Titel boek: vampier in de school
Schrijver: Paul van Loon
Vertaler: geen
Soort boek: griezelboek
Jaar van uitgave: 1999
Uitgever: Elzenga
Plaats van uitgave: Amsterdam A. 1. Ja, ik zou het boek gekozen hebben als ik alleen naar de omslag keek, want hij ziet er vaag uit zodat hij niet veel van het verhaal verhult. En dat vind ik fijn, want ik wil liever mijn eigen beeld van het verhaal hebben. 2. Nee, ik zou het boek niet gekozen hebben als ik alleen naar de titel kijk, want de titel drukt niks uit, alleen maar dat er een vampier in de school is. Ik vind de titel ook een beetje kinderachtig, want zo denk je meteen dat het over een kinderboek gaat met een vampier. Toch is het boek wel wat beter en ingewikkelder. 3. Titelverklaring: wat ik van de titel ‘vampier in de school’ kan verklaren is dat er een vampier in de school, waar het verhaal zich merendeels afspeelt, rondloopt, en vele slachtoffers neemt, waaronder de directeur, enkele docenten en Edje, de vriend van Jacko. B. 1. De belangrijkste personen zijn; Jacko de verteller, Edje de vriend van Jacko, Sara de vriendin van Jacko, de nachtwaker met zijn hond, Jacko’s vader en moeder, Lobit en Varlok. Jacko en Sara zijn erachter dat een vampier hun school bedreigt en komen de nachtwaker Gaspar tegen, samen zweren zij tegen de vampier Varlok. Lobit is het hulpje van Varlok. 2. De hoofdpersoon Jacko is een verlegen jongen die erg argwanend is, hij is wel sociaal en aardig tegen zijn vrienden en kent hen ook goed. Hij neemt wel snel initiatief en is erg dapper en moedig bij zijn vrienden, om actie te ondernemen en tegen de vampier te vechten. 3. Het probleem van de hoofdpersoon is dat op zijn school een vampier rondloopt en veel slachtoffers neemt, zoals zijn vriend Edje en vele andere. Jacko vind dat niet leuk en merkt dat de vampier hem ook wil, dan komt hij iemand tegen die al jaren naar de vampier op zoek is die hem helpt met zijn probleem. 4. De belangrijkste gebeurtenis in het verhaal is de keer dat ze de vampier Varlok gaan zoeken, en ze vinden hem dan in een sarcofaag. Daar ontwaakt hij wanneer ze de deksel eraf schuiven. Varlok komt uit de kist en verandert in een beest wat hen afschrikt, maar dan komt de zon op en verdwijnt hij als. 5. Stop Varlok
Want het hele boek
draait in het begin om het vinden en herkennen van de vampier, daarna over het stoppen van de vampier van het nemen van slachtoffers en het vernietigen van hem. Daarom heb ik voor de woorden ‘Stop Varlok’ gekozen. 6. Het verhaal speelt zich voor het grootste gedeelte af op de school van Jacko, bij hen thuis en in de straten van Jacko’s woonplaats. De school is groot en donker, waar je makkelijk in kan verdwalen, het huis van Jacko is een normaal huis waar niet veel over verteld wordt en de straten van zijn woonplaats zijn donker, verlaten en te gevaarlijk om zomaar ’s nachts te gaan rondlopen. 7. De tijd waarin het verhaal van het boek zich afspeelt is rond de tegenwoordige tijd, bv. de laatste 10-20 jaar, dat maak je uit op bv. De begroeting ‘alles kids’?, het scheermesje en een computercursus. De rest van het taalgebruik duid er ook op dat het verhaal zich in de laatste jaren heeft afgespeeld. 8. De vertelde tijd in het verhaal word best goed beschreven omdat de hoofdpersoon zich steeds afvraagt wat er is gebeurd en wat er in de komende dagen gaat gebeuren. Het verhaal speelt zich in 5 vertelde dagen af maar er zijn ook stukken waar er nog wat van vroeger wordt verteld. 9. Het verhaal zou niet echt gebeurd kunnen zijn, want er komt veel fantasie in voor, zoals verhalen van vroeger, onzindromen, en de hele vampierkwestie. Jacko heeft in het verhaal regel matig waanzindromen, bv. dat hij in de klas zit en de docent stopt een hamster in zijn mond, of de keer dat Sara bij hem om middernacht op de raam komt kloppen. Het verhaal kan dus niet echt gebeurd zijn. C 1. Ik vond het boek makkelijk leesbaar want het taalgebruik was niet lastig te begrijpen, de woorden waren niet erg moeilijk. Er werd voldoende gebruik gemaakt van leestekens, en alinea’s. De vertelde gedeeltes waren ook niet moeilijk te begrijpen want, het verhaal werd gezien door de ogen van de hoofdpersoon , Jacko. 2. Nee, er staan geen stukken in die ik liever zou overslaan, want het verhaal bleef zowat de hele tijd boeiend door bv. , achtervolgingen van vampiers op Jacko, spannende dromen, en mysterieuze ontmoetingen. Je moest het verhaal ook steeds aandachtig blijven volgen anders was het verhaal niet meer duidelijk. 3. Paul van Loon is een schrijver van boeken voor kinderen van 7 tot 99 jaar. Iets jongere en iets oudere kinderen mogen zijn boeken ook gerust lezen. Paul van Loon is vooral bekend door zijn boeken over de Griezelbus en over Dolfje Weerwolfje. Zelf houdt hij het meest van griezelverhalen, van gekke verhalen en van grumorverhalen (dat is een combinatie van de eerste twee). De ideeën voor zijn verhalen haalt Paul van Loon uit de Andere Werkelijkheid, een term die je vaker zult tegenkomen als je zijn boeken leest. Paul van Loon vindt het het allerbelangrijkste dat kinderen zijn boeken met plezier lezen. Na de HBS ging Paul van Loon naar de Kunstacademie in Den Bosch, richting Illustratief. Hij maakte zijn opleiding niet af, maar bleef wel illustreren. Een verhaal dat hij bij een van zijn tekeningen maakte verkocht hij aan een krant. De krant vroeg om meer verhalen en zo begon zijn carrière als schrijver. Na een aantal jaren verhalen voor jeugdtijdschriften te hebben geschreven verscheen zijn eerste boek. Paul van Loon woont met zijn vrouw en dochter in Drunen en draagt altijd een zonnebril. Overdag doet hij het huishouden en bezoekt hij soms scholen, 's avonds en 's nachts schrijft hij zijn boeken. Paul van Loon heeft veel bijgedragen aan de populariteit van griezelboeken. Maar voordat hij griezelboeken begon te schrijven had hij al een heleboel boeken geschreven in series voor beginnende lezers of kinderen die moeite hebben met lezen. Die boeken zijn vaak ook spannend en grappig en er komen soms vreemde wezens in voor. Zijn griezelboeken wemelen van vampiers, weerwolven, zombies, geesten en heksen. Deze boeken zijn griezelig, worden steeds spannender naar het einde toe, maar ze zijn niet té griezelig. Dat komt ook door de humor die er vaak in zit. Dit zijn enkele boeken die hij heeft geschreven; 1983 Boven op tante Agaat
1985 Gevaarlijke tijden voor katten
1985 Ik ben het beu! zegt Sammy
1985 De laatste vogel
1985 Wat zit er in het bos? 1986 Bijna-boeven
1986 Jessie en King
1987 Een dief op het dak
1987 Waar is de jas? 1987 Niet doen, muis! 1987 Ik verdwaal nooit! zegt Sammie
1987 Afspraak in het bos
1988 Stuurloos tussen de sterren
1988 Karate op de stortplaats
1989 De wilde prinses
1989 Foeksia de miniheks
1989 Een gevaarlijk huis
1989 De e van Els, de ee van Eef
1989 De verboden zolder
1989 De v van Von en vuur en. . . 1989 In de macht van de wolfheks
1989 De d van Daan en doos en. . . 1989 Schildpad ontvoerd
1990 Ontsnapt van Duivelseiland
1990 Baby geroofd
1990 Vampier in de school
1990 De reus van Mikkie
1991 De griezelbus 1
1991 Het verhaal van Rik
1991 Een aap in de doos
1991 Een muis in de ton
1991 De hut in het bos
1991 Kind te koop
1991 Een kip op de wip
1991 Roos, vis en ik
1991 De slang van Hassan
1991 Alleen op een eiland
1992 Gezicht in de mist
1992 Een potje spoken
1992 Alle salamanders! 1992 Vluchten voor de oorlog
1992 Bang voor vampiers? 1992 Griezelbeelden
1993 Griezelhandboek
1993 De vampiertand
1993 Weg met die krokodil! 1993 Maantjelief
1993 De allesdief
1994 De vampierclub
1994 De griezelbus 2
1994 's Nachts is alles anders
1995 Meester Kikker
1995 Nooit de buren bijten
1995 De meester is een vampier
1995 Ik wil zo graag een spook
1996 Kas en de reus
1996 De griezelbus 3
1996 Een spook in de school
1997 Lyc-drop
1997 Stoel loopt weg
1997 Dolfje Weerwolfje
1997 Vampierhandboek
1998 Weerwolfhandboek
1998 De griezelbus
1998 De kerstboom spreekt
1999 De griezelbus 0
1999 Volle maan
1999 Ik ben net als jij D. 1. spannend voor mijn leeftijd droevig griezelig onwerkelijk fantästisch laat me koud bekend oninteressant verrassend doet me niets niet herkenbaar
2. a. spannend – er zijn gewoon geen saaie stukken, er was de hele tijd iets boeiends zoal een achtervolging of spannende droom. b. onwerkelijk – het is een onzinboek omdat er sprookjesdingen in voor komen zoals vampiers, en oude verzonnen verhalen. 3. Mijn mening over het boek is dat ik het een mooi boek vond, ik onderschatte het boek een beetje want de titel ‘vampier in de school’ leek me een beetje kinderachtig, maar toch las ik het boek. Ik vond het best spannend omdat de schrijver een situatie snel omschreef, en dat erg nauwkeurig deed, zodat er best veel spanning door het hele verhaal heen zat. 4. Jacko is een verlegen jongen van dertien jaar oud. Op een morgen als hij zijn beste vriend Edje gaat ophalen merkt Jacko dat Edje bleker is geworden en niet goed tegen het zonlicht kan. Hij wordt ook steeds vaker onder zijn bed wakker. En het valt Jacko op dat Edje niet de enige is die bleek op de school is. Jacko ontdekt dat Edje in zijn hals twee rode gaatjes heeft en na een tijdje begint Jacko te denken dat er een vampier rondloopt. Sara is een meisje uit dezelfde klas, ze zijn vrienden. Jacko vertelt aan Sara over Edje en dat er misschien wel een vampier op school is. Op de school van de Jacko en Edje is er vaak ingebroken dus er is daarom een nachtwaker. Deze man heeft een hond, Vladimir. Jacko denkt dat de nachtwaker de vampier is omdat hij een zonnebril draagt. En hij draagt een ring met een vleermuis erop. Als Edje en Jacko op een dag langs de waker lopen valt de hond hen aan. Bij de rest van de kinderen die langs liepen deed het niets. Op school verdwijnen er steeds meer kinderen. Ze melden zich ziek of spijbelen. Tijdens een repetitie merkt Jacko dat Edje’s hoektanden puntig zijn, ze zien er vlijmscherp uit. Over zijn ogen ligt ook een rode waas. ‘s Nachts heeft Jacko een nachtmerrie over Sara. In de nachtmerrie komt ze via de raam binnen en bijt Jacko in de nek. Als hij ‘s ochtends wakker wordt zegt zijn moeder dat Edje in het ziekenhuis is opgenomen wegens bloedarmoede. Toen Jacko Edje’s gezicht ziet schrikt hij. Hij lijkt op een erg oude man met een magere, ingevallen gezicht en de tanden zijn nog scherper. Als Jacko buiten de raam kijkt dan ziet hij vleermuizen vliegen. Een van de zuster zei tegen Jacko dat het weer goed zou komen, maar Jacko weet het niet. Dan gaat Jacko naar de directeur van de school en vertelt wat hij denkt van de absente en bleke kinderen. De directeur vindt het maar onzin en denkt dat er een griepvirus heerst. Op naar huis komt hij de bende tegen. Ze komen op hem af en proberen hem in zijn hals te bijten. Jacko kon nog net ontkomen en slaat op de vlucht en wordt door de drie achtervolgd. Iets verder kon hij nergens meer op maar werd gelukkig door de vleermuisvanger gered. Als Jacko bij Sara is word er op de raam getikt. Sara wil het raam openen maar Jacko houd haar tegen. Het is een vampier die Sara hypnotiseerde, hij doet de gordijnen voor het raam maar de vampier gaat maar niet weg. Ineens horen ze een busje, het is de vader van Sara, en opeens is de vampier weg. De volgende dag neemt Jacko een tak met een scherpe punt mee naar school. Hij is van plan om de nachtwaker te doden, omdat die volgens hem de dader is. Maar als Jacko de bewaker aanvalt, blijkt dat de man een vampierdoder is. Samen met de nachtwaker gaan Sara en Jacko de vampier zoeken. Na een tijdje zijn ze de vampier op het spoor, maar net als de bewaker hem wil steken vliegt het weg. Deze vampier genaamd Varlok, vliegt naar het schouwspel waar het toneelstuk begint. Daar neemt Varlok het publiek in z’n macht. Dan wordt Sara ontvoerd. Ze is vastgebonden en de bende staat om haar heen. Jacko wil helpen maar met hem gebeurt hetzelfde. Net op het moment dat de vampier Jacko wil bijten komt de O. V. D (Onbevreesde Vampier Doders) binnen, met Jacko’s opa voorop. Hij en de anderen schieten een pijl door het hart van de vampier waardoor iedereen weer normaal wordt die door hem was gebeten.
Schrijver: Paul van Loon
Vertaler: geen
Soort boek: griezelboek
Jaar van uitgave: 1999
Uitgever: Elzenga
Plaats van uitgave: Amsterdam A. 1. Ja, ik zou het boek gekozen hebben als ik alleen naar de omslag keek, want hij ziet er vaag uit zodat hij niet veel van het verhaal verhult. En dat vind ik fijn, want ik wil liever mijn eigen beeld van het verhaal hebben. 2. Nee, ik zou het boek niet gekozen hebben als ik alleen naar de titel kijk, want de titel drukt niks uit, alleen maar dat er een vampier in de school is. Ik vind de titel ook een beetje kinderachtig, want zo denk je meteen dat het over een kinderboek gaat met een vampier. Toch is het boek wel wat beter en ingewikkelder. 3. Titelverklaring: wat ik van de titel ‘vampier in de school’ kan verklaren is dat er een vampier in de school, waar het verhaal zich merendeels afspeelt, rondloopt, en vele slachtoffers neemt, waaronder de directeur, enkele docenten en Edje, de vriend van Jacko. B. 1. De belangrijkste personen zijn; Jacko de verteller, Edje de vriend van Jacko, Sara de vriendin van Jacko, de nachtwaker met zijn hond, Jacko’s vader en moeder, Lobit en Varlok. Jacko en Sara zijn erachter dat een vampier hun school bedreigt en komen de nachtwaker Gaspar tegen, samen zweren zij tegen de vampier Varlok. Lobit is het hulpje van Varlok. 2. De hoofdpersoon Jacko is een verlegen jongen die erg argwanend is, hij is wel sociaal en aardig tegen zijn vrienden en kent hen ook goed. Hij neemt wel snel initiatief en is erg dapper en moedig bij zijn vrienden, om actie te ondernemen en tegen de vampier te vechten. 3. Het probleem van de hoofdpersoon is dat op zijn school een vampier rondloopt en veel slachtoffers neemt, zoals zijn vriend Edje en vele andere. Jacko vind dat niet leuk en merkt dat de vampier hem ook wil, dan komt hij iemand tegen die al jaren naar de vampier op zoek is die hem helpt met zijn probleem. 4. De belangrijkste gebeurtenis in het verhaal is de keer dat ze de vampier Varlok gaan zoeken, en ze vinden hem dan in een sarcofaag. Daar ontwaakt hij wanneer ze de deksel eraf schuiven. Varlok komt uit de kist en verandert in een beest wat hen afschrikt, maar dan komt de zon op en verdwijnt hij als. 5. Stop Varlok
draait in het begin om het vinden en herkennen van de vampier, daarna over het stoppen van de vampier van het nemen van slachtoffers en het vernietigen van hem. Daarom heb ik voor de woorden ‘Stop Varlok’ gekozen. 6. Het verhaal speelt zich voor het grootste gedeelte af op de school van Jacko, bij hen thuis en in de straten van Jacko’s woonplaats. De school is groot en donker, waar je makkelijk in kan verdwalen, het huis van Jacko is een normaal huis waar niet veel over verteld wordt en de straten van zijn woonplaats zijn donker, verlaten en te gevaarlijk om zomaar ’s nachts te gaan rondlopen. 7. De tijd waarin het verhaal van het boek zich afspeelt is rond de tegenwoordige tijd, bv. de laatste 10-20 jaar, dat maak je uit op bv. De begroeting ‘alles kids’?, het scheermesje en een computercursus. De rest van het taalgebruik duid er ook op dat het verhaal zich in de laatste jaren heeft afgespeeld. 8. De vertelde tijd in het verhaal word best goed beschreven omdat de hoofdpersoon zich steeds afvraagt wat er is gebeurd en wat er in de komende dagen gaat gebeuren. Het verhaal speelt zich in 5 vertelde dagen af maar er zijn ook stukken waar er nog wat van vroeger wordt verteld. 9. Het verhaal zou niet echt gebeurd kunnen zijn, want er komt veel fantasie in voor, zoals verhalen van vroeger, onzindromen, en de hele vampierkwestie. Jacko heeft in het verhaal regel matig waanzindromen, bv. dat hij in de klas zit en de docent stopt een hamster in zijn mond, of de keer dat Sara bij hem om middernacht op de raam komt kloppen. Het verhaal kan dus niet echt gebeurd zijn. C 1. Ik vond het boek makkelijk leesbaar want het taalgebruik was niet lastig te begrijpen, de woorden waren niet erg moeilijk. Er werd voldoende gebruik gemaakt van leestekens, en alinea’s. De vertelde gedeeltes waren ook niet moeilijk te begrijpen want, het verhaal werd gezien door de ogen van de hoofdpersoon , Jacko. 2. Nee, er staan geen stukken in die ik liever zou overslaan, want het verhaal bleef zowat de hele tijd boeiend door bv. , achtervolgingen van vampiers op Jacko, spannende dromen, en mysterieuze ontmoetingen. Je moest het verhaal ook steeds aandachtig blijven volgen anders was het verhaal niet meer duidelijk. 3. Paul van Loon is een schrijver van boeken voor kinderen van 7 tot 99 jaar. Iets jongere en iets oudere kinderen mogen zijn boeken ook gerust lezen. Paul van Loon is vooral bekend door zijn boeken over de Griezelbus en over Dolfje Weerwolfje. Zelf houdt hij het meest van griezelverhalen, van gekke verhalen en van grumorverhalen (dat is een combinatie van de eerste twee). De ideeën voor zijn verhalen haalt Paul van Loon uit de Andere Werkelijkheid, een term die je vaker zult tegenkomen als je zijn boeken leest. Paul van Loon vindt het het allerbelangrijkste dat kinderen zijn boeken met plezier lezen. Na de HBS ging Paul van Loon naar de Kunstacademie in Den Bosch, richting Illustratief. Hij maakte zijn opleiding niet af, maar bleef wel illustreren. Een verhaal dat hij bij een van zijn tekeningen maakte verkocht hij aan een krant. De krant vroeg om meer verhalen en zo begon zijn carrière als schrijver. Na een aantal jaren verhalen voor jeugdtijdschriften te hebben geschreven verscheen zijn eerste boek. Paul van Loon woont met zijn vrouw en dochter in Drunen en draagt altijd een zonnebril. Overdag doet hij het huishouden en bezoekt hij soms scholen, 's avonds en 's nachts schrijft hij zijn boeken. Paul van Loon heeft veel bijgedragen aan de populariteit van griezelboeken. Maar voordat hij griezelboeken begon te schrijven had hij al een heleboel boeken geschreven in series voor beginnende lezers of kinderen die moeite hebben met lezen. Die boeken zijn vaak ook spannend en grappig en er komen soms vreemde wezens in voor. Zijn griezelboeken wemelen van vampiers, weerwolven, zombies, geesten en heksen. Deze boeken zijn griezelig, worden steeds spannender naar het einde toe, maar ze zijn niet té griezelig. Dat komt ook door de humor die er vaak in zit. Dit zijn enkele boeken die hij heeft geschreven; 1983 Boven op tante Agaat
1985 Gevaarlijke tijden voor katten
1985 Ik ben het beu! zegt Sammy
1985 De laatste vogel
1985 Wat zit er in het bos? 1986 Bijna-boeven
1986 Jessie en King
1987 Een dief op het dak
1987 Waar is de jas? 1987 Niet doen, muis! 1987 Ik verdwaal nooit! zegt Sammie
1987 Afspraak in het bos
1988 Stuurloos tussen de sterren
1988 Karate op de stortplaats
1989 De wilde prinses
1989 Foeksia de miniheks
1989 Een gevaarlijk huis
1989 De e van Els, de ee van Eef
1989 De verboden zolder
1989 De v van Von en vuur en. . . 1989 In de macht van de wolfheks
1989 De d van Daan en doos en. . . 1989 Schildpad ontvoerd
1990 Baby geroofd
1990 Vampier in de school
1990 De reus van Mikkie
1991 De griezelbus 1
1991 Het verhaal van Rik
1991 Een aap in de doos
1991 Een muis in de ton
1991 De hut in het bos
1991 Kind te koop
1991 Een kip op de wip
1991 Roos, vis en ik
1991 De slang van Hassan
1991 Alleen op een eiland
1992 Gezicht in de mist
1992 Een potje spoken
1992 Alle salamanders! 1992 Vluchten voor de oorlog
1992 Bang voor vampiers? 1992 Griezelbeelden
1993 Griezelhandboek
1993 De vampiertand
1993 Weg met die krokodil! 1993 Maantjelief
1993 De allesdief
1994 De vampierclub
1994 De griezelbus 2
1995 Meester Kikker
1995 Nooit de buren bijten
1995 De meester is een vampier
1995 Ik wil zo graag een spook
1996 Kas en de reus
1996 De griezelbus 3
1996 Een spook in de school
1997 Lyc-drop
1997 Stoel loopt weg
1997 Dolfje Weerwolfje
1997 Vampierhandboek
1998 Weerwolfhandboek
1998 De griezelbus
1998 De kerstboom spreekt
1999 De griezelbus 0
1999 Volle maan
1999 Ik ben net als jij D. 1. spannend voor mijn leeftijd droevig griezelig onwerkelijk fantästisch laat me koud bekend oninteressant verrassend doet me niets niet herkenbaar
2. a. spannend – er zijn gewoon geen saaie stukken, er was de hele tijd iets boeiends zoal een achtervolging of spannende droom. b. onwerkelijk – het is een onzinboek omdat er sprookjesdingen in voor komen zoals vampiers, en oude verzonnen verhalen. 3. Mijn mening over het boek is dat ik het een mooi boek vond, ik onderschatte het boek een beetje want de titel ‘vampier in de school’ leek me een beetje kinderachtig, maar toch las ik het boek. Ik vond het best spannend omdat de schrijver een situatie snel omschreef, en dat erg nauwkeurig deed, zodat er best veel spanning door het hele verhaal heen zat. 4. Jacko is een verlegen jongen van dertien jaar oud. Op een morgen als hij zijn beste vriend Edje gaat ophalen merkt Jacko dat Edje bleker is geworden en niet goed tegen het zonlicht kan. Hij wordt ook steeds vaker onder zijn bed wakker. En het valt Jacko op dat Edje niet de enige is die bleek op de school is. Jacko ontdekt dat Edje in zijn hals twee rode gaatjes heeft en na een tijdje begint Jacko te denken dat er een vampier rondloopt. Sara is een meisje uit dezelfde klas, ze zijn vrienden. Jacko vertelt aan Sara over Edje en dat er misschien wel een vampier op school is. Op de school van de Jacko en Edje is er vaak ingebroken dus er is daarom een nachtwaker. Deze man heeft een hond, Vladimir. Jacko denkt dat de nachtwaker de vampier is omdat hij een zonnebril draagt. En hij draagt een ring met een vleermuis erop. Als Edje en Jacko op een dag langs de waker lopen valt de hond hen aan. Bij de rest van de kinderen die langs liepen deed het niets. Op school verdwijnen er steeds meer kinderen. Ze melden zich ziek of spijbelen. Tijdens een repetitie merkt Jacko dat Edje’s hoektanden puntig zijn, ze zien er vlijmscherp uit. Over zijn ogen ligt ook een rode waas. ‘s Nachts heeft Jacko een nachtmerrie over Sara. In de nachtmerrie komt ze via de raam binnen en bijt Jacko in de nek. Als hij ‘s ochtends wakker wordt zegt zijn moeder dat Edje in het ziekenhuis is opgenomen wegens bloedarmoede. Toen Jacko Edje’s gezicht ziet schrikt hij. Hij lijkt op een erg oude man met een magere, ingevallen gezicht en de tanden zijn nog scherper. Als Jacko buiten de raam kijkt dan ziet hij vleermuizen vliegen. Een van de zuster zei tegen Jacko dat het weer goed zou komen, maar Jacko weet het niet. Dan gaat Jacko naar de directeur van de school en vertelt wat hij denkt van de absente en bleke kinderen. De directeur vindt het maar onzin en denkt dat er een griepvirus heerst. Op naar huis komt hij de bende tegen. Ze komen op hem af en proberen hem in zijn hals te bijten. Jacko kon nog net ontkomen en slaat op de vlucht en wordt door de drie achtervolgd. Iets verder kon hij nergens meer op maar werd gelukkig door de vleermuisvanger gered. Als Jacko bij Sara is word er op de raam getikt. Sara wil het raam openen maar Jacko houd haar tegen. Het is een vampier die Sara hypnotiseerde, hij doet de gordijnen voor het raam maar de vampier gaat maar niet weg. Ineens horen ze een busje, het is de vader van Sara, en opeens is de vampier weg. De volgende dag neemt Jacko een tak met een scherpe punt mee naar school. Hij is van plan om de nachtwaker te doden, omdat die volgens hem de dader is. Maar als Jacko de bewaker aanvalt, blijkt dat de man een vampierdoder is. Samen met de nachtwaker gaan Sara en Jacko de vampier zoeken. Na een tijdje zijn ze de vampier op het spoor, maar net als de bewaker hem wil steken vliegt het weg. Deze vampier genaamd Varlok, vliegt naar het schouwspel waar het toneelstuk begint. Daar neemt Varlok het publiek in z’n macht. Dan wordt Sara ontvoerd. Ze is vastgebonden en de bende staat om haar heen. Jacko wil helpen maar met hem gebeurt hetzelfde. Net op het moment dat de vampier Jacko wil bijten komt de O. V. D (Onbevreesde Vampier Doders) binnen, met Jacko’s opa voorop. Hij en de anderen schieten een pijl door het hart van de vampier waardoor iedereen weer normaal wordt die door hem was gebeten.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden