1 Verwerkingsopdracht: Zie de bijgevoegde cd voor de muziek: Tubular Bells door Michael Oldfield. Redenen voor de gekozen muziek Ik heb deze muziek uitgekozen, omdat ik het qua sfeer en thematiek erg bij elkaar vindt passen. De muziek bestaat uit gecompliceerde muziek en het is instrumentaal. Ik krijg bij het horen van deze muziek nogal een raar, angstig gevoel, dat moeilijk is te beschrijven. Bij het lezen van dit boek, associeerde ik meteen deze muziek met het boek. Deze muziek wordt ook gebruikt bij het televisie programma ‘Bassie en Adriaan’ en in dit programma stuiten Bassie en Adriaan op allerlei mysteries. In ‘Het stenen bruidsbed’ wordt er ook nogal mysterieus gedaan over het verleden van het hoofdpersonage, Norman Corinth. Net als de muziek, is de sfeer in het boek naar mijn mening ook een beetje merkwaardig. Er gebeuren vreemde dingen, net zoals Norman Corinth aan het eind van het boek zijn huurauto in brand steekt. Verder vind dat als het boek verfilmd zou worden, muziek ook als themesong zou kunnen worden gebruikt. Dit zou ook prima in sommige scènes als achtergrondmuziek gebruikt kunnen worden. Of als achtergrondmuziek bij de aftiteling van de eventuele verfilming van het boek. 2 recensie: Opstellen over Mulisch: een snotaap in een bommenwerper Ruim dertig jaar geleden schreef Harry Mulisch Het stenen bruidsbed, volgens velen zijn beste roman. Hij liet daarin een fictieve, vijfendertigjarige Amerikaanse tandarts terugkeren naar de plaats waar hij elf jaar eerder een niet in het minst fictieve daad verrichtte: hij bombardeerde met zijn maten de stad Dresden. Norman Corinth, "een snotaap met een bommenwerper", voltrok zijn daad zonder scrupules; in grote opwinding overmeesterde hij zijn bruid, de stad, zette haar in vuur en vlam en keerde haar rokende puinhopen zonder wroeging de rug toe. Het was de laatste daad die Corinths leven zin gaf, daarna leeft hij in een tijdloos vacuüm, zonder gevoel, zonder karakter. Mulisch sleurt hem daaruit en stuurt hem op herhalingsoefening naar een congres in de DDR. Opnieuw verovert hij zijn Helena, de gids Hella, en laat hij haar na één bruidsnacht geestelijk vernietigd achter. Het stenen bruidsbed is het prototype van een "moeilijk" boek. Dat komt door de vele verwijzingen naar een ander epos over de verovering van een stad en een vrouw, de Ilias, door de ondoorgrondelijke beeldspraak en de filosofische uitweidingen over de rol van de tijd en de geschiedenis. Bovendien koos Mulisch een schokkende invalshoek: zijn universele oorlogsmisdadiger is geen nazi of kampbeul, maar een joodse "bevrijder". Mulisch schreef in 1956, toen hij aan de roman werkte: "ik weet alleen, dat ik van nu af aan werkelijk schrijf". Zo is er waarschijnlijk ook een groep lezers die sinds de verschijning van dit boek in 1959 pas werkelijk leest: middelbare scholieren destijds, tijdens de wiskundeles verdiept in een onbegrijpelijk duister en ongewoon prachtig boek. Zo'n lezer is J. A. Dautzenberg, samensteller van de bundel de sleutel in de kast. Over het stenen bruidsbed van Harry Mulisch, en tevens auteur van de romp van het boek, een minutieuze interpretatie van de roman. Drijfveer voor het samenstellen van deze bundel is, zo blijkt uit Dautzenbergs inleiding, zijn mateloze bewondering voor de schrijver en zijn roman. Zijn verzekering dat. Het stenen bruidsbed behalve knap en complex, "ook een heel mooi boek is", is aandoenlijk omdat de exegeten die Dautzenberg in zijn bijdrage aanhaalt zich voor zo'n uitspraak dood zouden generen. Dautzenberg stelt zich in "Alles moest in kaart gebracht worden niet op als wetenschappelijk onderzoeker. Evenmin pretendeert hij met zijn interpretatie van regel tot regel een definitieve close reading te geven. Zijn doel is, uiteraard geheel in de geest van Mulisch "het raadsel te vergroten". Slechts raadseltjes wil hij oplossen: historische achtergronden, namen, toespelingen. Bovendien groepeert hij per passage de vele, vaak tegenstrijdige lezingen van critici en onderzoekers. Wie zo dapper is de gehele 186 pagina's tellende interpretatie uit te lezen, constateert dat Dautzenberg niet alleen de brave boekhouder is achter een bureau vol naslagwerken en wetenschappelijke turven. Hij tikt de onderzoekers regelmatig op de vingers en voert opvallend vaak als laatste, doorslaggevende bron Dautzenberg: 1979 op. Op zichzelf is dat de juiste werkwijze voor een onderzoeker die aansluit in een rij voorgangers. Tegelijkertijd voert hij echter op zeer onwetenschappelijke wijze zijn talloze gesprekken met Mulisch op als autoritaire bron bij allerlei netelige kwesties. Dat zou wel "mogen" in een essay, maar daartoe leent de encyclopedische opzet van het artikel zich niet. Het is geen genot om de opeenstapeling van feitjes en citaten door te ploegen en dat was ook niet de bedoeling. Dautzenberg is vooral een criticus die het laatste woord wil hebben. Hij neemt de vrijheid zijn idool waar het even te pas komt op te voeren. Dat is niet moeilijk, want Mulisch strooit rijkelijk met aforistische uitspraken over het schrijverschap en het schrijfproces. Zo diende zich vanzelf een titel aan als "Alles moest in kaart gebracht worden" en het doel "het raadsel te vergroten". Ook de titel "De sleutel in de kast" is een velgebruikte Mulisch-metafoor voor de Sisyfusarbeid van de interpretator: die sleutel ligt namelijk in het kastje. Ook voor de motto's waren voldoende Mulischwijsheden voorhanden. Die overdaad irriteert een beetje; het is alsof Mulisch zelfs in een boek van een ander niet even zijn mond kan houden. De andere bijdragen steken wat omvang en toewijding betreft bleekjes af bij Dautzenbergs eigen gedeelte. De bundel bevat wat Mulisch-curiosa, een verdwaalde brief, en gesprek met Claus en Schierbeek en een nawoord bij de Noorse uitgave. Er zijn twee intrigerende, maar ontoegankelijke essays van E. G. H. J. Kuipers over Mulisch" formules (eureka!) en de chemistische processen in de roman. Jan Blokker vertelt wat er werkelijk gebeurde in de fictief gemaakt gruwelnacht in 1945. Aad Nuis veegt in een zeer overtuigende en vermakelijke bijdrage de vloer aan met René van Stipriaan die op grond van stompzinnige argumenten Mulisch van plagiaat beschuldigde. Gelukkig ontbreken ook de zeer uitvoerige bibliografie van Marita Mathijsen en een geschiedenis van de kritische ontvangst niet. Een wonderlijk allegaartje. Toch is "mislukt" een onterechte kwalificatie voor deze bundel. Hij levert op zijn minst een bruikbare reeks voetnoten bij de roman op. Die voetnoten hadden misschien beter in een ouderwetse "geannoteerde" editie aangebracht kunnen worden, voor een handjevol verstokte liefhebbers. Nu leest het erg lastig, met in iedere hand een opengeslagen boek. Geschreven door Aleid Truijens. Gepubliceerd in het NRC Handelsblad op 26 januari 1990. Bespreking recensie Wat me opvalt aan deze recensie is, dat ik het soms meer dan eens ben met de recensent. Truijens schrijft dat het boek het prototype is van een moeilijk boek en dat er meerde keren wordt verwezen naar een of ander epos. Daar ben ik het volledig mee eens. Ik vond het erg verwarrend dat er werd verwezen naar het epos van Homerus, maar dat neemt niet weg dat het, behalve een complex, ook een mooi boek is. Maar zoals Truijens beweert, het is inderdaad geen pretje om de opeenstapeling van feitjes en citaten door te ploegen.
Titel: Het stenen bruidsbed
Plaats van uitgave: Amsterdam
Naam Uitgever: Hooiberg Epe
Eerste druk: juni 1959
Gelezen druk: 25e druk, september 1976
Aantal pagina’s: 219
ISBN nummer: 90●234●0001●1 Titelbeschrijving: In het boek gaat Norman Corinth, de hoofdpersoon, naar bed met Hella, de houdster van het pension waar hij verblijft. Daarbij zegt hij: ‘iedere keer is de eerste.’ Net als het bruidsbed voor een maagd die voor het eerst met haar man naar bed gaat. Na die avond heeft Corinth echter geen interesse meer in Hella, waarbij hij verwijst naar Helena die ook eerst veroverd werd en daarna vond niemand er meer wat aan, na de verovering was ze niet meer interessant. Het bruidsbed veranderde dus in steen, en vandaar de titel het stenen bruidsbed. 2. Korte weergave De Amerikaan Norman Corinth is door de communistische partij van Oost-Duitsland uitgenodigd tot deelname aan een tandartsencongres in Dresden, de stad die Corinth als oorlogspiloot 13 jaar eerder in de Tweede Wereldoorlog mede gebombardeerd heeft. Tijdens de aanval schoot een Messer-schmitt zijn vliegtuig neer. Corinth raakte zwaar gewond. Door Russische plastische chirurgen werd zijn gezicht enigszins opgelapt, maar het draagt nog altijd de sporen van de catastrofe. Corinth is niet alleen uiterlijk geschonden, maar is ook innerlijk een misvormd mens. Zijn huwelijk is mislukt. Toen hij de uitnodiging kreeg, hoefde hij zijn vrouw niets te zeggen. Op het vliegveld Tempelhof wordt Corinth afgehaald door Hella Viebahn, die als gids optreedt. Zij blijkt een gescheiden vrouw te zijn. In Dresden bezichtigt Corinth de stad. Bij de rondleiding betreedt hij een historische plaats. Vanaf die heuvel overziet Corinth de vernietiging van Dresden die hij mede veroorzaakt heeft. Het wordt Corinth gauw duidelijk, dat Hella een meer dan gewone belangstelling voor hem koestert. Dan volgt er een soort homerische zang, die beschrijft hoe Corinth en zijn maten in een bommenwerper boven Dresden vliegen en opgewonden zijn als jongens voor een spelletje. Corinth maakt voor het begroetingsdiner kennis met de West-Duitse afgevaardigde Schneiderhahn. Deze vertelt later dat zijn vader, zuster, kind, vrouw 'alles verbrand, gesmolten' is. Verder suggereert hij, dat hij werkzaam is geweest bij het binnenlandse front. Hij doelt hiermee op de concentratiekampen. Hella geraakt bij het horen van die mededeling geheel overstuur. Als ze zich daarna enigszins hersteld heeft, dwingt Corinth haar over haar leven te vertellen. Hella heeft veel geleden. Zij heeft ook een kind gehad. Ze vraagt hem op haar beurt zijn geschiedenis te vertellen. Corinth verzwijgt, dat hij Dresden gebombardeerd heeft. Hella koestert geen achterdocht, omdat zij, evenals de inwoners, meent dat de Engelsen de schuldigen waren. Die avond geeft Hella zich aan Norman. Dan volgt er weer een zang, die vertelt over het bombardement zelf, beschreven als een soort lustdaad en over Corinth die onschuldige mensen in de rivier beschiet. Nu hij Hella gehad heeft, verliest hij zijn interesse. De volgende dag ontwijkt hij haar zelfs en zoekt contact met een ander meisje. Hella is diep teleurgesteld en probeert hem terug te winnen. Zij biedt zich zelfs opnieuw aan. Hierna volgt er weer een derde zang, die vertelt over Corinth’ s ondergang; hun vliegtuig wordt gebombardeerd en hij moet eruit springen. Corinth verschijnt niet en eenzaam bevredigd Hella zich met behulp van de hoed die Corinth heeft achtergelaten. In diezelfde nacht rekent de dronken Corinth met Schneiderhahn af, omdat de West-Duitser hem over zijn verleden voorgelogen had. Bij nader onderzoek was gebleken, dat Schneiderhahn niets te maken had met concentratiekampen, maar hij tussen 1942 en 1946 een topfunctie in Moskou vervulde hij een buitenlandse spionageorganisatie. Op de terugweg krijgt Corinth een ongeluk. Hij raakt lichtgewond. Als hij in zijn zakken naar sigaretten zoekt, vindt hij een krantenknipsel. Hij steekt zijn auto in brand om het te kunnen lezen. Het gaat over de ontdekking van Troje. De zoekers naar Troje dachten immers ook dat ze hadden gevonden wat ze zochten, totdat bleek dat het werkelijke Troje nog zes lagen diep onder de grond lag. Hij gooide toen ook dit krantenknipsel in het vuur. Bron:
Hoe populair dit ook was, het miste zijn uitwerking omdat het gerucht ging, dat Nero tijdens het branden van de stad in zijn paleis het toneel bestegen en Troje's ondergang bezongen had, de huidige ramp vergelijkend met vernietigingstaferelen uit de voortijd. TACITUS, Annalen, Boek XV
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden