Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

De aanslag door Harry Mulisch

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
Boekcover De aanslag
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas havo | 3081 woorden
  • 30 mei 2010
  • 33 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
33 keer beoordeeld

Boekcover De aanslag
Shadow

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van de…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond kl…

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens zijn spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen. Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn hele leven lang blijven achtervolgen.

De aanslag door Harry Mulisch
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Structuuranalyse

Titel
In januari 1945 vindt er voor het huis van de familie Steenwijk een aanslag plaats op de NSB’ers. Uit wraak fusilleren de Duitsers de ouders van Anton Steenwijk en steken ze het huis in brand. Broer Peter vlucht naar het huis van de buren, maar overleefde dit niet. Tegen zijn wil in bepaalt de aanslag uit de titel het leven van Anton Steenwijk.

Genre
Dit boek is een psychologische oorlogsroman.

Thema en motief
Het thema is ‘schulddrager’. Het hele boek draait om de vraag: wie is er schuldig aan de aanslag? Ook verwijst het hele verhaal naar die aanslag.

Er zijn heel veel motieven in dit boek.

De oorlog: Telkens komt er iets in het verhaal terug dat te maken heeft met de oorlog.

Toeval/het lot: dat komt een aantal malen voor in het verhaal. Symbool hiervoor staat de dobbelsteen van het 'Mens erger je niet'. De avond van de aanslag speelt de familie Steenwijk ‘mens erger je niet’. In de rest van het verhaal wordt nog aan de dobbelsteen herinnerd doordat Anton er één in zijn broekzak heeft en deze zo af en toe te voorschijn haalt.

Dit komt vooral voor als Antons leven een beslissende wending neemt, bijvoorbeeld vlak voor de aanslag en aan het begin van de crisis die hij doormaakt in Italië.

Het hangt van het toeval af op welk cijfer een dobbelsteen rolt. Zo was het ook toeval dat de aanslag net bij hun huis gepleegd is. Ook is het toevallig dat hij al deze mensen ontmoet die met de aanslag te maken hebben.

Een spiegel: In het verhaal komt de spiegel dikwijls voor. De spiegel als symbool voor het terugkijken naar het verleden, denk ik. In een spiegel kun je zien wat er achter je rug gebeurt en je kijkt naar jezelf (en denkt daarbij dan hoe je zo geworden bent als je nu bent). Het verleden ligt ook achter je, je kunt dus zien wat er met je verleden aan de hand is.

De jukebox: In de loop van het boek worden verschillende keren op belangrijke momenten liedjes vernoemd die afkomstig zijn uit een jukebox.

Kruidnagel: Dat wordt gebruikt als pijnstiller tegen kiespijn. Tijdens de oorlog gebruikt Antons moeder kruidnagel tegen kiespijn en ook in de laatste episode raadt Liesbeth hem aan om kruidnagel te gebruiken tegen zijn kiespijn. Op deze manier worden de eerste en de laatste episode met elkaar verbonden.

Schuldvraag: Anton is op zoek naar de schuldigen van de aanslag, van de moord op zijn ouders en broer.

Opbouw
Je ziet dit boek door de ogen van Anton Steenwijk, maar er is geen ik-vertelwijze. Er wordt namelijk het woord ‘hij’ gebruikt in plaats van ‘ik’. Er is dus sprake van een personale-vertelsituatie. Het verhaal is geschreven in verleden tijd.

Het verhaal is chronologisch verteld. Het is een proloog gevolgd door vijf episodes. Elke episode duurt één of enkele dagen.

Eerste episode: 1945 : één avond en een deel van de volgende dag.

Tweede episode: 1952 : één dag. Verwijzing naar oorlog in Korea.

Derde episode: 1956 : één dag. Russische inval in Hongarije.

Vierde episode 1966 : twee dagen. Provo’s; Vietnam.

Vijfde episode: 1981 : één dag. Vredesdemonstratie in Amsterdam.


Personages
Hoofdpersoon: Anton Steenwijk. Hij is een lange slanke man met donker haar. Hij heeft zijn ouders en zijn broer in de tweede wereldoorlog verloren.

In het begin van het verhaal is Anton 12 en aan het einde is hij 48 jaar. Anton is ontwetend en daarom weer nieuwsgierig. Je kan hem meer zien als een teruggetrokken man. Hij probeert zijn problemen diep weg te stoppen en zondert zich af van opvallende gebeurtenissen om zich heen.

Anton trouwt twee keer. De eerste keer is het met de stewardess Saskia de Graaf. Samen krijgen zij een dochter ‘Sandra’. De tweede keer trouwt Anton met Liesbeth waarmee Anton een zoon mee krijgt ‘Peter’.

Bijpersonen:

vader Steenwijk en moeder Steenwijk: Ouders van Anton.

broer Peter: Broer van Anton.

oom en tante: Oom en tante van Anton waar hij na de moord op zijn ouders en broer introk.

Saskia: Eerste vrouw van Anton.

Sandra: Dochter van Anton en Saskia.

Liesbeth: Tweede vrouw van Anton.

Peter: Zoon van Anton en Liesbeth.

meneer Fake Ploeg senior: Hoofdinspecteur van politie en NSB’ers, wordt doodgeschoten en voor het huis van familie Steenwijk gelegd.

meneer Fake Ploeg junior: Ontmoet Anton later en botsen qua gedachtes.

Cor Takes: Verzetsheld, verantwoordelijk voor de dood van Fake Ploeg waarvan de ouders van Anton verdacht werden en voor vermoord zijn inclusief zijn broer.

Truus Coster: Verzetsheldin, verantwoordelijk voor de dood van Fake Ploeg waarvan de ouders van Anton verdacht werden en voor vermoord zijn inclusief zijn broer. Zat later in dezelfde cel als Anton.

meneer Korteweg: Buurman van de familie Steenwijk en sleepte het lichaam van Fake Ploeg voor het huis van de familie Steenwijk.


Tijd
De vertelde tijd is ruim 37 jaar. Het bigint in januari 1945 en eindigt in november 1981. Je leest in totaal maar zo’n zeven tot acht dagen van Anton die verdeeld zijn in de jaren.

Er zijn maar weinig flashbacks in het verhaal. De belangrijkste flashback die er is komt steeds maar weer terug:

- De avond van de moord.


Er zijn ook maar weinig vooruitwijzingen. De belangrijkste vooruitwijzingen worden vertelt door de alwetende verteller:

- Dat Anton iets later zal gaan begrijpen.

- Dat Anton op het punt staat iets mee te maken.


Perspectief
Het verhaal wordt vertelt vanuit de alwetende verteller maar ook vanuit het ik-perspectief. De twee perspectieven wisselen elkaar zo nu en dan af zodat je soms teruggewezen wordt op gebeurtenissen of weet wat er speelt bij Anton. Daardoor krijg je een soort spanning.


Ruimte
De tijd speelt zich in de oorlog af in Haarlem. Ná de aanslag woont Anton in Amsterdam. Ook gaat hij naar Italië, waar hij een huis heeft. Daarna brengt hij nog twee keer een bezoek aan Haarlem, in 1952 en 1978.



Bron: Het belang van Limburg

Publicatie datum: 06-05-1985

Recensent: Ewald Pironet

Recensie Titell: De aanslag en het stenen bruidsbed



Twee boeken van Harry Mulisch verdienen momenteel extra aandacht: Het stenen bruidsbed en De aanslag. Niet alleen is De aanslag met groot succes in 't Frans vertaald (zodat ondertussen ook een vertaling van Het stenen bruidsbed op de markt kwam), maar er is ook een speelfilm in de maak van De aanslag. Ook voor Het stenen bruidsbed zijn er twee redenen om in de schijnwerpers te staan: vorig jaar was het vijfentwintig jaar geleden dat het voor het eerst verscheen en op 13 februari van dit jaar was het precies veertig jaar geleden dat Dresden gebombardeerd werd en dat is het onderwerp van Het stenen bruidsbed.

De aanslag verhaalt «de geschiedenis van een voorval» zoals Mulisch dat zelf noemt: een collaborateur wordt doodgeschoten in 1945. Zes knallen klinken in de stilte. Het lijk ligt voor de villa naast de familie Steenwijk, maar zij zien tot hun verbazing dat die buren het lijk voor hun huis slepen. De oudste zoon, Peter Steenwijk, wil het lijk weer wegslepen maar net dan komen de Duitsers die Peter doodschieten, het huis van de Steenwijks opblazen en ze fusilleren. Alleen Anton Steenwijk ontsnapt en hij wordt de hoofdfiguur.

Anton Steenwijk groeit van kind in 1945 tot volwassene in 1981, als de roman eindigt bij de vredesdemonstratie in Amsterdam, de pakweg 36 jaar die daar tussen liggen worden in 5 episodes overbrugd, en de problematiek is: «Wie is schuldig, en wie is onschuldig». Aan het eind blijkt het antwoord op die vraag niet zo makkelijk te liggen. Voor velen is De aanslag hét voorbeeld van een traditionele roman. Méér dan 250.000 exemplaren zijn er ondertussen van verkocht, en dit zonder de wervelende flapteksten die door vele, zoniet alle uitgevers gebruikt worden als «lokkertje». De aanslag behoort dan ook tot de meesterwerken van de Nederlandse literatuur, daar is iedereen het over eens.

Het stenen bruidsbed behandelt de confrontatie van een man met een stad: Norman Corinth, tandarts, gaat in 1956 naar een tandartsencongres in Dresden terwijl hij die stad elf jaar eerder gebombardeerd heeft. Wat denkt die Amerikaan Corinth? «Wij gooiden Dresden kapot omdat het Dresden was, zoals de joden geslacht werden omdat het joden waren.» Norman Corinth wordt op allerlei manieren geplaatst in de rij van historische moordenaars: Nero, Attila, Hitler. Het stenen bruidsbed is veel rijker dan de kern die hier wordt weergegeven; dat weet bijna elke humaniorastudent, want op de meeste scholen hoort het boek bij de verplichte literatuur.

J.A. Dautzenberg schreef over Het stenen bruidsbed onlangs in de Volkskrant: «Lezing na lezing wordt het boek laag voor laag afgepeld - slechts om te ontdekken dat daaronder weer een laag zit en daaronder weer (en soms zelfs dat er bovenop weer nieuwe aangroeisels zijn ontstaan). Afgelopen half jaar heb ik de drie grote romans uit onze naoorlogse literatuur herlezen. De avonden (van Gerard Reve) had ik zeker tien jaar niet meer ingezien en ik vrees dat ik het nu voorgoed gesloten heb. De donkere kamer van Damocles (van W.F. Hermans): er zal een dag aanbreken dat ik het wéér herlees. En Het stenen bruidsbed: nog vele malen. Het is, denk ik, de beste Nederlandse roman die ik ken. Maar ik ken ze natuurlijk niet allemaal», aldus nog Dautzenberg. Ik ken ze vanzelfsprekend ook niet allemaal, maar één ding weet ik zeker: Het stenen bruidsbed was de eerste roman die ik ooit las, en ik ben blijven lezen. Dat is, denk ik, het grootste compliment dat een roman kan krijgen.



Bron: De groene Amsterdammer

Publicatie Datum: 27-10-1982

Recensent: Anthony Mertens

Recensie titel: De charme van zorgvuldig geformuleerde raadsel



In Mulisch' nieuwe roman De aanslag probeert de hoofdpersoon aan het eind van het verhaal een probleem uit een kryptogram tot een goede oplossing te brengen. Hij zoekt naarstig naar een woord van zes letters dat de uitkomst moet zijn van de volgende kryptische opdracht: "Weet de zonnegod geen duidelijker omschrijving van deze puinhoop?" De mogelijkheid bestaat dat de lezer op dit punt van het verhaal is aangekomen, zijn geboeide lektuur even onderbreekt om zich in vaardigheid van het puzzel-op-lossen en kombinatiekunst met de hoofdpersoon te meten. De ervaren puzzelaar zal met het kryptoprobleem geen moeite hebben, de nieuwkomer kan gerust zijn: de oplossing staat verderop in het boek. De aantrekkingskracht van Mulisch' roman is hierop gebaseerd: op de charme van zorgvuldig geformuleerde raadsels en op de elegantie van de oplossing daarvan. Zoals in heel het werk van Mulisch speelt de mythische formule daarbij een eminente rol. Want Mulisch zou Mulisch niet zijn wanneer hij het spannende verhaal van jongensboek niet die kosmische dimensies zou meegeven die van elke bijzondere gebeurtenis een afschaduwing maakt van een raadselachtige weg. Een jongensboek, daar doet Mulisch' roman me aan denken: aan die verhalen vol raadsels en geheimen die je vroeger uit de bibliotheek haalde om ze bij de warme kachel in één avond uit te lezen. Al in de eerste zin van de roman is de Verteller aanwezig die, zich schurkend in de leunstoel, voor het nog wat jonge publiek het dikke boek openslaat en zijn vertellingen begint: lang, lang geleden woonde in een ver land... "Ver, ver weg in de Tweede Wereldoorlog woonde een zekere Anton Steenwijk met zijn ouders en zijn broer aan de rand van Haarlem." De Verteller kombineert hier in één zin tijd en ruimte, die van oudsher de basis van het vertellen vormen: wie verre reizen doet kan veel verhalen, en wie thuisblijft kan putten uit de overleveringen van vele eeuwen. De openingszin wekt tegelijkertijd de suggestie van de Tweede Wereldoorlog als een soort ijstijd, waaruit de mythen zijn voortgekomen die tot de dag van vandaag hun raadselachtige aktualiteit hebben behouden. Elke zin die daarop volgt is de schering en inslag van een breiwerk, waarvan het patroon al bij voorbaat vastligt. Wanneer we de psychoanalytische, poëtologische en mythologische verwijzingen en bijbetekenissen voorlopig even weglaten (een riskante onderneming - ik weet het) blijft over een handelingsverloop dat op een ouderwetse manier spanning verwerkt door raadsels op te roepen en de oplossingen vertraagd en goed over het verhaal gedoseerd te presenteren. Knooppunt van het verhaal is dan een gebeurtenis die wordt verteld in het tweede hoofdstuk van de eerste episode: de aanslag op Fake Ploeg, politiekommissaris in Haarlem in januari 1945. De gebeurtenis wordt in eerste instantie verteld vanuit het perspektief van de twaalfjarige Anton. Soms lijkt hij het verhaal achteraf te vertellen, omdat hij zijn kinderlijke waarnemingen van dat moment bekommentarieert als de volwassene die hij later zal zijn. Soms zal de Verteller het verhaal van deze Anton onderbreken, om mogelijke onduidelijkheden uit de weg te ruimen of om aan zijn (jeugdige) toehoorders enige toelichtingen te verschaffen die voor een goed begrip van Antons verhaal noodzakelijk zijn. De keuze van dit perspektief is in de eerste episode om verschillende redenen nodig, maar voor het handelingsverloop is vooral van belang dat het hier gaat om het perspektief van een jongen wiens waarnemingsveld nog te beperkt is om de gebeurtenis effektief te kunnen duiden. Hij kan zich nog verwonderen: die vragen van Anton Steenwijk. Zo is het van belang te weten dat het ouderlijk huis in een rij van vier los van elkaar staande huizen staat. Links van de Steenwijks woont een oude ziekelijke prokuratiehouder met zijn vrouw. Rechts staan nog twee huizen, waarvan er een wordt bewoond door een zekere Korteweg en zijn dochter en het andere door een echtpaar met wie de buurt geen kontakt heeft omdat het echtpaar dat kontakt zelf lijkt te mijden. Deze informatie wordt op de eerste twee bladzijden van de roman verstrekt. Bij eerste lezing van de roman lijkt het alleen te gaan om een onschuldige nadere plaatsbepaling: de lokatie waarbinnen de geschiedenis zich zal gaan afspelen. De tweede lezing moet iets weg hebben van een striptease: de inkleding van woorden en zinnen is zo gekozen dat ze voor de rest van het boek blijken bij te dragen tot de onthulling van het raadsel. Elk woord, elk bijvoeglijk naamwoord vormt een onderdeel van het raadsel. Omdat ik me hier beperk tot het naakte handelingsverloop zal ik de overige aanwijzingen in de proloog en het eerste hoofdstuk weglaten (de motieven van licht en duisternis, beweging en roerloosheid, binnen en buiten). Het eerste hoofdstuk verschaft ons een beeld van de huiskamer, waar de familie zich in die bevroren hongerwinter rondom de tafel heeft geschaard voor een spelletje Mensch erger je niet. Anton wil juist zijn dobbelsteen gooien als de stilte van de Sperrzeit wordt doorbroken door zes knallen op straat. De teerling is geworpen; vanaf dat moment zal het leven van Anton een wending nemen waarvan hij de implikaties niet kan overzien. Wanneer ze naar buiten kijken (de geschiedenis van de buitenwereld knalt de partikuliere levensgeschiedenissen binnen) ligt daar de moordenaar en verrader van Haarlem en omstreken bloedend op de grond. Dat de politiekommissaris moordenaar en verrader is, weet Anton natuurlijk niet uit eigen ervaring; hij heeft het van horen zeggen, zoals hij alles uit de tweede hand zal vernemen. Wat hij direkt meemaakt zal hij pas kunnen interpreteren aan de hand van verhalen van anderen. En het zijn altijd die anderen die hem van zijn kinderlijke onschuld beroven. Wat zien ze zich daarbuiten, in de stilte na de knallen afspelen? De buren rechts, Korteweg en zijn dochter, zijn hun huis uit gekomen en verslepen het lijk van de plek voor hun huis naar dat van Steenwijk. Antons broer raakt in paniek, holt het huis uit om het lijk verder te sjorren, van hun huis vandaan, pakt het pistool van Fake Ploeg af en vlucht schielijk de duisternis is wanneer hij de gealarmeerde Duitsers hoort aankomen. Even daarop dringen de Duitsers het huis van Steenwijk binnen, vernederen Antons ouders, nemen hen mee (Anton zal zijn ouders niet meer terugzien) en steken met vlammenwerpers het huis in brand. Anton wordt naar het politiebureau van Heemstede gebracht en belandt daar in een donkere cel, waarin ook nog een vrouwelijke gevangene opgesloten blijkt te zitten, die hij niet kan zien, maar met wie hij in gesprek raakt. Nadat hij de volgende ochtend uit de cel is gehaald, komt hij na veel omwegen bij zijn oom en tante in Amsterdam terecht, waar hij de eerste jaren zal doorbrengen. Einde eerste episode. Het kryptogram is nu in elkaar gezet en Anton moet in de volgende hoofdstukken (levensfasen) tot een oplossing daarvan moeten komen. Van wie waren de schoten afkomstig? Waarom juist op die plek die aanslag? Waarom verplaatsten de buren rechts het lijk naar hun huis, waarom niet naar de andere buren? Waarom had zijn broer het pistool van Ploeg meegenomen? Wat was er met hem en met hun ouders gebeurd? Wie was die geheimzinnige vrouwelijke gevangene in de cel en waarom moest hij steeds aan haar terugdenken? Waarom had zij zo'n onuitwisbare indruk op hem gemaakt terwijl hij h aar niet gezien, alleen maar gehoord en gevoeld had? In de daaropvolgende hoofdstukken worden al deze vragen beantwoord. Ik denk dat het me niet in dank zou worden afgenomen als ik hier de oplossingen - zowel van het kryptogram als van de opgedoken vragen - zou gaan verklappen. De irritatie die dan zou ontstaan maakt wellicht duidelijk op welke lektuur het boek van Mulisch een beroep doet: met wil graag de afloop weten. In feite gaat het om een louter konsumptieve leeswijze die wordt beëindigd wanneer het boek wordt dichtgeklapt en er weer tijd kan worden vrijgemaakt voor een nieuwe verhaal. De ontknoping in het handelingsverloop van Mulisch' roman wordt gemotiveerd door referenties die zich op een ander 'niveau' afspelen. De vier ontknopingsscènes refereren aan vier historische periodes: de eerste verwijst naar de hitte van de Koude Oorlog (1952), de tweede periode refereert aan de Hongaarse opstand en vooral aan de belegering van het kommunistische bolwerk Felix Meritis (1956), in de derde wordt verwezen naar de provorellen en de vrijlating van de oorlogsmisdadiger Willy Lages (1966). In het slothoofdstuk loopt Anton Steenwijk al tegen de vijftig, wanneer hij terechtkomt in de grote vredesdemonstratie van 21 november 1981. In elk van die episodes loopt hij mensen tegen het lijf die voor hem een tipje van de sluier lijken op te lichten. In 1952 reist hij voor de eerste keer terug naar Haarlem en ontmoet er de vroegere buren die links van hen woonden. In 1956 vindt er een puur toevallige ontmoeting plaats met de zoon van Fake Ploeg, met wie hij vroeger in de klas heeft gezeten. In 1966 tijdens een reünie van oud-verzetsmensen, die een vriend ten grave dragen, blijkt een van de begrafenisgangers bij de vroegere aanslag betrokken te zijn geweest, en in de laatste episode loopt Anton natuurlijk bij toeval tijdens de vredesdemonstratie het vroegere buurmeisje tegen het lijf, dat hem de laatste verrassende informatie zal verschaffen.

REACTIES

V.

V.

''Steen'' is ook een motief...

9 jaar geleden

D.

D.

wat een klote samenvatting. het is veel te lang

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "De aanslag door Harry Mulisch"