Junkies door Melvin Burgess

Boekgegevens

Titel;
Junkies

Uitgeverij;
Gottmer, Haarlem 1996/1997

Vertaler;
Suzanne Braam

Schrijver;
Melvin Burgess

Gekozen omdat;
Eerst had ik een boek waar ik helemaal niets van snapte, en toen zij mijn zus dat het boek had gelezen en leuk was. De titel sprak me ook wel aan.

Speelt zich af;
Eerste helft van de jaren tachtig, chronologische tijdsvolgorde.
Het is deel gebaseerd op de gebeurtenissen van de schrijver. Tijd tussen begin en eind 5 à 6 jaar. Tijdsversnelling; eerste 3 jaar uitvoerig beschreven, daarna wat minder uitgebreid.

Ruimte;
Minely en Bristol


Thema;
Drugsverslaving

Titelverklaring;
Het boek gaat over drugverslaafden. Ze zeggen dat ze eraf kunnen komen als het moet. Ze stoppen ook af en toe, maar ze kunnen er niet meer stoppen. Ze hebben er gewoon van nodig. Als ze besluiten te stoppen, lukt het niet en gaan 3 van de verslaafden verplicht naar een kliniek.

Over de schrijver;
Melvin Burgess werd in Londen geboren, Engeland. Op zijn achttiende ging hij naar de School voor journalistiek. In die tijd begon hij met het schrijven van jeugdromans. Hij verdiende zijn geld door te werken in de bouw. Melvin is getrouwd en heeft twee kinderen. In 1990 werd zijn eerste boek The cry of the wolf een groot succes in Engeland. Vanaf dat moment publiceerde hij elk jaar een boek.

Karakters;
Gemma; is echt nog helemaal een kind dat bij dr ouders moet blijven, althans dat denken haar ouders. Gemma loopt weg omdat ze naar Teer wilt. Als Gemma wat op heeft kan ze helemaal los gaan maar dan neemt ze ook wel de verkeerde beslissingen. Word zwanger toen ze aan de drugs was. Erg druk en makkelijk te beïnvloeden.

David; hij wordt door Gemma altijd ‘Teer’ genoemd. Hij is weggelopen van huis omdat zijn vader hem altijd slaat. Hij komt zelfverzekerd over. Hij wil niet dat zn leven van iemand afhangt, want als Skolly, van de sigarettenwinkel, hem aldoor gratis eten geeft, wilt hij betalen maar Skolly neemt het niet aan. En als hij het aanneemt, dan krijgt hij het later weer terug. Verantwoordingsgevoel heeft hij ook, hij weet dat hij Gemma niet in haar eentje naar huis kan laten gaan

Meneer Scholl; hij is erg behulpzaam voor de daklozen. Hij geeft ze af en toe gratis repen en peuken, maar sinds hij Teer heeft ontmoet heeft, wil hij hem echt helpen. Hij gaat opzoek naar goed onderdak. Ook wel Skolly.


Richard; Hij heeft wel een baan. Hij helpt de daklozen aan woningen, oftewel hij kraakt woningen, maar wel woningen die tijden leeg zijn. Hij gelooft Teer. Richard praat altijd tegen de meubelen.

Vonny; Zij is erg wantrouwend, maar toch vind ze soms mensen wel aardig. Het is af en toe iemand die niet weet wat ze wil. Ze staat voor iemand klaar, als die haar nodig heeft.

Lily; Lily trekt zich niets aan van andere. Ze is zoals ze is. Ze gelooft wel in wonderen. Nouja niet wonderen maar wel in tovenarij. Ze gebruikt ook drugs en verdient haar geld als hoer. Ze is zwanger en word later opgenomen in een afkickkliniek.

Rob; Rob is de vriend van Lily. Hij is aan de drugs. Hij is aardig en weet wanneer iemand alleen moet zijn.

Vertelwijze;
Ik-perspectief maar wel bij elk hoofdstuk vanuit iemand anders
Spanning;

Motorisch moment;
Het motorisch moment is dat Gemma en Teer, Lily en Rob ontmoeten. Door hun beginnen ze aan de drugs en worden ze echt junks.

Samenvatting;
Hoofdstuk 1;
Gemma en Teer brachten samen de nacht door in een auto. Teer was weggelopen van huis, niet vreemd want hij werd altijd geslagen. Zijn moeder is bij zijn vader gebleven doordat Teer er nog is. Barry helpt hun aan eten omdat ze in de garage zitten. Gemma mocht Teer niet zien voor een week. Haar ouders dachten al dat ze bij Teer was. Teer en Gemma kropen tegen elkaar, teer deed zijn hand onder haar shirt. Ze laat het toe totdat hij naar beneden gaat. Normaal mocht het maar nu niet.

Hoofdstuk 2;
(ik-persoon Gemma) Gemma wilde eigenlijk wel met Teer naar bed, maar ze wilde tegen haar ouders kunnen zeggen dat er van seks geen sprake was. Haar vader werd woedend, haar moeder probeerde rustig te praten. Teer, dat is david, ze noemt hem zo omdat hij altijd zit te jammeren over haar roken. Gemma slijmde een beetje en het was weer goed tussen haar en haar vader. Geen privileges meer, kreeg ze als straf. Ze had een baantje, maar haar vader belde de baas, haar baantje werd opgezegd. Ze ging niet meer naar huis, althans, voor een weekend. Ze kreeg enorme straf, straf na straf. Gemma is vastbesloten weg te lopen en dat ze te jong is voor liefde en verliefdheid.


Hoofdstuk 3;
(ik-persoon Teer) Toen Teer Gemma ontmoette vond hij haar helemaal niet zo leuk. Teer durfde niets te ondernemen als hij alleen met iemand was. Of alleen met een meisje. Toen Gemma en Teer allebei bij het kampvuur waren, was bijna iedereen al weg. Teer durfde niets te ondernemen. Zij pakte Teer zijn hand vast en vervolgens deed Teer zijn hand meteen om haar middel. Teer ging eerst op straat slapen, in een kartonnen doos. Vervolgens vond hij een rijtje afbraakhuizen. Hij plakte een papier op de kamer waar hij lag; Bezet, eigendom van een hotel. Teer gaat naar een sigarettenwinkel, waar hij van de verkoper een gratis twix krijgt. Skolly, de eigenaar van het sigarettenwinkeltje, ging iets regelen voor Teer.

Hoofdstuk 4;
(ik-persoon Skolly) Skolly hielp alle zwervers wel eens. Een reep, wat geld of peuken, maar hij wilde Teer echt helpen. Skolly vroeg hem of hij een peuk wilde, maar hij gaat vastbesloten niet roken. Teer volgt Skolly ergens naar toe. Daar ontmoeten ze Richard. Hij heeft onderdak voor Teer. Richard is een kraker. Hij kraakt in zijn vrije tijd leegstaande huizen voor de daklozen. Hij kraakt, samen met Skolly, Teer en nog een paar een huis. Toen dat gelukt was gingen ze een joint roken. Teer deed mee, alhoewel hij tegen roken is.

Hoofdstuk 5;
(ik-persoon Teer) Teer vond onderdak. Hij mocht bij Richard en zijn clubje blijven. Richard nam zelfs werk voor Teer mee. Teer vraagt zich af of het niet door hem komt dat Gemma wegloopt. Hij wil dat zij voor altijd bij hem is. Teer’s vader drinkt, maar zijn moeder drinkt ook de hele dag door. Teer hielp in het huishouden zodat het leek alsof zijn moeder wat gedaan heeft de hele dag, buiten drinken. Zijn moeder ging hem gebruiken, als er iets gedaan moest worden deed zij het niet, behalve als er visite kwam. Iemand van school belde Teer’s ouders. Zijn vader was woedend. Hij sloeg Teer door de hele kamer. Teer belde zijn moeder. Die werd nu geslagen ipv Teer. Zijn moeder praatte op hem in. Hij had beloofd dat hij naar huis zo komen. Toen hij in het huis kwam werd hij geknuffeld door iedereen. Het was het medicijn.

Hoofdstuk 6;
(ik-persoon Gemma) Gemma en Teer belden elkaar. Gemma praatte ook op Teer in, want die vertrouwde zijn moeder voor geen cent. Teer en Gemma geloofden Teer’s moeder eerst niet, maar Gemma hoorde van iemand uit de straat dat het echt zo was. Om te verkomen dat Gemma wegliep, deden haar ouders deuren op slot, werd ze gehaald en gebracht en moest ze vroeg thuis zijn bij het uitgaan. Gemma had een heel plan bedacht om er vandoor te gaan. Ze ging met de bus, toen ze Teer op haar eindstation zag staan, kuste ze hem innig. Gemma ging met Teer mee naar het kraakpand. Vonny, Richard en Jerry deden allen heel aardig. Gemma ging samen met Teer naar het kraakpand terug en Gemma ging naakt in haar slaapzak liggen. Maar toen kwamen ze erachter dat ze geen condooms hadden.

Hoofdstuk 7;
(ik-persoon Richard) Ze gaan bij de banken in de stad de sloten volspuiten met lijm. Vonny word heel zenuwachtig van het wachten bij de eerste bank al. Gemma liep over straat te blowen. Toen ze thuis kwamen kon ze niet meer op haar benen staan.


Hoofdstuk 8;
(ik-persoon Gemma) Gemma vond dit leven alleen leuk omdat Teer het helemaal geweldig vond. Ze gingen samen de muren van het huis schilderen en als ze dan ’s avonds zich uitkleden, zat ze helemaal onder de vingerafdrukken. Op een avond mocht het licht voor de eerste keer aan. Er kwamen een aantal mensen langs, gedanst werd er niet. Volgende dag ging Gemma met Teer naar de Mac. Vervolgens liet Gemma Teer alleen en ging ze kleren kopen. Gemma ging tegenover Teer zitten, maar Teer herkende haar niet. Ze was een punker. Ze gingen naar een popconcert. Gemma ging helemaal uit haar dak, terwijl Teer al weg wilde, maar die ging niet zonder haar. Een jongen vroeg aan Gemma of ze met hem mee naar huis ging. Gemma zegt ja. Gemma vind het cadeau voor Teer weer in haar tas. Ze rent terug naar hem, geeft hem het cadeau en trekt hem de achterdeur uit. Het was een grap.

Hoofdstuk 9;
(ik-persoson Vonny) Vonny deed alsof ze Gemma niet aardig vond, maar ze vind haar toch wel een beetje aardig. Ze is boos op Gemma als ze met nieuwe kleren thuis komt omdat zij alles voor haar betaald. Gemma had een make-over ondergaan en blijft maar schreeuwen dat ze zo niet meer naar huis kon. Vonny had besloten tegen Gemma te zeggen dat ze weg moest.

Hoofdstuk 10;
(ik-persoon Gemma) Had net te horen gekregen dat ze niet mocht blijven. Alles was Vonny’s schuld, vond zij. Hoe kon ze dat nou doen, vlak voor het feest? Hoe dan ook, Gemma zou zich vermaken. Gemma at en dronk zich helemaal, ook al had ze zelf door dat het haar doodziek zou maken. Er kwam, toen Gemma weer beneden was, iemand binnen die nauwelijks kleren aanhad. Iedereen pikte alles van haar, ze mocht joints pakken, drinken pakken, zonder iets te zeggen. Het meisje praatte met Gemma, en zij dat ze geen drugs nodig had zodat iedereen haar leuk zo vinden. Teer kwam ook weer binnen, hij was helemaal blij. Toen hij Lily zag, moest hij moeite doen niet naar haar te kijken. Ze praatte even en Gemma en Teer gingen met Rob en Lily mee naar huis.

Hoofdstuk 11;
(ik-persoon Teer) Ze liepen met z’n vieren door de straten van Bristol. Teer liep achter, hij vond het allemaal snel gaan. Hij had door dat Gemma en Lily over hem praatte. Lily prees Teer de hemel in. Ze was blij dat hij was weggelopen. Teer voelde zich helemaal goed.

Hoofdstuk 12;
(ik-persoon Rob) Rob mocht Teer wel, ook al hadden ze besloten dat beter weg kon, omdat Gemma niet echt van hem hield. Rob ging met Teer op stap. Ze gingen met z’n tweeën in een afvalcontainer zoeken. Daar vonden ze tekeningen en hout, Teer vond de tekeningen helemaal geweldig. Teer en Rob gingen naar vrienden van Rob. Vervolgens gingen ze naar het winkelcentrum. Rob leerde Teer stelen. Toen ze weer teruggingen, ging Rob samen met Teer nog wat drank halen. Rob betaalde dit keer. Toen ze buiten waarde toonde Teer dat hij een fles had meegenomen. Ze maakte er thuis een klein feestje van. Toen Rob wakker werd, zag hij Teer huilen bij het kampvuur van de vorig avond.

Hoofdstuk 13;
(ik-persoon Teer) Teer was weer ‘thuis’. Hij zit nogal gedeprimeerd te kijken. Vonny, Richard en Jerry vertellen hem dat Lily en Rob niet goed zijn. Teer had besloten dat hij Gemma een tijdje niet wilde zien, zodat ze hem zou gaan missen. Lily komt langs en die neemt Teer mee naar hun huis, Teer moest wachten op de gang. Toen hij naar binnen mocht, zag hij dat ze het boek voor hem hadden ‘gekocht’ die hij zo graag wilde. Ze gingen heroïne gebruiken. Teer wilde niet, maar hij deed het uiteindelijk wel. Hij voelde zich meteen helemaal goed.


Hoofdstuk 14;
(ik-persoon Lily) (uitleg over het leven). Lang leve het proletarisch winkelen.

Hoofdstuk 15;
(ik-persoon Gemma) Er was feest, een groot feest. Iedereen ging op zoek naar dingen die ze konden gebruiken voor het feest. Rob zijn moeder kwam wel vaker langs. Ze vond het helemaal niet erg wat Rob allemaal deed. Ze mocht alleen niet weten dat ze allemaal heroïne gebruiken. Gemma ging haar ouders bellen. Haar vader praatte op haar in en zei dat hij van haar hield, maar Gemma wilde haar moeder spreken. Rob, Teer en Lily pakten om de beurt de telefoon af en zeiden wat. Teer zei; klote-junk, en iedereen lach helemaal dubbel. Gemma hield haar lach in. Vonny en Richard kwamen af en toe langs. Ze stopten af en toe met drugs, ze vonden dat ze moesten kunnen stoppen als ze dat wilde; Zij waren sterker van de drugs.

Hoofdstuk 16;
(ik-persoon Teer) Het vroor in Bristol, iets wat het niet vaak deed. Ze hadden een glijbaan ontdekt, ze gingen we met karton van af. Rob gooide een winkelruit in, het alarm loeide. Ze namen drank mee, toen zagen ze politie. Ze gingen er snel van door, klommen in een boom. De politie sloot ze in. Na een tijdje ging de politie weg, ze zagen ze niet. Rob en Teer konden weer naar huis.

Hoofdstuk 17;
(ik-persoon Gemma) Gemma en Lily hadden veel te veel drugs genomen. Gemma voelde niet zo veel maar Lily bleef maar jammeren. Teer en Gemma waren een film aan het kijken toen Rob Lily meenam naar een kamer. Ze gingen opeens snel weg. Ruim anderhalf uur later kwamen ze weer terug en Lily gooide briefjes door de lucht. Ze was voor even een hoer geweest. Gemma ging het ook doen voor geld. Vonny en Richard kwamen weer langs. Gemma had gespoten. Ze praatte er heel vrolijk over. Soms komen er meisjes van twaalf langs die drugs kopen bij hun. Ze blijven maar zeggen dat ze geen junk zijn. Sally en Gemma werken, daar is het veilig en binnen. Ze mogen van het bedrijf geen klanten weigeren.

Hoofdstuk 18;
(ik-persoon Teer) Richard probeert of Teer mee met hem op ‘vakantie’ wilt. Teer weigert omdat hij weet dat Richard het doet zodat Teer afkickt. Teer weet dat het fout kan aflopen als ze drugs blijven gebruiken. Twee personen belden Rob dat hij drugs kon afhalen bij hun thuis. Rob gaat er meerdere malen heen, maar ze doen de deur niet open. Als hij eindelijk binnen is, ziet hij dat de twee personen dood zijn. Ze gebruikten te zware drugs. Rob zoekt overal in de kasten naar drugs, hij vind ze. Soms belt Teer zijn moeder op, als zijn vader opneemt, blijft Teer stil. Hij wacht en vervolgens hangt hij op.


Hoofdstuk 19;
(ik-persoon Gemma) Lily vertelt Sally en Gemma dat ze een kind krijgt. Sally heeft pas geleden abortus gepleegd, ze vindt dat Lily dat ook moet doen. Ze hebben besloten dat ze met z’n alle moeten afkicken. Lily moest afkicken omdat ze een kind in haar buik heeft en de rest doet het omdat ze de baby niet in een wereld vol drugs kan opvoeden. Lily had op een dag te veel drugs gebruikt. Ze lag blauw in haar kamer. Gemma riep Teer en Rob. Toen hun haar hielpen kwam ze weer bij. Lily deed later net zo nuchter als ze altijd deed.

Hoofdstuk 20;
(ik-persoon Rob) Rob, Gemma, Teer, Lily en Sally gingen naar een huisje waar ze zouden gaan afkicken. Iedereen verheugde zich, maar Teer zat er een beetje somber bij. Teer ging samen met Rob hout hakken, voor de openhaard. Gemma en de anderen trilden en kregen krampen omdat ze drugs nodig hadden. Rob had stiekem wat drugs meegenomen in zijn jaszak. Teer wilde wat drank halen in het stadje verderop, maar hij wilde liften. Rob liet dat niet toe en ging mee. Samen kochten ze wat flessen drank. Teer ging vrijwillig 8 kilometer teruglopen naar het huisje, tenminste dat dacht Rob. Ze konden er allemaal niet meer tegen en reden de volgende dag weer terug, maar Teer was er nog niet. Toen ze weer terug waren zat Teer er.

Hoofdstuk 21;
(ik-persoon Gemma) Gemma wilde helemaal niet terug. Ze wilden hoe dan ook afkicken. Ze besefte dat ze een junk was geworden. Teer deed nogal grappig over dat hun ook terug waren gekomen. Gemma hield toch weer écht van Teer, en Teer van haar.

Hoofdstuk 22;
(ik-persoon Skolly) Af en toe ging Skolly naar de massagesalon. Daar deed een meisje die Nicky heten alles wat hij wilde, natuurlijk wel voor geld. Toen Gemma wegging bij de salon, stond Skolly nog een keer te wachten. Ze stapten in een auto, de jongen die haar begeleidde knikte naar Skolly. Skolly wist niet wie het was. Maar toen herkende hij hem; David.

Hoofdstuk 23;
(ik-persoon Teer) Het pand waar Teer en Gemma in verbleven, werd ontruimd. Ze politie was hardhandig. Teer werd ondervraagd en hij moest drie dagen blijven. Gemma mocht diezelfde avond nog weg. Teer zit in een afkickkliniek. Lily bleef gewoon spuiten toen ze een baby aan haar borst had. Teer kon er niet meer tegen, hij moest iets hebben. Iemand ging een hulpverlener halen en die wilde hem wat geven, maar dan moest hij weg. Toen Teer bij een therapiesessie zat, werden er een aantal vrouwen erg beledigd. Teer ging terug naar ’thuis’.

Hoofdstuk 24;
(ik-persoon Sally) Gemma hield het niet meer, ze stond de huilen en zei dat ze bij Teer weg moest gaan omdat hij clean was en zij niet. Teer was op het feest boven, hij had weer gebruikt. Lily werd boos op Teer. Sally koos Teer zijn kant, want zij verdedigde hem. Ze zij tegen Lily dat zij net zo gebruikte, zelfs nog meer, en dan was Teer een junk? Ze was zelf een junk!


Hoofdstuk 25;
(ik-persoon Richard) Richard was weer terug uit Azië. Teer ging een weekend bij hem langs in Reading. Teer kreeg afkickverschijnselen, hij hield het niet meer vol. De volgende dag ging hij weer terug om wat heroïne te scoren. Sandra en Richard gingen hem zoeken. Ze vonden hem en ze konden niet anders dan hem wat geld lenen voor de reis naar Bristol. Teer ging terug.

Hoofdstuk 26;
(ik-persoon Gemma) Gemma had een probleem, ze was over tijd. Lily bonkte op een deur. Ze was verkracht. Nou ja het was een van haar klanten, maar die had haar met een panty om haar nek gewurgd. Ze was helemaal in paniek. Gemma was ook zwanger. Als de baby van Lily onrustig was, duwde ze gewoon een paar bolletjes in zijn tandvlees. Lily werd boos toen Gemma aan haar baby zat, ze dacht dat ze hem af wilde pakken. Gemma ging s nachts naar een telefooncel en belde de politie.

Hoofdstuk 27;
(ik-persoon Vonny) Gemma was nadat ze naar de telefooncel was gegaan naar Vonny’s huis gegaan. Vonny was niet thuis. Gemma heeft er uren gezeten. Vonny ging naar het ziekenhuis, want Gemma had een briefje achtergelaten. Vonny beldde Gemma haar ouders.

Hoofdstuk 28;
(ik-persoon Gemma’s moeder) Gemma’s ouders gingen meteen heen toen Vonny had gebeld. Het was lang rijden, maar Gemma’s vader moest met de auto. Gemma’s moeder ging naast Gemma zitten en bleef maar huilen, net zoals Gemma.

Hoofdstuk 29;
(ik-persoon Teer) Teer zat in de jeugdgevangenis. Hij had zware afkickverschijnselen. Hij mocht van de bewaker naar de apotheek. De avond dat Gemma de politie had gebeld riep Lily alleen maar trut, trut, trut. Lily, haar baby en Rob werden in een aparte kliniek gestopt. Gemma was af en toe langs gekomen, haar buik werd al dikker.

Hoofdstuk 30;
(ik-persoon Gemma) Van iedereen mocht Gemma niet te heftig reageren als Teer aankwam, maar ze gaf hem een lange, innige knuffel. Gemma had een klein feest georganiseerd, Richard was er en die had een foto van Teer’s tekening op zijn shirt gedrukt. Teer wilde het graag met Gemma doen, maar Gemma wilde niet. Ze deed het tenslotte toch. Teer zat weer op school. Gemma dacht dat het allemaal haar schuld was, dat Teer aan de drugs was begonnen.


Hoofdstuk 31;
(ik-persoon Teers vader) Teer had op een avond Gemma in elkaar geslagen. Af en toe kwam Teer langs met de baby. Teers vader mocht haar af en toe vasthouden. Dat vond hij heel wat. Ze lachten af en toe wat. Teer was weer vertrokken. Hij was bij vrienden gaan wonen, maar hij was definitief gestopt.

Hoofdstuk 32;
(ik-persoon Teer) Teer heeft weer een nieuwe vriendin. Hij haalt af en toe Oona nog op. Teer kickte weer langzaam af van de methadon. ‘Je moet positief zijn’