver volk
Na 1830: Industrialisatie zette zich door slechte arbeidsomstandigheden werd niet moeilijk over gedaan. Waren trots op de goede arbeidsomstandigheden (voor 1830) Arm en rijk
Na 1830: Verhoudingen harder + onpersoonlijker, meer discipline door: genoeg arbeiders ook levensomstandigheden achteruit werkloosheid. Door markt-economie goed-slecht-goed-slecht. 1e helft 19e: bracht grote welvaart steeds groter verschil tussen arm & rijk. Het Zuiden
Werd steeds afhankelijker v katoenteelt slavernijopstand o.l.v. Nat Turner. Noorden had er afschuw voorabolitionisme, o.l.v. Garrisonblad, The Liberator + beweging, American Anti-Slavery Societyin ‘t Zuiden bleef de slavernij. ‘Underground railroad’hielp slaven ontsnappen naar ’t Noorden. Manifest destiny voor blanken
Self-help mentaliteitarmen hadden ’t aan zichzelf te danken. Groeiend nationalisme manifest destinyin heel Armerika vrijheid, beschaving + democratie angst. Christenen en hervormers
Houvast in geloof in kerken veel emoties, dominees: you can do it if you want. (na 1830) nieuwe hervormingsbewegingen. Vrouwen
Domestic Ideologyverheerlijking huiselijke sfeerwerden buiten economie+politiek gehouden, wel arbeidersvrouwen. ‘Uncle Tom’s Cabin’(1852) abolitionisme. 1848: Seneca Falls Cnventionrechten vd vrouwenwas nog ver weg. Indianen
Blanken wilden grond voor katoen + landbouw. Werden afspraken gemaakt sommige pasten zich aan/ verzetten zich/ stoken ze tegen elkaar op door blanken geschonden. Aantal Indianen nam massal afziekten + weggedreven waren machteloos. Gunden ze alleen een plekje als ze ‘beschaafd’ werden. De verwijdering vd Indianen
1830: Aanpassingspolitiek mislukte. Jackson nam removal act aan moesten naar reservaten achter de mississippivia Trail of Tears
States Rights versus Het American System (tot 1828) Niet veel bemoeienis - Clayoverheid welvaart stimuleren
Internal Improvementsdeelstaten wegen zelf betalen
1828: Jackson aan de macht: geen importtarieven meer
Wankel evenwicht tussen noord en zuid
1820: Missouri Compromise: kwamen tegenover elkaar. ’t Werd een slavenstaat, daarboven verboden
1850: Compromise of 1850 Californie slavenvrij
De Burgeroorlog
Verschillen groot, tegen stelling Noord en Zuid. Noord meer macht na 1850 natie niet meer bij een gehouden (1854) o.a. door slavernij naar Kansas om ’t uit te vechten. 1860 Lincoln president tegen slavernij burgeroorlog 1865: Noorden wint. 3. Industriële supermacht Door Burgeroorlog lijkt ontwikkeling VS niet geremd nog steeds agrarisch daarna industriële natie, sinds 1870 overheersten steden. Immigratie
Bevolking bleef stijgen, veel immigranten na oorlog erg veel uit Europa
De frontier verdwijnt
Na 1860 steeds meer land vanachter de frontier opgeslokt. Aantal deelstaten groeide langzaam 1912- 48, alleen Alaska + Hawaï nog erbij
De spoorwegen
1860-1914: Enorme vooruitgang, hadden erg veel macht konden met geld politici + rechters naar hun hand zetten.
Een gouden spijker
1862: Congres nam 2 wetten aan voor ontginning Westen: • Homestad Act goedkope grond + bereikbaarheid d.m.v.: • Pacific Railway Act Union Pacific + Central Pacific, spoort ging overal doorheen, werkten met veel immigranten. 1869 Promontory Point 2 lijnen aan elkaar, steeds meer spoorlijnen. Lokten immigranten naar de Plains. De trein als locomotief vd economie
Spoorwegen speelden grote rol in de economie beslisten waar landbouw + industrie tot bloei kwamen grote organisatie: managerscultuur. Zorgden voor tijdmeteing 4 tijdzones
Het slechte voorbeeld
Speculatie, machtsmisbruik + ongeremde winstzucht grove misverstanden weerzin & woede 1887: Regulatory Agency: De ICC moest spoorwegsector reguleren, lukte pas na 1900. Het Wilde Westen
Na Gold Rush veel mijnwerkersstadjes saloons, bars,speelhuizen &bordelen
Was veel geweld daar. Later alles met kostbare mijntechnologie
Cowboys
Hadden longhorns die ze lieten zwerven, wanneer nodig zochten ze ze op. 1866: Kuddes naar ’t Noorden drijven later via spoorwegen
Hadden saai leven. 1880: Ontstonden ranches (veefokkerijen) Crazy Horse en Buffallo Bill
Voordat blanken kwamen, Plains bewoond door Indianen oorlogszuchtig 1862: 500 blanken gedood. Assimilatiepolitiek (Indianen in reservaten + beschaafd maken) lukte niet. Crazy Horse + Sitting Bull opperhoofden van Sioux. Indianen behaalden overwinningen maar werden steeds verder teruggedrongen. Buffallo Bill roeide bizons uit. 1887: Dawes Act Indianen moesten privé boer worden om ze te beschermen. Gloeilampen en andere nieuwe producten
Steden werden soort van frontier daar stortte iedereen zich op. Ontzettend veel uitvindingen. Laboratoria Thomas A. Edison gloeilamp. 1876: Telefoon. Na 1900: auto + vliegtuig
Tijd is geld
Massaproductie zelfstandige ambachtslieden + bedrijfjes corporaties (grote ondernemingen) Frederick Winslow Taylor wetenschappelijk management: time is money bv bij Ford heel veel goederen op de markt reclame nodig
Zakenmagnaten
Veel bedrijven failliet door grote voorraden. Onzekerheden op de markt had 2 gevolgen: 1 concurrentie strijd o.a. door omkoping + chantage 2 steeds minder bedrijven: bedrijven samengevoegd
1900: Standard Oil v John D. Rockefeller. Staalindustrie US Steel Corporation v Andrew Carnegie. Bankwereld: John. P. Morgan bepaalden ‘t leven. Rijken profiteerden, armen in bittere armoede. Het arme zuiden
Na burgeroorlog weinig plantages veel eigenaren failliet. Zuiden totaal geïsoleerd door economische blokkade eigen industrie bleef armzalig. 4. Naar een multiculturele samenleving A Zwarten
Na burgeroorlog zwarte emancipatie: 1863 Lincoln slaven vrijlaten. 1865: 13e amendement slavernij verboden. Ook via politiek: Radical Recontruction 14e amendement (burgerrechten ) + 15e (iedereen stemrecht). Freedmen’s Bureau alle slaven voorzien van voedsel, grond, werk en onderwijs. Blanke zuiderlingen hier fel tegen, waren carpetbaggers (zakkenvullers) en die ’t steunden: scalawags. Ku Klux Klan tegen zwarten, carpetbaggers + scalawags. Reconstructie mislukte, 1877 officieel einde. Blijvende misère
Vrijheid vd slaven ook teleurstellingen economisch nog steeds erg slecht. Door share-croppers systeem volstrekt gebonden + enorme armoede
Alleen voor blanken
Na 1877: situatie verslechterde – discriminatie enz. Sommige deelstaten ‘Jim Crow’-wetten rassenscheiding is oké( segregatie) Aantasting burgerrechten viel 1e 20 jaar wel mee. Eind vd eeuw ging ’t misracisme, steeds verder doorgevoerd. Segregatie werd geperfectioneerd (whites only/ colored), stemrecht einde. Toen 1e WO begon compleet
Zwarte lijdzaamheid
Booker T. Washingtonverzet had geen zin, ze moesten zich aanpassen. W.E.B. Du Bois vond dat hij verraad pleegde. 1909: richtte National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), weinig succes. B Boeren
Ook boeren + zelfstandigen hadden ’t moeilijk. Voor oorlog ging ’t prima, daarna veel problemen. Eind jaren 80: overproductie, aanbod overtrof vraag prijzen daalden, word verergerd door macht vd spoorwegen + banken vroegen hoge tarieven. Velen hadden ook nog eens schulden. In ’t Zuiden was ’t nog erger. Het populisme
Ze gingen zich organiseren Farmers’ Alliances: eisten overheidssteun. 1890: populisme waren 2 partijen: rovers + beroofden succes was van korte tijd (tot 1896). 1890: Sherman Act geen ‘contract’ + samenzwering maar was te vaag om iets te bereiken. C Arbeiders
Status steeds verder verslechtert. Waren genoeg arbeiders door immigratie, dus lonen erg laag. Ontzettend veel ongevallen elk jaar. Vanaf jaren 60: belangenorganisaties.Overheid koos vaak kant werkgevers. Doordat bonden tot in jaren 90 geen steun kregen, arbeidsconflicten chaotisch + gewelddadig. 1886 anarchisten (geweld) in Chicago de leiding door stakingen velen doden zijn gevallen
Onder burgerij angst voor revolutie. Na 1900 veranderde houding vd werkgevers + overheid American Federation Labor (AFL) serieuze gesprekspartner veel succes, maar voornamelijk onder geschoolde arbeiders. D Immigranten
Hadden ’t erg moeilijk. Tot 1885 was Amerika enorm gastvrij, kregen de kans hun ‘American Dream’ te verwezenlijken vonden makkelijk werk, aanpassing ging ook makkelijk, Duitsers alleen nog lang in groepen. 2 groepen minder gewaardeerd: Chinezen en Ieren. Chinezen: slachtoffer v rassenhaat. Anti-immigratie-wetgevingwerkgevers verzetten zich, want Chinezen erg goedkoop. 1882: immigratie Chinezen verboden. Ieren steeds meer gewaardeerd als degelijke vaklui. Giftige reptielen
Halverwege jaren 80: tegen immigranten, voelden zich bedreigd door Europa (mede door anarchisten) Haat op hoogtepunt tijdens economische crisis (1893-1897). Amerikanen kregen afkeer v immigranten, vooral tegen die uit Zuid- en Oost-Europa (slecht geschoold) Assimilatie
Ellis Islandgebouw waar alle immigranten werden onderzocht, niet oké? dan teruggestuurd. Immigranten bleven komen, vooral omdat ze daar niet werden vervolgd. Er ontstonden allerlei gemeenschappen bosseshielp ze in ruil voor steun bij verkiezingen. Veel bleven bij eigen cultuur, maar niemand ontkwam aan assimilatie en accommodatie van Amerikaanse samenleving.
E Stedelijke middengroepen
Particulieren stichtten vanaf jaren 90 opvangtehuizen voor immigranten + mensen in nood Hull House v Jane Adams bekendst. Velen probeerden maatschappelijke kwalen te bestrijden tegen drank en prostitutie. 1916 helft vh land drooggelegd. Meeste hervormers waren blanke protestanten hadden veel succes. Het tijdperk van de progressieven
Hervormers domineerden begin vd 20e eeuw. 1895-1920 Progresive Era. Wat werd er bereikt: 1 politiek democratischer, referenda, 17e amendement (1913) senatoren direct gekozen. 2 wetten die economie reguleerden + machtsmisbruik tegengingen. Federal Reserve Act (1913) door de overheid gereguleerde bank. 1906 Voedselwet (kwaliteit). Sherman wet werd uitgebreid + verbeterd. Vanaf 1900 vele monopolies ontbonden. 1914 Federal Trade Commission controle naleving handelswetten. Sociale wetgeving kwam tot stand, Amerikaanse verzorgingsstaat begint. F Vrouwen
Hoofdrol in hervormingsbeweging carrièremogelijkheden in ’t ambtenarenapparaat. In 1912 nog maar 9 deelstaten kiesrecht, pas na 2e WO met 19e amendement vrouwenkiesrecht (1920) in het hele land. Maatschappijvisies
Noorden na burgeroorlog alleenheerschappij (State’s Rights traditie: centrale regering) Radical Recontruction hielp daarbij. Economie ging in hoog tempo door. Tot jaren 80 optimistisch, daarna kapitalisme machtsmisbruik – arm/ rijk toch dachten ze een stralende toekomst te hebben from rags to riches. Kapitalisten bewonderd. Veranderde opvattingen
Jaren 80 en 90 tegen kapitalisme + geldmagnaten. Overheid moest economie helpen. Rond 1900 veranderde Amerikaans beeld wilden meer democratie (continuïteit), boerennatie was verleden: stedelijke middenklasse, kregen meer vrije tijd consumptie + vermaak bedrijfsleven groeide gestaag
Massacultuur
Ontstond door toename vrije tijd. Sociale klassen + etnische groepen namen er aan deel integratie in samenleving. Immigranten uit Zuid- en Oost-Europa leidden tot 4e verandering in zelfbeeld tot 1880 hun natie melting pot (smeltkroes waarin verschillende volkeren werden omgesmolten tot 1 volk) Kon dat ook met de nieuwe immigranten was ’t niet nation of nations, konden ze zoveel culturen veroorloven? Daarom White Anglo Saxon Protestant (WASP) + aanpassen. Eén of verdeeld? Tussen Noord en Zuid verdeeldheid leek niet meer door Reconstructie, maar was eigenlijk niet zo federalisme (wetten ontwijken) VS geen ideale eenheid overal economische en sociale verschillen. Halverwege jaren 80 arbeiders+boeren organiseren verwachtten dat managers ’t op zouden lossen overheid speelbal v grote bedrijven. Door Progressiva Era vrijheid, gelijkheid en democratiemaar successen beperkt. Verzet tegen machts- en inkomensongelijkheid beperkt: 2 oorzaken door racisme geen samenwerking + Amerikanen bleven geloven in American Dream.
Maar 4 milj. Mensen 13 deelstaten 3 delen: noorden + midden handel + financien, 5 zuidelijk staten slavenhouders. Sterk agrarisch (95% vd bevolking), nog geen grote steden
Eind 18e e.: nog niet 1 natie. Congres oefende gemeenschappelijk bestuur uit. 1786: opstand v arme boeren nieuwe afspraken. ‘Fouding Fathers’ na 5 maanden vergaderen compleet nieuwe grondwet (1787): politieke macht verdelen, macht nationale regering versterkt o.l.v. president. Besluiten niet eerst door deelstaten goedkeuren. Checks and balances
Regering gecontroleerd + in evenwicht door andere machten deelstaten. Macht verdeeld over uitvoerende, wetgevende + rechterlijke macht. u= president + ministers, w= Congres:regering controleren, r= opperrechters. Congres: Huis van Afgevaardigden + Senaat
Compromissen
Moesten gesloten worden, omdat belangen vd deelstaten sterk uiteenliepen. 3/5 clausule: slaven 3/5 vd bevolking met stemmen. B.v over slavernij: Onafhankelijkheidsverklaring gebaseerd op vrijheid en gelijkheid. In ’t zuiden nog steeds slavernij, grondwet beschermde slavernij zelfs. Grondwet veranderen via amendementen (1791) 10 Bill of Rights democratische burgerrechten. Nog geen volledige democratie, stemrecht daarvoor te beperkt + discriminatie werd ondersteund. Uitverkoren volk
2 visies op de eenheid vd natie: Thomas Jefferson (president); Amerika is land van kleine zelfstandige boeren: yeoman farmer. Bestuur zoveel mogelijk gedencentraliseerd geen gebrek aan controle. Voor democratie en boeren. Alexander Hamilton: steunde vooral machtige handelslieden, natie moest geleid worden door goed opgeleide en rijke elite. Mercantilistisch handel moest in eigen land blijven. Tot 1800 Hamilton macht, daarna 8 jaar Jefferson president. Sociaal-economische ontwikkelingen
1787-1830 Amerika werd middelgrote natie, nog veel agrarisch. Verandering in deze jaren door: 1 Trek naar ’t Westen
2 Vooruitgang vd techniek door nieuwe uitvindingen
3 Verbetering vh vervoerssysteem
4 Sterke commercialisering vd landbouw + industrie kwam op. 1787 Pas 1e pionier richting Appalachen steeds meer de nog dun bevolkte gebieden opgedeeld in territoria speciale vorderingen: Northwest Ordinance 1. inwoners burgerrechten 2. slavernij verboden 3. uiteindelijk 5 nieuwe deelstaten. VS kon groeien en tegelijk hun eenheid bewaren. Louisiana Purchase
1803 Jefferson verdubbelde grondgebied door Louisiana tot 1802 v Spanje, daarna v Napoleon, verkocht ’t aan de VS. Er waren nog wel Indianen overal 1780 zonder oorlog terugdringen daarna wel oorlog, Indianen bleken sterk, 3 jaar later verdragen stonden deel af, pas in 1813 ’t verzet neerslaan. Technische vooruitgang
Tot 1800 voornamelijk ruilhandel, geen geld. Door commercialisering meer voor markt produceren 1 industrieën ontstonden 2 groei v middengroepen 3 groeiend contact tussen regio’s. 1e helft 19e e: textielindustrie erg belangrijk, groeide steeds meer. Streken vd VS werden afhankelijk van elkaar. Commerciële boeren
Ervoeren boeren als positief. Boeren begonnen te verhuizen de frontier (grens) schoof op daar eerst nog dunbevolkte samenleving v pioniers eerst pelsjagers, dan leger, dan boeren. Het leven aan de frontier • stimuleerde individualisme + gemeenschapszin • Frontier bood gelijke kansenmaar ’t recht vd sterkste gold ook daar. • Bracht economische ontwikkeling + verspilling v natuurlijk hulpbronnen uitputting
Slaven
Slechts 10% vd zwarten was vrij rest slaaf leek afgeschaft maar kwam terug toen ze weer nodig waren bij de ‘cottin gin’ slaven ook geimporteerd toen dat niet meer mocht: kopen + fokken. Werden beschouwd als bezit, waren rechteloos in ’t Noorden was de wetgeving soepeler
Aanpassing en verzet
Slaven kwamen weinig in opstand betekend niet dat ze tevreden waren deden sabotage + verzet, bleven hun eigen cultuur in stand houden, vonden steun in ’t Christendom (eigen draai eraan gegeven) + in de Afrikaanse cultuur eigen organisaties: African Methodist Episcopal. Veel blanken hadden geen slaven, hadden er nix aan. Veel racisme + angst. Eén of verdeeld? Onafhankelijkheidsverklaring (1776) + grondwet (1787) politiek eenheid. Economische dynamiek leidde tot verdeeldheid. Mensen kwamen tegenover elkaar te staan veel conflicten. Blanken – Zwarten/ Indianen. Grote ongelijkheid dus. 2. Groeiende tegenstellingen 1787-1830: Deelstaten + bevolking nam toe, nog steeds agrarisch. Frontier schoof steeds verder op. 1830 -1860: Karakter samenleving verandert, werd nu ook stedelijk + (tot 1830 protestants) door immigranten katholiek
Sociaal-economische ontwikkelingen
1830-1860: Op dit gebied veranderde de VS ingrijpend aspecten vd economische ontwikkeling versterkten elkaar. Natie op de rails
Technische vooruitgang gesteund door groeiend aantal uitvindingen. 1830: stoomlocomotief werd belangrijkste vervoermiddel goedkoop + snel. Zorgde voor commercialisering vd agrarische sector ’t Westen
Na 1830: Industrialisatie zette zich door slechte arbeidsomstandigheden werd niet moeilijk over gedaan. Waren trots op de goede arbeidsomstandigheden (voor 1830) Arm en rijk
Na 1830: Verhoudingen harder + onpersoonlijker, meer discipline door: genoeg arbeiders ook levensomstandigheden achteruit werkloosheid. Door markt-economie goed-slecht-goed-slecht. 1e helft 19e: bracht grote welvaart steeds groter verschil tussen arm & rijk. Het Zuiden
Werd steeds afhankelijker v katoenteelt slavernijopstand o.l.v. Nat Turner. Noorden had er afschuw voorabolitionisme, o.l.v. Garrisonblad, The Liberator + beweging, American Anti-Slavery Societyin ‘t Zuiden bleef de slavernij. ‘Underground railroad’hielp slaven ontsnappen naar ’t Noorden. Manifest destiny voor blanken
Self-help mentaliteitarmen hadden ’t aan zichzelf te danken. Groeiend nationalisme manifest destinyin heel Armerika vrijheid, beschaving + democratie angst. Christenen en hervormers
Houvast in geloof in kerken veel emoties, dominees: you can do it if you want. (na 1830) nieuwe hervormingsbewegingen. Vrouwen
Domestic Ideologyverheerlijking huiselijke sfeerwerden buiten economie+politiek gehouden, wel arbeidersvrouwen. ‘Uncle Tom’s Cabin’(1852) abolitionisme. 1848: Seneca Falls Cnventionrechten vd vrouwenwas nog ver weg. Indianen
Blanken wilden grond voor katoen + landbouw. Werden afspraken gemaakt sommige pasten zich aan/ verzetten zich/ stoken ze tegen elkaar op door blanken geschonden. Aantal Indianen nam massal afziekten + weggedreven waren machteloos. Gunden ze alleen een plekje als ze ‘beschaafd’ werden. De verwijdering vd Indianen
1830: Aanpassingspolitiek mislukte. Jackson nam removal act aan moesten naar reservaten achter de mississippivia Trail of Tears
States Rights versus Het American System (tot 1828) Niet veel bemoeienis - Clayoverheid welvaart stimuleren
1828: Jackson aan de macht: geen importtarieven meer
Wankel evenwicht tussen noord en zuid
1820: Missouri Compromise: kwamen tegenover elkaar. ’t Werd een slavenstaat, daarboven verboden
1850: Compromise of 1850 Californie slavenvrij
De Burgeroorlog
Verschillen groot, tegen stelling Noord en Zuid. Noord meer macht na 1850 natie niet meer bij een gehouden (1854) o.a. door slavernij naar Kansas om ’t uit te vechten. 1860 Lincoln president tegen slavernij burgeroorlog 1865: Noorden wint. 3. Industriële supermacht Door Burgeroorlog lijkt ontwikkeling VS niet geremd nog steeds agrarisch daarna industriële natie, sinds 1870 overheersten steden. Immigratie
Bevolking bleef stijgen, veel immigranten na oorlog erg veel uit Europa
De frontier verdwijnt
Na 1860 steeds meer land vanachter de frontier opgeslokt. Aantal deelstaten groeide langzaam 1912- 48, alleen Alaska + Hawaï nog erbij
De spoorwegen
1862: Congres nam 2 wetten aan voor ontginning Westen: • Homestad Act goedkope grond + bereikbaarheid d.m.v.: • Pacific Railway Act Union Pacific + Central Pacific, spoort ging overal doorheen, werkten met veel immigranten. 1869 Promontory Point 2 lijnen aan elkaar, steeds meer spoorlijnen. Lokten immigranten naar de Plains. De trein als locomotief vd economie
Spoorwegen speelden grote rol in de economie beslisten waar landbouw + industrie tot bloei kwamen grote organisatie: managerscultuur. Zorgden voor tijdmeteing 4 tijdzones
Het slechte voorbeeld
Speculatie, machtsmisbruik + ongeremde winstzucht grove misverstanden weerzin & woede 1887: Regulatory Agency: De ICC moest spoorwegsector reguleren, lukte pas na 1900. Het Wilde Westen
Na Gold Rush veel mijnwerkersstadjes saloons, bars,speelhuizen &bordelen
Was veel geweld daar. Later alles met kostbare mijntechnologie
Cowboys
Hadden longhorns die ze lieten zwerven, wanneer nodig zochten ze ze op. 1866: Kuddes naar ’t Noorden drijven later via spoorwegen
Hadden saai leven. 1880: Ontstonden ranches (veefokkerijen) Crazy Horse en Buffallo Bill
Voordat blanken kwamen, Plains bewoond door Indianen oorlogszuchtig 1862: 500 blanken gedood. Assimilatiepolitiek (Indianen in reservaten + beschaafd maken) lukte niet. Crazy Horse + Sitting Bull opperhoofden van Sioux. Indianen behaalden overwinningen maar werden steeds verder teruggedrongen. Buffallo Bill roeide bizons uit. 1887: Dawes Act Indianen moesten privé boer worden om ze te beschermen. Gloeilampen en andere nieuwe producten
Steden werden soort van frontier daar stortte iedereen zich op. Ontzettend veel uitvindingen. Laboratoria Thomas A. Edison gloeilamp. 1876: Telefoon. Na 1900: auto + vliegtuig
Massaproductie zelfstandige ambachtslieden + bedrijfjes corporaties (grote ondernemingen) Frederick Winslow Taylor wetenschappelijk management: time is money bv bij Ford heel veel goederen op de markt reclame nodig
Zakenmagnaten
Veel bedrijven failliet door grote voorraden. Onzekerheden op de markt had 2 gevolgen: 1 concurrentie strijd o.a. door omkoping + chantage 2 steeds minder bedrijven: bedrijven samengevoegd
1900: Standard Oil v John D. Rockefeller. Staalindustrie US Steel Corporation v Andrew Carnegie. Bankwereld: John. P. Morgan bepaalden ‘t leven. Rijken profiteerden, armen in bittere armoede. Het arme zuiden
Na burgeroorlog weinig plantages veel eigenaren failliet. Zuiden totaal geïsoleerd door economische blokkade eigen industrie bleef armzalig. 4. Naar een multiculturele samenleving A Zwarten
Na burgeroorlog zwarte emancipatie: 1863 Lincoln slaven vrijlaten. 1865: 13e amendement slavernij verboden. Ook via politiek: Radical Recontruction 14e amendement (burgerrechten ) + 15e (iedereen stemrecht). Freedmen’s Bureau alle slaven voorzien van voedsel, grond, werk en onderwijs. Blanke zuiderlingen hier fel tegen, waren carpetbaggers (zakkenvullers) en die ’t steunden: scalawags. Ku Klux Klan tegen zwarten, carpetbaggers + scalawags. Reconstructie mislukte, 1877 officieel einde. Blijvende misère
Vrijheid vd slaven ook teleurstellingen economisch nog steeds erg slecht. Door share-croppers systeem volstrekt gebonden + enorme armoede
Na 1877: situatie verslechterde – discriminatie enz. Sommige deelstaten ‘Jim Crow’-wetten rassenscheiding is oké( segregatie) Aantasting burgerrechten viel 1e 20 jaar wel mee. Eind vd eeuw ging ’t misracisme, steeds verder doorgevoerd. Segregatie werd geperfectioneerd (whites only/ colored), stemrecht einde. Toen 1e WO begon compleet
Zwarte lijdzaamheid
Booker T. Washingtonverzet had geen zin, ze moesten zich aanpassen. W.E.B. Du Bois vond dat hij verraad pleegde. 1909: richtte National Association for the Advancement of Colored People (NAACP), weinig succes. B Boeren
Ook boeren + zelfstandigen hadden ’t moeilijk. Voor oorlog ging ’t prima, daarna veel problemen. Eind jaren 80: overproductie, aanbod overtrof vraag prijzen daalden, word verergerd door macht vd spoorwegen + banken vroegen hoge tarieven. Velen hadden ook nog eens schulden. In ’t Zuiden was ’t nog erger. Het populisme
Ze gingen zich organiseren Farmers’ Alliances: eisten overheidssteun. 1890: populisme waren 2 partijen: rovers + beroofden succes was van korte tijd (tot 1896). 1890: Sherman Act geen ‘contract’ + samenzwering maar was te vaag om iets te bereiken. C Arbeiders
Status steeds verder verslechtert. Waren genoeg arbeiders door immigratie, dus lonen erg laag. Ontzettend veel ongevallen elk jaar. Vanaf jaren 60: belangenorganisaties.Overheid koos vaak kant werkgevers. Doordat bonden tot in jaren 90 geen steun kregen, arbeidsconflicten chaotisch + gewelddadig. 1886 anarchisten (geweld) in Chicago de leiding door stakingen velen doden zijn gevallen
Onder burgerij angst voor revolutie. Na 1900 veranderde houding vd werkgevers + overheid American Federation Labor (AFL) serieuze gesprekspartner veel succes, maar voornamelijk onder geschoolde arbeiders. D Immigranten
Hadden ’t erg moeilijk. Tot 1885 was Amerika enorm gastvrij, kregen de kans hun ‘American Dream’ te verwezenlijken vonden makkelijk werk, aanpassing ging ook makkelijk, Duitsers alleen nog lang in groepen. 2 groepen minder gewaardeerd: Chinezen en Ieren. Chinezen: slachtoffer v rassenhaat. Anti-immigratie-wetgevingwerkgevers verzetten zich, want Chinezen erg goedkoop. 1882: immigratie Chinezen verboden. Ieren steeds meer gewaardeerd als degelijke vaklui. Giftige reptielen
Halverwege jaren 80: tegen immigranten, voelden zich bedreigd door Europa (mede door anarchisten) Haat op hoogtepunt tijdens economische crisis (1893-1897). Amerikanen kregen afkeer v immigranten, vooral tegen die uit Zuid- en Oost-Europa (slecht geschoold) Assimilatie
Particulieren stichtten vanaf jaren 90 opvangtehuizen voor immigranten + mensen in nood Hull House v Jane Adams bekendst. Velen probeerden maatschappelijke kwalen te bestrijden tegen drank en prostitutie. 1916 helft vh land drooggelegd. Meeste hervormers waren blanke protestanten hadden veel succes. Het tijdperk van de progressieven
Hervormers domineerden begin vd 20e eeuw. 1895-1920 Progresive Era. Wat werd er bereikt: 1 politiek democratischer, referenda, 17e amendement (1913) senatoren direct gekozen. 2 wetten die economie reguleerden + machtsmisbruik tegengingen. Federal Reserve Act (1913) door de overheid gereguleerde bank. 1906 Voedselwet (kwaliteit). Sherman wet werd uitgebreid + verbeterd. Vanaf 1900 vele monopolies ontbonden. 1914 Federal Trade Commission controle naleving handelswetten. Sociale wetgeving kwam tot stand, Amerikaanse verzorgingsstaat begint. F Vrouwen
Hoofdrol in hervormingsbeweging carrièremogelijkheden in ’t ambtenarenapparaat. In 1912 nog maar 9 deelstaten kiesrecht, pas na 2e WO met 19e amendement vrouwenkiesrecht (1920) in het hele land. Maatschappijvisies
Noorden na burgeroorlog alleenheerschappij (State’s Rights traditie: centrale regering) Radical Recontruction hielp daarbij. Economie ging in hoog tempo door. Tot jaren 80 optimistisch, daarna kapitalisme machtsmisbruik – arm/ rijk toch dachten ze een stralende toekomst te hebben from rags to riches. Kapitalisten bewonderd. Veranderde opvattingen
Jaren 80 en 90 tegen kapitalisme + geldmagnaten. Overheid moest economie helpen. Rond 1900 veranderde Amerikaans beeld wilden meer democratie (continuïteit), boerennatie was verleden: stedelijke middenklasse, kregen meer vrije tijd consumptie + vermaak bedrijfsleven groeide gestaag
Massacultuur
Ontstond door toename vrije tijd. Sociale klassen + etnische groepen namen er aan deel integratie in samenleving. Immigranten uit Zuid- en Oost-Europa leidden tot 4e verandering in zelfbeeld tot 1880 hun natie melting pot (smeltkroes waarin verschillende volkeren werden omgesmolten tot 1 volk) Kon dat ook met de nieuwe immigranten was ’t niet nation of nations, konden ze zoveel culturen veroorloven? Daarom White Anglo Saxon Protestant (WASP) + aanpassen. Eén of verdeeld? Tussen Noord en Zuid verdeeldheid leek niet meer door Reconstructie, maar was eigenlijk niet zo federalisme (wetten ontwijken) VS geen ideale eenheid overal economische en sociale verschillen. Halverwege jaren 80 arbeiders+boeren organiseren verwachtten dat managers ’t op zouden lossen overheid speelbal v grote bedrijven. Door Progressiva Era vrijheid, gelijkheid en democratiemaar successen beperkt. Verzet tegen machts- en inkomensongelijkheid beperkt: 2 oorzaken door racisme geen samenwerking + Amerikanen bleven geloven in American Dream.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
g0eie samenvatting.. ik m0et n0u o0k een werstuk over amerika maken en dit heeft me kei erg geholpen...
gr0etjes j0ëlle :P
18 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
dit is dus echt GEEN goeie samenvatting
12 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Ik heb dus een docent en die heeft zelf een heel groot hoofdstuk gemaakt, ik kan dus nergens een soort samenvatting leren. Deze lijkt er ook totaal niet op helaas, maar wat me wel afleidt, is dat er steeds van die blokjes tussen zitten, heel irritant! But my message is: HELP ME, heeft niemand een gewone normale samenvatting????? groetjeeeeeeees
12 jaar geleden
Antwoorden