Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Landschappen in Nederland

Beoordeling 5.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 846 woorden
  • 30 mei 2003
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 5.2
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Hoofdvraag Hoe zijn de vier belangrijkste Nederlandse landschappen ingericht en hoe is dat te verklaren? - Zandlandschappen: De grond bestaat vooral uit zand ,er is reliëf en er is veel bos. Dat komt door de ijstijd, De gletsjertongen hebben het zand en grind, dat door de rivieren mee was genomen, opgestuwd en vandaar het reliëf. Doordat de wind vrijspel kreeg werd er overal dekzand geblazen. - Zeekleilandschappen: Er zijn kwelders en die zijn erg belangrijk voor de vogels. Die kwelders zijn er gekomen doordat de zee iedere dag (en nog steeds) jonge zeeklei afzet. Dit is al heel lang aan de gang en als er stukken land komen die niet meer onderlopen bij gewone vloed noemt men dit kwelders. Er zijn ook terpen In Noord-Friesland waar de mensen op wonen. Dit komt omdat de grond anders te slap is. - Rivierkleilandschappen: De rivieren hebben ’s zomers minder water dan in de winter, zo komt het dat zomers de grond word gebruikt voor akkerbouw en om vee te laten grazen en ’s winters het meestal onderwater staat. - Veenlandschappen: - Hoogveenlandschappen: Er zijn rechte kanalen met daaraan weerskanten eentonige huizen. Dit is omdat de bouwstoffen voor de huizen makkelijk via het kanaal aan te voeren waren. - Laagveenlandschappen: Er zijn vele slootjes die zijn ontstaan door het inpolderen en het turfsteken. Ook is er lintbebouwing. Dit is omdat de grond naast de dijk de enige stevige grond was om huizen op te bouwen. Verder van de dijk af was de grond te slap. Deelvragen 1. Hoe is de bodem gebruikt? Zandlandschappen- Er is veel reliëf vergeleken bij klei- en veenlandschappen. Er is veel bos en hei omdat de grond droog is, doordat het regenwater diep wegzakt in de zanderige heuvels. Dit kan dus niet worden gebruikt voor akkerbouw. Op het dekzand is er wel akkerbouw. Zeekleilandschappen- De grond wordt gebruikt als landbouwgebied en akkerbouw, maar ook om er te wonen. Rivierkleilandschappen- De grond wordt gebruikt als woongebied en landbouwgebied. Veenlandschappen- Wordt vooral gebruikt als landbouwgrond en voor akkerbouw. 2. Welke fysische factoren hebben invloed gehad op het huidige landschap? Door het Pleistoceen kwam nederland gedeeltelijk bedekt te liggen met ijs. Tot aan de lijn Haarlem-Nijmegen was er zand, grind, keileem en zwerfstenen afgezet. Door de ijstijd stopte de plantengroei in Nederland ook, daardoor kreeg de wind vrijspel en werd bijna heel Nederland bedekt met dekzand. In Limburg heeft het gezorgd voor löss. Zandlandschappen- Door de grote rivieren werd er zand en grind meegebracht. Later door de gletsjertongen werd zand en grind opgestuwd en ontstonden er heuvelruggen van soms wel 200 meter hoog. Zeekleilandschappen- De zee zet jonge zeeklei af, en doet dit nog steeds. Door de jonge zeeklei komen er stukjes land die niet meer onderlopen als het normaal vloed is. Stukken land die alleen nog maar onderlopen bij hoge vloed noemt men kwelders. Rivierkleilandschappen- De rivier zet dicht langs de oever zand en klei af. Veenlandschappen- Bij het hoogveenlandschap zijn er geen fysische factoren, bij het laagveenlandschap eigenlijk ook niet echt. Behalve als er turf was gestoken en er kwam storm. Bij de storm ontstond dan inplaats van de stukjes land een grote plas. 3. Wat zijn karakteristieke landschapselementen? Zandlandschappen- De karakteristieke landschapselementen is dat er meer reliëf is dan in klei- en veenlandschappen, je vindt er vooral veel hei en bos. De grond bestaat uit dekzand en in Limburg vooral uit heel fijn zand; löss. Zeekleilandschappen- De kwelders en de terpen (de hoge stukken land waar de mensen veilig op kunnen wonen) zijn de meest karakteristieke landschapselementen. Rivierkleilandschappen- De grond die in de zomer word gebruikt als landbouwgrond of om vee op te laten grazen, maar wat dan in de winter niet kan omdat dan de rivieroever onder water staat. Veenlandschappen- Hoogveenlandschap- Er zijn lange rechte kanalen waar aan weerskanten eentonige huizen zijn gebouwd. Laagveenlandschap- Er zijn veel slootjes en er is lintbebouwing ( zo konden de mensen nog wel wonen op de slappe grond) 4. Hoe waardeer je de belevingswaarde van het landschap? Zandlandschappen- Het is wel een mooi gebied, er is reliëf en veel bos en hei. Zeekleilandschappen- Niet echt veel belevingswaarde, de kwelders zijn leuk om te zien. Rivierkleilandschappen- Niet heel veel belevingswaarde. De grond wordt vooral gebruikt als landbouwgrond en woongebied. Veenlandschappen- Hoogveenlandschap- De grond wordt alleen gebruikt als landbouwgrond dus het is er niet zo mooi. Laagveenlandschap- Er zijn veel meren, plassen en slootjes. Ik vind het mooi om te zien. 5. Welke toekomst heeft dit landschap? Zandlandschappen- Het wordt gebruikt voor vee, akkerbouw is niet zo goed mogelijk door de onvruchtbare grond. Zeekleilandschappen- Het waddengebied wordt beschouwd als waardevol natuurgebied, verder wordt de grond gebruikt voor akkerbouw en voor bebouwing van huizen. Rivierkleilandschappen- De buitenbocht van de rivierbedding is aan het uitslijpen door de sterke stroming. Dit wil men voorkomen, anders wordt de bocht te breed en te diep. Veenlandschappen- Het wordt vooral gebruikt voor akkerbouw en recreatie.
Bronnenlijst - Lesboek de geo lesboek 3 - Lesmap de geo
Internet: - www.landenweb.com/Nederland.cfm - www.ikl-imburg.nl/herstel.htm - www.archeologienet.nl/archeo_regio/arch-alg.cfm

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.