1 Algemene informatie
Auteur: Godfried Bomans
Titel: Erik of het klein insectenboek.
Plaats en jaar van eerste druk: 1940 te Amsterdam 2013
Motto en het verband met de inhoud van het boek:
Noi tutti siamo esiliati, viventi entro le cornici di uno strano quadro. chi sa quento, vive da grande. Gli alrti sono insetti.
Wij zijn alle ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overige zijn insecten.
LEONARDO DA VINCI (in een brief aan Gabriele Piccolomini)
2 Godfried Bomans
Godfried Jan Arnold Bomans werd op 2 maart 1913 geboren in Den Haag, het vierde kind van een streng katholieke familie. Na de basisschoolging Bomans naar het gymnasium in Haarlem. Hier begon hij met het schrijven van artikelen voor de schoolkrant. Ook schreef hij in de vijfde klas een toneelstuk voor de hele klas. Na de middelbare school ging hij rechten studeren in Amsterdam, maar dit werd geen succes . Na zijn rechten studie ging Bomans psychologie studeren. Daar schreef hij ‘Erik of het klein insectenboek. Ook schreef Bomans voor het literaire tijdschrift ‘Het venster’ en in 1936 verscheen zijn eerste boek met succes, ‘Pieter Bas’. Bomans overleed op 22 december 1971, op 58-jarige leeftijd, aan een hartaanval. Hij had toen 62 boektitels op zijn naam staan.
3 Plaats en tijd
De tijd in het verhaal is heel verwarrend omdat het verhaal zich in werkelijkheid maar in een nacht afspeelt en in het schilderij duurt het ruim 3 weken.
"Ik verlang zo verschrikkelijk naar huis,' snikte Erik, 'ik hoor hier helemaal niet! Ik loop nu al drie weken in mijn pyjama rond en kan de lijst van het schilderij maar niet vinden! Wat zullen ze thuis wel zeggen?'"
Het verhaal begint nog in Eriks slaapkamer. Daar hangt een schilderij ‘Wollewei’ genaamd.
En in zijn droom komt Erik in het schilderij en leeft hij tussen de insecten. uiteindelijk vind erik de lijst van het schilderij waar hij lang naar opzoek was en tijdens een veldslag krijgt hij mierenzuur in mijn ogen waardoor hij weer thuis komt.
"Erik ging rechtop in zijn bed zitten en keek ingespannen naar zijn geliefde schilderij. En werkelijk, de schapen hieven hun koppen op, de herder wuifde hem toe en de witte wolken dreven door de blauwe lucht van de ene lijst naar de andere.”
4 Hoofdpersoon + Bijpersonen
De hoofdpersoon is het jongetje Erik Pinksterblom. Erik is een hele beleefde en gevoelige jongen. Hij is een beetje naïef, omdat hij niet meteen de slechte eigenschappen van de insecten door heeft. Ook is Erik onpartijdig, hij weet niet altijd wat hij moet kiezen of voor wie.
Citaat (p.29): “Mag ik nu misschien éven uw naam weten?' 'Erik,' sprak Erik met een buiging, 'mijn naam is Erik.' 'Erik,' herhaalde meneer van Vliesvleugel, zijn voorhoofd fronsend, 'mij niet bekend. Is het van Erik of gewoon Erik?' 'Erik is pas het eerste stukje van mijn naam,' verklaarde Erik, 'spreek je het allemaal bij elkaar uit, dan wordt het Erik Pinksterblom.'"
De insecten (oftewel de bijpersonen) in het boek hebben elk een negatieve eigenschap. Dit zijn allemaal negatieve eigenschappen van de mens. De wespen (de familie van Vliesvleugel) zijn verwaand, zij zijn van adel en voelen zich beter dan de bijen: "het arbeidersvolk". De spin lijkt een heel lief beest, maar als je hem beter kent is hij gemeen en achterbaks. De worm is eigenwijs, hij vind zichzelf de slimste en denkt dat hij alles weet. Hij denkt dat alle dieren wormen in opleiding zijn. De mieren hebben alleen belangstelling voor hun eigen volk. Ze vinden zichzelf de sterkste dieren van het dierenrijk. Ook omdat zij een grote kolonie hebben voelen zij zich heel belangrijk.
5 Samenvatting
Erik ligt op een avond in zijn bed en hij heeft het gevoel alsof er iets bijzonders staat te gebeuren. Het blijken de schilderijen aan de muur te zijn, zijn grootouders. Die laten hem het schilderij ‘Wollewei’ zien. Plots wordt Erik kleiner, zo klein dat hij het schilderij binnen stapt.
Daar ontmoet hij eerst de wespenfamilie “Van vliesvleugel”. Later vertrekt hij op de hommel naar een hotel. Ze komen aan bij een reusachtig slakkenhuis zonder naam. Hier maakt Erik kennis met onder andere een rups, die later in een vlinder veranderd. Hij komt later in het verhaal de spin, de doodgravertjes en een worm tegen. Uiteindelijk komt Erik bij een veldslag met de doodgravertjes bij de dam aan (zoals de insecten het noemen) maar Erik weet dat dit de lijst van het schilderij is waar hij al zolang naar opzoek is, en hij komt weer terug in de bewoonde wereld. (150 woorden)
6 Het einde
Het boek eindigt met een veldslag met de doodgravertjes. Op een gegeven moment krijgt Erik mierenzuur in zijn oog. Hij ziet een licht en hij zit recht op in zijn bed. Daarna vertelt de verteller van het verhaal nog hoe het nu met Erik is en hoe hij nu terug denkt op dit avontuur.
Ik vind het een gesloten einde. Eriks doel is al heel lang dat hij nu wel uit het schilderij wil omdat hij honger heeft en moe is. Uiteindelijk lukt hem dit ook want hij is uiteindelijk weer terug bij zijn ouders. Je zit op het laatst niet meer met vragen. Toch vind ik het einde een beetje zielig en dat komt omdat ik had verwacht dat hij nog wel vaker terug zou keren naar Wollewei, maar dat gebeurt niet.
7 Indeling
Het boek heeft een hoofdstukindeling, maar de hoofdstukken hebben geen naam maar er wordt altijd voordat het hoofdstuk begint even vertelt waar het over gaat.
De hoofdstukken vormen altijd een afgerond geheel, dat is prettig lezen. het is me opgevallen dat er een paar hoofdstukken zijn die eindigen met het vertrek van Erik of één van de dieren
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden