HET SCHNITZELPARADIJS
KHALID BOUDOU

In het begin van het boek staat een krantenbericht, dat gaat over dat 'De Blauwe Gier', een restaurant in het dorp Opdeinen, in brand is gestoken. In het krantenbericht staat dat er in het restaurant met de belasting was gefraudeerd.

De hoofdpersoon in het verhaal is Nordip, een Marokkaanse jongen die 2 jaar lang niets met zijn leven had gedaan, in die 2 jaar heeft hij veel geslapen.
Hij wilde weer iets met zijn leven gaan doen en hij besloot te gaan werken, maar hij wist niet wat hij moest gaan doen en waar. Totdat hij hij via Krimo, zijn neef, een baan in het restaurant, De Blauwe Gier, vond.

Toen hij voor het eerst in de keuken van De Blauwe Gier kwam, werd er tegen de chef-kok gezegt dat Nordip het spel niet mee hoefde te spelen. Hij moest in de keuken stage gaan lopen, waar hij de pannen moest schoonmaken. Hij werd daarom door de mensen in de keuken Sopkop genoemd. Hij werdt voor dit werk niet betaald.
De vader van Nordip was erg trots op zijn zoon, omdat hij een baan had. Nordip had tegen hem gezegt dat hij werk bij de administratie deed.

Nordip had een pannenhoek, waar de koks soms even met hem kwamen praten als ze problemen hadden.
De baas van De Blauwe Gier was meneer Meerman en de manager van het restaurant van meneer Bartels. Meerman greep altijd in als er iets fout ging in de keuken of als er ruzie ontstond tussen de koks. Bokma had altijd wel ruzie met een van de andere koks.

In het restaurant werken ook Amimoen en Krimo als koks, Agnes en Sophie als serveersers, Wilhelm als chef-kok en Ali als schoonmaker. Er werkten nog een aantal andere mensen in de Blauwe Gier, maar daar had Nordip niets mee te maken.

Toen er op een dag een groep mensen in De Blauwe Griep kwam, die de 'tigers' heten, moest Nordip naar voren komen om te zeggen hoe hij in het leven stond. Hij zei dat hij eigenlijk 2 jaar lang had gslapen en dat hij nu aan het ontdekken was wat er allemaal in de wereld te doen was.

Nordip moest op een gewone werkdag weg even schikken, omdat er opeens allemaal mensen met rode vestjes in het restaurant waren. Deze mensen in rode vestjes waren van het FIOD. Ze kwamen het restaurant controleren, want ze dacht en dat er gefraudeerd werd.
Ali, de schoonmaakster, en nog meer mensen die in De Blauwe Gier werkten, werden meegenomen. Nordip vondt het wel vreemd dat er veel mensen illegaal werken.
De hele boekhouding werd meegenomen. Ook Meerman, de baas van het restaurant, werdt meegenomen.
De sfeer in de keuker werdt hierdoor gelijk een stuk minder, hierdoor gingen er verschillende mensen weg. Ook zijn neef Krimo ging weg.
Hierdoor werdt ook de kwaliteit van het restaurant minder, omdat er minder koks waren voor in de keuken.

Nordip begon zich de hele tijd af te vragen, wat het spel waar iedereen het over had nou eigenlijk was. De anderen zeiden dat iedereen het spel moest spelen om hier te werken, ze vonden het raar dat Nordip het spel niet hoefde te spelen.

Volgens Meerman, die toen weer uit de gevangenis was, moest Nordip het spel toch maar een keer spelen. Wilhelm ging het spel met Nordip spelen.
Het spel bleek een makkelijk damspel te zijn. Als Nordip het spel won, mocht hij de vleesvork hebben, en dus de eerste kok van het restaurant worden.
Hij had het spel nog nooit gespeeld en hij had gehoord dat Wilhelm het spel van iedereen al had gewonnen. In het begin va het spel was Nordip alleen maar aan het verliezen, maar uiteindelijk had hij toch gewonnen en werd hij de eerste kok.
De andere koks, Amimoen en Bokma vonden dat niet leuk.

Toen Nordip na een werkdag naar huis ging, stond De Blauwe Gier in brand.
Amimoen en Bokma stonden naast twee flacons spiritus.
Nordip liep toen rustig weg, en dacht aan zijn neef Krimo.