Het rad van fortuin door Thea Beckman

Titel: Het rad van fortuin
Auteur: Thea Beckman

De titelverklaring. Kun je de titel van het boek uitleggen? Meestal kom je ergens in het verhaal de titel en eventueel een uitleg tegen. Kun jij uitleggen waarom de schrijver de titel gekozen heeft? Vind je het een goede, passende titel of weet je een betere?
Het rad van fortuin is een rad dat aangeeft hoe het met je staat. Wentelt het rad naar onderen dan gaat het steeds slechter met je maar wentelt het rad naar boven dan gaat het juist goed met je. Het rad van fortuin geeft dus eigenlijk aan hoe het met je gaat. Dit heeft ook met het boek te maken, want in het boek zijn de stemmingen steeds wisselend. De ene keer gaat het heel goed met iedereen. Maar een paar bladzijdes later kan de stemming volledig omgedraaid zijn.

De kaft. Maak als voorblad van je boekverslag een kopie van de kaft van je boek (natekenen mag ook). Beschrijf de kaft zo nauwkeurig mogelijk.
Op de kaft zwemt een jongetje in het water. Hij zwemt onder een brug en het is op de tekening duidelijk te zien dat hij zo snel mogelijk aan de kant wil komen. Op de kant staan wat struikjes en waarschijnlijk is hij op weg om zich in die struikjes te gaan verbergen.


Wat heeft de kaft met het verhaal van je boek te maken? Motiveer je antwoord met argumenten.
Op de kaft staat het jongetje Robert. Hij is meesterspion voor ridder Betrand du Guesclin. Hij bespioneert op de kaft een brug vol met engelse soldaten. Hij wil op de voorpagina te weten komen wat de Engelsen de volgende dag van plan zijn.

Wat voor soort boek is jouw boek? Kies uit:
Dagboek.
Western.
Oorlogsboek.
Science fiction.
Detective.
Avonturenboek.
Historisch boek.
Probleemboek.
Sprookje.

Over welk onderwerp gaat jouw boek?
Over Robert een 8 jarig jongetje dat meesterspion wordt bij ridder Betrand du Guesclin. Hij heeft de gave om zich te verbergen. Niemand ziet het dan en dat is heel handig als hij informatie moet inwinnen voor zijn meester.

Wie speelt (spelen) de belangrijkste rol (-len) in het boek? Probeer de hoofdpersoon (personen) uit het boek te beschrijven. Schrijf de naam op van de hoofdpersoon (personen) en probeer hem of haar te beschrijven aan de hand van de volgende vragen.

Hoe oud is de hoofdpersoon?
Aan het begin van het boek 6 en aan het einde is hij 13


Welk uiterlijk heeft de hoofdpersoon? (Of hoe stel jij je die persoon voor?)
Hij is heel erg klein voor zijn leeftijd. Maar heel erg druk, hij overdrijft ook altijd heel erg.

Wat voor karakter (innerlijk) heeft de hoofdpersoon? Heeft de hoofdpersoon opvallende kenmerken? Welke?
Hij is een uitstekend messenwerper. En hij heeft het handige talent dat hij zich heel klein kan maken.

Verandert de hoofdpersoon in het verloop van het verhaal? Hoe komt dat, denk je?
Nee

Fictie en werkelijkheid spelen vaak een grote rol in boeken. Er zijn boeken die volkomen fictie zijn en andere boeken staan juist heel dicht bij de werkelijkheid. Is het door jou gelezen boek fictie of werkelijkheid?
Werkelijkheid

Leg uit met voorbeelden en argumenten waarom je dat vindt.
Omdat er in het boek niets gebeurt dat vroeger niet gebeurt kon zijn.

In welke tijd speelt het verhaal zich af? Als er in het boek geen nauwkeurige tijdsaanduiding vermeld wordt, probeer dan te achterhalen in welke tijd het zich afspeelt. Leg dit uit aan de hand van het boek.
In de 14e eeuw. Dat merk je door de manier waarop ze doen en er wordt ook een paar keer een datum met jaar genoemd.

In een verhaal kunnen tijdsprongen zitten. De schrijver vertelt dan het verhaal niet achter elkaar door, maar hij slaat zo nu en dan een periode over of gaat een stukje terug in de tijd. Hoe wordt het verhaal in jouw boek verteld?
Er zitten geen grote tijdsprongen in het boek. Hoogstens af en toe een maand.


Waar spelen de gebeurtenissen zich af? Kun je een plaats aangeven waar het verhaal zich afspeelt. Als er niet specifiek een plaats wordt genoemd probeer dan de plaats te omschrijven (bijvoorbeeld dorp of stad).
In Bretangne en het noorden van Spanje

Waarom laat de schrijver het verhaal juist daar afspelen? Kan het verhaal bijvoorbeeld ook ergens anders afspelen?
Omdat dit de streken zijn die het best bij het verhaal passen. De plundercompagnieën in Frankrijk. En een wrede koning in Spanje. Dit zou vroeger echt gebeurd kunnen zijn

Beschrijf, wat volgens jou, de belangrijkste gebeurtenis in het boek is. Geef daar ook bij aan waarom jij het zo belangrijk vindt.
De belangrijkste gebeurtenis is dat Pedro een dolk door zijn keel krijgt. Hiermee word namelijk de ontknoping van het hele boek duidelijk.

Als het goed is, dan hebben de tijd en de plaats van het verhaal iets te maken met de belangrijkste gebeurtenis. Leg uit wat de tijd en plaats in jouw boek te maken hebben met de belangrijkste gebeurtenis.
De ontknoping vindt plaats op de plek waar het hele boek plaatsvindt. In Castillië.

De samenvatting.
Inleiding
De kleine Robert is het pleegkind van trouvére Marie Claire. Zij reist met haar man Berton de Fleur heel Frankrijk door om geld te verdienen met hun shows. Ze zijn goede vrienden met Ridder Bertrand du Guesclin, een voormalig boer die het met slimme streken tot ridder heeft gebracht. Betrand is een man die opkomt voor de armen, ook ziet hij in iedereen wel iets bruikbaars. In de winter verblijven Marie Claire en haar reisgenoten in het kasteel van Bertrand du Guesclin. Robert verveelt zich en gaat samen met zijn vriendin Therese voor de lol even naar de Smidse van Clopin, ook Matthis (ook een pleegkind van Marie Claire maar nu Heraut van Betrand) Clopin probeert de kinderen weg te jagen, maar dit schiet Robert is het verkeerde keelgat. Hij trekt een klein werpmesje en gooit dit vlak over het hoofd van Clopin. Hij wist dat hij Clopin niet zou raken want hij kan heel goed mikken, maar Clopin is woest. Schreeuwend rent hij achter Robert aan. Op het moment dat Du Guesclin aan komt lopen om te vragen wat dat voor geschreeuw is legt Matthis hem alles uit. Du Guesclin denkt dat hij de kleine Robert heel goed als zijn page en spion kan gebruiken. Want Robert heeft de handige eigenschap dat hij zich bijna onzichtbaar kan maken. En hij is dus ook heel goed in messen werpen Ondertussen is koning van Frankrijk Jean II in gevangenschap overleden. Zijn zoon kroonprins Charles zal hem opvolgen. Een koning van Frankrijk moet in Reims gezalfd worden door de aartsbisschop. Charles moet echter wachten tot zijn vader uit Engeland naar Frankrijk is overgebracht en daar is begraven. Dan pas mag hij gezalfd worden. Dat kan wel even duren, ondertussen wil Karel de Slechte uit Navarra daar misbruik van maken, hij wil de weg naar Reims versperren en zelf tot koning worden gezalfd. Charles heeft Bertrand, om hulp gevraagd. De troepen van de koning verzamelen zich bij Rouaan, hoofdstad van Normandie.

Het koningsleger met Betrand aan de leiding trekt naar het dal van de rivier de Eure. Over de Eure is een brug. Dat is de tolbrug van de koningin-moeder de oma van Charles de V. Zij is echter meer gesteld op de neef van Charles de V, Karel de Slechte. De tolbrug is uitgeroepen tot neutraal gebied. Robert wordt er op uitgestuurd om te gaan spioneren bij de brug. Van Kleine Robert, komt er achter, dat de bevelhebber van het leger van Karel, Captel de Buch, met de koningin-moeder gaat dineren, en dat zij de neutraliteit waarschijnlijk gaat opheffen voor het leger van Karel de Slechte. Als Bertrand dit hoor roept hij een krijgsraad bij elkaar. Er zijn in de krijgsraad twee meningen. Alle ridders behalve Bertrand willen blind aanvallen, ook al hebben de Navarrezen zich prachtig op een heuvel verschanst. Bertrand niet, hij wil de verliezen zo klein mogelijk houden. Bertrand wordt na een lange discussie als aanvoerder gekozen. Hij wil onvoorwaardelijke gehoorzaamheid van alle deelnemende aanvoerders.


De aanvoerder van de Navarrezen is Captel de Buch. Er zijn twee onder aanvoerders, Jean Jouel en Bascon de Marenil. De laatste twee zijn grote vijanden van Bertrand. Bertrand had een list verzonnen. Zijn leger zou doen of het aanviel en dan doen alsof er een muiterij uitbrak. Hiervan zouden de onder aanvoerders van de Navarrezen willen profiteren en aanvallen. Op dat moment zou de heraut van Bertrand een signaal geven en dan zou zijn hele leger als een man de Navarrezen aanvallen. Dit alles zou zich afspelen op een open vlakte, zodat geen van de partijen voordeel van het terrein zouden hebben. Zo gebeurt het ook, eerst lijkt het erop dat het koningsleger de strijd toch gaat verliezen maar gelukkig heeft Bertrand nog een paar honderd man achter de hand gehouden zo word de strijd beslist in hun voordeel beslist. Het vaandel van de Navarrezen wordt veroverd.

Bertrand keert met zijn gevolg terug naar kasteel Pontorson. Het blijft niet lang rustig. In Bretagne is er al twintig jaar een burgeroorlog aan de gang. Twee belangrijke edelen vechten om de titel en de macht van Hertog van Bretagne. De ene is Charles de Blois, een neef van koning Charles en hij wordt door de Franse regering gesteund. De andere is Jean de Monifort, die gesteund wordt door de Engelse koning. In de zomer van 1364 laait de strijd weer op. Jean de Monifort belegert het stadje Auray, en Charles de Blois wil Auray ontzetten. Koning Charles heeft tegen zijn neef gezegd dat ridder Du Geusclin hem zal komen helpen Bertrand krijgt geheime instructies van koning Charles. Hij wil dat een paar mannen van Bertrand Charles de Blois neersteken. Dit wil de koning omdat er pas een eind aan de burgeroorlog komt als 1 van de 2 edelen dood is. De koning wil zo snel mogelijk vrede in Bretagne en denkt dat dit het beste plan is. De koning heeft in het geheim een afspraak gemaakt met Jean de Montfort. Als hij wint zal hij de koning van Frankrijk als opperste leenheer erkennen. De koning wil niet dat deze afspraak bekend wordt dat iedereen weet dat hij zijn neef in de steek laat en daarom doet hij zogenaamd of hij zijn neef helpt door Bertrand te sturen. Bertrand is niet bij met zijn geheime opdracht. Maar hij voert hem toch uit.

Kern
Betrand en zijn gevolg rijden terug naar Pontorson. Als hij daar op een avond zit te eten komt Marie Claire met kapot gescheurde kleren binnen. Ze is zonder Berton en dat is raar want normaal zijn ze altijd samen. Even later blijkt hoe dat komt. Toen zij en Berton vlak bij het kasteel waren werden ze staande gehouden door een plundercompagnie, de mannen stortten zich op Berton en Marie Claire. Alleen Marie Claire wist zich los te trekken en ging er zo snel mogelijk vandoor. Over het lot van Berton bestaat geen twijfel. Het is duidelijk dat hij het niet overleefd heeft. Omdat dit heel veel gebeurt in het 16e Frankrijk gaat Bertrand naar de koning toe. Hij vraagt hem of hier niets aan gebeuren kan. De koning zegt dat hij Bertrand wel 50.000 franc wil geven en dat hij dan mag verzinnen. Hij verzint een slim plan. Spanje is verdeeld in een aantal rijken. Een ervan is Castilie, daar regeert Pedro de Wrede. Een andere is Aragon, daar regeert Pedro de Plechtige. Deze landen voeren al acht jaar oorlog met elkaar. Pedro de Plechtige heeft Charles om soldaten gevraagd. Bertrand wil de rondzwervende compagnieën naar Spanje sturen om voor Aragon te vechten. Pedro de Wrede heeft een halfbroer, Don Henri, bijgenaamd de Bastaard. Deze heeft Charles toegezegd een verdrag met hem te sluiten op het moment dat hij, Henri, koning van Castilie is geworden. Charles voelt daar wel voor. Hij heeft dan een sterke bondgenoot als hij weer de oorlog met Engeland gaat hervatten. Bertrand geeft Marie Claire de opdracht de beste groep artiesten, jongleurs, waarzeggers en acrobaten samen te stellen die mogelijk is. Zij doet dat in Chalons, Daarna roept Bertrand alle plundercompagnieën die Frankrijk rijk is op om naar Chalons te komen. De belangrijkste aanvoerders daarvan zijn Hugli de Calverley, Jake de Wyn, Eustache d'Anberchicourt en Jean le Pipe. Eerst hebben de leiders van de plunderbendes er niet zo’n zin in om met Betrand naar Spanje te gaan, maar met hulp van Marie Claire en haar acrobaten lukt het hem toch om veel aanvoerders zo ver te krijgen. Bertrand belooft ook dat hij er voor zal zorgen dat de pauselijke ban die over alle compagnieën is uitgesproken opgeheven wordt. Ook beweert hij dat de paus heel veel geld zal betalen als zij met een plunderleger voor de poorten van zijn paleis aankomen.
Op het moment dat ze voor het paleis aankomen stuurt hij Matthis naar de paus om aan hem te melden dat zij 200.000 franc van hem willen hebben. Op het moment dat het geld van de paus met een extra belastingheffing van de burgers heeft afgetroggeld Het geld dat zij van de paus krijgen blijkt als extra belasting van de burgers van Avignon ingezameld te zijn. Als Bertrand dat merkt laat hij Matthis al het geld aan de burgers teruggeven en eist van de paus zijn eigen geld.

Bertrand, komt met zijn leger in Spanje aan. Ze wachten op in de buurt van Saragossa. Daar wachten ze op Henri. De weersomstandigheden zijn heel slecht, Marie Claire vindt dat niet erg want zij wenst de compagnieën bandieten, als moordenaars van Berton allemaal een vreselijke dood toe. Bertrand ziet dat anders, hij zegt dat hij verantwoordelijk is voor alle mannen onder zijn bevel. Na lang wachten komt Henri de Bastaard aan, het valt direct op dat hij het wel met Marie Claire kan vinden. Dan gaat het plunderleger op weg. De vestingen Borga, Magallon en Belardo worden ingenomen. Matthis krijgt een speciale taak hij wordt samen met Alfonso Badola (die zijn tolk is) naar Burgos gezonden om te kijken hoe ze het beste Burgos kunnen innemen. Matthis wordt in Burgos verliefd op Rosita, een nichtje van Alfonso. Ook ziet hij dat Pedro de Wrede Burgos ontvlucht en hij naar Toledo vlucht. Burgos geeft zich zonder vechten over aan het leger van de Bastaard en de Guesclin. Henri de Bastaard wordt ingehaald als koning en Burgos moet veel geld betalen om te voorkomen dat de stad geplunderd gaat worden door de plunderbendes

Matthis gaat in Burgos op zoek naar Rosita, maar zij is met haar familie naar Toledo gevlucht. Het leger trekt op naar Toledo en neemt ondertussen Segovia en Avila in. Bij Toledo aangekomen laat Bertrand kleine Robert de stadsmuren inspecteren. Avond na avond trekt hij er op uit, 1 keer wordt hij zelfs bijna ontdekt maar hij weet net te ontsnappen. Van de beschrijvingen die Robert geeft wordt een kaart gemaakt met daarop alle zwakke plekken in de stadsmuur. Na een heftige strijd valt Toledo. De bisschop van Toledo geeft zich over aan Bertrand als hij belooft dat de stad niet verwoest en geplunderd zal worden. In ruil voor die belofte zal Toledo veel geld moeten betalen om er voor te zorgen dat de plunderaars tevreden zullen zijn. Matthis vindt Marie Claire druk bezig met het organiseren van de verzorging van de gewonden. Zij haatte de moordenaars van haar man maar tijdens de reis was zij toch steeds meer gaan zien dat plunderaars ook mensen waren. Zij begon hen te begrijpen en ook waarom ze dan gingen plunderen. Zij keurde hun gedrag dan wel af maar zij zag toch wel in dat het hier gewoon om mensen gaat. Na de val van Toledo gaat Matthis op zoek naar Rosita. Omdat de vader van Rosita kleermaker is wil hij aan de gildenmeester van de kleermakersgilde vragen of hij soms weet waar Rosita is. Op het moment dat hij aanklopt bij de gildenmeester komt Rosita net de uit kerk. Dan ziet Matthis dat hij te laat is gekomen. Want Rosita komt net uit de kerk omdat ze getrouwd is. Dat komt als een grote klap voor Matthis, maar Du Guesclin weet hem toch een beetje op te beuren.

Sevilla komt in opstand tegen Pedro de Wrede en deze slaat op de vlucht. Henri de Bastaard stuurt een voor een de plundercompagnieën terug. De prins van Wales is een trouw bondgenoot van Pedro de Wrede. Hij heeft grote bezittingen in het zuiden van Frankrijk en is bang in de knel te komen tussen Charles en Henri. Hij biedt de compagnieën veel geld als deze in zijn leger willen vechten. Deze treden dan in zijn dienst. De prins van Wales trekt over de Pyreneeën.

Koning Henri II doet een beroep op de Andalusiers maar die zijn heel licht bewapend, ook de grootmeesters van Castilie hebben hun steun toegezegd aan Henri II. Op het moment dat het leger van de prins van Wales het leger van Betrand en Henri II nadert plaatst Bertrand du Guesclin zijn op de steile hellingen van het stadje Najera. Hij gaat op de heuvels liggen en zorgt er daarmee voor dat zij zwaar in het voordeel zijn.


Kleine Robert wordt op verkenning uitgezonden. Hij komt na veel omzwervingen in het Engelse kamp aan. Op het moment dat hij zich in de tent van prins Henri weet te verschansen hoort hij dat Pedro de Wrede en de prins van Wales ruzie maken de manier waarop zij zullen vechten. Na lang beraad besluiten zij een uitnodiging te sturen om slag te leveren in de weiden voor Najera. Bertrand is tegen. Hij vindt het stom een gunstige hoge positie in de heuvels op te geven en in de drassige weidegrond te vechten. Vooral omdat hun legers in de minderheid zijn en veel lichter bewapend zijn. Hij vindt dat zelfmoord. Henri de Bastaard zegt, dat hij een eervol aanbod van de Prins van Wales, die een voorbeeld voor iedere edelman is, niet kan afslaan. Henri overlegt met zijn edelen en neemt het aanbod aan, Betrand mag het er dan niet mee eens zijn maar hij moet toch meedoen want dat is de opdracht van koning Charles.

Bertrand stuurt kleine Robert naar Marie Claire die in Burgos is achtergebleven, en stuurt Clopin met een boodschap naar Frankrijk. Hij is zo zeker dat ze zullen verliezen dat hij deze twee niet bij de strijd wil hebben. Ook Matthis wil hij wegsturen maar dat laat hij niet toe.

In de drassige weilanden wordt slag geleverd. Henri's leger verliest, Henri kan op het paard van du Guesclin ontsnappen naar Angon maar Bertrand en Matthis worden gevangen genomen.

Pedro de Wrede is dan weer koning van Castilie. Hij heeft alleen een probleem, hij heeft de prins van Wales veel geld beloofd voor zijn hulp en de schatkist is leeg. Pedro zegt dat hij al zijn rijke steden langs zal gaan en daar het beloofde geld zal inzamelen. Het geld van de prins van Wales raakt op en het voedsel in zijn kamp raakt op. Bertrand krijgt voedsel van de leiders van de plundercompagnieën die een oude krijgsvriend niet willen zien verhongeren.

Het kamp krijgt bezoek van Marie Claire die met haar kermistroep een voorstelling in het kamp geeft. Zij vertelt Bertrand dat Henri Aragon veilig heeft bereikt en dat hij de strijd niet opgeeft. Charles heeft Henri geld beloofd.

Pedro de Wrede komt maar niet terug met het beloofde geld. Hij hoopt dat de prins van Wales genoeg krijgt van het wachten en terug naar Gascogne, zonder zijn geld te hebben gekregen. De prins van Wales wordt ziek en de Engelsen vertrekken naar Bordeaux. De belangrijke gevangenen nemen zij mee. Het is in de 14e eeuw heel normaal dat men voor een gevangengenomen soldaat losgeld krijgt. Maar de prins van Wales doet dat bij Bertrand en Matthis niet. Hij wil er zo voor zorgen dat Bertrand nooit meer voor Frankrijk kan vergeten. Op een dag daagt Bertrand de prins van Wales uit. Hij zegt dat hij bang voor hem is omdat hij geen bedrag noemt als prijs waarvoor men Bertrand kan vrijkopen. Bertrand zegt dat hij het een hele eer vindt dat de prins van Wales bang voor hem is. De prins van Wales laat dat niet op zich zitten en om te bewijzen dat hij niet bang is laat hij Bertrand een prijs noemen waarvoor Frankrijk hem terug zou kunnen kopen. Bertrand zegt dat Frankrijk wel 100.000 francs voor hem over heeft. Iedereen denkt dat dat veel te veel geld is. Maar binnen 3 weken is alles binnen. Heel Frankrijk heeft meebetaald om er voor te zorgen dat hun volksheld weer op vrije voeten zou komen.

Slot
Bertrand en Matthis gaan terug naar Pontorson. Marie Claire is daar ook. Zij vertelt dat er in Castilie een burgeroorlog is uitgebroken. Pedro de Wrede heeft een bondgenootschap gesloten met de Morenkoning Mohammed uit Granada. Hij wil bij Toledo de optrekkende Henri de Bastaard tegenhouden. Henri heeft Charles om Bertrand de Guesclin gevraagd. Daarom heeft Charles ervoor gezorgd dat het losgeld voor Bertrand zo snel bij elkaar kwam. Bertrand krijgt de opdracht de oorlog in Castilie snel tot een goed einde te brengen en daarna de Engelsen uit Frankrijk te jagen.

Begin 1369 is Henri weer bij Toledo, hij stuurt de stad een bericht, Toledo moet zich binnen 24 uur overgeven. Anders zal de stad met geweld ingenomen worden en totaal worden vernietigd. De stad geeft zich zonder slag of stoot over. Henri geeft kleine Robert een mooie dolk omdat hij heel goed werk heeft verricht. Matthis zoekt naar Rosita en ziet haar innig gelukkig met een klein kindje in de tuin zitten. Pedro is een leger aan het verzamelen op de hoogvlakte van Montiel. Voordat zij zich hebben verzameld en een front hebben gemaakt wordt het leger van Pedro uit elkaar geslagen. Door de troepen van Du Guesclin


Pedro heeft zich verschanst in de vesting Montiel. Hij biedt in het geheim Bertrand honderd twintigduizend dubloenen aan als hij hem wil helpen ontsnappen. Bertrand vertelt dit aan Henri de Bastaard. Deze wil dat Bertrand doet alsof hij op het voorstel in zal gaan. Als Pedro uit de vesting komt wil de Bastaard hem grijpen. Bertrand wil dat alleen doen als Pedro een eerlijk gevoerd proces krijgt, maar niet als de Bastaard Pedro gelijk wil vermoorden. Henri zegt dat hij het wel moet doen. Als Bertrand niet meewerkt, zal de vesting bestormd moeten worden en dan zullen veel van Bertrands mannen dood gaan. Bertrand doet met tegenzin mee. Pedro komt uit de burcht. Pedro wordt in een tent gevangengenomen daar krijgt hij met Henri ruzie. Er ontstaat een worsteling en net op het moment dat Pedro Henri wil doodsteken suist er een dolk door de lucht. Hij boort zich door Pedro’s keel en die is op slag dood. Kleine Robert blijkt de dolk te hebben gegooid en daarmee heeft hij het leven van prins Henri gered. Pedro is dood en Henri is koning van Castilie.

Zes jaar nadat hij tot koning is gezalfd is Charles sterk genoeg om de Engelsen aan te vallen. Hij roept Bertrand de Guesclin terug naar Frankrijk en benoemt hem tot connetabel, hoogste bevelhebber van Frankrijk.

Voordat Bertrand naar Parijs gaat, gaat hij naar Pontorson. Daar wordt Matthis verliefd op Therese. Therese blijkt al Matthis al heel lang leuk te vinden. Marie Claire geeft Matthis een mooie zwartte parel die zij van Berton heeft gekregen en zegt hem dat hij dat aan Therese moet geven met zichzelf erbij. Dan geeft ze Matthis een kus en vertrekt ze om weer als trouvére door Frankrijk te gaan reizen. Alleen dit keer zonder Berton.

Het thema. Een boek heeft een onderwerp. Het gaat bijvoorbeeld over liefde, vriendschap of weglopen. De schrijver heeft over het onderwerp een mening, hij wil iets duidelijk maken of onder de aandacht brengen. Hij kan de bedoeling hebben om je te overtuigen, informeren of gewoon te vermaken. Die bedoeling van de schrijver noem je het thema van het boek. Als je het boek goed gelezen hebt, dan kun je vertellen welke mening de schrijver over het onderwerp van je boek heeft.
Het onderwerp van mijn boek is: verloren liefde en heldenmoed
Het thema van mijn boek is: geschiedenis

Wat heeft de schrijver over het thema willen vertellen? Met een boek wil een schrijver vaak iets duidelijk maken. Meestal gaat het niet alleen om het verhaal. De schrijver heeft iets over het onderwerp / thema te vertellen: dat is dan de bedoeling of de boodschap. Probeer jouw mening zo duidelijk mogelijk uit te leggen.
De schrijver wil vertellen dat je mensen moet nemen zoals ze zijn. En dat je niet moet proberen dat al te veel te veranderen. Want dan maak je mensen vaak ongelukkig.

Persoonlijk commentaar / jouw mening over het boek. Je persoonlijk commentaar op het thema schrijf je in drie alinea’s. Je gaat daarbij in op de volgende drie vragen. Probeer jouw mening over het boek, het onderwerp en het thema zo goed mogelijk uit te leggen. Hoe vind jij dat de schrijver het onderwerp / thema naar voren laat komen? Ben jij het wel of niet eens met de boodschap van de schrijver.
Vrij indirect. Je moet goed nadenken voor je weet waar het over gaat.


Heb je het wel eens zelf meegemaakt? (Of iemand in je omgeving.)Wat zou jij zelf doen als het jou zou overkomen?
Nee

Geef je mening over het boek. Waarschijnlijk heb je voor jezelf kunnen bepalen of je het door jou gelezen boek wel of niet leuk vindt. Probeer met een aantal argumenten (3) duidelijk te maken of jij het een leuk boek vindt.
Ik vind het een leuk boek, omdat
( 1 ) Het heel interessant geschreven is.
( 2 ) Het is een boek met allemaal verrassende wendingen erin.
( 3 ) Het leest makkelijk.

Ik vind het geen leuk boek omdat
( 1 ) Het is iets te makkelijk.
( 2 ) Er zijn heel veel van dit soort boeken.
( 3 ) Belangrijke dingen worden vaak overdreven.