Uitgelezen op: 5 oktober 2006 Hoe ben ik tot de keuze van dit boek gekomen? Mijn leraar Nederlands behandelde een aantal relevante boeken voor onze literatuurlijst, waaronder 'Bezonken rood'. Ik ben iemand die van realistische boeken houdt, met (indien mogelijk) waar gebeurde verhalen. Ook vind ik boeken die over oorlogen en andere verschrikkingen gaan altijd boeiend, ik denk omdat dat ver van mijn bed is, een heel andere wereld waar mijn voorouders echt mee te maken hebben gehad. Ik ben naar de mediatheek gegaan, heb een beetje bekeken wat er voor boeken waren en zag toen 'Bezonken rood' staan en toen ben ik het gaan lezen. De samenvatting. 'Bezonken rood' wordt verteld vanuit de ik-persoon Jeroen Brouwers, vanuit zijn 4-jarige 'ik' en zijn 41-jarige 'ik'. Het verhaal loopt niet helemaal chronologisch, er komen veel flashbacks in voor; naar zijn periode in het jappenkamp in Nederlands-Indië en naar verschillende andere belangrijke momenten in zijn latere leven. Jeroen Brouwers krijgt op een winterse dag in 1981 een telefoontje van het verzorgingstehuis van zijn moeder, met het nieuws dat zijn moeder overleden is. Mede door dit telefoontje komen er allemaal herinneringen boven bij Jeroen, onder andere over het Jappenkamp 'Tjideng' waar Jeroen drie levensjaren heeft doorgebracht met zijn moeder, zijn zusje en zijn grootmoeder. Jeroen leeft zijn eerste levensjaren in Nederlands-Indië, waarna er een inval word gedaan door de Japanners en Jeroen terecht komt in het kamp die onder leiding staat van Kenitji Sone. Ze slapen in een keuken, allemaal op een plank in het aanrecht. Er sterven zoveel mensen op zoveel verschillende gruwelijke manieren dat de kinderen in het Tjideng-kamp al van heel jongs af aan leren wat 'dood' betekent en wat het inhoudt. Jeroen beschouwd de dood zelfs als heel normaal, het hoort erbij dat elke dag meerdere vrouwen sterven aan ziektes, mishandeling, honger of pure uitputting en verdriet. De kinderen zien mishandeling als iets leuks. als een weerloze vrouw bij haar haren vastgehouden en in elkaar getrapt word staan er meestal wel een paar lachende kinderen bij. Als een oude, uitgeputte vrouw, met een halsband om, continu geslagen met een stok of zweep, door het kamp moet lopen op handen en voeten en aan ieder uitwerpsel dat ze tegenkomen moet ruiken als een hond dan huppelt er altijd wel een groepje vrolijke, joelende kinderen achteraan met de slappe lach. Ook zijn er de dagelijkse appèls, waarbij alle bewoners van het kamp uren stil moeten staan in de gloeiend hete zon. Vaak moeten ze al hurkend rond springen als kikkers en er kikkergeluiden bij maken. Dit uren volhouden in de Indische hitte lukt bij Jeroen en de andere kinderen wel, die vinden het wel leuk en maken er een spel van, maar voor de oudere- en middelbare dames is het ontzettend zwaar en er vallen ook dagelijks doden bij dit appèl. Al deze verschrikkelijke gebeurtenissen (er zijn er veel meer dan de paar die ik net heb samengevat) staan in het geheugen van Jeroen Brouwers gegrift. Op veel belangrijke momenten in zijn leven keren de momenten van decennia geleden terug. Het kamp Tjideng, de kampbewakers en de mede-gevangenen hebben zijn leven onmiskenbaar beïnvloed. Na de oorlog emigreerde de hele familie, met uitzondering van de grootouders die de oorlog niet hebben overleefd, naar Nederland. Op z'n 10e verjaardag wordt Jeroen naar een kostschool gestuurd om opnieuw opgevoed te worden. Hij voelt zich verraden door zijn moeder en wenst haar dood. Rond het jaar 1974 ontmoet Jeroen Liza. Ze worden snel verliefd en een uur na hun ontmoeting gaan ze met elkaar naar bed. Het blijkt een opvlieger te zijn want na drie dagen gaat hij er weer vandoor. Zeven jaar later, als Jeroen getrouwd is en een dochter heeft, komt hij Liza weer tegen. Jeroen is iemand die ontzettend veel nadenkt over het leven, en vraagt zich op het moment dat ie dat ongemakkelijke gesprek heeft met die vrouw met wie hij zeven jaar geleden nog een (weliswaar zeer korte) affaire had, af hoe hij geworden is zoals hij is. Een paar maanden later, vlak na het overlijden van zijn moeder, voelt Jeroen zich heel verward. Hij heeft zijn moeder al jaren niet meer gezien en heeft er dus ook totaal geen behoefte aan om naar de crematie te gaan, laat staan om zijn naam onderaan het rouw-advertentie in de krant te laten zetten. Wel wil hij een uitgebreid verslag van de crematie. Op het tijdstip van de crematie besluit Jeroen uit eerbied, loyaliteit en, toch wel, het houden van, voor te lezen uit het boekje 'Daantje gaat op reis'. Dit boekje heeft hij van zijn moeder gekregen voor zijn vijfde verjaardag en hieruit heeft zij hem leren lezen. Hij kan het boekje niet vinden. Een paar weken later, na fotoalbums van zijn moeder gezien te hebben en daarvan ontzettend in de war te raken, besluit hij dat hij een boek wil schrijven over zijn leven in het Jappenkamp. Hij wil dit, om te laten zien dat de Jappenkampen écht wel minstens even erg waren dan de Duitse kampen (hij kan zich verschrikkelijk ergeren aan alle verhalen over wat voor afschuwelijke taferelen zich in Duitsland afspeelden in de oorlog, want je hoort bijna nooit iets over de Jappenkampen in Nederlands-Indië.), en ook uit respect voor zijn moeder, die gedurende de drie verschrikkelijke jaren in het Jappenkamp alles gaf om het de kinderen iets beter te maken. Ze hamsterde rijstkorrels, ruilde haar (laatst overgebleven) waardevolle spullen in voor bijvoorbeeld een blikje om het gehamsterde voedsel in te bewaren , voor cadeautjes voor de kinderen (waaronder dat boekje 'Daantje gaat op reis'), en voor een oude strijkplank om de stokoude, levensmoede grootmoeder naar de dagelijkse appèls te brengen door middel van kleine (ergens anders geronselde) wieltjes onder de strijkplank te binden. Mijn mening is te zien op de volgende bladzijde.
2: Een beetje
3: Erg
Spannend
Meeslepend
Ontroerend
Grappig
Realistisch
Fantasierijk
Interessant
Origineel
Goed te begrijpen
Dit weer heeft mij aan het denken gezet: Ja. Ik heb iets aan dit werk gehad: Ja. Mijn persoonlijke mening. Vond je het een interessant onderwerp? Ik vond het een zeer interessant onderwerp, omdat ik veel van dit soort realistische verhalen over de oorlog houw. Ook vind ik het interessant te lezen hoe iemand denkt nadat ie een bepaald iets heeft meegemaakt in zijn leven. Wat voor een invloed een erge, maar ook leuke belevenis op de rest van een mensenleven kan hebben. Werd het onderwerp oppervlakkig behandeld of had het voldoende diepgang? Ik vind dat dit onderwerp meer dan voldoende diepgang had; in gedeelten dat Jeroen Brouwers over zijn huidige leven praatte vond ik het niet zo diepgaand maar als hij begon over zijn leven op jonge leeftijd, zijn kijk op zijn moeder en gebeurtenissen in het kamp, vond ik het juist weer ontzettend diepgaand en emotie losmakend.
die valt bijna om
Mag ik je pop tjoepen* als je dood bent? Kwaak! ik vind t niet meer leuk
ik word moe.. kwaak... mogen we stoppen? Kwaak...... waarom schreeuwen ze zo hard? Au! Kwaak! Kwaak! tjoepen, dit woord werd veel gebruikt in het Jappenkamp, het betekent iets van andermans spullen stiekem en snel afpakken zodra diegene dood is. De kinderen deden dit vaak als iemand anders een leuk stuk speelgoed had, het verschil met volwassenen was alleen dat de kinderen zo eerlijk waren om het gewoon netjes te vragen terwijl hun vriendjes nog leefden.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden