Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zomerhitte door Jan Wolkers

Beoordeling 8.1
Foto van een scholier
Boekcover Zomerhitte
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • 4e klas vwo | 5973 woorden
  • 17 mei 2005
  • 266 keer beoordeeld
Cijfer 8.1
266 keer beoordeeld

Boekcover Zomerhitte
Shadow

De verteller die fotograaf is, ontmoet op het naaktstrand op een van de Waddeneilanden een mooie studente. Deze Kathleen laat graag naar zich kijken door oudere mannen. De verteller wordt verliefd op haar, maar merkt dat ze betrokken is bij een drugshandeltje. Hij gaat zelf op zoek naar de oplossing van de misdaad en maakt daarbij slachtoffers, maar hij krijgt ook een…

De verteller die fotograaf is, ontmoet op het naaktstrand op een van de Waddeneilanden een mooie studente. Deze Kathleen laat graag naar zich kijken door oudere mannen. De vertelle…

De verteller die fotograaf is, ontmoet op het naaktstrand op een van de Waddeneilanden een mooie studente. Deze Kathleen laat graag naar zich kijken door oudere mannen. De verteller wordt verliefd op haar, maar merkt dat ze betrokken is bij een drugshandeltje. Hij gaat zelf op zoek naar de oplossing van de misdaad en maakt daarbij slachtoffers, maar hij krijgt ook een beloning.

Zomerhitte door Jan Wolkers
Shadow

Oefenen voor je mondelingen?

Komen je mondelingen er aan en wil je oefenen? Probeer onze Boekenquiz. We stellen je open vragen over de gelezen boeken.

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Titelbeschrijving Jan Wolkers, Zomerhitte, Amsterdam, De Bezige Bij, 2005 eerste druk Titel en ondertitel Het boek heeft de naam ‘Zomerhitte’, denk ik, gekregen, omdat de gebeurtenissen zich in een zomer afspelen, terwijl er een hittegolf over het land trekt. Dus het is de perfecte zomer om verliefd te worden op een naaktstrand. Verder gebeuren er in het boek veel dingen waar je het warm van kan krijgen, in een korte tijd. Daarmee bedoel ik de heftige vrijpartijen, drugsdeals en de twee doden die daar het gevolg van zijn. Ook verliest een veldwachter zijn oog aan een veldui,l die hem aanvalt. Voorwerk Opdracht Voor Karina

Jan Wolkers draagt zijn boekenweekgeschenk op aan zijn vrouw Karina. Zij staat tevens op de kaft van het boek. Motto Beauty is a shell
From the sea
Where she rules triumphant
Till love has had its way with her William Carlos Williams
Vertaling: schoonheid is een schelp uit de zee. Waar ze regeert en zegeviert tot de liefde het met haar heeft gehad.De schoonheid in het verhaal is Kathleen, die de verteller van het verhaal op het naaktstrand ontmoet. Ze heeft een mooi getraind lichaam en hij wordt verliefd op haar. Zij neemt de leiding over de relatie tussen hun. Het motto wekt de indruk dat hij genoeg van haar kan krijgen, maar dat gebeurt niet. Na de spannende gebeurtenissen op het eiland, vertrekken ze om samen een toekomst op te bouwen. Samenvatting Het verhaal wordt door de hoofdrolspeler, een fotograaf, verteld in de ik-vorm. De fotograaf kwam twintig jaar geleden voor het eerst op het eiland, met de opdracht om konijnen die aan myxomatose leden te fotograferen. Hij huurt elk jaar een huisje bij een eiland bewoner. Wanneer hij dat jaar met de camera op zoek gaat naar morieljes, die hij voor een culinair magazine moet fotograferen, komt hij per ongeluk op een naaktstrand terecht. Hier ziet hij een vrouw, die hem op het eerste gezicht al meteen fascineert. Ze heeft namelijk wel, zoals de meeste vrouwen, haar schaamhaar geschoren, maar onder haar oksels heeft ze wel flinke plukken haar. Omdat zij hem zo fascineert, gaat hij naar haar toe en gaat naast haar liggen. Ze raken aan de praat en ze commandeert hem zichzelf uit te kleden omdat ze op het naaktstrand zijn. In het gesprek komt hij erachter dat ze Kathleen heet. Ze werkt in een discotheek op het eiland om haar studie geschiedenis te kunnen betalen. Wanneer zij weggaat om naar haar werk te gaan, beloven ze elkaar nog een keer te zien. Die avond besluit de fotograaf om naar de discotheek te gaan waar Kathleen werkt. De discotheek blijkt een ontmoetingsplek te zijn voor de boerenjongens van het eiland, die zich daar elke avond laten vollopen. De fotograaf is er al snel achter dat de boeren zo dronken zijn, dat je er niet echt moeite voor hoeft te doen om ruzie met ze te krijgen. Wanneer hij op Kathleen gaat letten, merkt hij dat zij de boeren makkelijk de baas is met haar scherpe opmerkingen. De fotograaf blijft in de discotheek tot deze gaat sluiten en daarna wacht hij buiten totdat Kathleen naar buiten komt. Tot zijn teleurstelling stapt Kathleen bij een oude man in de auto en rijdt weg met hem. Dan ontmoet hij Federici, een oude man die op het eiland woont. Deze vertelt de fotograaf dat hij jarenlang met de Rich Old Lady door Europa heeft getoerd en veel musea heeft gezien. Het wordt de fotograaf ook duidelijk dat Federici ook wel wat in Kathleen ziet, maar verder in het verhaal blijkt dat Federici haar meer als een kunstobject ziet dan als een lustobject. De volgende dag ziet de verteller Federici opnieuw, die nu meer over zijn avonturen met de Rich Old Lady vertelt. Wanneer hij weer wat foto’s genomen heeft, gaat de fotograaf weer naar het naaktstrand in de hoop Kathleen weer te zien. Wanneer hij haar weer ontdekt heeft, vertelt ze hem dat er verderop kwallen op het strand liggen, die echt gefotografeerd moeten worden. Maar dit is eigenlijk een smoes om met hem mee naar zijn huisje te kunnen. Eenmaal daar aangekomen vertelt Kathleen de fotograaf over een oude man. Hij betaalt haar, als ze zich voor hem bevredigt. De fotograaf vraagt haar dan of ze dat ook voor hem wil doen en dat doet ze. Wanneer de fotograaf de dag daarna op een terrasje zit, komt de oude man, waarbij Kathleen die avond bij de disco in de auto stapte, ook wat drinken, even later gevolgt door een jonge man, die er een beetje crimineel uitziet. De fotograaf maakt een paar foto’s van ze. Wanneer ze daar achter komen, zijn ze niet echt blij. Later ontmoet de fotograaf een vogelwachter. De vogelwachter vertelt de fotograaf dat hij een nest velduilen weet te zitten, die de fotograaf misschien wil fotograferen. Dat wil hij wel en ze gaan er naartoe, maar omdat velduilen gevaarlijk blijken te zijn in de broedtijd gebeurt er iets ergs. De velduil, die op het nest zit, vliegt op de vogelwachter af en pikt hem een oog uit. De fotograaf schrikt hier erg van, hij zorgt dat er een ambulance komt, maar maakt ook nog een foto. De gebeurtenis blijft maar door zijn hoofd spoken, en eigenlijk wil hij erover praten met Kathleen, maar ze is die dag niet in de discotheek. Wel ontmoet hij Federici opnieuw. Ze hebben het over Kathleen en bedenken theorieën waarom ze afwezig zou kunnen zijn, dit doen ze onder het genot van een wijntje, terwijl Federici aantekeningen maakt. Wanneer de fotograaf ernaar vraagt, vertelt Federici dat hij altijd waarnemingen opschrijft. Wanneer ze allebei genoeg wijn ophebben, gaan ze naar huis. De fotograaf kan eigenlijk niet meer rijden, maar doet het toch. Onderweg vindt hij toch dat hij een gevaar op de weg is en hij zet zijn auto aan de kant. De volgende dag gaat de fotograaf weer naar het strand en ziet daar iets heel vreemds. Kathleen is samen met de oude man en de jongere man van het terrasje op het strand. De jonge man pakt een surfplank en surft richting een boot. Wanneer hij terug komt heeft hij een rugzak bij. Wanneer de fotograaf er goed over nadenkt, denkt hij dat het hoogstwaarschijnlijk een drugssmokkel is. Wanneer de politie eraan komt, houdt Kathleen de agenten aan de praat, terwijl de jonge man de rugzak in de duinen verstopt. De fotograaf heeft de rugzak snel gevonden en verstopt hem op een betere plek. Wanneer hij dat gedaan heeft, gaat hij terug naar zijn huisje. Daar treft hij Federici aan en vertelt hem over de gebeurtenis op het strand. Federici vindt het een stomme actie van de verteller en zegt hem dat, hij beter naar de politie had kunnen gaan. Daar had de fotograaf natuurlijk ook wel over nagedacht, maar dan had hij Kathleen ook verraden en dat wilde hij niet. Federici, die al wel had gezien dat die jonge man een pistool droeg, vertel de fotograaf dat hij nog een oude revolver heeft, van de tijd dat hij met de Old Lady door Europa toerde en die mag de verteller wel lenen. De fotograaf denkt echter dat hij deze niet nodig zal hebben. Toch gaat Federici hem halen en in de tussentijd gaat de fotograaf bloemen fotograferen. Wanneer hij tijdens het fotografen opkijkt, kijkt hij recht in de loop van het geweer van de jonge man, deze dwingt hem om de rugzak weer op te sporen en ze stappen in de auto van de jonge crimineel. Wanneer ze in de duinen zijn, voelt de fotograaf zich een stuk zekerder. Hij begint tegen zijn belager te praten en niet echt op een onderdanige manier. Wanneer ze langs een wilg moeten, laat de fotograaf een zware wilgentak naar achteren schieten, die zijn belager precies op zijn keel raakt. De jonge crimineel is op slag dood. De fotograaf ziet wanneer hij de blouse van de jongeman open maakt, dat hij een zware hartoperatie heeft ondergaan. Hij bindt dan de rugzak op de rug van de crimineel en laat hem met rugzak en al onder water verdwijnen. Alleen zijn pistool neemt hij mee terug. Teruggekomen bij het huisje zit Federici weer voor het huisje. Hij heeft de rotzooi, die er in het huisje was gemaakt, opgeruimd en wil nu het hele verhaal weten. De fotograaf begint het verhaal goed, maar het einde maakt hij anders. De crimineel zou namelijk in een sportwagen zijn gestapt en zijn verdwenen. Federici gelooft dit verhaal niet echt, maar hij moet het ermee doen. Nog diezelfde avond komt ook Kathleen naar het huisje. Ze komt namens haar baas verhaal halen. Hij vertelt het verhaal, dat hij aan Federici heeft verteld, ook aan Kathleen. Daarna hebben ze seks. Kathleen blijft bij hem slapen, maar wanneer hij wakker wordt is ze weg net als het geweer van de jonge crimineel. Meteen vraagt hij zich af of ze hem bedrogen heeft. Hij gaat naar het hotel waar Federici verblijft en vertelt hem het hele verhaal. Ook vertelt hij nu eerlijk hoe het met die jonge man is afgelopen. Daarna gaat de fotograaf naar de woning van Kathleen. Die vertelt hem dat de oude man zelfmoord heeft gepleegd toen ze hem het verhaal van de fotograaf heeft verteld. Erg moeilijk heeft ze het schijnbaar niet, want vlak daarna duiken ze weer samen het bed in. De fotograaf vindt dat ze samen het eiland moeten verlaten en de gebeurtenissen daar vergeten. Hij vraagt haar om bij hem te komen wonen en ze stemt erin toe. Wel moet ze nog wat voorbereidingen treffen. De huiseigenaar van de fotograaf is er niet echt blij mee, dat hij een week eerder wil vertrekken en dus moet hij de huur voor die week ook gewoon betalen. Daarna wordt het nog noodweer in de broeiende zomerhitte die er steeds geheerst heeft en in dat noodweer komt Federici hem nog een keer opzoeken. Ze praten nog wat over de zelfmoord van de oude drugsbaas. Wanneer de ikverteller aangeeft dat hij met Kathleen verder wil, twijfelt Federici aan haar goede bedoelingen . Hij waarschuwt de fotograaf dat liefde blind kan maken. Toch heeft hij ongelijk, want wanneer de verteller Kathleen gaat ophalen, is ze er inderdaad klaar voor om met hem naar het vasteland te reizen. Op de boot naar het vasteland gooit ze het pistool in het water. Dat is alvast een geheim minder. Ze zegt tegen de fotograaf, dat hij ook nog een geheim voor haar heeft. Dat zal hij later ooit wel eens vertellen. Maar in het begin van de roman, toen ze elkaar op het naaktstrand ontmoetten had ze al gezegd: “Je moet nooit teveel weten. Wat je niet weet, bestaat niet.” Eerst gaat ze met de fotograaf naar zijn vakantiehuis in Frankrijk, waar hij schelpenzand zal kopen, waarin zij zich zal mogen wentelen en dan zal hij een foto van haar maken. Genre Ik denk dat het verhaal toch wel een roman is, ook al twijfelde ik daar heel erg over. Het gaat namelijk niet echt over één belangrijke gebeurtenis, maar het gaat om meerdere belangrijke gebeurtenissen, die met elkaar in verband staan. De gebeurtenissen worden best uitgebreid verteld. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt is vrij kort, maar 2 weken, maar het blijft tot het einde een raadsel over hoe het gaat aflopen. De karakterbeschrijvingen zijn niet echt gedetailleerd, maar je komt over de meest belangrijke personen genoeg te weten. De roman zou eigenlijk regelrecht uit het dagboek van de fotograaf kunnen komen. Het is namelijk op de manier waarop iemand in zijn of haar dagboek schrijft geschreven. Je leest hoe hij erover denkt, wat hij voelt en hoe hij zich uit dingen probeert te redden.
Tijd Het verhaal speelt zich af in de zomer. Een hele hete zomer om precies te zijn. Het speelt zich af na januari 2002, want er wordt met betalingen op een terras namelijk over euro’s gesproken. Ik denk dus dat het zich in 2003 heeft afgespeeld, omdat het toen nogal een hete zomer was. Kathleen vertelt in het verhaal dat ze in 1978 geboren is. In de tijd van het verhaal zou ze dan dus 25 zijn, wat ongeveer wel kan kloppen. De vertelde tijd is, denk ik, 2 weken, aangezien de verteller 3 weken op het eiland zou blijven en 1 week eerder weggaat. De verteltijd is 92 bladzijden. Het verhaal kan dus, als je een beetje doorleest, makkelijk binnen 2 uur gelezen zijn. De verteltijd is dus korte dan de vertelde tijd. De gebeurtenissen worden logisch chronologisch verteld. Er worden geen flashbacks gebruikt. Het is een open einde, waar de fotograaf nog steeds een geheim heeft voor Kathleen. Het verhaal is continu verteld, want er worden geen dagen overgeslagen in het verhaal. Op elke dag gebeurt er namelijk wel wat interessants. Personages De fotograaf
Dit is de hoofdpersoon en tevens de verteller van het verhaal. Het is een round character, want je komt het meeste over hem te weten. Hij wordt niet met naam genoemd in het boek. De man is een natuurfotograaf die voor een opdracht op het eiland is. Hij wordt daar verliefd op Kathleen, een meisje wat hem ontzettend intrigeert door haar uiterlijk en haargroei op bepaalde plaatsen. Doordat hij zo gek is van haar, raakt hij verwikkeld in een heroïne smokkel. Voor hem loopt dit gelukkig goed af. Met anderen loopt het een stuk minder goed af door zijn toedoen. Hij krijgt uiteindelijk wel een happy-end wanneer hij met zijn droomvrouw ongedeerd het eiland verlaat. Kathleen
Dit is in het boek een flat character, maar dat maakt haar niet minder belangrijk. Zij is de vrouw waar de fotograaf zo gek op is. De eerste indruk die je van haar krijg,t is niet slecht. Ze komt niet over als een vrouw die in het criminele circuit zou kunnen zitten. Naarmate het verhaal zich vordert, kom je erachter dat ze toch een beetje excentriek is. Zo krijgt ze geld om zich te bevredigen voor een oude man, die later haar baas blijkt, en ze schaamt zich ook niet om dit voor anderen te doen. Federici
Hij is een vriend van de fotograaf. De fotograaf leert hem in het begin van het boek kennen wanneer hij op Kathleen wacht. Hij is een wijze man, die al veel heeft meegemaakt. Hij vertelt veel over de tijden dat hij nog met de Rich Old Lady door Europa reisde. Ook geeft hij de fotograaf adviezen, die hij vaak goed kan gebruiken. Hij is de steun en toeverlaat van de verteller. Hij is ook een flat character. De jonge crimineel
Hij is samen met Kathleen de ‘partner in crime’ van de oude man. Hij is een goed getrainde kerel, maar je krijgt de indruk van hem dat hij het IQ van een doperwt heeft. Hij knapt de vieze werkjes van de oude man op en dat moet hij met de dood bekopen, wanneer blijkt dat de fotograaf hem toch duidelijk te slim af is. Ook hij is een flat character. De oude man
Hij is de baas van Kathleen en de jonge crimineel. Hij is een man die handelt in drugs. Hij betaalt Kathleen om zich voor hem te bevredigen, omdat hij alleen nog maar zijn ogen kan gebruiken om lust te verkrijgen volgens Kathleen. Ook hij eindigt dood. Hij pleegt zelfmoord voor de ogen van Kathleen, wanneer hij het verhaal van de fotograaf te horen krijgt. De jonge crimineel was namelijk zijn oogappel en hij kon het niet aan, dat hij hem bedrogen zou hebben. Wat er gebeurt zou zijn als hij de waarheid had geweten is onduidelijk. Ook hij is weer een flat character Ruimte Het verhaal speelt zich af op een van de Waddeneilanden. Welke is echter onduidelijk, maar het is in ieder geval een eiland waar er gebruik gemaakt mag worden van de auto. Het naaktstrand speelt ook een vrij belangrijke rol, want dat is de plek waar de fotograaf Kathleen ontmoet en omdat er zich een aantal belangrijke gebeurtenissen afspelen daar. Ik denk verder niet dat de ruimte een symbolische betekenis heeft in het boek.
Perspectief Het verhaal is in het ik-perspectief verteld. De ik-persoon, oftewel de fotograaf, vertelt het verhaal achteraf. Volgens mij is het verhaal uit het dagboek van de fotograaf genomen, maar dit hoeft niet persé. De gebeurtenissen worden nauwkeurig beschreven en je kan jezelf mede daardoor goed in het boek inleven. De verteller is betrouwbaar, maar hij maakt tussendoor ook grappen. Zo zegt hij wanneer hij met de jonge crimineel door de duinen loopt: 'Wat heb jij eigenlijk een rotkop. Heb jij indertijd niet een klein rolletje gehad in The Godfather? Daar liep zo'n onderdeurtje in rond dat allerlei vieze werkjes moest opknappen en eindigde in een ketel met kokende pastasaus.' Structuur Het verhaal begint ab ovo. De verteller begint namelijk eerst met een poëtische beschrijving van het strand. Daarna vertelt hij dat hij al vaker op het eiland is geweest en dan begint het eigenlijke verhaal eigenlijk pas. Het einde van het verhaal is open. Kathleen en de fotograaf zitten op een boot terug naar het vaste land, maar er is nog steeds een geheim. De fotograaf heeft namelijk nog niet verteld wat er echt met de jonge crimineel is gebeurd. De laatste dialoog gaat dan ook als volgt: ‘Jij hebt ook nog een geheim,’ zei ze met een afgewend gezicht. Ik knikte. ‘Dat komt later. Je hebt al zoveel meegemaakt de laatste tijd. Eén dode is voorlopig genoeg.’ Voor het verhaal is er ook nog een klein gedicht van William Carlos Williams, dat nauw in verband staat met het verhaal. Het gedicht gaat namelijk over liefde en dat wordt vergeleken met een schelp uit de zee. Er zijn voor de rest geen vooruit- of terugwijzingen in het verhaal. Thema en motieven In dit verhaal staat liefde centraal. Het gaat namelijk over de liefde van de fotograaf voor Kathleen. De fotograaf (een wat oudere man) ontmoet de mooie jonge vrouw Kathleen op het naaktstrand en raakt geobsedeerd door haar haargroei. Ze raken aan de praat en het wordt eigenlijk gelijk al duidelijk dat de fotograaf een beetje verliefd op haar begint te worden. Hij blijft na die ontmoeting contact met haar zoeken. Niet veel later komt hij erachter dat ze deel uitmaakt van een crimineel drietal, dat zich bezighoudt met drugssmokkel. Wanneer hij de rugzak verstopt is de smokkel gesaboteerd, maar hij heeft ‘zijn meisje’ uit de handen van de politie weten te houden. In ruil daarvoor geeft ze hem een seksuele beloning. De schrijver ondersteunt het thema dus door seksuele passages in het boek als motieven te gebruiken. Seksualiteit is dus een belangrijk motief. Dat merk je ook aan Kathleen die nogal excentriek is op seksueel gebied en zich nergens voor schaamt. Ook het naaktstrand speelt natuurlijk een belangrijke rol bij dit motief. Nog een motief is dood en zelfmoord. De misdadigers gaan namelijk ten onder. Dit zou je dus ook kunnen zien als: ‘misdaad loont niet.’ Ook liefde voor de kunst zou je in dit boek kunnen zien als motief. Federici speelt bij dit motief een belangrijke rol. Door het toeren met de Old Lady is hij kunst gaan waarderen. Ze gingen namelijk samen veel naar musea. Zo is Federici een echte kunstliefhebber geworden. Hij ziet Kathleen ook als kunstobject. De natuur speelt ook een belangrijke rol in het boek. De fotograaf is eigenlijk natuurfotograaf en weet er vrij veel vanaf. Tussen de gebeurtenissen door fotografeert hij ook vaak de natuur. Ook speelt de natuur een belangrijke rol bij de gebeurtenissen, zo raakt een vogelwachter zijn oog kwijt door een velduil en de jonge crimineel vindt de dood in de natuur en wordt ook ‘opgeborgen’ in de natuur. Taalgebruik Het taalgebruik in het boek is niet echt moeilijk. De zinsopbouw is ook niet echt moeilijk. Je leest vrij makkelijk door het boek heen. Af en toe zegt hij bepaalde dingen op een mooie poëtische manier en dat geeft dit boek wat extra’s, vind ik. Hij kan namelijk iets wat niet echt bijzonder is, bijzonder doen lijken. Zo beschrijft hij een bijna kaal hoofd als: “Een gebruinde schedel luchtig bedekt met witte haren.” Of zoals hij een vervelende gebeurtenis beschrijft: “Het is net of over alle frisse kleuren om ons heen de grauwsluier van de dood is komen hangen.” Dit vind ik echt mooi aan dit boek. Simpel, maar toch ook niet. Recensies Schrijver Wolkers, Jan

Titel Zomerhitte
Jaar van uitgave 2005
Bron De Volkskrant
Publicatiedatum 09-03-2005
Recensent Aleid Truijens
Recensietitel Een Wolkers in fletse jongensboekvariant
Wie op een waddeneiland woont, moet een verwrongen beeld krijgen van de mensen van het vasteland. Sommige bezoekers zijn brave vogelkijkers en spekzolendragers. Maar het merendeel komt er om overdag levenloos op het strand te liggen en zich 's avonds in de cafes vol te gieten met drank, met nog een handje pillen of snuifje coke er bovenop. In Zomerhitte, het boekenweekgeschenk dat Jan Wolkers dit jaar schreef, gaat het er zo aan toe: 'In het spaarzame licht van een paar snoeren met gekleurde lampjes stonden bijna alle manlijke bezoekers te urineren. Het zweet sloeg als mistvlagen van ze af. Vlakbij wilde een man een jong meisje gaan kussen, maar ineens boog hij langs haar lichaam opzij en kotste naast haar voeten op de grond. Hij kwam overeind en zonder zelfs zijn mond af te vegen ging hij haar intens zoenen.' De ik-figuur, geobsedeerd door alles wat leeft, paart en krioelt - een jongere Wolkers-versie - wordt overvallen door een verlangen naar de kuisheid van Venus van Milo: 'O shame, where is thy blush?' De hoofdschuddende man is fotograaf, die jaarlijks op het eiland komt om natuurfoto's te maken. Hij houdt van het eiland, net als Wolkers, die voordat hij zich er in 1981 vestigde met zijn vrouw Karina en hun baby-tweeling, er vaak net zo'n geheim stenen huisje huurde als deze fotograaf (zie zijn onlangs verschenen Dagboek 1974). De serene regelmaat van eb en vloed, de bijzondere vogels, bloemen en paddestoelen trekken zich van het menselijke verval niets aan. In deze eerste kleine roman die Wolkers sinds 1984 schreef, blijft hij dus dicht bij huis. Een uitbundig naakte Karina en haar nog tamelijk vlezige echtgenoot - die fronsend nauwgezet toekijkt of de fotograaf zijn werk wel naar behoren uitvoert - sieren de omslag. Maar die twee kunnen goed model staan voor de hoofdpersonen, de fotograaf en Kathleen, de belle dame sans merci die hij vanuit de duinen door zijn lens begluurt, waarna hij verstrikt raakt in haar netten. Zomerhitte doet in veel opzichten denken aan een ouderwetse Wolkers. De ik-figuur toont een aanstekelijke liefde voor kunst, poezie en schoonheid, of het nu roofvogels zijn, tere duinbloemetjes of Kathleens kale venusheuvel met 'dat roze kerfje'. Hij is een bezeten kijker, maar ouwehoert er ook op gezellig op los. En er is de vertrouwde portie wreedheid; onverhoeds wordt iemand een oog uitgerukt door de klauwen van een uil. En uiteindelijk komt ook de dood langs op Kathleens huurkamer. In 91 pagina's ontvouwt Wolkers een heuse crimi, compleet met boeven, pistolen, drugs en het lieflijke gangstermeisje dat uit dat nare milieu gered moet worden. Toch wil het maar niet huiveringwekkend worden. Het blijft, hoeveel pistolen er ook worden getrokken, en hoe heroisch de ik-figuur de zaken rechtzet, een zoet verhaal. Een echte Wolkers, zeker, maar wel de ietwat fletse jongensboekvariant. Zelfs tijdens woeste seks blijven de personages gemoedelijk met elkaar keuvelen, en in bloedstollende situaties maakt de fotograaf spitse grapjes: 'Wat heb jij eigenlijk een rotkop', zegt hij tegen zijn overweldiger. 'Heb jij indertijd niet een klein rolletje gehad in The Godfather? Daar liep zo'n onderdeurtje in rond dat allerlei vieze werkjes moest opknappen en eindigde in een ketel met kokende pastasaus.' Anders dan in onvergetelijke romans als Terug naar Oegstgeest of Kort Amerikaans loopt Zomerhitte geruststellend goed af: de held en zijn liefje zoeken een goed heenkomen, en reken maar dat ze gelukkig worden samen. Alsof Wolkers, die de jongens en meisjes voor het slapen gaan een spannend verhaaltje vertelde, het niet meer over zijn oude hart kon verkrijgen ze een bange nacht te bezorgen. Maar misschien leidt dit boekje ertoe dat ze die meesterwerken nog eens uit de kast van hun ouders trekken. Zomerhitte van Jan Wolkers. Boekenweekgeschenk van de Stichting CPNB
Schrijver Wolkers, Jan
Titel Zomerhitte
Jaar van uitgave 2005
Bron NRC Handelsblad
Publicatiedatum 08-03-2005
Recensent Pieter Steinz
Recensietitel De mens is oog geworden in hardboiled geschenk Wolkers
De sneeuw is gesmolten, uit de dode grond komen krokussen op, en in de boekwinkels van Nederland ligt Zomerhitte, het geschenk dat Jan Wolkers schreef voor de 70ste Boekenweek. Het is Wolkers' eerste roman sinds 1984, toen hij zich na de verschijning van De onverbiddelijke tijd vooral wijdde aan essays en poezie. En hoewel de 79-jarige schrijver van Terug naar Oegstgeest (1965) en Turks fruit (1969) de oudste geschenkauteur uit de geschiedenis van de Boekenweek is, kun je dat niet afleiden uit deze roman. Zomerhitte is een dynamisch verhaal, met een hoog tempo en een moderne misdaadintrige. De hoofdpersoon van Zomerhitte is een natuurfotograaf die met werkvakantie is op een niet met name genoemd Waddeneiland, 'een uitgelezen plaats voor een gruwelsprookje.' Op het naakstrand ontmoet hij een struise godin met een dubbelleven, dat langzaam - en vooral dankzij zijn eigen opmerkingsgave - onthuld wordt. 'Je moet nooit te veel weten,' luidt een herhaalde waarschuwing in Zomerhitte. 'Wat je niet weet bestaat niet.' Het vredige eiland blijkt een poel des verderfs, waaruit niet iedereen ongeschonden wegkomt. Tot de gruwelijkste passages in Zomerhitte behoort de beschrijving van de door myxomatose aangetaste konijnen, die levend aan stukken gescheurd worden door vraatzuchtige meeuwen. De parallel met de mensenwereld is niet ver weg. Echt spannend wordt het overigens niet in Zomerhitte, maar ook in de beste romans van Wolkers is plot altijd bijzaak geweest. Wat telt is de stijl en de manier waarop de oude meester zijn favoriete thema's - seks, verval en dood - uitwerkt en verknoopt. Zomerhitte heeft een prachtige openingszin: 'Aan het strand vind je soms een door de vloed achtergelaten aantal voorwerpen dat zo perfect van compositie en kleur is dat je onwillekeurig opkijkt of je in de verte niet de schim van Kandinsky ziet wegschuifelen.' Ook daarna laat Wolkers zien waarom hij bekendstaat als een van de beeldendste schrijvers uit de Nederlandse literatuur; niet alleen in natuurbeschrijvingen en gruwelscenes, maar ook in zijn vergelijkingen en observaties. De Artemis van het naaktstrand heeft 'korrels zand op haar billen en rug zitten, alsof ze van wellustig schuurpapier gevouwen was'; velduilen zijn 'schuw als een maagd met jeugdpuistjes'; en een kolonie gepluimde lepelaars ziet eruit 'alsof een afdaling van de studentenweerbaarheid tot aan de nek in het moeras was weggezakt.' Minder geslaagd zijn Wolkers' dialogen, die in twee soorten voorkomen. De iets te vlotte gesprekken tussen de fotograaf en de femme fatale lijken af en toe een mislukte imitatie van de hardboiled stijl van misdaadschrijver Raymond Chandler: '"Een bloedend hart, lacht vaak van smart," declameerde ik./ "Dat is mooi gezegd."/ "Ik zal het voor je op een tegel laten zetten."/ "Jij kan ook het spotten niet laten."/ "Spotten is mijn business".' Daartegenover staan de wat filosofischer conversaties die de hoofdpersoon heeft met een oude man van de wereld; en die zijn juist braaf - of zelfs onbeholpen - gestileerd, met bruggetjes als 'Laten we het over de kunst hebben' en 'Over ogen gesproken...' Over ogen gesproken: die spelen een allesoverheersende rol in Zomerhitte. De roman gaat over kijken en bekeken worden en wemelt van de verwijzingen naar het gezichtsvermogen. De ikfiguur is een fotograaf ('Het is de kunst van het kijken; je wordt als het ware een oog'); hij praat met een oude man die zich specialiseert in 'waarnemingen'; aan het begin van het verhaal zien we hoe konijnen de oogkassen uitgepikt worden, halverwege het boek gebeurt een boswachter hetzelfde; en onder de naveltruitjes van de eilandmeisjes knipoogt 'het oogje van een biggetje.' Het is niet meer dan logisch dat de fotograaf aanvankelijk blind is voor de gevaren die hem bedreigen. Gruwelijke verminkingen, meedogenloze natuur, de strijd tegen de aftakeling, de alomtegenwoordigheid van de dood - Zomerhitte leest als een catalogus van het oeuvre van Jan Wolkers. En dan hebben we het nog niet eens gehad over de expliciete seksscenes, die varieren van een natte droom en een vrouw die zich vingert voor iedere willige voyeur tot twee ouderwetse vrijpartijen waarin man en vrouw elkaar alle hoeken van de kamer laten zien. Niemand zal ontkennen dat dit een vitale roman is, of een bovengemiddeld boekenweekgeschenk. Het zou mooi zijn als Zomerhitte ook de comeback van Wolkers als romanschrijver inluidt. Het slot van de roman ('"Jij hebt ook nog een geheim." ... "Dat komt later.") doet dat vermoeden, en de titel van een mogelijke opvolger werd door de schrijver gisteren al weggegeven in het NPS-programma 'De Avond van het Boek': Waar eens LENTE stond. Voor de echte Wolkersfans is dit trouwens geen nieuws: die weten dat hij dat boek onder het kopje 'in voorbereiding' al aankondigde op de schutbladen van zijn romans uit het begin van de jaren '80. Jan Wolkers: Zomerhitte. Uitg. Stichting CPNB, 92 blz. Tijdens de Boekenweek (9 t/m 19 maart) gratis bij de aankoop van E11,50 aan boeken. Ik heb het idee dat de schrijvers van de recensies het wel met elkaar eens zijn wat het boek betreft. Ze hebben beide ongeveer hetzelfde commentaar, ongeveer dezelfde minpunten en dezelfde pluspunten. Ik denk, aan de hand van de recensies, dat ze wel allebei over het boek te spreken zijn. Ze komen allebei tot de conclusie dat het een echte Wolkers is en dat er veel dingen in het verhaal zitten die ook in zijn andere boeken terugkomen. Zelf vond ik het ook wel een goed boek. Ik heb geen andere boeken van Jan Wolkers gelezen, dus de vergelijking kan ik ook niet maken. Ik ben het echter wel met de tweede recensent eens als hij zegt dat het in een mooie stijl geschreven is. Hij beschrijft dingen echt heel mooi en op een aparte manier. Zoals de zin over Kathleen, dat ze eruit zag alsof ze van wellustig schuurpapier gevouwen was. Ik heb nog maar weinig boeken gelezen, die zulke mooie beschrijvingen erin hadden staan. Ik ben het ook met de recensenten eens als ze zeggen dat de dialogen niet echt goed overkomen. Ik vind dat daar weer een beetje teveel over nagedacht is om het geloofwaardig over te laten komen. De gebeurtenissen vond ik wel goed beschreven, tot in het gruwelijkste detail toe. Ik kom wel tot de conclusie dat ik het toch een goed boek vond. Het las lekker weg en het was niet een keer echt saai. Auteur Jan Wolkers wordt op 26 oktober 1925 geboren in Oegstgeest als derde kind in een streng gereformeerd gezin, dat later tien kinderen zal hebben. Zijn ouders hebben een levensmiddelenwinkel. In de dertiger jaren daalt de omzet, daarom wordt Wolkers in 1938 van de MULO gehaald om zijn ouders te helpen in de winkel. Hij keert niet meer terug naar school, maar neemt baantjes als onder meer dierenverzorger in een laboratorium en tuinman. In deze periode verliest Wolkers zijn gereformeerd geloof. Tijdens de oorlog volgt Wolkers lessen op de Leidse kunstacademie, dit komt terug in zijn roman ‘Kort Amerikaans’. Na de oorlog studeert hij aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten en de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam. Ook krijgt hij een beurs om deel te nemen aan de zomeracademie van de kunstenaars Manzà en Kokoschka in Salzburg, Oostenrijk. In 1957 studeert Wolkers op uitnodiging van de Franse regering een jaar bij Zadkine in Parijs. In Parijs begint hij zijn eerste verhalen te schrijven en in 1958 debuteert Wolkers met een verhaal. In 1963 wordt zijn Toneelstuk De Babel opgevoerd door toneelgezelschap Studio, in 1966 gevolgd door Wegens sterfgeval gesloten door het Nieuw Rotterdams Gezelschap. In 1963 krijgt hij de Novelleprijs van de Gemeente Amsterdam toegekend voor de verhalenbundel Serpentina's petticoat (1961). Deze prijs stuurt hij drie jaar later terug uit protest tegen de acties die de Amsterdamse politie houdt tegen de provo's bij het huwelijk van Beatrix en Claus. Vanaf 1965 uit Wolkers ook in zijn werk kritiek op de maatschappij. In Terug naar Oegstgeest (1965) wordt het kapitalisme veroordeeld en in De walgvogel (1974) wordt de Nederlandse koloniale politiek terechtgesteld. Ook in zijn beeldende werk komt zijn maatschappelijke betrokkenheid steeds meer naar voren. Omdat hij vindt dat critici zijn werk steeds slordiger bespreken, accepteert Wolkers geen literaire onderscheidingen meer. In 1982 weigert hij de Constantijn-Huygensprijs voor zijn gehele oeuvre en in 1989 weigert hij de P.C. Hooftprijs. In 1986 wordt in het Leidse museum De lakenhal de eerste overzichtstentoonstelling gehouden van Wolkers beeldende kunst. Verschillende boeken van Wolkers worden verfilmd. Turks Fruit (1969) in 1973 door Paul Verhoeven, Kort Amerikaans (1962) in 1979 door Guido Pieters, Brandende Liefde (1981) in 1983 door Ate de Jong en Terug naar Oegstgeest (1965) in 1987 door Theo van Gogh. Sinds de jaren negentig schrijft Wolkers geen proza meer. “Zomerhitte “is voor het eerst sinds lange tijd weer een prozawerk. Wel verschijnen er regelmatig gedichten en essays van hem in NRC Handelsblad. Hij houdt zich nu steeds meer bezig met beeldhouwkunst en schilderkunst. Ook doet hij af en toe radio- en televisieprogramma's van de VPRO. Jan Wolkers woont sinds 1980 op Texel. De bekendste romans van Wolkers zijn: Kort Amerikaans (1962), Een roos van vlees (1963), Terug naar Oegstgeest (1965), Turks Fruit (1969), De Walgvogel (1974), De doodshoofdvlinder (1979) en Brandende liefde (1981). De bekendste verhalenbundels zijn: Serpentina's petticoat(1961), Gesponnen suiker (1963) en De hond met de blauwe tong (1964). Zijn bekendste toneelstuk is Wegens sterfgeval gesloten ( 1966).
Persoonlijke reactie Ik vond het een leuk boek om te lezen. Ik vond het realistisch op een bepaalde manier, spannend, mooi geschreven, indrukwekkend en apart. Het is totaal anders dan de boeken die ik eerder heb gelezen. Hoe de schrijver de gebeurtenissen heeft kunnen combineren zonder het verhaal omzeep te helpen vind ik heel knap. Ik kan het boek dus aan iedereen aanraden. De gebeurtenissen in het boek worden allemaal op een aparte manier geschreven. Sommige zijn heel spannend geschreven en andere weer heel poëtisch. Hoe een bepaalde gebeurtenis is beschreven, past er ook echt uitstekend bij. Zo zijn de seksuele passages zo beschreven dat je het bijna voor je ziet en de avontuurlijkere passages ook, maar toch weer heel verschillend van elkaar. Het is een beetje moeilijk uit te leggen, maar alles klopt. De personages zijn goed uitgewerkt. Je kan je bij alle personages wel een bepaald beeld vormen van hoe ze zijn. Je komt ook van alle personages genoeg te weten en dat vind ik ook een pre. De personages zijn misschien in hun doen en laten niet zomaar ergens te vinden, maar zo worden ze wel beschreven. Ze worden namelijk heel realistisch neergezet vind ik. De opbouw van het verhaal is niet echt ingewikkeld, maar wel logisch. Man ontmoet vrouw, wordt verliefd op haar. De vrouw blijkt niet te zijn wat hij denkt dat ze is, maar uiteindelijk komt alles goed. Het perfecte liefdesverhaal dus eigenlijk. De gebeurtenissen zijn ook precies in de goede volgorde, waardoor het boek spannend blijft tot het einde. Ook vind ik het wel mooi dat de fotograaf aan het einde nog steeds een geheim heeft voor Kathleen. Ik zou nu erg graag willen weten hoe het afloopt, dus misschien is een vervolg een goed idee voor Jan Wolkers. Het taalgebruik vond ik ook heel goed. Mooie poëtische passages, afgewisseld door vrij normale dialogen. Er wordt vrij veel beeldspraak gebruikt in het boek, maar dit komt het verhaal alleen maar ten goede. Soms zijn er ook stukken in die vrij ongewoon zijn voor de situatie, maar dat maakt het vaak wel grappig. Het taalgebruik van het boek past, vind ik, ook heel goed bij de hoofdpersoon, die een obsessie heeft voor mooie dingen, zoals de natuur of natuurlijk Kathleen. Ik kom hierbij dus tot de conclusie, dat ik het een zeer geslaagd boek vond en het dus ook echt aan kan raden aan mensen.

REACTIES

E.

E.

geen commetaar!

12 jaar geleden

L.

L.

Heb er veel aan gehad!

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Zomerhitte door Jan Wolkers"