- Zakelijke gegevens
Titel: Erik of Het klein insectenboek
Auteur: Godfried Bomans
Uitgever: Het Spectrum
Jaar van uitgave: 1941
Aantal blz.: 174
- Titel
Verklaring van de titel: "Erik" is de naam van de hoofdpersoon van het verhaal. "Of het klein insectenboek", de ondertitel, kan op twee manieren opgevat worden. Hiermee kan de schrijver het naslagwerkje bedoelen, 'Solms' Beknopte Natuurlijke Historie' genaamd, dat Erik voor school moet leren en dat hij later toepast op de insecten die hij ontmoet. Echter, logischer is de verklaring dat 'of het klein insectenboek' erop duidt dat de schrijver zijn boek in plaats van 'Erik' ook de titel 'Het klein insectenboek' had kunnen meegeven, vanwege de talloze insectensoorten die in het boek besproken worden.
Citaat (p.21): "De kleine Erik lag, juist op het ogenblik dat dit boekje begint, in het oude bed van grootmoeder Pinksterblom met den troonhemel en de zijden kwasten, en keek over den rand van het blanke laken de schemerige kamer in. (…) Onder zijn hoofdkussen lag een boekje, 'Solms' Beknopte Natuurlijke Historie' geheten, en Erik moest daar voor morgen alle insecten uit kennen."Motto: "'Noi tutti siamo esiliati, viventi entro le cornici di uno strano quadro. Chi sa questo, vive da grande. Gli altri sono insetti.' 'Wij zijn alle bannelingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten.' Leonardo da Vinci (in een brief aan Gabriele Piccolomini)"
Dit citaat sluit nauw aan bij het thema van het boek. Het wil zeggen: wie de beperktheid van het aards bestaan kent, leeft groot (in het boek is dit Erik); de anderen zijn bekrompen, materialistisch (als de insecten in het boek). Hij weet alles te relativeren omdat hij als het ware boven zichzelf uit kan kijken, hij kent het grotere geheel nu hij als kleinste wezen heeft geleefd. - Inhoudsweergave
Erik Pinksterblom ligt op een avond in zijn bed. Hij heeft de volgende dag een toets en heeft alles uit zijn hoofd geleerd over insecten. Daar heeft hij het boek 'Solms beknopte natuurlijke historie' voor gebruikt. Hij heeft het gevoel dat er iets bijzonders gaat gebeuren en opeens ziet hij dat het schilderij van zijn overgrootvader geen gewoon schilderij is. Alle personen in de schilderijen op zijn kamer beginnen te leven. Ze praten met hem en met elkaar. Dan zegt Erik dat hij wel zou willen weten wat er in Wollewei gebeurt. Het is het schilderij dat naast zijn bed hangt en hij zelf zo genoemd heeft. Opeens wordt hij zó klein dat hij in het schilderij kan stappen. Daar wordt hij nog veel kleiner, kleiner dan menig insect. Het eerste dier dat hij ontmoet is een wesp, waarvan hij de naam niet kan uitspreken (weps). Deze neemt hem mee naar zijn huis en familie en Erik mag daar eten. De wespen maken hem duidelijk dat het erg belangrijk is van adel te zijn en een angel te hebben. Helaas kiest Erik ervoor een gedicht voor te dragen over 'de nijvere bij' (waar wespen erg op neerkijken) en bespeelt hij een bromvlieg zo driftig, tijdens het muziekuurtje van de familie, dat de vlieg overlijdt. Daarmee verliest hij zijn aanzien en trekt verder. Hij vliegt op de rug van een hommel, die zelf zegt filosoof te zijn, naar een hotel. Het hotel is een groot oud slakkenhuis en er wonen veel verschillende dieren. De eigenaar is een slak. De dieren hebben veel interesse voor hem en komen erachter dat Erik veel van hen af weet. Dit heeft hij natuurlijk allemaal geleerd uit 'Solms' boek. Het gaat zelfs zo ver dat de dieren aan Erik gaan vragen wat ze moeten doen, waarop hij antwoord dat ze moeten vertrouwen op hun instinct. Gewoon doen wat ze altijd hebben gedaan. Na een tijd daar gewoond te hebben vertrekt Erik op de rug van een pas ontpopte vlinder weer de weide wereld in. Helaas wordt die vlinder verliefd en trouwt, na het voordragen van een gedicht dat hij samen met Erik gemaakt heeft, met een vlindervrouwtje. Erik staat weer alleen. Hij loopt alleen verder en gebruikt een dennennaald als wapen, want de insecten zijn niet zo aardig meer tegen hem. Hij heeft zijn wapen hard nodig als hij een zwarte weduwe tegenkomt en haar web kapotmaakt. Gelukkig herkent hij de manier waarop zij aanvalt en steekt de dennennaald in haar lijf. Erik overleeft het en de spin niet. Dan ontmoet hij de doodgravertjes die de spin begraven en Erik ook bijna hadden begraven. Hij mag bij één van hen eten. Daar komt hij erachter dat de doodgravertjes weten waar de lijst van het schilderij is. Ze noemen het 'den dam'. Ondertussen legt het doodgravertje nog haarfijn uit aan Erik dat de hele wereld draait om doodgravertjes. In zijn tocht om weer naar de oppervlakte te komen ontmoet Erik een worm. Deze kan niet zien en zegt dit ook helemaal niet te hoeven kunnen, wormen zijn veel beter omdat ze alles kunnen zonder te zien. Echter, de worm raakt in de knoop en heeft toch Eriks ogen nodig om eruit te komen. Een langslopende mier biedt zijn hulp aan. Deze mier neemt hem mee naar zijn kolonie. Erik wil graag mee want hij heeft gehoord dat al het werk stil ligt omdat de dieren zich afvragen of het wel in 'Solms' staat wat ze doen. Hij probeert ervoor te zorgen dat iedereen weer aan het werk gaat en laat ondertussen de worm ophalen door de mieren. Helaas hebben ze hem niet helemaal begrepen en brengen ze hem in wel honderd stukjes voor zijn voeten. Dan stelt Erik voor om samen de lijst te zoeken. De mieren mogen dan bij hem logeren. Dat vinden de mieren een goed idee en met elkaar trekken ze eropuit. Helaas komt Erik terecht in een enorme veldslag met een ander mierenleger. Net op het moment dat er iets in zijn ogen gespoten wordt en hij dat eruit wil wrijven merkt hij dat hij weer in zijn bed zit. Hij kleed zich aan en loopt naar beneden, maar niets is veranderd. Op school maakt hij de toets met de kennis die hij heeft maar de juf vindt het maar raar en hij moet zelfs nablijven. Erik heeft nooit meer meegemaakt dat de schilderijen gingen leven. Maar in het dagelijks leven vergelijkt hij veel mensen met de verschillende insecten die hij heeft ontmoet.
- Personages
- Erik Pinksterblom. Erik is de hoofdpersoon van het boek. Hij is negen jaar en zit in de derde klas van de basisschool. Erik is een nieuwsgierige en dappere jongen. Hij is een beetje naïef, hij heeft niet meteen de slechte eigenschappen van de insecten door en hij benadert de insecten erg onbevangen. Erik is een round character: zijn karakter krijgt steeds meer kenmerken en er worden nieuwe dingen aan toegevoegd. Hij houdt het meer dan drie weken vol in een land waar hij niemand echt kent en waar hij zelf moet overleven. Dit, terwijl hij onderweg heel wat fouten maakt en dieren beledigd. Toch weet hij terug thuis te komen en zet al zijn kennis in op zijn toets. Helaas kan de juf niet weten dat Erik meer weet dan in 'Solms' staat. Erik begrijpt dat hij dit voor zichzelf moet houden en als hij ouder is gebruikt hij zijn kennis om mensen te vergelijken met de insecten.
- De insecten. De insecten uit het land (schilderij) ‘Wollewei’ zijn de belangrijkste bij personen. De insecten worden als mensen, met menselijke eigenschappen, beschreven. Elk van de insecten beeldt een (meestal negatieve) menselijke karaktertrek uit. De wesp was in eerste instantie erg aardig tegen Erik. Hij nodigde hem thuis uit en vroeg direct of hij van adel was, want dat vond de wesp heel belangrijk. Toen uiteindelijk bleek dat Erik dit waarschijnlijk niet was, was hij niet meer zo aardig. De slak was erg traag, in het vooruitkomen maar ook in denken. Hij was erg aardig tegen Erik maar was ook erg eigenwijs. Hij vond het moeilijk Eriks raad aan te nemen. De vlinder was erg vrolijk en vrij. Hij wilde graag vliegen en nam Erik mee. De worm was erg eigenwijs en vond dat hij anderen niet nodig had. Ogen waren voor de mindere dieren, wormen konden alles zonder ogen, dus waarom had je ze nodig? De doodgravertjes vonden dat alles om hen ging en dat de dood het beste was. De mieren waren erg ijverig en sloegen hierin door tijdens het vechten, ze verloren hun eigenlijke doel. De hommel was een echte nadenker en gaf zichzelf het idee dat hij erg slim was en een echte filosoof.
- Opbouw
Bomans heeft het verhaal verdeeld over dertien hoofdstukken die als naam de nummering aanhouden. Wat bijzonder is aan dit boek is dat aan het begin van elk hoofdstuk een korte samenvatting weergegeven wordt van wat er in dat hoofdstuk gaat gebeuren. Alle hoofdstukken zijn ongeveer even lang.
- Ruimte
Het verhaal speelt zich korte tijd af in de kamer van Erik; het moment dat hij moet gaan slapen en het moment dat hij net weer terug is uit Wollewei.
Het verhaal speelt zich het meeste af in de wereld van Wollewei. Erik is hier kleiner geworden zodat hij de huizen van wespen, vlinders, doodgravers en mieren en het slakkenhotel kan bezoeken. Als laatste speelt het verhaal zich kort af op school waar hij een toets moet maken en na moet blijven.
- Tijd
De verteltijd is 174 pagina’s. De vertelde tijd van dit boek is in werkelijkheid maar 1 nacht, maar in Eriks droom beleeft hij avonturen in een tijd van ongeveer 3 weken. Het boek is in chronologische volgorde geschreven en er zijn geen flashbacks. Er zijn weinig gevallen van tijdverdichting. Een moment van tijdverdichting is als Erik op de rug van een Hommel naar het hotel vliegt.
- Perspectief (vertelsituatie)
Het perspectief in dit boek is een auctoriaal perspectief. Er is sprake van een alwetende verteller, die het verhaal van Erik vertelt. Aan het begin van ieder hoofdstuk leidt deze kort de komende gebeurtenissen in. Er is geen sprake van een meervoudig perspectief.
- Thema + motieven
Thema: Het leven in een fantasiewereld is anders dan het leven in werkelijkheid is. In dit boek wordt er een duidelijk verband gelegd tussen de fantasiewereld van Erik en de werkelijkheid. Zo leert Erik in de fantasiewereld alle insecten en hun specifieke kenmerken kennen en kan hij dit koppelen aan de werkelijkheid.
Motieven:
- Dromen. Erik heeft de droom om iets moois mee te maken, iets bijzonders. De schilderijen in zijn kamer zorgen ervoor dat dit gebeurt.
- Hebzucht. De insecten zijn zeer gesteld op materialistische dingen (honing), ze zien het verzamelen van honing als zeer belangrijk.
- Beperktheid van het leven. De insectenwereld mag dan wel ideaal lijken, maar het is (volgens de schrijver) belangrijk om steeds de 'lijst', symbool voor de beperktheid van de wereld, in het oog te houden.
- Mens en dier (relatie). De overeenkomst tussen de eigenschappen van de dieren en de eigenschappen van mensen wordt in dit boek heel mooi weergegeven. Erik leert ze kennen en kan later mensen koppelen aan insecten.
- Taalgebruik stijl
Het boek is geschreven in ouder Nederlands en woorden als den en doch worden in dit boek veel gebruikt. Het boek is geschreven in eenvoudige taal en is makkelijk te begrijpen. Bomans maakt veel gebruik van sfeeromschrijvingen. Citaat: ‘Ook de andere meubeltjes uit het vertrek waren uiterst teer van maaksel, sommige gesneden uit een wit lelieblad, andere gevormd uit pure bijenwas. Het rook er heerlijk fris en zuiver, zo heerlijk dat Erik er helemaal blij om werd dat er zoiets blanks en ongerepts bestaan kon. De wanden waren samengesteld uit dunne rozenblaren, zodat van alle kanten het roze licht overvloedig naar binnen viel; en juist deze zachte, gelijkmatige schijn waarin alles baadde, gaf het kamertje iets oneindig broos, alsof men slechts behoefde te zuchten en alles zou ineen breken.’ Bomans maakt ook veel gebruik van litotes. Citaat: 'Hij voelde zich waarlijk schuldig, en hij geneerde zich niet weinig over zijn afkomst.’
- Genre en stroming
Erik of het klein insectenboek is een humoristische roman, een sprookje. Het boek is volledig fictief en de personages worden op een niet-realistische wijze geschetst (zo kunnen alle insecten praten en hebben ze allerlei andere menselijke trekken.). Ook is het een satire: op een humoristische wijze worden maatschappelijke problemen bekritiseerd. Zo zie je bijvoorbeeld in de wespenfamilie het kritiek op de zogenaamde bovenlaag van de bevolking en in de persoon van het doodgravertje worden egocentrische mensen terechtgewezen.
- Auteur
Biografie:
Aan de Bierkade te Den Haag laat Godfried Bomans op 2 maart 1913 voor het eerst van zich horen. Maar het gezin Bomans verhuist een half jaar later naar Haarlem. In deze stad hangt nog de damp van de negentiende eeuw, die Bomans volledig in zich opneemt. Schrijvend en sprekend herschept hij Haarlem mettertijd naar zijn beeld en gelijkenis. Haarlem verandert in ‘Bomansstad’. Bomans lijkt daardoor een typische Haarlemmer. Hij zegt er zelfs geboren te zijn. Bomans krijgt een strenge opvoeding. Hij schrijft daarover: “Het voordeel van een Spartaanse en gevoelsarme opvoeding is dat alles later meevalt en steeds feestelijker wordt, maar het nadeel is ook niet mis. Je houdt je hele leven de trekken van een jongetje dat lief gevonden wil worden”. Zijn strenge en afstandelijke opvoeding bepaalt mede zijn ontwikkeling. Ook het rooms-katholieke geloof is van invloed. Bomans bewaart goede herinneringen aan de kerkelijke geborgenheid. Een geborgenheid die hij ook in zijn latere leven zal blijven zoeken. Nochtans verzet hij zich tegen het gezagsgetrouw aannemen van zaken die tegen het gezond verstand indruisen. In zijn laatste levensjaren maakt hij zich de tolk van het katholieke volksdeel door hun problemen helder te verwoorden en die tot juiste proporties terug te brengen. In 1933 gaat Bomans rechten studeren te Amsterdam, haalt zijn kandidaats en wordt redacteur van het rooms-katholieke studentenblad De Dijk en later van het anti-paapse Propria Cures. In De Dijk publiceert hij gedichten, kritieken en korte verhalen. Enkele verhalen beschrijven de herinneringen van een oud-minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen. Zij leiden tot zijn erkende literaire debuut: De memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas, dat december 1936 in boekvorm verschijnt. Invloeden van Charles Dickens en Hildebrand (Camera Obscura) zijn onmiskenbaar aanwezig. De studie rechten en het leven in Amsterdam bevallen hem niet. De sfeer is te kil, niet knus genoeg. In 1939 vertrekt hij naar Nijmegen teneinde daar wijsbegeerte en psychologie te gaan studeren. Ondanks de eerste oorlogsjaren voelt hij zich in deze ‘katholieke’ stad meteen thuis. Hij leert daar zijn echtgenote kennen en schrijft er zijn meest succesvolle boek Erik of het klein insectenboek in (eind) 1940. In 1941 waren er 9 herdrukken (!) en het boek wordt meer dan een halve eeuw later nog verkocht, door een drieënvijftigste druk. Van het boek zijn diverse vertalingen gemaakt. In 1943 moet Bomans zijn studie opgeven omdat de universiteit haar poorten sluit, wegens de Duitse bezetting. Hij keert naar Haarlem terug. Het indrukwekkendste boek van Bomans is ‘In de kou’, dat een bewerking is van een langdurig gesprek met Michel van der Plas. Het is een kritische beschouwing geworden van de katholieke kerk en haar geloof. Tevens is vastgelegd wat snel zou verwaaien. Bomans kwam uit een autoritair rooms nest, van der Plas had zes jaar op het seminarie gezeten, ze wisten dus waarover ze het hadden. Professor dr. H. v.d. Linde schreef in zijn recensie in het weekblad Hervormd Nederland (18-4-1970): ‘Ze (hebben) een cultuurspiegel vastgelegd die er mag wezen en die ons lang zal heugen. (..) Het geheel is sociaal-politiek nogal conservatief uitgevallen (..), maar cultureel zijn de heren niet voor de poes. Vooral Bomans, die van de twee de meest erudiete is, geeft losjesweg doorlopend cultuur-historische doorzichten die er mogen zijn, meestal voltreffers. Hij weet wat, hij denkt na en weet het ook te zeggen. Alleen al die gedeelten uit het boek zijn meer dan de moeite waard om het gehele werk te lezen. (..) Ten slotte: het is natuurlijk overbodig te zeggen, dat we dit interessante boek in de handen wensen van allen die ook geestelijk en cultureel deze tijd (jaren ’70) in volle medeverantwoordelijkheid willen meebeleven.’ Zijn drang naar knus- en gezelligheid uit zich in affiniteit met Sinterklaas en in zijn zwak voor clubjes en genootschappen. In 1936 richt hij met zijn schoolvriend Harry Prenen de Rijnlandsche Academie op. Het is een schertsgenootschap, dat echter wel weet te voorkomen dat men de Haarlemse Bakenessergracht dempt. In 1949 sticht Bomans de sociëteit Teisterbant. Dat was een vereniging ter bevordering van kunst en cultuur, waarvan enkele honderden kunstenaars, kunstminnenden, academici en intellectuelen lid werden. Dit culturele centrum maakte Haarlem uniek in Nederland. Kort na de dood van Bomans werd de sociëteit opgeheven (1973). Voor Bomans en Teisterbant: klik hier.
In 1956 wordt hij president van de Haarlem Branch van de Dickens Fellowship, de eerste tak van dit illustere genootschap in een niet-Engelstalig land. Vanaf 1946 publiceert Bomans met grote regelmaat ( Sprookjes, Kopstukken, Buitelingen). Het succes is groot, hetgeen vooral te danken is aan zijn humoristische en daardoor relativerende benadering van maatschappelijke problemen. Men gaat gebukt onder de nasleep van de oorlog, maar Bomans stemt weer tot vrolijkheid. “Humor is overwonnen droefheid”, zegt hij. Bij Elseviers Weekblad en De Volkskrant (waarin hij met de tekenaar Carol Voges de strip Pa Pinkelman doet verschijnen) wordt hij redacteur. Elke dag schrijft hij een column en is daarmee een pionier van dit genre in Nederland. Als radio en televisie hem vragen in programma’s op te treden, neemt hij deze verzoeken graag aan. Allengs wordt hij een ‘bekende Nederlander’. De daaraan verbonden nadelen treden echter ook op. Men dringt onophoudelijk aan en Bomans kan geen ‘nee’ zeggen.
In 1971 bivakkeert Bomans op uitnodiging van VARA en AVRO een week alleen op het onbewoond waddeneiland Rottumerplaat, reist Vlaanderen rond om bekende Vlamingen te interviewen voor de BRT, gaat naar Engeland op zoek naar spoken voor de NCRV, houdt een vraaggesprek (zijn laatste!) met Johan Cruyff, blijft dagelijks schrijven. De vermoeienissen eisen echter hun tol. Op 22 december 1971 overlijdt Godfried Bomans aan de gevolgen van een hartaanval.Bibliografie:
- 1934 Kroketten
- 1936 Memoires of Gedenkschriften van Mr. P. Bas
- 1937 Bloed en Liefde
- 1938 Vroolijke vertellingen
- 1939 Een eeuw achter
- 1939 De huis-tyran
- 1940 Erik of Het klein insectenboek
- 1941 Koning Smulpaap
- 1941 El Pintor’s toverboek van 1001 nacht
- 1941 De drie koningen
- 1942 De nieuwe kerststal van den pastoor
- 1943 Het ontbijt van koning Habbeba
- 1944 Sint Jeanne d’Arc
- 1945 Het duel
- 1946 De avonturen van Pa Pinkelman
- 1946 Moeder de gans. Over sprookjes in het algemeen en over Charles Perrault in het bijzonder
- 1946 Sprookjes
- 1947 Kopstukken
- 1948 De avonturen van Tante Pollewop
- 1948 De avonturen van Bill Clifford
- 1948 Buitelingen. Aforismen, buitelingen en captriolen
- 1948 Gij zijt ontevreden over het onderwijs? U wenst vernieuwing? Welnu, hier is hij!
- 1948 Onstuimige verhalen
- 1949 Wonderlijke nachten
- 1950 Lof der Haarlemmers
- 1950 Een halve eeuw Trappistenleven
- 1951 Er dreigt een ramp! zegt Godfried Bomans
- 1952 De rijke bramenplukker
- 1952 Pa Pinkelman in de politiek
- 1952 Meesters van de spotprent
- 1952 De onsterfelijke Pa Pinkelman
- 1953 Het ogenboek
- 1953 Capriolen. Een tweede bundel buitelingen
- 1953 De verliefde zebra
- 1953 Jan de zebra
- 1953 De ontevreden vis
- 1953 Het luie jongetje
- 1953 De ijdele engel
- 1954 Het locomotiefje
- 1954 Poëzie in beweging
- 1955 Pinkelman Omnibus
- 1955 Nieuwe buitelingen. Facetten en aspecten
- 1956 Het doosje
- 1956 Wandelingen door Rome
- 1957 Bomans, Godfried
- 1957 Het zondagskind
- 1957 Op het vinkentouw
- 1959 Jaarzang aan de Broederschap
- 1960 Stemmen van schrijvers: Godfried Bomans, Bertus Aafjes
- 1961 Noten kraken
- 1962 Sonneveld + Bomans
- 1962 Omnibus
- 1962 SITAS (taalcursus)
- 1963 Op de keper beschouwd
- 1963 Draaitafelen met Bomans. Verhalven over ooms en andere familieleden door het kopstuk Bomans.
- 1963 Oliver! Souvenier
- 1963 Sprookjes kalenderboek
- 1964 Bill Clifford
- 1965 Sprookjesboek
- 1965 De vleugelman
- 1965 Van de hak op de tak
- 1966 Maraboe en Morsegat en andere sprookjes
- 1966 De pantoffelheld en andere sprookjes
- 1966 De sproetenprinses en andere sprookjes
- 1966 De vijvervrouw en andere sprookjes
- 1966 – 1968 Pim, Frits en Ida
- 1967 Juffrouw Langneus
- 1967 Denken aan Vlaanderen
- 1967 Godfried leest Bomans
- 1967 Het verdwaalde eendje
- 1968 Bontje en haar poesje
- 1968 Bontje en haar pop
- 1968 Bontje en haar toverschoentjes
- 1968 Bontje heeft het druk
- 1968 Juffrouw Piep
- 1968 Het lelijke jonge eendje
- 1968 Mijmeringen
- 1969 Van hetzelfde
- 1969 Bomans’ mozaïek
- 1969 In de kou
- 1969 Nacht en Jongelief
- 1970 Beminde gelovigen
- 1970 Oude en nieuwe buitelingen
- 1970 Van dichtbij gezien. Rome, Jeruzalem, Maastricht, Zundert.
- 1970 De tijd van Dickens
- 1971 De man met de witte das. Spelen in de zandbak van de Nederlandse politiek
- 1971 Korte berichten
- 1971 Een Hollander ontdekt Vlaanderen
- 1971 Bomans in triplo
- 1972 Dickens, waar zijn uw spoken?
- 1972 Op reis door de wereld en op Rottumerplaat
- 1972 Gesprekken met bekende Nederlanders
- 1972 Verhalen door Godfried Bomans
- 1972 De droomwereld van Godfried Bomans
- 1972 Die vond men de beste
- 1973 Mijmeren met Bomans
- 1973 Van mens tot mens
- 1973 Thomas Robert Spoon
- 1973 Voor het donker worden
- 1974 Een mooie tijd
- 1974 Godfried Bomans sprookjes voor volwassenen verteld door Hetty Blok
- 1975 Ernst en humor in mijmeringen van Godfried Bomans
- 1975 Facetten, Nieuwe Buitelingen 1
- 1975 Een verdwenen facet van Haarlem
- 1975 Groot sprookjesboek
- 1975 – 1977 Bomans met een glimlach
- 1976 Aspecten, Nieuwe Buitelingen 2
- 1976 Over andere kopstukken
- 1977 De wereld van Godfried Bomans
- 1977 Groot verhalenboek
- 1977 Aforismen
- 1978 Bomans was de naam
- 1978 Het luie jongetje en andere verhalen
- 1978 Zout(e) nostalgie
- 1979 Bloed en liefde en ander toneelwerk
- 1979 Het locomotiefje en andere verhalen
- 1979 Luister naar Godfried Bomans
- 1981 Weet je, hoe bijen geboren worden?
- 1981 De glimlach die blijft
- 1981 Je blijft lachen met Godfried Bomans
- 1981 De onvergetelijke humor van Godfried Bomans
- 1982 Eriks Wonderbaarlijke Reis
- 1984 Groot sprookjes- en verhalenboek
- 1984 Open Brief aan ‘Het Venster’
- 1984 Brief aan Opland
- 1985 Allerlei van en over de Camera Obscura
- 1985 Brief aan Markies van het Reve
- 1985 De Waarheid omtrent Sinterklaas
- 1986 De ontdekking
- 1987 Enige richtlijnen voor bisschoppen & andere verhalen
- 1988 Protestant, Godfried Bomans
- 1988 Wim Sonneveld interviewt Godfried Bomans
- 1988 Pokkenvrij de lucht in & andere reisverhalen
- 1988 Vakantiepil: Pokkenvrij de lucht in & andere reisverhalen / Adviezen van een oude rot & ander sportief proza
- 1988 Dagboek van Rottumerplaat
- 1988 Zomers van toen & andere nostalgische verhalen
- 1988 De laatste knal & andere feestverhalen
- 1988 Aantekeningen over onszelf
- 1988 Kruimige aardappelen en andere verhandelingen over Nederlanders in den vreemde
- 1989 Schrijven is schrappen
- 1989 Cursiefjes
- 1989 Merkwaardigheden rond de Camera Obscura
- 1989 De sprookjes van Godfried Bomans
- 1990 Hoebe of het leven van een verzekeringsagent, De droom
- 1990 De ontluikende liefde tussen Pa Pinkelman en Tante Pollewop
- 1991 Brieven van Bomans
- 1991 Erik of het klein insektenboek, deel 1 en 2.
- 1993 Dagboek van een gymnasiast. Vroege jeugdherinneringen
- 1993 Humor is overwonnen droefheid
- 1994 Gedachten achter een bord spaghetti en andere reisverhalen
- 1994 Piet Paaltjens of Het drama te Foudgum
- 1995 De Vijvervrouw
- 1996 De dijk, een onbekend handschrift
- 1996 Kopstukken
- 1996 – 1999 Werken
- 1996 – 2003 Supplementen op de Werken
- 1996 Godfried Bomans • De Kopstukken
- 1996 De Dijk, een onbekend handschrift van Godfried Bomans
- 1997 Meesterlijke verhalen voor onderweg
- 1997 De Muziekstukken
- 1999 Beste Godfried, beste Simon
- 1999 De rijke bramenplukker
- 2000 Godfried Bomans
- 2000 De vijvervrouw en andere sprookjes
- 2001 Bomans in triplo
- 2001 Bomans & Bomans
- 2002 Bill Clifford (libretto komische opera)
- 2002 Haarlemmer Halletjes
- 2003 Vuurwerk
- 2003 Aphorisms
- 2004 Erik of Het klein insectenboek
- 2004 Erik of het klein insectenboek
- 2004 Goede bekenden van Bomans
- 2005 DVD-Box
- 2005 Erik of Het klein insectenboek
- 2006 Erik of Het klein insectenboek Luisterboek
- 2006 De vijvervrouw en andere liedjes
- 2006 Alleen op een eiland
- 2006 Godfried Bomans. De humor & ernst
- 2006 Bomans was de naam
- 2007 Een liefde
- 2007 Een Hollander ontdekt Vlaanderen
- 2009 Sprookjes van Godfried Bomans
- 2010 Het Godfried Bomans Luisterboek
- 2011 Genieten in een gekkenhuis
- 2011 Godfried Bomans over Het geloof in Sinterklaas
- 2012 Feestelijkheden in Hengelo
- 2012 De humor van Godfried Bomans & Simon Carmiggelt
- 2013 ’s-Gravenhage/Het hart van Holland
- 2013 Bomans aan boord
- 2014 Beroemd Gekend Gevierd. Portretten van beroemde mannen en enkele vrouwen.
- 2015 Alleen op een eiland
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
H.
H.
Wat een laag cijfer.
7 jaar geleden
Antwoorden