Volledige titel: MIM of De doorstoken globe
Gebruikte druk: 1e
Aantal bladzijden: 191
Uitgever: De Bezige Bij te Amsterdam Gegevens voorkant Op de zwarte voorkant staat een afbeelding van de aarde van bovenaf gezien. Daarboven staat de titel in grote letters. Genre Ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag op 29 juli krijgt Harry Mulisch een bijzonder eerbetoon. Zes collega-schrijvers komen in die periode met novelles die verder fabuleren op het oeuvre van Mulisch. Van der Heijden schrijft MIM : de personages in dit werk komen ook voor in andere romans van de schrijver (o.a. in de cyclus Homo Duplex, waaraan de auteur momenteel werkt. (Drijfzand koloniseren, De MOVO-tapes, Het schervengericht ) MIM is zo’n uitgewerkt verhaal dat we wel kunnen spreken van een psychologische roman. Er zijn nog vijf andere auteurs in deze serie. Abdelkader Benali schrijft De eeuwigheidskunstenaar, Doeschka Meijsing gaat in De eerste jaren in op Mulisch’ jeugd, Marcel Möring schrijft Een vrouw, een verhaal dat een ‘vervolg’ op Mulisch’ roman Twee vrouwen moet wezen. NRC-critica Elsbeth Etty neemt dan weer De ontdekking van de hemel als uitgangspunt in Maak jezelf maar klaar. Het verhaal handelt over de moeder van Ada. Tenslotte is er Jessica Durlacher die met Waar bleef PC Cathy R. Mulisch’ vroege boeken herbeschouwt Waardering : Movo is de nieuwe Oidipus. De Bezige Bij heeft het beste deel van de serie novelle voor het laatst bewaard. Er is in deze novelle (maar hij mag best een roman genoemd worden vanwege de lengte van 191 bladzijden) slechts een subtiele verwijzing naar het werk van Mulisch, d.w.z. naar een passage uit de verhalenbundel “De versierde mens” (ook het motto van het eerste deel van de roman) maar voor de rest gaat Van der Heijden gewoon zijn eigen gang en schrijft hij een indrukwekkende variant op het Oidipusmotief. Movo, de voorzitter van de supportersvereniging van Erdam (Feyenoord), heeft zijn vader vermoord en via een imposant spel met vertellers en gebeurtenissen, krijgt de lezer inzicht in de moderne variant op het klassieke gegeven van de man dier zijn vader doodt en met zijn moeder trouwt. Met actuele gebeurtenissen herschrijft A.F. TH. het noodlot van de klassieke vondeling. Een aaneenschakeling van gebeurtenissen in fraaie bewoordingen verteld maakt het lezen van deze nieuwe Van der Heijden aangenaam. Klassieke voorkennis is een must. Na “Drijfzand koloniseren” is MIM een tweede sleutel voor de toegang tot de romancyclus Homo Duplex, waarmee Van der Heijden niet alleen Mulisch maar vooral zichzelf (en zijn lezersschare) een grote dienst heeft bewezen. Op de schaal van waardering in de literatuurlijst verdient MIM drie punten.
de geschiedenis speelt zich opnieuw af in de keuken van Zora. Ze voltrekt daar de straf op de Oidipuszonde. Samenvatting van de inhoud Deel 1: De doorstoken globe Dit deel begint met het motto: Vier ministers, zestig generaals, de direkteur van de posterijen en talloze kapitalisten hadden het land verlaten, hadden een breinaald door hun globe gestoken en waren naar het verste punt van de kloot gevlogen. Uit: Harry Mulisch Quauhquauhtinchan in den vreemde [ De versierde mens] De betekenis van het motto blijkt uit de samenvatting hieronder. Er is een ikfiguur die aangeeft dat hij een skybox bij de voetbalclub Erdam (Feyenoord) heeft. Bezoekers vragen zich steeds af wat het wapen in zijn skybox betekent: een aardbol met een doorgestoken zwaard. De ik-verteller geeft aan dat het te maken heeft met de situatie van de ikfiguur in het verleden: hij heeft in Los Angelos vlak voor het begin van een rechtzaak een degen in de wereldbol gestoken om de plaats te bepalen waarheen hij zou vertrekken. Daarna is hij vertrokken. Het werd de Randstad in Nederland. Er zijn op 25 april 1999 (de kampioenswedstrijd van Erdam tegen Adam = Ajax) een aantal mensen in zijn skybox o.a. de ex-burgemeester van Rotterdam, de Honderdman van de supportersclub De Pit. Dat is een nieuwe voorman, want de vorige, Tonnis Mombarg, was in een gevecht met supporters enkele jaren ervoor bij het Hellegatsplein om het leven gekomen. De dader was nooit opgepakt, maar werd door justitie in eigen kringen van de Erdam-supporters gezocht. Via een flash back vertelt de ikfiguur hoe hij als camarabeheerder (camera QX-Q-8) bij Staatswaterbeheer gezien had hoe de broer van Zora Mombarg, Hero, illegaal frituurvet loosde in het water. Hij was Zora gaan opzoeken in haar restaurant. De ik-verteller had Zora in 1973 eens ontmoet bij opnamen van een film “Edelweiss”, maar Zora geeft geen tekenen van herkenning. Zora’s Place staat bekend om de heerlijke bitterballen. Kort daarna (6 september 1996) had hij via de camera gezien hoe Tonnis Mombarg (41 jaar oud) gedood was bij de supportersrellen. In januari 1998 komt er een nieuwe Honderdman bij de Pit. Deze heet Movo. De verteller kent de ouders van Movo. Zijn vader was namelijk voorzitter van de supportersclub van Adam geweest. Maar Movo geeft nooit blijk van een herkenning ten opzichte van de verteller. Deze Movo is nu ook uitgenodigd voor de kampioenswedstrijd. Vlak voor de wedstrijd heeft een Amsterdamse relatie aan de verteller gevraagd of hij in de rust met Movo kan spreken. Hij heeft dat toegestaan. QX-Q-8 heeft bij Zora voor zijn gasten bitterballen besteld. Hij is benieuwd of Movo die herkent. Movo is namelijk intussen getrouwd met Zora. In hoofdstuk 2 van deel I is Movo de personale verteller. Hij overdenkt in het begin de rituelen rond de dood van Tonnis Mombard. Die was in De Teil rondgereden voordat hij begraven was. Movo is nu de vader van een drieling die Zora hem enkele weken geleden heeft gebaard. Hij denkt na over Zora die de laatste weken toch geheimzinnig heeft gedaan en hij denkt o.a. aan een televisieprogramma over zijn afkomst waaraan hij niet heeft willen meewerken. Hij wil ook graag seks met haar, maar dat houdt ze zo kort na de bevalling toch nog af. Hij merkt dat de bitterballen dezelfde zijn als van Zora. Ook dat vindt hij een reden tot achterdocht. Waarom heeft ze dat niet verteld? In het derde hoofdstuk vertelt de ik-verteller weer hoe hij in De Randstad terecht gekomen is. Het gebeurde in 1970 in Los Angelos nadat hij een degen door de wereldbol stak. Hij had een bewuste keuze gemaakt. Via de camerabeheerbaan was hij nu opgeklommen en hij had zelfs een skybox bij Erdam. Wat hij precies doet, blijft onduidelijk. Zora is de personale vertelster van het vierde hoofdstuk uit deel I. Ze zit thuis op de dag van de kampioenswedstrijd en voedt de drie kinderen . Zora is zelf nu ruim veertig en haar nieuwe echtgenoot Movo is nog maar 24 jaar. Ze had hem na de dood van Tonnis leren kennen. Ze is geheimzinnig bezig met een gekochte DNA-proef, want ze wil blijkbaar iets weten van Movo. Daarbij moet ze wangslijm van hem hebben. Ze is bezig met het tv-programma Hebt u mijn broertje soms gezien?” (Een variant op het programma “Spoorloos” of “Vermist”) In het volgende hoofdstuk wordt er een verslag gedaan van de wedstrijd Erdam-Adam. Na een aanvankelijk achterstand komt Erdam voor. Op een van de andere velden speelt NEC tegen NAC. Bepalend voor het kampioenschap is ook die uitslag. In de pauze komt er een Amsterdammer in de skybox die met Movo wil praten. Hij vraagt of Movo ene Tibbolt Satink kent, want hij heeft een boodschap voor hem. De man vertelt dat de moeder en broer van Tibbolt op zoek zijn naar hem, want vader Geb is die nacht overleden. Movo zegt dat hij de boodschap wel wil doorgeven. Hij herinnert zich de kennismaking met Zora. Ze had hem verpleegd na een ruzie die hij had uitgevochten met een stamgast in het café. Deze Crankien had Russische roulette gespeeld. Zora had zich op een avond aan hem aangeboden. Ze had seks met hem gewild om zo van haar dode man Tonnis Mombard verlost te worden. Met de wedstrijd Erdam-Adam gaat het intussen beter. Erdam wordt namelijk kampioen, omdat Nec van Nac wint. Daarna is het ook feest in de skybox. Movo denkt terug aan het bezoek aan een erotische filmstudio. De kunstdirecteur (eigenlijk pornoregisseur) zit ook in de skybox. Movo denkt daarna ook aan de orgasmen van Zora. Ze heeft een heel bijzonder orgasme dat gebaseerd is op masturbatie en dat vindt hij erg opwindend. Ze toont dat alleen aan hem. Maar de laatste tijd wordt hij door Zora buitengesloten. Hij vindt dat ze de laatste maanden geheimzinnig doet. Ze laat allerlei onderzoekswerk verrichten en hij voelt zich daar erg ongemakkelijk bij. Deel 2 : Edelweiss Dit deel begint met het motto:
Wanneer Movo na de wedstrijd naar huis loopt, ziet hij dat de winkeliers al hun ramen aan het dichtspijkeren zijn. Wanneer hij Zora’s Place binnenloopt, ziet hij nog de bladspatten op de muur van Crankiens roulettespel. Die heeft zich door zijn kop geschoten. Hij ziet ook al enkele stamgasten zitten en leden van de supportersclub De Pit, waarvan hij de Honderdman is. In de keuken ziet hij dat Zora bezig is geweest aan het maken van bitterballen, maar ze had het niet afgemaakt. Zora heeft staan strijken. Ze denk aan Nier, de zoon die in de nacht van de dood van Tonnis meteen ook verdwenen is. Zijn vader was een lijk, maar Niertje is in rook opgegaan. Movo vertelt aan Zora dat zijn vader dood is. Zora neemt het tamelijk koel aan: ze doet er heel schamper over. Movo ziet een vreemd pakje dat aan Zora zelf gericht is. Zora klaagt intussen over haar verziekte figuur: ze is bijna 42 en door de drieling zal ze haar figuur niet meer terugkrijgen. Movo wil seks met Zora, maar die wimpelt hem af. Wel biedt ze aan een pornofilm te draaien zodat hij toch zijn plezier kan hebben. Ze pakt een projector en haalt een van de oude filmpjes tevoorschijn. De film heet “Edelweiss”en de hoofdrolspeelster is natuurlijk Zora zelf, die in een soort Heidi-film met haar vriendin Ulbine een pornofilm heeft gemaakt in de jaren zeventig (vgl. deel I waarin de ik-verteller heeft aangegeven haar in 1973 in een pornostudio te hebben ontmoet) Ulbine is Heidi en Zora is Edelweiss die bij haar komt logeren. Samen vermaken ze zich met de jongen Peter. Zora vertelt dat het in februari 1973 was en dat ze toen nog vijftien jaar was. Movo herkent in Peter de Honderdman van Hellegatsplein, Tonnis Mombarg. Dan vertelt Zora dat het kind dat gemaakt werd op de film eigenlijk Movo zelf is. Hij heeft naar zijn eigen ontvangenis zitten kijken, terwijl hij zichzelf bevredigde. Dat komt heel bizar op Movo over. Hij wil het eigenlijk niet geloven. Vervolgens gaan Zora en Movo op uitnodiging van de ex-burgemeester van Rotterdam naar het Stadhuis op de Coolsingel waar Erdam wordt gehuldigd. Daarna vertrekken ze weer naar Zora’s Place, waar ze beiden kijken naar de documentaire “Hebt u mijn boertje ook gezien?”waarbij eerst Movo’s ouders ( de familie Satink ) aan het woord komen. Hun zoon is op 6 september 1996, de dag van de moord op de Honderdman van Erdam) definitief verdwenen. Zowel de ouders van Tibbolt als Zora komen in beeld, want het toeval speelde een grote rol. Zora was op zoek naar haar verdwenen zoon en de ouders van Movo naar hun verdwenen zoon. Ze waren op zoek naar dezelfde persoon. In het verleden (na het maken van de pornofilm) is Zora namelijk zwanger geraakt van Tonnis Mombarg. Ze hadden het kind te vondeling gelegd in het Kralingse bos, omdat ze het niet zouden kunnen opvoeden. Het jongetje was gevonden, maar abusievelijk had in de krant gestaan dat het kind Nier (Reinier) dood was. De rectificatie de dag erop in de krant hadden ze niet gelezen. Er was namelijk een ander baby’tje gestorven. Wel hadden ze steeds gedaan alsof ze een zoon gehad zouden hebben die op de dag verdwenen zou zijn (6 september 1999) toen zijn vader gedood was. Het wordt natuurlijk helemaal een Oidipus-verhaal wanneer uit uitvergroting en daarna bestudering van de beelden van de aanslag door een computernerd uit Hellevoetsluis blijkt dat de dader van de moord op Tonnis niemand minder is dan Movo zelf. Tijdens de supportersrellen was hij overgelopen naar de andere partij. Zo is hij dus een vadermoordenaar (Tonnis) die met zijn moeder (Zora) seksueel contact heeft en met haar de drieling MIM heeft verwekt. Een bizarre conclusie die aan het einde van deel II als bittere waarheid naar boven komt. Movo is de moderne Oidipus. Bovendien wordt het motto van deel II heel nadrukkelijk in dit gedeelte verhaald. Wie zichzelf niet kent, weet eigenlijk niets. Movo hoort in dit deel de voor hem verschrikkelijke voorgeschiedenis en hij komt er op een bizarre wijze achter wie zijn echte vader is. En dat op de dag dat zijn stiefvader Geb Satink gestorven is, wat hem is meegedeeld in de rust van de kampioenswedstrijd van Erdam, waarvan Movo dan weer de Honderdman van de supportersvereniging is en nota bene de opvolger van Tonnis, de man die hij gedood heeft. Deel III: Braille voor het oog Dit deel begint met een Latijns motto van Tibullus: Sera tamen tacitis poena venit pedibus Vrij vertaald betekent dit: “(weliswaar) Laat, maar met zwijgzame voeten komt de straf. “ Movo is erg onder de indruk van wat hij zojuist heeft gezien en gehoord. Eigenlijk wil hij gewoon wraak nemen, maar op wie. Hij gaat weer naar buiten en loopt in de richting van het Stadhuisplein waar intussen allerlei rellen zijn uitgebroken. Het is echt een puinhoop in de stad geworden en politieagenten schieten met scherp. Dan komt ook het waterkanon (bijgenaamd De Lama) in actie. Movo overdenkt zijn situatie: hij ziet zelf weer de moord op Tonnis Mombarg plegen, al voelt het aan alsof een ander die moord gepleegd heeft. Hij was op die zesde september doelbewust van partij (van Adam naar Erdam) gewisseld en zo dichtbij in de buurt van zijn biologische vader gekomen. Hij is natuurlijk de moderne Oidipus: zijn vader gedood en met zijn moeder seks gehad: hij had zelfs haar bloed wel eens geproefd. De bloedschande was over hem gekomen. Hij loopt naar het station om naar zijn pleegmoeder Ulrike te gaan en haar naar de waarheid te vragen. Maar hij heeft geen kaartje en kan niet worden toegelaten tot de trein vanwege de gespannen toestand in Rotrerdam. Hij besluit dan om weer naar Zora’s Place terug te gaan. In het eetcafé ziet hij Zora eerst nergens. Diverse klanten hebben de lekkere bitterballen besteld, maar die laten op zich wachten. Vanuit de keuken komt hem een enorme frituurwalm tegemoet. Op de radio die in de keuken aanstaat, hoort hij reclames over voetschimmels, likdoorns en andere voetafwijkingen (niet toevallig natuurlijk, want hij is de nieuwe Oidipus-wat letterlijk gezwollen voet betekent) Wanneer hij aan de walm in de keuken gewend is, ziet hij dat Zora aan een nylondraad hangt: ze heeft zich zelf opgehangen (zoals de oorspronkelijke moeder van Oidipus, Iokaste, dat ook heeft gedaan.) Daarna komt er een kort hoofdstuk waarin de ik-verteller (de camerabeheerder van deel I) nog vertelt over de rellen op het Stadhuisplein en daarna ook op weg gaat naar Zora’s Place. In het vierde hoofdstuk van deel 3 denkt Movo na over de tatoeage die Zora op haar rug heeft laten aanbrengen door Crankien. Het was een geheimzinnige code geworden waarbij de puntjes met elkaar verbonden konden worden. In haar slaap probeerde Movo de cijfercode te ontraadselen. Hij koopt viltstiften om ’s nachts de puntjes met elkaar te verbinden. Ook raadpleegt hij een paragnost. Die waarschuwt hem uit de buurt van Zora te blijven. Maar ineens in die keuken van Zora vallen alle puntjes en lijnen samen. Hij leest de allesomvattende boodschap op haar rug ” Als het oog u hindert, ruk het uit.” Dat was wat de klassieke Oidipus gedaan had, toen hij tot het inzicht was gekomen dat hij met zijn moeder naar bed was gegaan. Dat was de straf die Movo ook moet overkomen: je moet het aangezicht straffen voor iets wat verschrikkelijk is. Hij buigt zich daarna over de hete frituurpan met zijn gezicht en hij kotst in het vet. Het hete vet spuit nu door het vocht omhoog en vreet zich in zijn gezicht een weg. De cafégasten komen op zijn gegil af en zijn dus getuige van een afgrijselijk tafereel. Movo schreeuwt dat hij Zora eerst het hof en daarna het kerkhof gemaakt heeft. Het alarmnummer moet worden gebeld. Maar de ambulances blijven lang weg, want er zijn rellen op het Stadhuisplein, waarbij ze worden ingezet. Er is dan weer een intermezzo van de ik-verteller die ook een tipje van de sluier oplicht. Hij komt ter plaatse van het café en ziet dat er inmiddels ambulances gearriveerd zijn. Steeds is hij op belangrijke momenten getuige geweest van iets wat met Movo’s leven te maken heeft gehad: - hij was aanwezig bij de opnamen van de pornofilm van Edelweiss, dus eigenlijk bij zijn conceptie - op een autoloze zondag in 73 had hij zijn lantaarn laten glijden over de kartonnen doos waarin Movo te vondeling was gelegd. - Hij had de moord van Movo op Mombarg geregistreerd met zijn camera QX-Q-8 - Movo’s lugubere wraak (zijn eigen ogen uitsteken) wordt door Rijnmond TV geregistreerd en opnieuw is de ik-verteller ter plaatse. De belangrijke momenten uit het leven zijn allemaal op film vastgelegd. De ik-verteller besluit met de leuze Consummatum est Dat is verwijzing naar de kruiswoorden uit de Bijbel volgens het evangelie van Johannes:
Van der Heijden - ook bekend als A.F.Th. – is een autobiografisch schrijver. Binnen zijn verhalen en romans is het eigen leven van de schrijver te herkennen. Dit maakt dat het gehele oeuvre met elkaar verbonden is. Dat wil echter niet zeggen dat gebeurtenissen en personen in zijn werk een getrouwe afspiegeling zijn van zijn eigen leven: hij gebruikt deze vrij, om ze te combineren met fictie, filosofische uitwijdingen en een treffende sfeertekening van de Nederlandse sociale en culturele geschiedenis vanaf de jaren vijftig. Van der Heijden wordt wel eens gezien als de vertegenwoordiger van een generatie die na de oorlog opgroeide; dit in contrast met schrijvers als Harry Mulisch, Willem Frederik Hermans en Jan Wolkers die de Tweede Wereldoorlog tot een belangrijk motief in hun werk maakten. Kern van het oeuvre van Van der Heijden is de cyclus 'De tandeloze tijd'. Kenmerkend is dat deze oorspronkelijk bedoeld is als trilogie, maar veel omvangrijker werd. (Het loopt vaak anders met de bedoelingen van Van der Heijden. Zo zijn er al jaren vooraankondigingen van nieuwe romans die maar niet verschijnen, of groeien hoofdstukken soms uit tot complete romans.) De schrijver is inmiddels alweer een nieuwe ambitieuze cyclus gestart, Homo duplex, waarvan de omvangrijke proloog De Movo tapes en het sleutelboek Drijfzand koloniseren zijn verschenen, en in maart 2007 is het nader in de cyclus te plaatsen deel "Het Schervengericht" verschenen. Binnen deze cyclus zijn er meer werken gepland. Daarnaast publiceert hij tussendoor ook 'los' autobiografisch werk, onder andere in de vorm van dagboekaantekeningen. Van der Heijden publiceerde aanvankelijk onder het pseudoniem Patrizio Canaponi (waaronder de merkwaardige verhalenbundel 'Een gondel in de Herengracht' en de roman 'De draaideur'). Thans wenst hij als schrijver A.F.Th. genoemd te worden. Bibliografie • 1978- Een gondel in de Herengracht (verhalen) • 1979 – De draaideur (roman) • 1983 – De slag om de Blauwbrug. De tandeloze tijd. Proloog (roman) • 1983 – Vallende ouders. De tandeloze tijd 1 (roman) • 1985 – De gevarendriehoek. De tandeloze tijd 2 (roman) • 1986 – De sandwich (roman) • 1988 – Het leven uit een dag (roman) • 1990 – Advocaat van de Hanen. De tandeloze tijd 4 (roman) • 1992 – Weerborstels. De tandeloze tijd. Een intermezzo (novelle) • 1994 – Asbestemming. Een requiem (roman) • 1996 – Het Hof van Barmhartigheid. De tandeloze tijd 3.1 (roman) • 1996 – Onder het plaveisel het moeras. De tandeloze tijd 3.2 (roman) • 1997 – 'WHAMM, de democratisering van het talent'. • 1998 – De gebroken pagaai (novelle) • 1999 – Het onmogelijke boek: een kleine monoloog van de auteur • 2001 – Gevouwen woorden (brieven) • 2003 – De Movo tapes (Homo duplex 0) • 2003 – Engelenplaque (Dagboekaantekeningen) • 2004 – Hier viel Van Gogh flauw (Dagboekaantekeningen) • 2006 – Drijfzand koloniseren (sleutel tot Homo duplex) • 2007 – Het schervengericht (onderdeel van Homo duplex) • 2007 – Mim (novelle ter gelegenheid van Harry Mulisch' tachtigste verjaardag)
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
Er staat een schrijfvout in de tekst. Bij de samenvatting van de inhoud, deel 2 van het boek staat tussen haakjes 6 september 1999 maar dat moet 6 september 1996 zijn.
10 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
Je vertelt dat er personaal wordt verteld, dit klopt niet, omdat er niet vanuit het hoofd van de hoofdrolspeler naar het verhaal wordt gekeken. Je leest het verhaal alsof je naar een "poppenkast" kijkt, dit wordt de auctoriale vertelwijze genoemd!
10 jaar geleden
AntwoordenK.
K.
ik had een vraagje,
weet u misschien wat het sujet in dit verhaal is?
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Ik heb dezelfde vraag. Weet u wat het sujet van het verhaal is?! En begint het verhaal ab ovo of media res?!
10 jaar geleden