Kindergedichten – Hiëronymus van Alphen
Hiëronymus leefde in de tijd van de verlichting. Hierin was de nieuwe kijk op de mens en de maatschappij erg belangrijk. Er werd gesproken van een ‘maakbare’ mens in een maakbare samenleving. Dat is goed terug te zien in zijn gedichten omdat kinderen leefregels leerden en werden opgevoed. Het individu werd steeds belangrijk en dus werd onderwijs ook belangrijker. Dit komt dus weer terug in de gedichten omdat kinderen iets geleerd wordt waar ze later nog veel aan zullen hebben. Manieren hebben ook met opvoeding en onderwijs te maken.
In totaal heeft Van Alphen slechts 66 gedichten voor kinderen geschreven. Hij schreef hoofdzakelijk vrome poëzie voor volwassenen en kunsttheoretische en religieuze beschouwingen. Van Alphen schreef voor zijn kinderen drie dichtbundels (’Ziedaar, lieve wigtjes! Een bundel gedigtjes’) en gaf ze aanvankelijk anoniem uit. Deze bundels werden een groot succes, zijn tientallen malen herdrukt en zijn vertaald in het Frans, Duits, Engels, Fries en Maleis.
Uit de gedichten van Van Alphen spreekt een voor die tijd moderne visie op het kind. Hij beschouwde het kind als een onbeschreven blad, dat deugden als gehoorzaamheid, eerbied voor de ouders en voor God en bescheidenheid aangeleerd kon worden. Hij vond ook dat kinderen spelenderwijs moesten kunnen leren. ’Mijn speelen is leeren, mijn leeren is speelen, En waarom zou mij dan het leeren verveelen?’ dichtte hij. Ouders zijn vergevingsgezind, zo hield hij de kinderen voor, als je maar eerlijk en oprecht bent: ‘Kom Keesje lief! hou op met krijten, Zei moeder toen: 'k Wil u dien misslag niet verwijten, Hij kreeg een zoen.’
Zijn kindergedichten waren simpel van opzet door hun eenvoudige en strakke rijmschema’s, waardoor ze gemakkelijk uit het hoofd geleerd konden worden. Bovendien was het vaak het kind zelf dat aangaf welke deugden het nastreefde, en welke ondeugden het verafschuwde.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden