Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Het huis van de moskee door Kader Abdolah

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Het huis van de moskee
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 5e klas vwo | 4627 woorden
  • 20 november 2009
  • 30 keer beoordeeld
Cijfer 7
30 keer beoordeeld

Boekcover Het huis van de moskee
Shadow

In deze indrukwekkende roman beschrijft Abdolah het invloedrijke geslacht van tapijthandelaar Aga Djan, in een tijd waarin alles verandert onder het juk van Khomeini. Vrienden worden vijanden. Liefde wordt haat. Zelfs Aga Djan kan het tij niet keren. Een kleurrijke roman over een familie die de evenwichtige verbondenheid tussen religie en maatschappelijk leven symboli…

In deze indrukwekkende roman beschrijft Abdolah het invloedrijke geslacht van tapijthandelaar Aga Djan, in een tijd waarin alles verandert onder het juk van Khomeini. Vrienden word…

In deze indrukwekkende roman beschrijft Abdolah het invloedrijke geslacht van tapijthandelaar Aga Djan, in een tijd waarin alles verandert onder het juk van Khomeini. Vrienden worden vijanden. Liefde wordt haat. Zelfs Aga Djan kan het tij niet keren. Een kleurrijke roman over een familie die de evenwichtige verbondenheid tussen religie en maatschappelijk leven symboliseert.

Het huis van de moskee door Kader Abdolah
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titelbeschrijving

Auteur: Kadar Abdolah
Titel: Het huis van de moskee
Uitgeverij: De Geus, Breda
Zeventiende druk, 2007

Titelverklaring

Alles in het boek vindt plaats op en rond het huis van de moskee of heeft hierop betrekking. Aan de hand van dit ene huis wordt de geschiedenis van Iran verteld. Hoe de Sjah verdween, de ayatollahs kwamen en hoe men zich tegen dit laatste weer verzette. Ik vind het heel knap gedaan. Het boek beschrijft alles in het huis heel specifiek,, waardoor het lijkt of het alleen op dat ene huis betrekking heeft. In werkelijkheid is dit grofweg op heel Iran van toepassing.

Samenvatting

Het boek begint met een stuk over mieren. Deze kruipen onder een muur uit en komen met miljoenen tegelijk. Men weet niet wat te doen en ze halen Aga Djan erbij. De eigenaar van de bazaar en het hoofd van het huis (van de moskee). Hij laat de mieren terug gaan met een vers uit de Koran. Shahbal, de zoon van de omroeper van de moskee, spreekt met Aga Djan over de maan. Die avond zullen de Amerikanen landen op de maan en Shahbal vindt dat Aga Djan en de imam daarvan op de hoogte moeten zijn om met de stad (Senedjan) mee te kunnen praten (19-07-1969). Kort daarna komt Nosrat, Aga Djan’s broer, op bezoek met zijn verloofde. Zij was echter niet traditioneel, maar zeer sexy gekleed. Ze droeg geen chador en had een panty aan, dit geeft de Amerikaanse invloed weer. Dit was zeer ongepast en het huis was hierdoor een beetje in rep en roer, zo ook de grootmoeders in het huis. Zij kookten het eten, deden het huishouden en waren geen bloedverwanten.

Een tijd later komt een rebellerende imam om de hand van de dochter (Sediq) van de imam (Alsaberi) en zijn vrouw Zinat vragen. Aga Djan doet navraag bij de ayatollah waar de jonge imam (Galgal) zijn opleiding heeft genoten, de ayatollah geeft het huwelijk zijn zegen, maar toch twijfelt Aga Djan. Bij de huwelijksvoltrekking vergeet Galgal zijn persoonsbewijs en Aga Djan laat hem dit ophalen uit Qom, een reis van ruim 3 uur, om Galgal moeite te laten doen en zijn wil te laten blijken. Shahbal praat met Galgal over het verzet tegen de Amerikanen en het plan van de ayatollah’s. Shahbal is hierdoor geboeid en laat Galgal enkele van zijn zelf geschreven verhalen lezen. Door een vreselijk ongeluk sterft die winter imam Alsaberi bij de hooz (het heilige bassin met rein water voor het wassen van handen, voeten en gezicht voor het betreden van de moskee). De moskee heeft een nieuwe imam nodig en aangezien Ahmad, de zoon van Alsaberi, nog niet klaar is met zijn opleiding tot imam geeft Aga Djan Galgal tijdelijk deze positie. Deze preekt goed en laat zijn afkeer merken tegen de Amerikanen en de sjah. Farah Diba, de vrouw van de sjah, wil vrouwen emanciperen en laten behandelen voor zogenaamde vrouwenziekten. Daarvoor komt zij in Senedjan een vrouwenkliniek openen, ook zal zij die avond een bioscoop openen. Dit is echter geheim gehouden door de bioscoopeigenaar om vooraf ophef te voorkomen. Die avond predikt Galgal heel erg tegen de Amerikanen en maakt hij zich boos, hij heeft het plan de bioscoopdeuren met een Koran dicht te timmeren. Hij gaat op weg met alle moskeegangers, maar weet niet dat Farah Diba binnen is. Er dreigt een bloedbad te komen, maar dit weet Aga Djan net op tijd te voorkomen. Galgal wordt gezocht door de geheime dienst, maar hij weet net op tijd te vluchten naar Qom.
Om Aga Djan heen verandert alles. Vrouwen emanciperen, gaan schrijven en seksualiteit wordt voorzichtig bespreekbaar. Na de vlucht van Galgal heeft Aga Djan zelf kort gepredikt, maar al snel kwam er een invalimam uit een verder gelegen dorp. Deze begint een seksuele relatie met Zinat, de weduwe van Alsaberi. Aga Djan vindt dat dit uit de hand loopt en stuurt de invalimam terug. Dan volgt er een korte anekdote over de grootmoeders van het huis, Golbanoe en Golbeh. Zij vegen al 20 jaar lang elke morgen de stoep en hen is beloofd dat ooit een profeet langskomt en hun een reis naar Mekka zal geven. De 20 jaar zijn voorbij en er is nog niks gebeurd. Aga Djan hoort van dit wachten en stuurt op een ochtend een profeet langs om de grootmoeders een reis te geven. Ze vertrekken een paar maanden later, maar komen niet meer terug. Ze zijn in Mekka gestorven op de meest heilige plaats, zoals elke moslim het liefst zou willen.
Even later keert Sediq zwanger terug uit Qom, ze heeft haar man tijdelijk verlaten. Ze krijgt een zoon, Hagedis, maar deze is gehandicapt en zal nooit kunnen lopen.
Er zijn ook weer opstanden tegen de sjah en de Amerikanen zijn Iran binnen gevallen. Shahbal sluit zich aan bij een linkse oppositie, maar wordt snel opgepakt. Gelukkig kan Aga Djan hem door zijn aanzien vrij praten. De zoon van Alsaberi heeft zijn imamopleiding voltooid en wordt de nieuwe imam van de moskee. Hij is opiumverslaafd en veel omringd door lichtzinnige vrouwen, maar hij predikt goed. Aga Djan verbiedt hem opium en vrouwen, Ahmad houdt zich hier niet aan en zoekt deze geneugden buitenshuis. De geheime dienst fotografeert hem tijdens zijn “bezigheden” en chanteert hem. Aga Djan merkt dit en onderwerpt Ahmad aan strengere regels. De invloed van de sjah en zijn westerse denkbeelden wordt ook op het platteland zichtbaar en de vrouwen gaan zich opvallend vrijer gedragen, wat niet naar de zin van de ayatollahs is.
Aga Djan’s zoon keert terug van zijn studie in Teheran, omdat er een feest is. Er heerst een sprinkhanenplaag die voor symbolische dreiging zorgt. Galgal komt ook langs, maar hem wordt de toegang tot de moskee geweigerd, omdat hij zijn vrouw verlaten heeft. Op dat moment ontploft er een bom in de bioscoop, net als op andere plekken in Iran. Het volk wordt opgestookt tegen de Amerikanen. In Parijs bereidt ayatollah Khomeini zich voor om na zijn ballingschap terug te keren naar Iran. Hij is bedreigend voor de sjah, deze vertrekt dan ook (1976). Er dreigt een revolutie in Iran, net als in het huis van de moskee. De weduwe van Alsaberi wordt met de dag radicaler en leidt een anti-emancipatiegroep voor vrouwen. Aga Djan wordt steeds ongelukkiger en mist Shahba die studeert en bij een linkse beweging zit.
Ayatolla Khomeini benoemt Galgal in zijn nieuwe Iran tot ‘rechter van de islam’. Galgal laat vele aanhangers van het oude regime ombrengen, ook mensen die bij de geheime dienst betrokken waren. Ook de zoon van Zinat, Ahmad, wordt opgepakt, omdat hij voorkomt in dossiers van de geheime dienst. Hij krijgt 10 jaar gevangenisstraf, maar komt eerder vrij door hulp van Galgal. Zinat toont echter geen enkel medelijden, ze is verbitterd en kan niet meer normaal denken. Nosrat heeft de komst van Khomeini voor de televisie vastgelegd en wordt toegelaten bij de ayatollah’s. Hij bedenkt het plan films die pro-Koran zijn in bioscopen te vertonen. Amerika is machteloos tegenover Iran en besluit één van haar grootste fouten ooit te begaan. Ze bevoorraadt Irak en daarmee Sadam Hussein. Een bloederige oorlog volgt (1980-1988). Saddam gebruikt chemische wapens en miljoenen slachtoffers vallen aan beide kanten. Galgal krijgt de opdracht ook een nieuwe linkse oppositiegroep uit te moorden, hierbij zit ook de zoon van Aga Djan, Djawad. Niemand wil Aga Djan een graf verschaffen voor zijn zoon, omdat allen bang zijn voor de ayatollah’s. Aga Djan is kapot en besluit uiteindelijk zijn zoon op de binnenplaats te begraven. Dan komt er een vriend van Aga die zegt dat hij een graf heeft.
In Iran komt een fanatieke groep, de moedjahedien, in opstand. Er volgen aanslagen en er vallen veel doden. Mensen worden makkelijk gedood, zo ook Zinat wegens het hebben van radicale ideeën en de nieuwe imam van de moskee. Iranse politici vluchten en vragen asiel aan in Frankrijk.
CNN vraagt Nosrat een reportage te maken over het dagelijks leven van een ayatollah, dit moet in het geheim gebeuren. De geheime dienst is hem echter op het spoor en betrapt hem met belastbare tapes en vermoordt hem. Khomeinie is niet meer in staat het land te regeren wegens dementie; de ayatollah’s nemen de macht over. Galgal heeft geen taak meer en wordt verkocht aan de Taliban; hij leidt bij hen een rustig leven met veel lezen. Shahbal is zo woedend op Galgal vanwege zijn wandaden; hij zoekt hem later op en vermoordt hem. In 1988 sterft Khomeinie en eindigt de oorlog tussen Iran en Irak.
Aga Djan en zijn vrouw zijn intens verdrietig, maar vele mensen uit het dorp komen hen troosten. Aga Djan reist naar zijn vriend af die destijds het lichaam van zijn zoon mee nam. Deze vriend woont op een prachtig kasteel met een bloeiende tuin. Achterin de tuin ligt het lichaam van Djawad begraven onder alle prachtige bloemen, Aga Djan is zielsgelukkig. Ook vertelt zijn vriend veel steun te hebben van iemand die in Parijs gestudeerd heeft. Als de baas van het huis van de moskee goed naar die man kijkt, herkent hij Ahmad, de zoon van Alsaberi. Aga Djan weigert het aanbod van de feestwijn en blijft trouw aan de islam. Aga Djan ontvangt als laatste een brief uit Europa waarin Shahbal vertelt dat hij schrijver is geworden, maar in een andere taal schrijft. Aga Djan bergt de brief op en zingt een loflied aan Allah.



Persoonlijke reactie

Ik vond het een heel mooi boek! Het las vrij makkelijk weg, maar ik had echt het idee alsof ik echt even in een andere cultuur was. Ook vond ik de verloop heel mooi, het langzaam zien verdwijnen van de oorspronkelijke authentieke cultuur. Ik vond de autobiografische dingen ook leuk om te ‘vinden’. Ik wist van tevoren toen ik het boek ging lezen dat er autobiografische belevingen in het boek verwerkt zaten, ik heb geprobeerd tijdens het lezen bij de dingen die gebeurden te kijken of ik deze kon herkennen. Eigenlijk vond ik bepaalde delen ook wel erg zielig. De verandering van de persoonlijkheid en het aanzien van Aga Djan bijvoorbeeld. Eerst was hij de man met het meeste aanzien van de stad en veel geld, hij was gelukkig en wist hoe alles in elkaar stak. Aan het einde van het boek is hij een ongelukkig man die eigenlijk alleen de Islam en zijn vrouw nog heeft overgehouden na alles wat er is gebeurd. Ik heb ook best veel geleerd. Ik heb deels bepaalde schoonheden van de Koran gezien, maar ook overeenkomsten met bijvoorbeeld het Jodendom en gebruiken die overeen komen. Ook heb ik een groot aantal woorden bijgeleerd in het Perzisch en heb in het boek ook vele mooie gedichten mogen lezen.

Personages

In het boek komen heel veel namen voor en alles en iedereen heeft weer een bepaalde relatie tot elkaar, dit maakt het soms wel lastig om te lezen. Gelukkig heeft de schrijver voorin het boek een speciale pagina gemaakt en daar alle namen van alle personages uit het boek neergezet en daarbij een korte beschrijving. Hier heb ik tijdens het lezen veelvuldig gebruik van gemaakt. Het is makkelijk om telkens even terug te kijken wie wie ook alweer precies was.

Aga Djan: Hij is het hoofd van de moskee en kent de hele Koran uit zijn hoofd. Hij is een zeer gewaardeerd man in Senedjan. Mensen hebben veel respect voor hem, ook is hij heel aantrekkelijk. Hij is tapijthandelaar en hoofd van de bazaar. Zijn tapijten zijn de mooiste van het land en iedereen wil ze hebben. Hij is een man die goed kan praten en hij oordeelt niet snel en is zeer gastvrij en vrijgevig. Aan het einde van het boek is hij nog steeds erg islamitisch, maar veel minder gelukkig dan eerst.
Fagri Sadat – De vrouw van Aga Djan. Zij is erg mooi en een goede echtgenote voor Aga Djan. Ze praat met vogels en vangt ze om na te tekenen. Deze tekeningen worden gebruikt als inspiratie voor de nieuwe patronen op tapijten. Zij is het hoofd van de vrouwen in het huis.
Djawad - De zoon van Aga Djan en Fagri Sadat. Hij studeert in Teheran en er wordt best vaak over hem gesproken, al is hij er niet vaak. Heeft linkse ideeën en is tegen de sjah, is zo standvastig dat hij uiteindelijk door zijn ideeën wordt vermoord
Nasrin - De dochter van Aga Djan en Fagri Sadat. Zij komt niet zo vaak voor is het boek, maar is wel een dochter van Aga Djan en dus belangrijk. Ze is na haar middelbare school naar een lerarenopleiding gaan doen
Ensi - De dochter van Aga Djan en Fagri Sadat. Ook zij is net als haar zus niet vaak aanwezig in het boek, maar ook een dochter van Aga Djan. Ook zij volgt een opleiding tot lerares.
Nosrat - De broer van Aga Djan. Hij is een man die in Teheran woont, niemand weet precies wat hij doet, maar hij komt altijd met leuk cadeautjes terug. De kinderen zijn vaak blij hem te zien, omdat hij spannende verhalen heeft uit de grote stad. Hij is niet erg gelovig en bid niet. Hij neemt soms vrouwen met zich mee naar huis en bedrijft dan de liefde met hen op verboden plakken.
Shahbal - De man die later het verhaal van de moskee vertelt en schrijver wordt. Waarschijnlijk is dit Abdolah zelf. Het is een jonge met een brede interesse die zeer bij Aga Djan in de smaak valt. Hij zal de toekomstige opvolger worden van de bazaar als Aga Djan het niet meer kan. Hij heeft ook filosofische talenten.

Moàzen - De vader van Shahbal en de omroeper van de moskee. Hij is blind, maar heeft een heel erg goed gehoor. Moàzen betekent omroeper, hij heet dus waarschijnlijk anders, maar in het boek wordt hij steeds zo genoemd.
Kazem Khan is de oude oom van Aga Djan. Hij was ooit getrouwd, maar zijn vrouw is overleden. Sindsdien woont hij alleen in de bergen. Hij staat bekend om zijn dichtkunsten. Daarnaast is hij een enorme charmeur, heel geliefd bij vrouwen en kinderen.
Hij eet weinig, maar ziet er gezond uit en geniet van zijn leven, mede door middel van opium, poëzie en natuurlijk: vrouwen. Zoals al eerder gezegd staan de grootmoeders geheel tot zijn beschikking wanneer hij het huis van de moskee bezoekt.
Wanneer Kazem Khan sterft wordt hij begraven in Djirja.
Alsaberi - De imam van de moskee. Hij is een vrij traditionele imam. Mensen zijn niet heel er negatief over hem, maar ook niet uiterst positief. Hij leest heel vaak en veel en houdt zich eigenlijk niet echt bezig met dingen uit de actualiteit. Dit wordt hem verweten door Shahbal. Hij sterft na een duik in de hooz op een koude winterdag.
Zinat - De vrouw van Alasberi en de vrouw die verhalen vertelt. Ze kan erg goed verhalen vertellen en zo is het een vaste prik dat elke woensdagavond Zinat leest. Ze waordt langzaam aan steeds radicaler en richt haar eigen vrouwen beweging op die tegen de emancipatie is van vrouwen. Ook wij wordt uiteidenlijk vermoord.
Sediq- De dochter van Zinat, getrouwd met Galgal. Krijgt een gehandicapte zoon genaamd Hagedis (waarschijnlijk ook niet zijn echte naam, maar door zijn afwijking zo genoemd). Ze lijkt niet erg gelukkig met haar man en pendelt steeds heen en weer tussen Qom en Senedjan, als haar man dat toelaat. Ze mag haar adres niet vertellen als ze thuis is en zoekt ene luisterend bij haar moeder.
Ahmad - De zoon van Alsaberi en de nieuwe imam van Senedjan. Volgt een opleiding tot imam. Hij zal de toekomstige imam van de moskee worden als hij klaar is. Als hij als imam aan de slag gaat blijkt hij echter een opiumverslaving te hebben en erg veel met vrouwen om te gaan. Hij wordt bespied door de geheime dienst die hem later chanteren.
Galgal - De rebellerende invalimam die later de rechterhand van Khomeini wordt. Een man die in leer is geweest bij een bekende ayatollah. Hij is getrouwd met Sediq, maar niet iedereen vertrouwt hem. Hij vergeet op zijn eigen huwelijk zijn identiteitsbewijzen. Ook draagt hij zijn zwarte tulband enigszins scheef, wat betekent dat hij voor vernieuwing is, het zwart betekent dat hij een nakomeling is van de profeet Mohammed.

Tijd en ruimte

Eén van de eerste hoofdstukken in de roman betreft de televisie-uitzending van Neil Armstrong bij de maanlanding. Dat is nauwkeurig te bepalen op 19 juli 1969. Daarna worden de ontwikkelingen voor een groot deel chronologisch gevolgd, maar er zijn ook enkele flashbacks. Dus het is niet helemaal een fabel. De tijd loopt verder en een ander goed te meten tijdpunt is het verdwijnen van de sjah van Perzië en zijn vrouw Farah Diba in 1976. Dat hangt samen met de komst van Khomeini naar Iran. Ook de bevoorrading van Amerika aan Irak is een duidelijk punt, 1980. De oorlog tussen Irak (Sadam Huissein) en Iran duurde van 1980 tot 1989. Aan het einde is ook Khomeini dood: we spreken dan ook weer van het jaar 1989.


Het decor van het eerste deel in de roman is de islamitische gemeenschap Senedjan. Ook in "Spijkerschrift" heeft Abdolah dit dorpje gebruikt voor zijn vertelling. Het is een plaatsje dat in zijn rituele opvattingen tussen het westerse Teheran en het islamitisch radicaliserende Qom zit. Aan het begin van de roman is de sfeer door o.a. de leiding van Aga Djan relaxt, maar naarmate er meer invloed van de islam komt, wordt men steeds intoleranter. Dat roept natuurlijk ook weer verzet op van een links Russische oppositie.

Twee voorbeelden van een flashback zijn bijvoorbeeld de volgende fragmenten:
‘’ Hij was zelf pas zevenentwintig toen hij voor het eerst de schatkamer bezocht had.
Toen zijn eigen vader stierf, pakte hij een lantaarn en ging diep in de nacht de grafkelder van de moskee in. Met trillende hand stopte hij de sleutel in het oude slot, opende de deur en ging naar binnen.
Het leek alsof hij droomde want de kamer had niets weg van een normale ruimte. Er lag een oud granaatappelkleurig tapijt op de grond. Er stond een stoel en een tafel met daarop een opengeslagen boek. Daarnaast zag hij een ganzenveer in een inktpotje gedoopt. Er stonden tientallen paren schoenen langs de muur waarop een fijn laagje stof zat en aan elk paar hing een kaartje dat aanduidde van wie het was. Het waren de schoenen van de overleden imams. Tegenover de rij schoenen stonden enkele kapstokken en aan elke kapstok hing het gebedsgewaad en de zwarte tulband van een imam. Bij sommige kapstokken stond ook een wandelstok en een kistje waarin de persoonlijke spullen van de imam en belangrijke papieren uit diens tijd werden bewaard.’’ (pag. 173)

‘’ Ongeveer zestig jaar geleden had Khomeini zijn geboortedorp verlaten om in Qom een imamopleiding te volgen.
Er waren nog geen auto’s in het dorp waar hij woonde en er was zelfs geen weg waarover een auto kon rijden. Hij liep te voet door de bergen naar de stad Arak om van daaruit per koets naar Qom te reizen. Pas decennia later zou Reza Khan, de vader van de sjah, het land moderniseren en met de hulp van de Britten spoorwegen aanleggen.
Toen Khomeini Arak bereikte, werd hij verrast door een vrachtwagen waarmee een chauffeur, een Armeniër, pelgrims naar de heilige stad Qom vervoerde. Er zaten tientallen pelgrims in de vrachtauto.
Het werd een onvergetelijke reis voor Khomeini, maar toen hij via de ruige heuvels Qom bereikte, voelde hij zich ziek door de doordringende geur van de diesel.
Later, toen hij ayatollah werd, werd hij altijd door een modieuze Mercedes-Benz vervoerd, maar telkens als hij in een auto stapte, maakte de geur van de diesel hem misselijk.’’ (pag. 265)

Perspectief

Het is een personale vertelsituatie, al zou het ook een alwetende verteller kunnen zijn. Maar, omdat ik weet dat er autobiografische aspecten in het boek zitten verwerkt moet het dus eigenlijk wel een personale vertelsituatie zijn. Adolah is in het verhaal de persoon van Shahbal. Voorin het boek op de bladzijde met alle namen van personen uit het boek staat bij Shahbal ook ‘de man die later het verhaal van de moskee vertelt’. Dit zou je dus ook op kunnen vatten als de schrijver van het boek zelf en dus de autobiograaf.


Thematiek

Het thema is volgens mij geloof. In dit boek neemt het huis naast de belangrijkste moskee van Senedjan een hele belangrijke plaats in. De bewoners ervan zijn zeer gelovig. Ook de oorlog die is uitgebroken is een godsdienstige, jihad. Alles draait om het geloof. De islam is enorm belangrijk in dit boek, enorm belangrijk. Met geloof bedoel ik dan ook twee dingen: godsdienst (in dit geval de islam) en vertrouwen dat het goed komt. Aga Djan heeft dit heel duidelijk en wanneer de mensen die hij liefheeft om hem heen vermoord worden, heeft hij vertrouwen dat dit is wat Allah wilt en dat er betere tijden komen.

Afkeer tegenover de sjah en Amerika
In de eerste helft komt vooral de afkeer tegenover de sjah naar voren, na de revolutie is dit een stuk minder, gezien het feit dat de sjah verdreven is. Gedurende het hele boek is wel de ‘haat’ tegen Amerika te merken. Met name de gelovigen, dus ook Khomeini wanneer die aan de macht is, willen de modernisatie tegengaan. Amerika wordt als de vijand en een dreiging gezien.

“We moeten naar de televisie kijken?” reageerde Aga Djan verbaasd. “De imam van de stad moet naar de televisie kijken? Begrijp je wat je zegt, jongen? Al sinds de opkomst van de televisie hebben we vanaf de preekstoel de mensen ervoor gewaarschuwd. Om niet naar die corrupte sjah te luisteren, om niet naar de Amerikanen te kijken. En nu suggereer je dat wij naar de vlag van de Amerikanen moeten staren. Je weet dat we tegen de sjah zijn en tegen de Amerikanen die de sjah terug hebben gebracht. We hoeven het gezicht van de sjah en de vlag van de Amerikanen niet in ons huis te halen. Waarom wil je ons voor de televisie zetten? De televisie is het machtsmiddel van de Amerikanen, ze bestrijden onze cultuur en ons geloof met die toestellen! Ik heb zoveel rare dingen over de televisie gehoord, vieze programma’s die de geest ziek maken.” (blz. 21)

Op de Teheraanse universiteit demonstreerden studenten tegen de sjah en ‘weg met Amerika!’ was een vaste leus geworden. (blz. 215)

Dieren
Dieren komen veelvoudig naar voren in ‘het huis van de moskee’. Zes kwamen heel erg vaak naar voren:
De oude kraai
Overal was de oude kraai te vinden. Dit motief is een van de meest aanwezige uit dit boek.
De citaten zijn er teveel om op te noemen (blz. 14, 16, 27-28, 69, 70, 74, 125, 150, 159, 161, 177, 240, 351, 388, 407).
De mieren
Het eerste hoofdstuk heet ‘de mieren’ en in dit hoofdstuk gaat het dan ook over mieren. Hierop wordt vervolgens teruggekomen in het tweede hoofdstuk en verderop in het boek komen mieren ook weer aan de orde. Niet vaak, maar ze waren er wel.
Vissen

In de hooz op de binnenplaats zwemmen vissen, rode vissen. Deze werden vaak genoemd, bijvoorbeeld toen Abbas verdronk en Alsaberi stierf (blz. 70).
Katten
Dit is een van de hele kleine motieven, hier en daar komen de katten steeds weer terug.
Vogels
Fagri Sadat houdt van vogels vangen. Zij en de grootmoeders tekenden dan de kleuren en patronen van de veren, die Aga Djan vervolgens gebruikte voor zijn tapijten. Maar ook als symboliek is het naar voren gekomen:

Hij leek een oude vogel die niet meer durfde te vliegen. (blz. 345)

Al met al spelen dieren een belangrijke rol in ‘het huis van de moskee’.

Het huis van de moskee
Dit is een overduidelijk motief. Het boek heet ‘het huis van de moskee’, de titel van het tweede hoofdstuk is ‘het huis van de moskee’ en het komt ook terug op andere plaatsen in het boek (blz. 36, 92).

Arabische/Perzische gedichten en gebeden)
Overal in het boek zijn gedichten en gebeden te vinden. En dan ook echt overal. De citaten zouden te lang worden, dus enkele paginanummers: 12, 34, 59, 106, 167, 253, 295, 320, 331, 394 en zo zijn er nog vele passages waarin dit terug komt.

De auteur

(Arak (Iran), 12.11.1954)


Als oudste van zes kinderen groeit hij op in een gelovig islamitisch gezin in Iran. Abdolah heeft naar eigen zeggen een eenzame jeugd gehad. Hij wordt geplaagd door godsdienstige twijfels en verliest al op jonge leeftijd zijn religieuze overtuiging. Vanaf zijn twaalfde begint hij stiekem westerse literatuur te lezen. Tijdens zijn studies natuurkunde in Teheran raakt hij betrokken bij de linkse ondergrondse studentenbeweging die zich verzet tegen het autoritaire bewind van de sjah en, na diens afzetting in 1979, tegen het fundamentalistische regime van ayatollah Khomeiny.

Na zijn studies wordt Abdolah directeur van een emballagebedrijf, maar hij blijft politiek actief: hij schrijft twee journalistieke boeken (over de Iraanse Koerden) die verboden worden. Ook andere leden van zijn familie lijden onder het repressieve bewind in Iran: twee zussen belanden in de cel en zijn enige broer wordt gedood wegens vermeende subversieve activiteiten. Zijn pseudoniem is trouwens de naam van een vermoorde vriend die eveneens streed tegen de islamitische dictatuur. Wanneer leden van de politieke beweging waartoe Abdolah behoort, worden opgepakt en vermoord, ziet hij zich in 1985 verplicht om zijn familie achter te laten en Iran te ontvluchten.

Na een verblijf in Turkije komt Abdolah in 1988 toevallig terecht in Nederland. Hij krijgt er politiek asiel en begint, na de hereniging met zijn gezin, aan een nieuw leven in ballingschap. Om de taal te leren studeert hij onder meer een jaar Neerlandistiek aan de universiteit van Utrecht. In 1993 verschijnt Abdolah’s eerste in het Nederlands geschreven boek, De adelaars. Het wordt bekroond met het Gouden Ezelsoor, de prijs voor het best verkochte debuut van dat jaar. De in 1995 verschenen verhalenbundel De meisjes en de partizanen dringt zowel bij de AKO Literatuur Prijs als bij de Libris Literatuur Prijs door tot de longlist.

Sinds 1996 schrijft Abdolah, onder de naam Mirza (Perzisch voor 'kroniekschrijver'), columns in De Volkskrant. Voor die columns, waarvan een selectie is gepubliceerd in de bundel Mirza (1998), ontvangt Abdolah de Mediaprijs. Abdolah is intussen een belangrijk boegbeeld geworden van de allochtone auteurs in Nederland. Bovendien heeft hij de stroom naamloze vluchtelingen en asielzoekers een naam en een gezicht gegeven. Veel verhalen gaan immers over Abdolah’s nieuwe bestaan als vreemdeling en geven ook een beeld van het benarde verblijf in asielzoekerscentra. Ter gelegenheid van Koninginnedag 2000 wordt Abdolah benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw voor zijn inzet op het gebied van literatuur, internationale samenwerking en vrede.

Bron: http://www.geocities.com/efde_website/bibliotheek-Kader-Abdolah-biografie.html

Eindoordeel

Ik vond het boek heel erg indrukwekkend. Het heef een diepe indruk op me nagelaten en ik heb er nog 3 nachten over gedroomd. Ik vond de stijl waarin het geschreven was heel opvallend. De zinnen waren vrij kort, maar dat maakte het lezen wel makkelijk. Ik kon me echt heel goed inleven in alles wat er gebeurde, maar kwam eigenlijk naar mate het boek vorderde een beetje in moeilijkheden. Dat was namelijk het punt waarop ik met mijn westerse achtergrond de westerse invloeden kreeg te zien vanaf een niet westerse kant. Je wordt best wel geconfronteerd met je eigen leefwijze en de manier hoe je aankijkt tegen Iran. Zo keek ik voor het lezen van het boek heel anders tegen vrouwen die constant met een hoofddoek liepen en niet werkten. Onbewust ben ik door het lezen van dit boek niet meer vanaf deze kant gaan bekijken, maar meer vanaf de kant aan de andere kant van de hoofddoek. De vrouwen zoals die daar leven, hebben een zeerrijke cultuur en ik heb niet het idee dat zij door niet westerse dingen te doen iets tekort komen. Ik vind het heel bijzonder dat een boek dit met mij gedaan heeft.
Ik ben zeker van plan meer te gaan lezen van deze schrijver, omdat ik houdt van verhalen over andere culturen, maar ook van de manier waarop hij schrijft.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Het huis van de moskee door Kader Abdolah"