Algemene Informatie
Titel: Spijkerschrift
Auteur: Kader Abdolah
Uitgeverij: De Geus
Jaar van uitgave: 1e druk was in 2000, Ik heb een 13e druk uit het jaar 2007
Genre: Roman

Personages
De hoofdpersoon van het boek is Ismaiel.
Ismaiel is de zoon van Tine en Aga Akbar.
Hij is voornamelijk opgevoed door zijn oom Kazem Gan.
Verder is het een dappere en sympathieke jongen/man.
Hij belandt daarom ook in het verzet, waar hij een belangrijke rol speelt.
Het is een soort levensverhaal en daarom hebben de personages geen bepaalde leeftijd.


Een andere belangrijke rol speelt Aga Akbar,
Een doofstomme man die zijn levensverhaal heeft geschreven in spijkerschrift.
Het is moedige man, vooral toen hij jong was had hij een goede reputatie opgebouwd.
Toch is hij erg afgesloten van de buitenwereld, door zijn handicap.

Tine is de tweede vrouw van Aga Akbar.
Ze heeft samen met Aga Akbar, vier kinderen gekregen.
Tine is vooral in huis bezig, met koken en het verzorgen van haar man.
Ze neemt haar kinderen altijd erg in bescherming tegen de buitenwereld,
en probeert vooral goudklokje uit het verzet te houden.

Goudklokje is de jongste zus van Ismaiel. Ze is anders dan Ismaiel’s andere zussen.
Ze neemt de verzorging van haar vader erg serieus en is erg aan hem gehecht.
Ze heeft de naam Goudklokje gekregen omdat bij haar geboorte Aga Akbar met een goudklokje bij haar oor rinkelde, om te zien of het kind leefde.


Kazem Gan is de oom van Aga Akbar, hij is een dichter die verslaafd is aan opium, maar toch is hij erg geliefd bij de mensen uit zijn dorp. Hij was een belangrijk persoon in de verzorging van Aga Akbar. Hij was degene die Aga Akbar leerde om in een spijkerschrift een verhaal te schrijven. Ook gaf hij hem de kans om geld te verdienen met het knopen en repareren van tapijten die in Perzië, waar het verhaal zich afspeelt erg populair was.

Djamila is een held uit het verzet. Ismaiel kreeg de taak om haar onderdak te bieden. Wanneer Ismaiel haar bij zijn vaders winkel naar binnen had gesmokkeld bleek ze gewond te zijn. Tine, de moeder van Ismaiel, verzorgde haar. Ook had Djamila een grote invloed op Goudklokje.

Louis is een man uit deze tijd, hij is dichter en woont aan de kust, in Agnet aan Zee. Ismaiel en hij ontmoette elkaar in de trein en hadden afgesproken om bij elkaar op visite te komen.
In Agnet aan Zee wordt ook een wens van Louis vervuld met Ismaiel’s hulp.

Hadjar is de moeder van Aga Akbar, ze sterft als Aga Akbar ongeveer tien jaar oud is.

Reza Khan was een gewone soldaat die zich tot generaal heeft gewerkt, daarna heeft hij ook een staatsgreep gedaan en werd uiteindelijk koning van Perzië. Reza Khan had veel veranderd in die tijd: er werden nieuwe bedrijven, scholen, drukkerijen, bruggen, bussen, taxi’s, radiostations en radiotoestellen gebouwd. Maar er kwamen al meer mensen die zich verzetten tegen deze koning wanneer hij ook vaste rituelen afschafte. Reza Khan had ook een grote invloed op dit verhaal: mensen kregen een identiteitsbewijs, en hij gaf de kans aan mensen bij het Safraandorp woonde, dus Aga Akbar, om te helpen bij het bouwen van een rails.

Oessa Golam is een van de beste tapijtreparateurs die er was.

Kazem Gan stuurt Aga Akbar naar hem toe, zodat hij de kunst van het repareren kan leren.

Aga Akbar had ook twee erg goede jeugdvrienden, die ook net als hij een handicap hadden.
Een van die vrienden heette Sejed Shodja, hij was blind maar kon net zo goed horen als een hond. De andere vriend van Aga Akbar heette Jafar de spin, hij kon niet lopen en zelfs niet rechtop staan, hij was mager en had een klein hoofd. Hij werd Jafar de spin genoemd omdat zijn loop leek op die van een spin, maar niet alleen daarom, hij kon ook als een echte spin in bomen klimmen en door het raam van het badhuis kijken om vanaf daar blote vrouwen te bekijken. Hij kon op plekken komen waar normale mensen niet konden komen.
Deze drie vrienden vulden elkaar aan en waren een hecht driemanschap.

Khomeini stootte samen met het verzet Reza Khan van de troon en volgde hem zelf op, maar ook hij werd een dictator. De leefomstandigheden verbeterde niet, maar werden zelfs slechter.

Poer Bahloel was de dokter die Aga Akbar aan zijn kiespijn, zijn verrotte gebit, heeft geholpen. Hij leende Ismaiel ook boeken uit. Ismaiel heeft bij de arrestatie van Poer Bahloel ook de beslissing genomen om het verzet in te gaan.

Marzi en Ensi zijn de andere twee zussen van Ismaiel, maar zijn niet echt belangrijk in dit verhaal. Ze hebben allebei een man die helpen bij het zoeken van Aga Akbar: Bolfazl en Arti.


De vrouw van Ismaiel heet Safa, samen krijgen ze een dochtertje en emigreren naar de polders van Nederland.

Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich op meerdere plaatsen af maar vooral in Safraandorp dat naast de Safraanberg ligt. Daarna ze verhuizen naar de stad Senedjan, en Ismaiel gaat studeren in Teheran. Ook beklimmen ze de berg Damawand, de hoogste berg in Perzië.
Maar over het algemeen speelt het zich af in Perzië, nu Iran, en Nederland.

Het belangrijkste probleem van het verhaal
Het belangrijkste probleem is het vertalen van het spijkerschrift dat Aga Akbar heeft geschreven. Ismaiel voelt zich verplicht het verhaal dat zijn vader geschreven heeft te vertalen omdat hij zijn vader op het eind eigenlijk een beetje liet vallen en de verzorging aan andere over liet. Maar ook het verzet bracht grote problemen voor Ismaiel.
Er is eigenlijk geen belangrijkste probleem in dit verhaal, het verhaal verteld het hele leven van Aga Akbar en Ismaiel en er gebeurt dus zoveel dat er geen hoofd probleem is.

In welke tijd speelt het verhaal zich af?
Het verhaal speelt zich in meerdere tijden plaats, hij verteld over het verleden, over het leven van zichzelf en zijn vader. Hij vertelt ook in de huidige tijd, het nu, hoeveel moeilijk hij het vind om het spijkerschrift te vertalen en op papier te zetten.


Het begin van het verhaal
Het verhaal begint met een kennismaking van een belangrijk persoon in dit boek.
Je leert Aga Akbar kennen, en hoort hoe Kazem Gan hem meenam de Safraanberg op, en daar de tekst die in de rots is gekerfd laat zien. Kazem Gan leert hem dat als hij iets in zijn hoofd heeft waar hij vanaf wil of die hij aan iemand kwijt wil, dat hij het moet opschrijven, in zijn eigen taal, in spijkerschrift. Ook word verteld hoe Aga Akbar als doofstomme man leeft.
Daarna gaan ze dieper in het verhaal en beleefd hij dingen.

De afloop van het boek
Aga Akbar loopt net als altijd naar de gevangenis waar Goudklokje, de zus van Ismaiel, gevangen zit omdat ze zich heeft verzet tegen de regering. Als hij aankomt voor het gespreksuur komt Goudklokje niet opdagen. Het spreekuur loopt af en Aga Akbar word in gebarentaal door andere mensen vertelt dat er die avond vijf gevangene, waaronder Goudklokje, zijn ontsnapt en naar de bergen zijn gevlucht. Als Aga Akbar die nacht niet komt opdagen gaan Bolfazl, Arti en Ismaiel hem zoeken. Ze stuitte na een lange speurtocht, heel hoog in de bergen waar de voetsporen van Aga Akbar lopen. Een paar dagen later word Aga Akbar dood gevonden door een herder. Ismaiel heeft nu eindelijk het spijkerschrift ontrafeld en kan nu rusten.

Waar slaat de titel op?
De titel van het boek is: “Spijkerschrift” het verwijst naar de verhalen die Aga Akbar heeft geschreven in zijn eigen taal, in spijkerschrift dus. Ismaiel probeert dit te ontcijferen, en met resultaat.

Samenvatting
Aga Akbar werd geboren in Djerja dat in de buurt van de Safraanberg ligt. Bij zijn geboorte bleek hij doofstom te zijn. Van zijn oom leerde hij dat hij de dingen in zijn hoofd moest opschrijven. Wanneer zijn moeder Hadjar sterft word zijn opvoeding overgenomen door Kazem Gan, zijn oom die hem leerde schrijven. Reza Khan was in die tijd koning van het toenmalige Perzië. Zijn droom was een trein die door het gebergte heen ging. Hij ging naar het Safraandorp om daar zeven sterke mannen uit te zoeken, die hem gingen helpen met het uithakken van de spoorrails. Aga Akbar was een van de gekozen mannen. Voor elke harde slag die ze gaven kregen ze één geldbiljet. Aga Akbar werkte zo hard dat hij voor sommige slagen twee biljetten kreeg, en op het eind Reza Khan stiekem zijn hele zak heeft volgestopt met biljetten. Aga Akbar bouwde een goede reputatie op. Hij had twee vrienden Sejed en Jafar. Op een dag klopte ze aan bij Kazem Gan, en vertelde dat er iets verkeerd ging. Aga Akbar bleek verliefd te zijn geworden op een prostituee. Daarom gingen vrouwen uit de familie naar een koppelaarster. Ze vonden een vrouw voor Aga Akbar. Aga Akbar trouwde met deze vrouw, maar na een paar dagen na de bruiloft stierf ze in bed. Er was ook een bijna onbereikbare put op de Safraanberg, waar een heilige in zat. Aga Akbar besloot de Safraanberg te beklimmen en in de put te kijken. Wanneer het dorp erachter kwam dat Akbar de put bereikt had, werd hij als een held geprezen. Omdat er daarna een spoor werd aangelegd konden de pelgrims niet meer naar de put. Jaren gingen voorbij en Akbar schreef alles uit zijn hoofd op in zijn eigen spijkerschrift. Het werd winter, Kazem Gan was op reis en zocht naar een oude vriend van hem, om daar onderdak te vragen. Maar wanneer hij arriveerde bleek de jager, zijn vriend, niet thuis te zijn. Een jonge vrouw weigerde toegang te geven, maar toen Kazem Gan verslagen weg reed werd hij terug geroepen en alsnog toegang verleend. De vrouw heette Tine, en werd uiteindelijk de echtgenote van Akbar. Tine werd als snel zwanger en Ismaiel werd geboren. Nu en dan heeft Ismaiel moeite om het verhaal van zijn vader te kunnen ontcijferen. Hij studeert letterkunde bij universiteit van Utrecht. Toch blijft hij verder gaan aan het verhaal. Akbar en zijn gezin verhuizen naar de stad. Ismaiel kwam er achter dat Akbar’s gebit helemaal verrot was en ging naar een tandarts. Dokter Poer Bahloel snapte dat ze geen geld hadden en maakte de afspraak dat ze in delen terug zouden betalen. Een jaar later werd Poer Bahloel opgepakt door de politie. Als Ismaiel achttien is geworden gaat hij naar Teheran, de hoofdstad van vroegere Perzië dat in die tijd net Iran is geworden. In Teheran komt hij al snel in de ondergrondse beweging. Omdat Ismaiel vertrok en zijn vader te oud was om alleen over straat te lopen, hadden Ismaiel en Goudklokje een winkel opgezet waar zijn vader mocht werken. Ismaiel had in de trein Louis ontmoet en had met hem afgesproken om hem te bezoeken, als hij daar is verteld Louis dat hij te oud is geworden om zijn wandeling door de duinen. Ismaiel zorgt ervoor dat hij dat toch nog voor een laatste keer zijn wandeling kan maken, en denk tegelijker tijd aan zijn vader en de Damawand berg. Hij had met zijn vader de Damawand beklommen als vlucht voor de politie en als een mooie gelegenheid met zijn vader. Ismaiel had zelf de top niet kunnen bereiken maar Akbar wel. Ismaiel word al belangrijker in het verzet en krijgt de opdracht Djamila onderdak te bieden, een heldhaftige verzetstrijder. Dat verloopt niet zo als verwacht maar het lukt toch om haar een veilig onderdak te bieden. Goudklokje raakt geïnspireerd door Djamila en beland ook in de ondergrondse beweging, maar word opgepakt door de politie. Ze komt in de gevangenis. Als Akbar op bezoek gaat, blijkt ze er niet te zijn en ontsnapt te zijn. Akbar probeert haar te helpen en gaat haar zoeken, maar tevergeefs. Een herder vindt zijn lichaam een paar dagen na zijn verdwijning. Ismaiel is nu eindelijk klaar en kan zijn vrouw en dochtertje meer aandacht geven.

Mijn mening over het boek
Het was echt een schitterend verhaal! Vanaf het begin tot het eind was het mooi.

Je stapte als het ware in de voeten van Ismaiel en Aga Akbar. Je zag nu ook wat meer van andere culturen en hoe de regering soms de bevolking onderdrukt. Aga Akbar had ook een heel boeiende persoonlijkheid, hoe hij als doofstomme door het leven gaat bewonderde me zeer. Ik ben ook benieuwd naar de andere boeken van Kader Abdolah. Ik vond het wel een beetje lastig om een boekverslag er van te maken, want er gebeurt echt zo veel dat het eigenlijk niet in een boekverslag past. Het grootste deel is een terugblik op het leven van Ismaiel en zijn vader in Perzië, Iran, maar af en toe springt hij terug naar de huidige tijd.

Waarom heb ik dit boek gekozen?
Ik was op vakantie en verveelde me een beetje, dus zocht ik een boek uit de boekenkast en begon het te lezen. Ik had al wel veel gehoord over Kader Abdolah, en de tekst op de achterkant sprak me erg aan. Het verhaal was in het begin al zo indrukwekkend dat ik er niet meer uit kon komen.