De brief voor de koning door Tonke Dragt

Titel: De brief voor de koning
Auteur: Tonke Dragt
Uitgever: Leopold
Jaar van uitgave: 1962/ 2004 (26e druk)


Korte omschrijving inhoud:
Het verhaal begint als Tiuri, op dat moment nog schildknaap, zijn nachtwake houdt in de kapel. De dag erna zal hij tot ridder geslagen worden. Midden in de nacht hoort hij opeens een stem: “in Gods naam, doe open”. In eerste instantie doet Tiuri dat niet maar als de stem doorgaat doet hij het uiteindelijk toch. Als hij buiten is krijgt hij een opdracht: hij moet een brief bezorgen aan de ridder met het witte schild, ridder Edwinem. Als hij bij ridder Edwinem aankomt blijkt dat hij in een hinderlaag is gelopen en Tiuri moet de opdracht van ridder Edwinem bezorgen, naar de koning van Unauwen.

Tiuri begint met zijn tocht. Die lijdt hem door het bos van de Koning. Daar wordt hij overvallen door rovers en hij raakt zijn paard kwijt. Enige tijd later ziet Tiuri dat de rovers weer overvallen worden door de grauwe ridders. Deze vier ridders zijn op Tiuri uit, want ze denken dat Tiuri ridder Edwinem heeft vermoord. Omdat Tiuri nu geen paard meer heeft moet hij lopen, gelukkig kan hij met een paar monniken meelopen die hem de weg wijzen naar kasteel Mistrinaut: een gastvrij kasteel waar iedereen mag blijven slapen en eten. Tiuri blijft daar ook slapen, maar op de avond dat hij daar slaapt komen de grauwe ridders die hem laten opsluiten. Als ze hem de dag erna willen laten executeren weet hij ze te overtuigen van zijn onschuld en ze vergezellen hem zelfs een stuk: tot aan de bergen. Helaas worden Tiuri en de grauwe ridders onderweg aangevallen door de rode ruiters: ridders en soldaten uit Eviellan die koste wat kost willen voorkomen dat Tiuri de brief bezorgd. Aan dit gevecht houdt Tiuri een wond in zijn arm over. Uiteindelijk komt Tiuri bij de bergen aan. In de pas naar de bergen toe komt hij Jaro tegen: een spion van de rode ruiters alleen weet Tiuri dat niet. Onderweg naar Menaures, een kluizenaar die de weg weet in het hele gebergte, stort Jaro in een ravijn maar Tiuri redt hem. Dit zorgt ervoor dat Jaro naar zijn idee Tiuri niet kan vermoorden, omdat Tiuri hem heeft gered, dus Jaro vertrekt nadat hij Tiuri heeft gewaarschuwd voor Slupor. Vanaf Menaures begeleidt Piak, het hulpje van Menaures en zoon van een boer uit de bergen, Tiuri over de bergen. Eenmaal daaroverheen zijn ze in Unauwen.

Eerst gaan Tiuri en Piak naar familie van Piak: zijn oom en tante. Die weten hun te vertellen dat Ardoc, een vriend van Piak’s oom, naar Dangria, wat op hun route ligt, gaat. Dus gaan Tiuri en Piak naar Ardoc toe om te vragen of ze mee mogen rijden. Dat mogen ze en binnen een dag zijn ze in Dangria. De burgemeester, een vriend van Slupor, nodigt Tiuri en Piak uit in het stadhuis om verhalen uit het oosten te vertellen, maar in werkelijkheid wil hij ze gevangen houden voor Slupor. Piak komt daarachter en vlucht. Tiuri vlucht een andere kant op en hij vlucht een kamer in die hij op slot doet. Daar leert hij de brief uit zijn hoofd en vernietigd hem daarna. Dan gaat vlucht hij uit het stadhuis en gaat op zoek naar Piak. Hij komt erachter dat ze Piak gevangen hebben genomen en samen met Ardoc en zijn vrienden bevrijden ze Piak uiteindelijk. Hierna vluchten ze uit Dangria. De dag erna komen ze aan bij de regenboogrivier. Helaas moeten ze bij deze rivier tol betalen, maar ze hebben geen geld. Dus proberen ze de rivier over te komen met een bootje. Helaas mislukt dat en Tiuri en Piak worden opgepakt en moeten voor de Tolheer verschijnen. Als ze bewijzen dat ze komen in naam van ridder Edwinem mogen ze verder. De Tolheer heeft hun nog wel iets te vertellen: hij weet wie de rode ruiters zijn. Dit zijn ridders uit Eviellan die koste wat kost de brief willen vernietigen. Dit is omdat de vorst van Eviellan, die ook de tweelingbroer van de kroonprins van Unauwen te zijn, uiteindelijk vrede wil sluiten na een lange oorlog. Ridder Edwinem heeft een geheim ontdekt en die opgeschreven in de brief die Tiuri heeft, maar hij weet ook niet wat erin staat. Omdat Tiuri haast heeft en een bode is mag hij voor deze ene keer voor niks over de tolbrug gaan en ze vervolgen hun reis. Na nog een aanvaring met Slupor waarbij een andere bode is vermoord komen ze aan in de stad van Unauwen. Aan de poort van de stad komen ze een bedelaar tegen. Tiuri en Piak besluiten de bedelaar geld te geven, alleen de bedelaar blijkt Slupor te zijn die Tiuri probeert te vermoorden met een dolk. Uiteindelijk weet Tiuri te ontkomen en ze gaan op weg naar het paleis.

Eenmaal daar aangekomen moeten ze meteen voor de koning verschijnen, en Tiuri verteld de inhoud van de brief. De koning van Unauwen schrikt maar Tiuri moet verder vertellen. Als hij klaar is moet Tiuri gaan maar Tiuri heeft geen idee wat er in de brief staat want de brief is in de oude Unauwense taal geschreven. Als er de dag erna een krijgsberaad wordt gehouden komt Tiuri erachter wat er in de brief stond: de vorst van Eviellan wilde zich verenigen met de kroonprins zodat niemand hem meer van iets verdacht, en dan zou hij toeslaan. Hij zou de kroonprins vergiftigen zodat hij zou sterven en dan kon hij de troon opeisen zodat hij de vorst van Eviellan zou zijn en Koning van Unauwen. Na dit bericht roept de koning zijn ridders op om Unauwen te verdedigen in de aanstaande oorlog en Tiuri en Piak moeten een brief aan de koning van Dagonaut versturen, Tiuri’s vaderland.

Dus gaan ze op weg. Als ze weer bij de bergen aankomen verlaat Piak Tiuri omdat hij liever in de bergen blijft waar hij oorspronkelijk is opgegroeid. Als Tiuri later aankomt in de stad van Dagonaut waar de koning van Dagonaut woont hoort hij van de koning dat hij niet meer in aanmerking komt voor het ridderschap omdat hij is weggelopen uit de kapel. Dit blijkt een grap te zijn want de dag erna wordt Tiuri alsnog geridderd en krijgt hij een wit schild, het officiële schild van Unauwen, wat aangeeft dat hij ook een ridder van Unauwen is. De dag na de ridderslag rijdt hij een rondje om de stad en daar ziet hij Piak die teruggekomen is omdat hij Tiuri miste en Piak wil zijn schildknaap worden.



Beschrijving hoofdperso(o)n(en):

Tiuri:
de hoofdpersoon van het verhaal is Tiuri, een jongen van zestien jaar. Hij heeft donker haar maar zijn ogen zijn veel lichter, die zijn grijsblauw. Overigens is hij vrij mager. Hij is een zoon van ridder Tiuri de Dappere en zijn vrouw. Omdat hij de zoon van ridder Tiuri is wordt hij ook ridder, de afgelopen vier jaar heeft hij eerst als page en later als schildknaap van een ridder doorgebracht. Door zijn ridderschap zijn hem ook de vaardigheden van het paardrijden, het zwaard vechten en het boog schutten bijgebracht. In de loop van het verhaal kom je achter het karakter van Tiuri: hij heeft lef, want hij durft risico’s te nemen om de brief te kunnen bezorgen zoals toen hij over de tolbrug probeerde te komen met een bootje om de brief toch maar te kunnen bezorgen. Maar hij is ook moedig, hij heeft veel gevechten meegemaakt op zijn reis en hij heeft toch de hele tijd de moed gehad om te vechten. Maar bovenal is Tiuri sociaal, hij helpt de medemens graag zoals toen Jaro in het ravijn dreigde te vallen: Tiuri heeft hem er toen uitgehaald. Maar ook toen Slupor, vermomd als bedelaar, hem wilde vermoorden maar Tiuri dat niet doorhad. Hij wilde Slupor geld geven.

Piak:
Piak is een jongen van veertien jaar. Hij is opgegroeid in de bergen samen met zijn hele familie. Zijn vader is tijdens een van zijn tochten door de bergen in een ravijn gevallen maar ondertussen kan Piak daarmee leven. Tegenwoordig woont Piak bij Menaures de kluizenaar. Als Tiuri bij Menaures komt voor hulp gaat hij mee met Tiuri als gids door de bergen. Als ze uit de bergen gaan besluit Piak met Tiuri mee te gaan. Dit laat zien dat Piak heel behulpzaam is, maar hij is ook loyaal tegenover zowel Tiuri als Menaures. Piak is ook heel vindingrijk, het beste voorbeeld hiervan is in het stadhuis van Dangria. Piak heeft al snel door dat het een val is en hij vindt heel snel een oplossing voor dit probleem en hij rent weg, schreeuwend dat hij de brief heeft. Net als Tiuri is hij heel moedig want hij heeft net als Tiuri veel moeten vechten op zijn tocht. En uiteraard is hij ook heel sociaal, hij wou Slupor net zo goed geld geven.

Slupor:
Slupor is de meest wrede en de gemeenste spion van Eviellan. Hij is er op uit gestuurd om Tiuri te vermoorden. Hij gebuikt dan ook alle middelen om dat doel te bereiken. Tiuri komt hem voor het eerst tegen in Unauwen, bij de maanheuvels waar Slupor per ongeluk de verkeerde bode heeft vermoord. Als Tiuri verdergaat doet Slupor alsof hij een boer is die Slupor gevangen heeft en later doet hij nog alsof hij een bode is die bericht uitbrengt aan Tiuri en Piak. Als ze in Unauwen aankomen probeert hij Tiuri nog een keer te vermoorden, verkleed als bedelaar waarna hij opgepakt wordt als zijn poging mislukt.



In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Dit verhaal speelt zich af in de middeleeuwen. Dat zie je doordat er door het hele verhaal ridders, jonkvrouwen, kastelen en herbergen verspreid zijn. Dat zijn typische kenmerken voor de middeleeuwen. Je kan ook aan het reizen zien in welke tijd het verhaal zich afspeelt. De reizen worden voor het merendeel gemaakt te voet of te paard maar je ziet soms ook dat Tiuri reist per wagen.



Vanuit wie wordt het verhaal verteld?
het verhaal wordt verteld in een blik van boven. Het lijkt alsof je iemand bent die van bovenaf op het verhaal neerkijkt. Een verteller verteld het verhaal dus het is niet zo dat je alles ziet vanuit de blik van iemand. Wel is het zo dat je alleen maar de gedachten van Tiuri kan zien. En je weet niet meer van alles af dan Tiuri.



Wat is het thema van het verhaal?
Avontuurlijk: het hele verhaal is een avontuur. Tiuri moet vanaf het begin van het verhaal al reizen naar plaatsen waar hij nog nooit is geweest. Dat is een hele nieuwe ervaring voor Tiuri. Hij komt over bergen, door bossen, over rivieren enz.

Verder zijn er nog twee minder belangrijke thema’s: de eerste is het thema oorlog. Tussen Eviellan en Unauwen is er oorlog en Tiuri speelt een sleutelrol in deze oorlog. Hij wordt ook constant belaagd door rode ruiters uit Eviellan.

Het derde thema is liefde: in de loop van het verhaal wordt Tiuri verliefd op Lavinia. Dat is een meisje uit kasteel Mistrinaut en hij denkt in het verhaal veel aan haar. Op het einde van het verhaal geeft Lavinia Tiuri haar handschoen als teken van haar liefde.



Wat is volgens jou het belangrijkste moment in het verhaal?
Het belangrijkste moment is naar mijn idee het moment dat Tiuri de brief aan de koning overhandigd. Tiuri wordt door een van ’s Konings wachters naar de kamer gebracht waar de koning verblijft. De koning vraagt Tiuri de brief voor te lezen maar Tiuri verteld hem dat hij de brief heeft moeten vernietigen omdat hij in gevaar was. De koning kijkt hem gek aan en dan verteld Tiuri dat hij de brief wel uit zijn hoofd weet. Helaas is Tiuri de tekst vergeten maar dan herinnert Tiuri zich een deuntje dat Piak en hij op de tekst hadden bedacht. Tiuri verteld de tekst van de brief aan de koning en de koning kijkt steeds minder vrolijk. Als Tiuri de boodschap heeft gebracht verzoekt de koning Tiuri om te vertrekken.

Ik denk dat dit het belangrijkste moment is omdat Tiuri het hele boek de opdracht heeft gehad om deze brief te bezorgen en nadat Tiuri de brief heeft bezorgd gaat hij alleen nog naar huis en dan heeft hij geen opdracht meer. Dit stukje heeft een anticlimax want je verwacht dat de koning de boodschap aan Tiuri verteld maar dat doet hij niet.



Wat vond je van het boek?
Ik vond het boek gemakkelijk om te lezen. Dit komt omdat het verhaal niet in heel moeilijke taal is geschreven en het verhaal dus makkelijk te begrijpen is. Het maakt het ook makkelijk dat om de paar bladzijdes een nieuw hoofdstuk begint.

Ik vond het boek ook spannend. Het hele verhaal door zit je in de spanning wat er gaat gebeuren. Vragen als: “wanneer komen de rode ruiters” of “hoe komt hij nu ooit bij de koning” zijn vragen die je je zoal afvraagt als je het boek leest.

Maar bovenal vond ik het boek leuk om te lezen. Ridderverhalen hebben mijn aandacht altijd al getrokken en er zit ook een heel mooi verhaal in waardoor je het boek in een keer uit wil lezen. Dat vind ik dat bij een boek moet horen en als dat zo is in een boek vind ik het eigenlijk altijd wel leuk.