Samenvatting
Het boek gaat over Meneer Staal die schoolmeester is van een school. Hij is begonnen met het schrijven van een dagboek en daar begint het verhaal mee. Hij schrijft dat hij op school instructie heeft gekregen, dat hij een register moeten bijhouden over de gedane activiteiten omtrent de school vakken. Ook moet er iedere les iemand in een klassenschrift werken. Als hij zijn collega’s informeert over het register geven ze verschillende antwoorden. Kraak vindt het maar onzin en doet er niet aan, terwijl Van der Lee het een goed idee vindt. Daarom weet hij zelf niet echt wat hij moet doen. Staal besluit later toch maar alles in orde te hebben voor het geval er een inspecteur langs komt.
Op een dag krijgt hij een nieuwe leerling in de klas: Louis van Rijn. Een zielig jongetje met een bochel. De jongen voelt zich niet echt thuis in de klas. Hij vertelt in zijn dagboek zoal hoe hij de klas tot stilte probeert te manen. “Uitscheiden” was al genoeg om ze stil te houden. Hij moet dit echter steeds vaker zeggen om de rust te bewaren. Daarom introduceert Meneer Staal een nieuw systeem: De eerste keer een waarschuwing, de tweede keer is na blijven. Dit wordt op een vel bijgehouden door zijn lievelingetje Fok Goosens.
Op een gegeven moment is het tijd voor taalcursussen. Staal moet beslissen wie er naar Engels, Duits of Franse les moeten. Hij geeft er maar liefst 17 op. Kraak waarschuwt hem dat dit bonje op zal leveren. Uiteindelijk gaan er minder kinderen op de cursus, omdat hun ouders het nut er niet van inzien.
Een maand of 2 later is Staal heel erg boos. Frans de Wit is aan het treiteren met een paar vrienden. Staal doet net of hij hem slaat, waarop Frans hard met zijn hoofd op het tafelblad botst. Hij moet huilen en ziet lijkbleek. De dagen erop piekert Staal over Frans, aangezien hij al een paar dagen niet op school is geweest. Hij besluit langs te gaan en tot zijn opluchting is alles goed met hem.
Plotseling worden de leerlingen nieuwsgierig naar zijn verjaardag. Hij zegt dat hij altijd op 30 februari jarig is, maar dat kan natuurlijk niet. Daar komen ook de kinderen meteen achter en dan zegt Staal dat hij zal trakteren als hij jarig. Hij besluit om op zijn verjaardag naar Artis te gaan met de klas en ook nog een keer te trakteren. Het werd een geslaagde dag.
Meneer Staal gooit klassieke leermethoden over boord, waardoor de kinderen al heel snel het verschil tussen alle werkwoordstijden snappen. Ook met rekenen legt hij alles heel anders uit en de klas heeft dan ook helemaal geen problemen met de breuken.
In de zomervakantie haalt Staal zijn akte voor Frans bij meneer de Wilde. Zijn vrouw vind dat hij daarom maar zo snel mogelijk naar een andere school moet gaan, omdat hij dan ongeveer 8 gulden in de maand meer zal gaan verdienen. Staal wil dit eigenlijk helemaal niet, hij heeft zich heel erg aan zijn klas gehecht. Het liefst zou hij namelijk met deze klas van school afgaan en daarna naar een andere school gaan.
Op een dag is het klassenschrift verdwenen. Staal maakt zich hier heel druk om , omdat dat een belangrijk deel is van de inspectie. Hij maakt er dan ook een hele speurtocht van om het boek terug te vinden. Tevergeefs vindt hij het schrift niet terug en besluit snel een nieuwe te maken.
Op het laatst mist hij telkens een leerling: Louis van Rijn, de jongen met de bochel. Het gebeurt wel vaker dat hij een paar dagen weg blijft, maar het duurt nu al 3 weken. Hij gaat daarom maar even bij Louis langs om te kijken waarom hij er niet is. Staal komt erachter dat de benen van Louis verlamd zijn en dat hij er waarschijnlijk binnen een jaar aan overlijdt. Staal brengt hem daarom al zijn spullen en wat leesboeken zodat hij zich niet gaat vervelen.
In de bijlage schrijft Koning in een brief aan Kraak dat meneer Staal plotseling overleden is aan een longontsteking. Zijn vrouw en dochter zijn toen in Den Haag gaan wonen bij zijn ouders. Zijn vrouw is een paar jaar later ook gestorven op dezelfde manier. Hij heeft het dagboek van zijn dochter gekregen om het even door te lezen en te beoordelen. Hij is tot de conclusie gekomen dat ze Staal altijd hebben onderschat. Ook Kraak antwoordt dat hij er ongeveer hetzelfde over denkt.
Analyse
A: Titel, ondertitel, motto, opdracht
De titel ‘De gelukkige klas’ slaat op de klas van Meneer Staal die gelukkig bestaan leidt volgens Staal zelf. Een klas met aparte types die samen een gemeenschap vormen en als één mond spreken.
Ondertitel, motto en opdracht zijn er niet
B: Genre
‘De gelukkige klas’ is een dagboekroman. Het verhaal is het dagboek van meester Staal tijdens de vijfde en zesde klas (groep 7 en 8) van de basisschool. Waarin hij de dagelijkse gang van zaken beschrijft, een stukje aller-doodgewoonste schoolleven.
C: Personages
De hoofdpersoon is Meester Staal, leraar op een armoedige school in Amsterdam. Hij geeft les in de vierde en vijfde klas. Hij heeft het beste voor met zijn klas en denkt veel na over de dingen die hij in de klas doet. Hij is gevoelig en begripvol en test vaak het effect van de klas op een bepaalde houding die hij aanneemt. Meneer Staal maakt een ontwikkeling door. Gedurende de twee jaar die hij de klas les geeft leert hij de kinderen steeds beter kennen en krijgt hij een ander beeld van hen. Door de geestelijke ontwikkeling die hij door maakt, het doel dat hij heeft (gelukkig zijn met de klas) en de verandering die hij doormaakt (andere kijk op de leerlingen, lesmethodes e.d.) kun je Staal een karakter noemen.
Het boekverslag gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden