Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Koning Arthur door Jaap ter Haar

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
Boekcover Koning Arthur
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 2e klas vwo | 2116 woorden
  • 5 november 2010
  • 25 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
25 keer beoordeeld

Boekcover Koning Arthur
Shadow
Koning Arthur door Jaap ter Haar
Shadow
ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding

Dit werkstuk gaat over de historische werkelijkheid en representatie van het boek “koning Arthur”. In de middeleeuwen leefden de mensen heel anders dan wij nu leven. Ze hadden andere gewoontes en een andere leefstijl. In dit werkstuk vergelijken we bepaalde onderwerpen met elkaar. Wat is er in het echt gebeurd? Wat is er beschreven in het boek?

De onderwerpen die we gaan vergelijken met wat er in de werkelijkheid is gebeurd en wat er in het boek beschreven staat zijn: politiek, economie, socialiteit en religie. Politiek, economie, socialiteit en religie zijn de belangrijkste dingen waarop een land steunen. Als één van deze onderwerpen niet goed is opgebouwd of er niet goed aan de regels wordt gehouden, dan kan een land volledig instorten. Omdat deze vijf kenmerken van een land zo belangrijk zijn, beschrijven en vergelijken wij ze met de werkelijkheid en de juistheid waarin dit in het boek beschreven staat.

Er kunnen namelijk grote verschillen zijn. De schrijver kan de werkelijkheid bijvoorbeeld veranderen omdat het te moeilijk is of omdat het niet past in het verhaal.

We vertellen waarom we denken dat de schrijver het verhaal heeft aangepast, of waarom hij het zo gelaten heeft. Als het verhaal is aangepast, wat kan de schrijver er nog bij doen om verder te informeren? Of moet hij het gewoon zo laten, omdat het wel duidelijk genoeg is?

Samenvatting van het boek

Arthur werd in zijn jonge jaren opgevoed door de magiër Merlijn, daarop maakt Merlijn een zwaard, de Excalibur, en zette hem in een aambeeld. Alleen Arthur kon dat zwaard uit het aambeeld trekken en dan werd hij koning van Engeland. Op een dag moest hij een zwaard halen voor zijn broer Key, hij haalde de Excalibur. Niemand geloofde dat hij de Excalibur had en Arthur moest dus eerst de rest van het rijk veroveren. Dat deed hij ook.

Eenmaal het rijk verovert, sticht hij het kasteel Camelot, trouwt hij met Guinevere en als huwelijkscadeau krijgt hij een grote, ronde tafel. Die gebruikt hij en sticht dan de ‘Ridders van de Ronde Tafel’, daarbij zitten de 12 belangrijkste ridders en daar is iedereen gelijk, zo kunnen ze het land beter verdedigen en hebben ze meer kans om het rijk van de Saksen te overwinnen. Maar uiteindelijk komt het erop neer dat het de bedoeling was om de Heilige Graal te zoeken. Alles ging goed.

Tot Mordred kwam, hij zette al snel een sluw plannetje op en zocht bondgenoten, die vond hij. Daarna richtte hij zich op de val van het rijk, zo doodde hij een aantal Ridders van de Ronde Tafel. Dan verzon hij een list met de trouwste ridder, Lancelot, de koning Arthur en zijn vrouw Guinivere. Mordred zei tegen koning Arthur dat zijn vrouw een relatie heeft met Lancelot, hij geloofde het en begon te twijfelen. Door een andere list van Mordred ging Lancelot samen met Guinevere, die hij vanwege de list moest ontvoeren, naar een schuilplaats met zijn leger. Koning Arthur ging hem achterna en probeert hem te zoeken. Ondertussen ging Mordred naar het noorden en kroonde hij daar zichzelf, waardoor hij een leger van de Saksen met machtige edelen overheerste.

Arthur stopte met de zoektocht naar zijn vrouw en Lancelot, en gaat naar het Noorden, naar Mordred met zijn leger. Arthur zal ten strijde moeten gaan met zijn leger tegen Mordred, dat deed hij ook. Helaas gaat de strijd niet als gepland, alle strijdkrachten van beide legers gaan dood, behalve Arthur en Mordred zelf. Ze gaan tegen elkaar strijden, zonder legers. Het leek erop dat Arthur gaat winnen en hem doodde, het was ook zo. Arthur steekt Mordred neer, waardoor Mordred weer naar boven valt en zo zijn speer in Arthur steekt, dus stierven ze allebei. De halfdoodgaande Arthur zegt met een zware stem tegen zijn broer Key dat hij de Excalibur in het meer moet gooien. Hij deed dan niet en het verhaal is voorbij (open einde).

Politieke Context

Koning Arthur was aan de macht tussen de 5e en de 6e eeuw. Voor hem was Uther Pendragon aan de macht. Hij was de zoon van Uther Pendragon. Na hem was Constantijn III aan de macht. Maar volgens vele mensen wordt er gezegd dat Arthur helemaal geen koning was. Omdat er in de Welshe teksten staat dat Arthur een leider van een leger was en dat hij veldslagen bevocht. Maar in de Middeleeuwse teksten staat dat hij een heerser was. Arthur bevocht veel veldslagen en won vaak tegen de Saksen. De bekendste veldslag is de slag bij Mons Badonicus. De Engelsen hadden weer macht. Maar in 537 ging Arthur dood. Dat was in de slag bij Camlann.

Volgens vele mensen wordt er ook gezegd, dat koning Arthur nooit heeft bestaan. Ze zeggen dat het een mythische Britse koning is.

Tegenwoordig is het verhaal zo dat Uther Pendragon overleed. En de tovenaar Merlijn Arthur mee nam naar het huis van een edelman. Daar heeft hij Arthur veilig opgevoed. In die tussentijd is niemand koning geworden. En toen ging Merlijn een aambeeld op een graf neerzetten met een zwaard erin. En als je dat zwaard eruit kon trekken was je de koning van Engeland. Niemand kreeg het eruit, omdat het betovert was. Alleen Arthur kon het zwaard uit de steen halen.

Sociale Context

Het boek Koning Arthur van Jaap ten Haar komt voor in de Middeleeuwen. In deze tijd stond boven aan in de standensamenleving de geestelijken.

De geestelijken waren verdeeld in reguliere en seculiere geestelijken, de Paus stond boven alle geestelijken. De reguliere geestelijkheid bestond uit de monniken en nonnen, samen met hun baas, de abt of abdis. De seculiere geestelijken waren bisschoppen en priesters. Voor hen allemaal waren dezelfde rechten en plichten; erediensten en zielenhiel, geen belasting betalen, geen krijgsdienst verrichten en tienden (winstbelasting, de geestelijken kregen een tiende deel van de belasting). Geen verplichte plichten hadden ze om uit te voeren.

De adel had daartegen wel plichten die ze uit moesten voeren. Edelen bestuurden als het ware het land, ze heften de belasting, ze bepaalden de rechtspraak, het bestuur en de oorlogsvoering. Een belangrijke dienst van de adel is om voor veiligheid te zorgen, vooral voor de normale burgers. Ze moeten zorgen voor onderdak als er oorlog is, of terwijl, de adel ruilt veiligheid om in macht. Doordat ze al zoveel macht hebben, mogen ze geen handel drijven.

De gewone bevolking is verdeeld in 2 groepen; de vrijen en de horigen. De horigen zijn ook weer onderverdeeld in 2 groepen; de lijfeigenen en de laten. De lijfeigenen zijn als het ware volledig bezit en volledig onderworpen aan de heer. Ze moeten van alles doen in opdracht van de heer, ze zijn een soort slaven. In tegenstelling tot hun zijn de laten persoonlijk vrij, ze zijn alleen gekoppeld aan het grondgebied, zo mochten niet van hun land weg en/of verhuizen. De vrijen zijn ook persoonlijk vrij van de heer en ook vrij van het grondgebied, dus zij mogen wel verhuizen naar een ander gebied. De vrijen mogen ook een eigen privégrondbezit hebben. De vrijen staan dus boven in de onderste laag; de gewone bevolking.

Steden speelden ook een rol in de standensamenleving. Stedelingen hadden meer rechten en plichten dan de dorpelingen, de stadsrechten. De bevolking in de stad die hadden een eigen wil om hun belangen te behartigen, zo mochten ze een markt stichten en opbouwen en het recht om een stadsmuur om de stad heen te bouwen. Nog meer rechten waren een eigen rechtspraak en eigen bestuur, daarbij hoorde ook dat de stedelingen hun eigen krijgsmacht en/of stadswacht mocht handhaven. Steden waren geen bezit van de plaatselijke adel, de inwoners hadden dus zelf te bepalen wat ze mochten doen. Dit was ook een groot voordeel voor de horigen, want als je als horige 1 jaar en 1 dag in de stad woonde, was je een vrij mens en een normaal inwoner. Doordat de stad handel kon drijven, ontstond steeds meer macht voor de steden. Ze trokken veel mensen van de 3e laag, de normale bevolking, aan, dus ook een oorzaak van de macht. Edelen konden niet meer concurreren met de steden, zij mochten immers geen handel drijven en bouwden dus ook geen macht op. Zodoende kregen de steden dus veel meer macht dan de edelen, de macht van de edelen werd dus steeds minder.

Religieuze context

Het boek koning Arthur speelt zich af in de middeleeuwen. In de middeleeuwen werd het geloof steeds belangrijker. Het christendom verspreidde zich snel. De kerk werd steeds machtiger. Onder de kerk verstaan we ook de geestelijken zelf. Geestelijken bestonden uit priesters die voor de mensen preekten en ook uit monniken en nonnen die in afzondering in een klooster leefden. De kerk had veel invloed op het leven van de mensen omdat:

– Het geloof gaf voor veel dingen in het leven een verklaring. God werd de oorzaak van verschillende dingen of verschijnselen gezien. Bijvoorbeeld ziekte, dood, regen en stormen.
– Geestelijken kregen veel macht, omdat ze als enigen, na de val van het Romeinse rijk, konden lezen en schrijven. Koningen riepen geestelijken vaak op voor hulp en ze bestuurden delen van het rijk.
– In West-Europa was er in de middeleeuwen alleen het Rooms-Katholieke geloof. Alle andere geloven waren verboden. De kerk stelde regels op over hoe je moest leven en geloven.

De middeleeuwen was dus een tijdperk waarin het geloof een zeer belangrijke rol speelde.

Het boek koning Arthur speelt zich af in Engeland (Brittannië). In Brittannië dat veroverd was door de Sasken, Angelen, Juten en Friezen, verdween het christendom zelfs helemaal. Doordat Engeland lang door deze volkeren is overheerst, werd er niet aan het christelijke geloof gedaan. Door paus Gregorius de Grote kwam uiteindelijk ook het christendom in Engeland. Toen hij paus was geworden, stuurde hij abt Augustinus met 40 monniken naar Engeland. Koning Ethelbert was in het begin erg voorzichtig met hen, maar nadat hij hun beter had leren kennen gaf hij hun toestemming om overal in zijn rijk te prediken. Augustinus heeft veel bisdommen in Engeland gesticht. Vanaf dat moment was het christendom ook zeer belangrijk in Engeland.

Het christendom, dat wordt beschreven in het boek, komt overeen met verhalen op sites en in boeken. Het boek heeft een zeer religieuze achtergrond, waarin het geloof een belangrijke rol speelt. In dit boek komen veel geestelijken voor. Er komen monniken en nonnen in voor die in kloosters leven. Er wordt niet echt een beeld gegeven van hoe ze daar leven. Er komen in het boek ook priesters, bisschoppen en paus in voor. Je moet wel al redelijk bekend zijn met de geschiedenis van het christelijke geloof. Alleen dan kan je begrijpen wanneer de mensen met problemen de hulp van de kerk en God inroepen.

Door het verhaal van het christelijke geloof niet te veranderen, en door verder geen informatie te geven over de achtergrond van het christelijke geloof, probeert de schrijver de lezers juist nieuwsgierig te maken naar de achtergrond van dit geloof.

Het christendom versterkt ook de plaats van koning Arthur in het verhaal. Hij legde een eed af toen hij koning werd en toen hij trouwde. Dat soort dingen bevestigen dat koning Arthur ook heel erg op de kerk en God steunde.

Eigenlijk zou het gemakkelijker zijn om de lezers van het boek eerst te informeren met de geschiedenis van het christendom. Het zou bijvoorbeeld in het verhaal verwerkt kunnen worden. Aan de andere kant is het ook goed dat de schrijver dat niet heeft gedaan. Nieuwsgierigheid zorgt ervoor dat een boek spannender wordt.

Economische context

Het verhaal ‘Koning Arthur’ speelt zich af in Engeland, groten deels in Londen tijdens de vroege Middeleeuwen.

Mijn probleem met de tekst was dat hij niet van uit een economische perspectief. Maar toch probeer ik het toch nog het te bekijken uit een economische oogpunt. Volgens het boek was Londen een grote stad destijds, dit klopt ook wel, want Londen was toen al een grote stad. Ook wordt er in het verhaal vertelt over de oorlog met de Saksen en de veldslag van tussen hen. Het is in de echte geschiedenis wel zo dat er oorlog was met de Saksen maar of deze veldslag echt heeft plaatsgevonden weten we niet. Wel was het zo dat de Saksen via het noorden aanvielen dit wordt ook gezegd in het boek. Maar in het boek wordt niet specifiek beschreven met wie er wordt gehandeld; Het wordt zelfs helemaal niet beschreven.

Maar gelukkig weten we dat wel via geschiedenis boeken. Want het was namelijk zo dat tijdens de Vroege Middeleeuwen waarschijnlijk de Engelsen handelden met de nog andere volkeren die toen op Groot-Brittannië woonden, misschien zelfs nog wel met Fransen en de Noormannen via scheepsvaart.

In deze economische tijd leefden nog vaak vele mensen van het platte land of leefde in de steden van handel

REACTIES

S.

S.

leuk boekverslag alleen vond geen kern er in verder erg uitgebreid

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Koning Arthur door Jaap ter Haar"