Klucht van de Koe.
Klucht van de koe is een klucht, geschreven door Bredero. Een klucht is een kort toneelstuk. Het wordt gebruikt om mensen aan het lachen te krijgen. Er zitten meestal gebruiken, rituelen en dagelijkse bezigheden of werkzaamheden in. Veel taferelen kunnen dus bekend voorkomen.
Het begin is een intro uit het oogpunt van de gauwdief. Hij is een goede dief, en wil wel graag wat verdienen. Hij is gewaarschuwd, dat als hij zo doorgaat, dat het dan slecht met hem af zou gaan lopen. Hij zou dan een vroege dood sterfen. Hij zal dan rond zijn acht tiende via een strop aan de galg sterven, als wijze van straf voor al zijn brutale daden. Maar de Gauwdief maakt het niet uit. Hij leeft toch nog steeds? En hij is nog nooit op stelen betrapt. Dat komt doordat hij een heel gastvrije indruk op mensen maakt. Hij besteed zijn geld vooral aan de “Dames van Plezier”, of toewel, bij de hoeren. Hij komt in Ouderkerk aan en slaapt daar in een herberg, die Het Zwarte Paard heet. Hij doet zich voor als een nette heer die net van Keulen komt. Hij ontmoet in de Herberg de boer. Hij is van plan om zijn koe te stelen. De Gauwdief zegt dat hij naar Amsterdam wil, want hij heeft daar nog wat zaken af te handelen. Als ze gaan slapen, houd de Gauwdief zijn kleren aan. Dit wekt tot argwaan bij de boer. Als de boer hem vraagt waarom hij zijn kleren nog aan heeft zegt de Gauwdief dit: Wie in zijn kleren slaapt, weet zeker dat hij ’s morgens vroeg opstaat. (Neen die in zyn kleeren slaept, smorgens vroegh gekleet is.) Maar eigenlijks houdt de Gauwdief zijn kleren aan omdat hij de broer zijn koe ’s avonds gaat verplaatsen. Hij zet de boer zijn koe op de buitenplaats bij het huis Kostverloren. Hij gaat weer slapen, en hij wordt om 2 uur ’s morgens weer gewekt. Dat heeft hij aan de boer gevraagd. Hij wil namelijk om 5 uur bij de poort van Amsterdam staan.
De volgende dag loopt met de boer mee. De boer verteld over zijn broer, Mooie Lammert, die niet zoveel heeft met vrouwen. Zoals de boer zegt over zijn broer, dat het een verwijfde man is, denk ik dat hij daarmee bedoeld dat Mooie Lammert homo is. De boer verteld dat hij wel eens het heeft gedaan met een vrouw op een open weiland. Hij komt onderweg bij huizen langs, waarover de boer veel verteld. De boer heeft alsmaar nog steeds geen weet van het plan van De Gauwdief. Ze komen ook langs Kostverloren, waar een weinig fortuinlijk had gewoond. De Gauwdief zegt daar dat hij daar nog iemand moet spreken. Iemand heeft geld van hem geleend, en dat wil de Gauwdief nog even innen. Hij zegt tegen de boer dat hij al wel verder mag lopen. De Gauwdief zou hem later wel inhalen. De boer vindt het niet fijn om alleen te lopen. Hij komt langs Lange Dirk van Diemen, een rijke boer. Lange Dirk is een erg gierige man. Hij bekommert zich om niemand. Ook niet om Joosts dochter Diebrich, zijn nichtje, die ziek was. Ze was arm en daarom hielp Lange Dirk haar niet. Hij heeft namelijk een hekel aan arme mensen. Lange Dirk heeft wel een dochter, Magere Grietje, die bijna nooit lacht. Ze lijkt erg op haar vader. Volgens de boer leek Lange Dirk op Gillis Frans Lichthart van de St. Anthonisdijk. Gillis trouwde met Marie Mosels, een ontzettend mooie en rijke vrouw. Gillis hield veel van Kaartspellen. Hij was een man van het leven en besteedde al het geld van zijn vrouw. De boer gaat liggen en wacht op de Gauwdief. De Gauwdief heeft in die tijd niet geld opgehaald, maar hij heeft de koe losgemaakt. De gauwdief neemt de koe mee, en loopt naar de boer. Hij zegt tegen de boer dat de mensen de huur niet konden betalen. De Gauwdief dreigde hun te vermoorden. Daarom gaven de mensen de Gauwdief hun koe. De boer geloofde hem, maar toch twijfelde hij. Toen hij aan de Gauwdief zei dat de koe wel erg op de zijne leek, veranderde de Gauwdief snel het onderwerp van het gesprek. Dat was wel slim, want de boer had hem bijna door. De Gauwdief vroeg aan de boer of hij de koe zou willen verkopen, want hij was een erg hoge heer en het zou er raar uitzien als hij de koe zou gaan verkopen. Natuurlijk was dat niet zo. Hij moest namelijk een smoesje bedenken. Anders zou de boer hem door hebben en was zijn snode plan helemaal mislukt. De boer ging dus naar Amsterdam om zijn eigen, dikke, vetgemeste koe te verkopen. De Gauwdief zou dat zelf natuurlijk niet kunnen, want hij was erg berucht in Amsterdam. En de boer zou daar natuurlijk ontdekken dat het zijn eigen koe was. De boer stemde in. De gauwdief ging weer terug naar de Herberg. Hij komt daar de Waardin en de Pierewaaier tegen. Ze drinken en eten erop los. De boer komt even later. Hij geeft het geld aan de Gauwdief. De boer heeft veel geld gekregen voor de koe. De boer heeft nog steeds niks door, en hij bestelt er ook op los. De Gauwdief heeft belooft om alles te betalen. Na een tijdje verdwijnt de Gauwdief en hij leent de mantel van de Pierewaaier. Het gezelschap heeft nog steeds niks door. Na een tijdje komt Keesje, de boerenzoon, huilend de herberg binnen. Hij vertelt dat zijn moeder, en dus de vrouw van de boer, huilend thuis zit. Hij vertelt dat ’s avonds de koe gestolen is. Op dat moment realiseert de Boer dat hij zijn eigen koe verkocht heeft. Hij kan het niet geloven dat hij zich zo erg heeft vergist. Iedereen heeft een domme fout gemaakt. Ze hebben de Gauwdief als het ware de koe zelf gegeven. De waardin, Grietje uit Friesland, oppert ze wel om te betalen. Als ze dat niet doen, dan dreigt ze te vertellen wat er is gebeurd, en hoe dom ze zijn geweest. Tussendoor lees je scènes tussen de Pierewaaier en de Waardin, Grietje uit Friesland. De Pierewaaier is steeds dronken en hij probeert de Waardin, Grietje uit Friesland te verleiden. Maar de Waardin probeert steeds de Pierewaaier dingen uit haar herberg te laten kopen. De waardin wil natuurlijk geld verdienen. Het boek eindigt met de Lijfspreuk ’T Kan Verkeren. Dus het kan verkeerd gaan. En dat ging het ook.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden