Noodzakelijk kwaad door René Appel

1. Algemeen. De samenvatting van het boek: Het boek gaat over een aantal personages. Deze personages leven allemaal apart van elkaar, maar uiteindelijk komen ze toch met elkaar in aanraking. Menno Hulsdonk is een man die snel geld nodig heeft, veel geld. Dit geld verdient hij door een zwarte deal te sluiten met een autowinkel die hij met zijn bedrijf gat verbouwen. Het bedrijf van Menno heet ‘Hulsdonk & Wesseling.’ Menno heeft dit geld nodig omdat hij zijn vrouw Franka gelukkig wil maken. Franka vindt het echter allemaal wel goed, maar dat weet Menno niet. Er zijn nog wel meer dingen die Menno niet weet. Franka heeft namelijk een geheime relatie met de zakenpartner en tevens goede vriend van Menno. Deze man heet Wouter. Wouter zelf heeft ook een vrouw en kinderen. De dochter van Menno en Franka heet Cecile. Cecile is een meisje dat doet wat ze wil. Ze heeft geen zin in school. En probeert eigenlijk het hele verhaal uit te vinden wie ze nou eigenlijk is. Cecile komt een meisje tegen, dit meisje heet Danny. Ze worden verliefd. Menno is Danny al een keer eerder tegen gekomen. Zijn bedrijf had namelijk een keer een huis gekocht van een andere zakenman. Dit huis bleek uiteindelijk een kraakpand te zijn. En Danny woonde in dat kraakpand. Hier vond Wouter een pistool. Het pistool gaf hij aan Menno. Als Cecile een keer thuis komt met Danny, dan herkent Menno haar niet. Menno en Franka besluiten op vakantie te gaan naar Australië. Franka vond het een goed idee. Zo kon ze goed nadenken over of ze verder wou gaan met Wouter, of met Menno. Wouter is al voor dat Menno en Franka naar Australië gingen weggegaan bij zijn vrouw. Hij leeft nu in een zolderkamer. Als Menno en Franka op het vliegveld zijn, blijkt hun vliegtuig ruim een dag vertraging te hebben. Ze besluiten naar huis te gaan om daar te slapen. Maar wat ze niet weten is dat Cecile en Danny een plannetje hadden gemaakt om die avond in te breken in het huis van de ouders van Menno. Als Cecile en Danny binnen zijn wordt Franka wakker. Ze zegt tegen Menno dat hij beneden moet gaan kijken. Ondertussen hebben Danny en Cecile het kluisje opengemaakt. Daarin hebben ze het pistool gevonden wat Menno gevonden had in het kraakpand. Cecile pakt het pistool, en schiet haar vader neer. Dit doet ze eigenlijk niet expres. Danny en Cecile rennen weg, maar Cecile laat haar sjaal en het pistool liggen. Als Franka naar beneden komt om te kijken wat er gebeurd is, komt even later na haar Wouter de kamer binnen lopen. Hij verklaart dat hij voor het huis aan haar aan het denken was. Als Franka de politie belt, besluiten ze dat Wouter maar beter weg kan gaan. Anders ziet het er verdacht uit voor de politie. De twee politie mannen die de zaak onderzoeken gaan er eerst vanuit dat Wouter het heeft gedaan. Ze komen er achter dat hij een geheime relatie had met Franka, en ze komen er via een getuige achter dat hij die nacht in het huis was geweest. Ook heeft hij een goed motief. Hij had samen met Franka het plannetje gemaakt om Menno te vermoorden, zodat Wouter en Franka verder konden gaan samen, en ook nog eens de eigenaar van het bedrijf zouden zijn. Franka komt er achter dat Cecile het samen met Danny heeft gedaan. Maar Franka wil ook niet dat de politie hun oppakt. Dus bedenken Cecile, Danny en Franka een plannetje. Omdat de man van wie het pistool was (Danny had het gestolen) het pistool terug wil, geeft Franka het aan de man. Danny verstopt een envelop met geld in zijn winkel. Deze was ook ‘gestolen’ uit het huis. Ze vertellen aan de politie dat ze denken dat deze man het heeft gedaan. En Wouter, Cecile en Danny gaan vrijuit. Bron: Ik heb het zelf geschreven. 2. Personages. Menno. Menno is één van de hoofdpersonen. Hij is de vader van Cecile, en de man van Franka. Hij doet alles om Franka en Cecile gelukkig te maken. Maar het lukt hem helaas niet. Hij denkt echter wel dat het hem lukt. Maar Franka en Cecile weten wel beter. Het boek beschrijft niet goed hoe hij eruit ziet. Alleen wel dat hij altijd een pak draagt en zijn haar achterover kamt. Hij is heel flat en denkt steeds hetzelfde

Franka. Franka. Zei is de vrouw van Menno en de moeder van Cecile. Ze heeft een geheimen relatie met Wouter. En weet niet of ze meer houdt van Wouter of van Menno. Ze schrijft veel dingen op die ze denkt. Volgens Menno is ze veel te soft tegenover Cecile. Maar dat komt omdat Cecile van het geheim tussen Wouter en haar weet. Franka is een mooie vrouw, en heeft altijd duren kleren aan. Ze is een round character. Ze verandert heel veel. Eerst wil ze weer bij Wouter, dan weer bij Menno
Cecile. Cecile is de dochter van Franka en Menno. Zei heeft nooit zin in school. En stopt er dan ook mee. Ze ontmoet Danny en komt erachter dan ze lesbisch is. Cecile vermoordt haar vader. Maar kan dat zelf niet goed accepteren. Daarom geeft ze Danny de schuld. Cecile is een mooi meisje met stijl blond haar. Ze huilt veel. En wordt ook snel boos. Ze is een flat character. Ze heeft de hele tijd dezelfde gedachtes. Danny. Danny is het vriendinnetje van Cecile. Ze hebben elkaar ontmoet in een café. Danny is een crimineel meisje. Ze werkt in een coffeeshop. Ze steelt veel spullen, en woont in een kraakpand wat eigenlijk van de vader van Cecile is. Danny gaat samen met Cecile naar het huis om geld te stelen. Ze helpt Cecile altijd. Maar helpt haar ook aan andere dingen zoals drank en drugs. Danny heeft haar helen oor vol met piercings. Ze heeft ook een piercing door haar lip en heeft stekeltjes haar aan de zijkant opgeschoren. Ze is een flat character. Want ze verandert niet in het verhaal. Wouter. Wouter is de zakenpartner van Menno. Hij is het niet eens met de zwarte deals de Menno maakt, maar zegt hier niets over. Hij heeft is getrouwd met Suzanne. Maar houdt niet meer van haar. Hij houdt namelijk van Franka. Hij wordt als eerste verdacht van de moord op Menno. Hij is een round character. Hij verandert heel veel in het verhaal. Eerst kiest hij duidelijk voor Suzanne en daarna weer voor Franka. 3. Tijd. Het hele verhaal speelt zich af in het heden. Het zou zich gemakkelijk in 2006 kunnen hebben afgespeeld. Ik denk dat het verhaal zich in ongeveer een half jaar heeft afgespeeld. En de schrijver vertelt eigenlijk ook over alles wat er in dat halve jaar gebeurd. De schrijver slaat bijvoorbeeld geen jaren over. Er zitten wel flashbacks in het verhaal. Dit zijn meestal momenten dat één van de personen terug denkt aan wat er een keer is gebeurd. Zo denkt bijvoorbeeld de politie man terug aan vorig jaar kerst toen heel zijn familie ruzie kreeg. Op sommige momenten zit er wel tijdsverdichting in het boek. De schrijver vertelt bijvoorbeeld heel lang over hoe Menno dood werd geschoten. Terwijl dat in het echt natuurlijk maar 5 seconden duurt. Een voorbeeld van de chronologische volgorde is dat de schrijver eerst verteld uit Menno’s ogen hoe hij werd neergeschoten. Daarna vertelt hij het uit de ogen van Cecile en Danny. Daarna uit de ogen van Wouter. En als laatste pas uit de ogen van Franka. 4. Thematiek. Ik denk dat het thema van het boek is, dat je iedereen altijd wel wat doet om zijn eigen leven beter te maken. Ik denk dat daarom het boek ook Noodzakelijk Kwaad heet. Het kwaad is noodzakelijk. Omdat je er zelf beter van wordt. Ik denk daarom dus ook dat het motto van het boek is. Je moet wat minder egoistisch zijn. Denk is niet aan jezelf, maar aan een ander. Ik denk dit omdat, Wouter doet er alles aan om Franka te krijgen. Hij noemt alle slechte dingen op van Menno, in de hoop dat ze hem gaat haten. Franka doet heel lief tegen Cecile, want zei weet van de geheimen relatie tussen haar en Wouter. 5. Verwerkingsopdracht. 1 Het diepteinterview met Franka. 1. Ben je uiteindelijk nog een relatie begonnen met Wouter Wesseling? 2. Vind je het niet erg dat je nu weet dat je eigen dochter een moordenaar is? 3. Hoe gaat het verder met Cecile? Blijft ze bij Danny wonen? 4. Wat ga je allemaal doen met het geld van de erfenis? 5. Je zei dat je ging verhuizen. Waarom? En waarheen? 6. Voel je je niet schuldig dat je Menno naar beneden hebt gestuurd? 7. Heb je geen schuld gevoel tegenover de man die nu in de gevangenis zit in plaats van Cecile? 8. Voel je je niet schuldig tegen over Suzanne? Want je was toch best goede vriendinnen met haar. 9. Ga je het zwarte geld van Menno nog accepteren? 10. Denk je dat Cecile nu nog op school had gezeten, als jij wat strenger was geweest? 11. Je wist dat Cecile geld nodig had. Waarom gaf je haar toch de sleutel van het huis? 12. Stel je voor. Je was al na de tweede dag in Australië erachter gekomen dat je voor Wouter koos. Wat zou je dan doen? 13. Hoe zou jij het vinden als je erachter kwam dat Menno met een ander een geheimen relatie had? 14. Ben je ooit nog van plan te gaan werken? 15. Stel. Cecile vertelt je dat ze gaat trouwen met Danny. Hoe zou je reageren?