De Vliegeraar, Khaled Hosseini

Samenvatting per hoofdstuk:

1. Dit is geen officiële proloog, maar het verteld meer het begin van het verhaal. Hij denkt terug aan hoe zijn leven was.
2. Toen Amir en Hassan klein waren, haalden ze wel eens kattenkwaad uit. Hassan werd hier altijd op aangesproken, omdat hij een soort van slaafje is, maar hij vertelde nooit dat het Amir’s idee was. Amir maakt hier af en toe misbruik van. Hassan is een Hazara, wat toen een ondergeschikte groepering was. Hassan heeft een hazenlip, en zijn moeder was vijf dagen na zijn geboorte vertrokken.
3. Baba is een rijke handelaar en heeft een weeshuis gebouwd. Amir wil heel graag dat Baba trots op hem is, maar dat lijkt nog niet te lukken: hij is alles wat zijn vader niet wil zien in een jongen, en hij voelt zich schuldig omdat zijn moeder tijdens de geboorte is overleden.
4. De verschillen tussen de taken die Amir en Hassan elke dag moeten doen worden beschreven, Hassan moet veel doen in het huishouden. Amir leest Hassan vaak voor, omdat hij niet kan lezen. Baba is niet erg geïnteresseerd in wat Amir doet. Rahim Kahn, een vriend van Baba, is wel geïnteresseerd in wat Amir doet, en neemt het af en toe voor hem op.
5. De oorlog begint. Hassan is bang dat hij wordt weggestuurd, maar Amir verzekert hem dat niemand dat zal doen. Er wordt voor het eest in het boek genoemd hoe Assef, Wali en Kamal Amir en Hassan lastig vallen. Hassan heft een katapult en vertelt Assef om hem en Amir met rust te laten. Hassan is jarig en in plaats van een cadeau, zorgt Baba voor een operatie om Hassan’s hazenlip te helen.
6. Het is winter en er is een vlieger wedstrijd. Als Amir een vlieger afsnijd, rent Hassan de andere kant op, Amir snapt niet waarom hij dat doet, maar de vlieger komt precies in Hassan’s armen terecht. De grote wedstrijd wordt in de wijk van Amir gehouden.
7. Amir is zenuwachtig voor de wedstrijd, want hij wil winnen voor zijn vader. Uiteindelijk wint hij de wedstrijd. Hassan rent achter de laatst afgesneden vlieger aan, maar Assef is hem voor. Assef verkracht Hassan, terwijl Amir vanachter een muur toekijkt. Amir durft niets te doen en rent uiteindelijk weg, hij voelt zich schuldig dat hij niets heeft gedaan. Als hij thuis komt geeft Hassan hem de vlieger en Baba geeft Amir een knuffel.
8. Amir wil samen met Baba naar Jalalabad, maar uiteindelijk heeft Baba nog een hoop familie uitgenodigd. Als Amir in de auto verteld over de wedstrijd wordt hij wagenziek en moet overgeven. ‘S nachts kan hij niet goed slapen, dat blijft zo. Amir is 13 jaar geworden en Assef komt met zijn ouders op het feest, Assef slijmt een beetje met Baba en dat vindt Amir niet leuk.
9. Amir verstopt zijn nieuwe horloge onder de matras van Hassan. Als het lijkt alsof Hassan het heeft gestolen vergeeft Baba hem, maar Ali verteld dat hij en Hassan weg gaan. Baba vindt het vreselijk maar zet hen toch af bij het station.
10. Het is 1981. Het is vijf jaar geleden dat Ali en Hassan weggingen. Baba en Amir zitten in een vrachtwagen. In Kabul kun je niemand meer vertrouwen, en Baba en Amir zijn gevlucht. Bij een Russische controle neemt Baba het op voor een vrouw, omdat zij anders verkracht zou worden door een soldaat. Ze komen in een gebouw waar nog meer vluchtelingen zitten. Als ze in Pakistan aankomen, is Kamal dood en zijn vader pleegt zelfmoord.
11. Baba en Amir wonen nu in Amerika. Baba vindt het niets om in een Amerikaanse stad te wonen, zijn ogen raken geïrriteerd door de smog en hij heeft last van het lawaai. Als Amir eindexamen heeft gedaan wil hij Engels gaan studeren en schrijver worden, Baba is niet enthousiast. Amir en Baba gaan naar een markt en daar ontmoet hij Soraya.
12. Op de markt komt hij Soraya weer tegen en ze raken aan de praat. Baba wordt ziek en heeft longkanker, maar hij wil geen chemokuur. Baba wordt steeds sneller moe. Het gaat steeds slechter met Baba en hij beland een poosje in het ziekenhuis. Als Baba weer thuis is gaat hij op verzoek van Amir naar de ouders van Soraya toe.
13. Soraya en Amir zijn verloofd. De traditionele periode voor de bruiloft wordt versneld omdat Baba niet lang meer te leven heeft. Na de bruiloft trekt Soraya bij Amir en Baba in, zodat zij een beetje voor Baba kan zorgen. Baba overlijdt. Amir gaat Engels studeren en Soraya leert voor lerares. Amir’s eerste boek wordt uitgegeven. Soraya is onvruchtbaar.
14. 2001. Amir krijgt een telefoontje uit Pakistan dan Rahim Kahn erg ziek is, en dat er nog een manier is om het goed te maken.
15. Amir gaat naar Rahim Kahn toe. Hij verteld Amir over Hassan.
16. Rahim kahn verteld hoe Hassan bij hem kwam wonen. Hoe Hassan’s moeder, Sanaubar, ineens op de stoep stond. Hoe Hassan’s zoon Sohrab geboren werd. En hoe Sohrab opgroeide.
17. Amir krijgt een brief van Hassan via Rahim kahn. Er zit een foto bij van Hassan en Sohrab. Rahim verteld hoe de Taliban Hassan en zijn vrouw hebben vermoord. Rahim vraagt Amir naar Kabul te gaan om Sohrab op te halen, Amir twijfelt. Dan verteld Rahim hem dat Hassan en hij dezelfde vader hadden.
18. Amir besluit toch naar Kabul te gaan.
19. Op weg naar Kabul kan hij met Farid meerijden, en hij wordt weer wagenziek. Amir kan ‘s nachts bij Wahlid overnachten.
20. Amir komt aan in Kabul maar het lijkt niet meer op hoe het ooit was. Puin en bedelaars. Als hij bij het weeshuis aankomt krijgt hij te horen dat Sohrab door de Taliban is meegenomen.
21. Farid brengt Amir naar zijn oude huis.  De volgende dag gaan ze naar het Ghazi-stadion waar Sohrab zou moeten zijn. Ze zijn getuigen van de steniging van een echtpaar.
22. Als Amir een afspraak heeft met de Talib die Sohrab mee had genomen, blijkt het dat Sohrab gedwongen wordt een soort danser te zijn. De Talib is Assef. Amir mag Sohrab meenemen, maar dan moet hij wel het gevecht met Assef winnen. Op het laatste moment komt Sohrab tussenbeiden en met zijn katapult schiet hij een  koperen balletje in Assef’s linker oog. Amir en Sohrab vluchten het stadion uit.
23. Amir komt bij in het ziekenhuis. Hij is erg gewond en raakt de hele tijd weer bewusteloos. In het ziekenhuis krijg hij een brief van Rahim kahn. Rahim verteld hem dat hij weg is, en dat hij niet gezocht wil worden. Terwijl hij in het ziekenhuis ligt, brengt Amir veel tijd door met Sohrab en uiteindelijk begint Sohrab een beetje te ontdooien. Ze gaan naar Islamabad en nemen Sohrab mee omdat de mensen waarvan Rahim Kahn had gezegd dat die wel voor Sohrab konden zorgen niet blijken bestaan.
24. Als Amir midden in de nacht wakker wordt is Sohrab weg. Hij is naar de Shah Faisal-moskee gegaan. Amir belt Soraya om haar over Sohrab te vertellen en is het met hem eens dat ze hem moeten adopteren.  De ambassade doet moeilijk: er zijn geen harde bewijzen dat Amir Sohrab’s oom is, laat staan dat Sohrab wel echt wees is. Via de ambassade komen ze bij Omar Faisal, een immigratieadvocaat. Amir krijgt weer te horen dat het erg onwaarschijnlijk is dat de adoptie door kan gaan. De enige optie om toch een kans te hebben houd in dat  Sohrab weer een poosje in een weeshuis moet, waar Sohrab erg overstuur van raakt: Hij probeert zelfmoord te plegen.
25. Voor het eerst in 15 jaar bid Amir weer. Sohrab heeft diepe sneden en is een hoop bloed verloren. Hij moest 2 keer gereanimeerd worden, maar hij leeft nog. Amir leest hem het verhaal van Rostam en Sohrab voor. Sohrab praat een heel jaar niet. Tijdens een Afghaanse bijeenkomst koopt Amir een vlieger voor Sohrab en ontdooit Sohrab weer een beetje.

De schrijver van het boek is Khaled Hosseini, hij is geboren in Afghanistan op 4 maart 1965 in Kabul. Andere boeken van hem zijn And The Mountains Echoed en A Thousand Splendid Suns.

Het verhaal wordt verteld vanuit het alwetende-ik-perspectief vanuit Amir. Het speelt zich af in Kabul rond 1970, daarna in de VS, en dan weer even in Afghanistan.

Amir: Wil graag dat zijn vader van hem houdt, maar houd niet van de dingen die zijn vader graag zou willen

dat hij zou doen.

Hassan: ‘slaafje’ in het huis van Amir, heeft/had een hazenlip.

Ali: vader van Hassan, kan niet goed meer lopen door polio.

Baba: Vader van Amir. Grote, norse man.

Rahim kahn: Vriend van Baba, gedraagt zich tegenover Amir zoals zijn vader eigenlijk zou moeten doen.

Assef: Pestkop die Amir en Hassan terroriseert. Heeft later een hoge functie bij de Taliban.

Soraya: Amir’s vrouw. Lieve, zorgzame vrouw.

Sohrab: Hassan’s zoon, erg gesloten en zwijgzaam.