Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Opwaaiende zomerjurken door Oek de Jong

Beoordeling 7
Foto van een scholier
Boekcover Opwaaiende zomerjurken
Shadow
  • Boekverslag door een scholier
  • Klas onbekend | 2530 woorden
  • 16 januari 2005
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 7
9 keer beoordeeld

Boekcover Opwaaiende zomerjurken
Shadow
In Opwaaiende zomerjurken wordt in drie episoden de groei naar volwassenheid van Edo Mesch beschreven. Het kind met zijn moeder, in de eeuwigdurende zomer op het platteland van de jaren vijftig. De puber, op een van de Zeeuwse eilanden, in een wurgende driehoek met een tante en een oom, zich vastklampend aan het beeld van een filosofisch systeem dat de werel…
In Opwaaiende zomerjurken wordt in drie episoden de groei naar volwassenheid van Edo Mesch beschreven. Het kind met zijn moeder, in de eeuwigdurende zomer op het plattela…
In Opwaaiende zomerjurken wordt in drie episoden de groei naar volwassenheid van Edo Mesch beschreven. Het kind met zijn moeder, in de eeuwigdurende zomer op het platteland van de jaren vijftig. De puber, op een van de Zeeuwse eilanden, in een wurgende driehoek met een tante en een oom, zich vastklampend aan het beeld van een filosofisch systeem dat de wereld doorgrondelijke met maken. De adolescent in een web van erotische verhoudingen, in Rome en Amsterdam en op het water van de Friese meren. 
Opwaaiende zomerjurken door Oek de Jong
Shadow
1. Technische gegevens: Auteursnaam: Oek de Jong
Titel: Opwaaiende Zomerjurken
Ondertitel: - Eerste druk: 1979
Gebruikt: Vierendertigste druk
Uitgever: J.M. Meulenhoff, Amsterdam 2. Motto en opdracht: Of is ons heimelijk bewust dat wij het essentiële, dat wij begeren, nooit zullen zien? Op het vertrek komt het aan, op de steeds hernieuwde poging, het opbreken, het zich niet gewonnen geven. F.C. Terborgh 3. Titelverklaring: De titel ‘Opwaaiende zomerjurken’ geeft het streven aan van de hoofdpersoon naar een volmaakt evenwicht. Het moment waarop hij de opwaaiende zomerjurk om zich voelt fladderen, vervult hem met gelukzaligheid: voor het eerst heeft hij het gevoel dat hij deel kan nemen aan het ‘leven’ zonder emotioneel in de war te raken.
4. Soort literatuur(genre): Het boek behoort tot de psychologische romans. Het gaat om de reacties van de hoofdpersoon op wat hij meegemaakt heeft, hoe hij de gebeurtenissen ervaart, niet hoe het werkelijk gebeurd is. De lezer krijgt met een psychisch uiterst gecompliceerde hoofdfiguur te maken. 5. Structuur: - Ingedeeld in drie delen: - Oskar Vanille - Het Systeem - Scherm der reflexie - Ab ovo, gesloten einde 6. Samenvatting: Deel I: Oskar Vanille De achtjarige hoofdpersoon, Edo Mesch, blijft alleen met zijn moeder achter na het vertrek van zijn vader i.v.m. herhalingsoefeningen. Broer Marnix en zusje Linda gaan logeren bij oom en tante Waayman. De bijzondere intelligente Edo raakt snel uit zijn evenwicht bij onverwachte en ingrijpende gebeurtenissen. Zo hangt er al dagen voor het vertrek van de gezinsleden een gespannen sfeer in huis. Wanneer moeder en zoon samen achter blijven in de woning, blijkt er een relatie tussen hen te bestaan. Toch neemt Edo vaak een afwerende of zelfs agressieve houding aan tegenover zijn moeder. Hij gedraagt zich als een verwend en onhebbelijk jongetje dat steeds aandacht vraagt. Dit gedrag weerspiegelt zijn innerlijke verscheurdheid, zijn diepgaande onzekerheid en daarmee gepaard gaande angst van alles wat er om hem heen gebeurt. Eén van de afweermiddelen tegen de angstige wereld is het gebruik van de naam Oskar Vanille, in een plotselinge, opwelling door vader verzonnen. Als hij Oskar Vanille is dan is Edo een ander jongetje. Hij is bijvoorbeeld heel erg vrolijk. Een ander middel dat helpt: doen alsof je als een vogel boven de aarde zweeft. Naast hen woont mevrouw Koelman en haar zoon Teunis, die geestelijke gestoord is. De man van mevrouw Koelman is in de oorlog gesneuveld. Ze heeft het niet gemakkelijk in het leven en komt regelmatig, d.w.z. bijna iedere dag, bij Edo’s moeder uithuilen. De opvoeding van haar debiele zoon valt haar erg zwaar. Zowel voor de buurvrouw als voor de zoon heeft Edo een grote belangstelling, vooral vanwege het uitzonderlijke gedrag van beiden. Vrienden heeft Edo weinig. Tijdens het bezoek van zijn beste vriend, Cesar Hollestelle, reageert Edo dwars en agressief. Van een kleine, maar hardnekkige oogafwijking maakt hij een drama, hoezeer moeder met rustgevende opmerkingen ook probeert zijn leven in goede banen te leiden. Na zijn vaders vertrek weigert Edo drie dagen het huis te verlaten en loopt zijn moeder voortdurend voor de voeten. Vervolgens brengt hij enkele dagen in de omheinde tuin door, waar hij urenlang onbeweeglijk kan zitten. Hij speelt in de zandbak. Balancerend met een hark in zijn hand doet hij alsof hij zeilt. Daar heeft hij grote belangstelling voor. Ook het speelgoedlabyrint dat hij van de buurvrouw cadeau heeft gekregen, kan hem tijdig bezig houden. Opeens zonder enige aanleiding, ontdekt Edo het gevoel van onbeweeglijkheid. Deze innerlijke rust stemt hem vrolijk en opgelucht. Hij noemt zich nu dan ook Oskar Vanille. Na steeds in en om het huis rondgehangen te hebben trekt Edo er nu op uit, vaak met de fiets. Een tweede ontdekking doet hij op een fietstochtje met moeder, mevrouw Koelman en Teunis. Wanneer de opwaaiende zomerjurken om de lijven van moeders fladderen, krijgt Edo, achter- op de fiets zittend, een gevoel van gelukzaligheid. Het lijkt of hij zich in de lucht verheft en in stilte wegzweeft. Maar hij realiseert zich dat hij op de bagagedrager van zijn moeder zit. De dagen erna verdwijnt de herinnering aan het gebeurde snel. Hij verlaat het huis regelmatig, zoekt jongens uit de buurt op en fietst vaak langs het kanaal. Van de schuilnaam Oskar Vanille wil hij niets meer weten: ‘Hij is weer gewoon Edo Mesch.’ Met zijn vrienden doet hij mee aan het gebruikelijke jongensachtige kattenkwaad, zoals proberen meiden in het water te smijten. Aan het slot van deze episode zien we Edo en mevrouw Koelman samen. Edo’s moeder brengt Teunis naar een inrichting, omdat hij thuis niet meer te handhaven is. Edo voelt zich door zijn moeder in de steek gelaten. Na een driftbui krijgt de buurvrouw hem kalm doordat ze in staat is de gevoelens op te roepen die Edo voor zijn moeder koestert. Deel II: Het Systeem Edo Mesch, nu 17 jaar, logeert op een eiland bij oom en tante Waayman. Zij wonen in een architectonisch interessant huis. Het is opgetrokken in de bouwstijl van functionalisme. Ook bij de inrichting heeft men zich aan de bouwstijl gehouden: Rietveld- en Bauhausmeubelen, schilderijen van Mondriaan. Al vanaf het begin bestaat er een spanning tussen de gastheer en de logé. Edo kan het met Herman slecht vinden. Ook tussen Simone en Edo doen zich problemen voor, zij het van andere aard. Zij voelen zich juist sterk tot elkaar aangetrokken, maar weten dat ze daaraan niet mogen en kunnen toegeven. Wat er tussen hen gaande is, heeft veel met een kat en muisspel te maken, waarbij ze elkaar beurtelings aantrekken en afstoten. Vooral in het gedrag van Simone merken we veel onduidelijkheden op. Doordat we haar gedachten niet kennen, beleven we al lezer de onzekerheden waaronder Edo in deze relatie gebukt gaat. Eén van de raadselachtigheden in Simones optreden is het plotselinge gezelschap van Eddy, die zij nadrukkelijk als haar minnaar afficheert. De spanning tussen Edo en enerzijds en oom en tante anderzijds, ontlaadt zich ten slotte op een morgen aan de ontbijttafel. Om hen te krenken -Herman om diens ongelofelijke zelfgenoegzaamheid en eigendunk, Simone om het wrede spel dat zij met Edo’s gevoelens speelt - onthult Edo de relatie tussen Simone en Eddy in grove bewoordingen. Het komt tot een vechtpartij tussen gastheer en logé. In een kort daarop volgende scène wordt beschreven hoe Simone zich ten slotte toch aan Edo over lijkt te geven, maar op het laatste moment duwt ze hem van zich af en loopt weg. Tijdens deze vakantie trekt Edo zich vaak terug op zijn kamer. Hij maakt voortdurend notities, kennelijk met de bedoeling ze later uit te werken. Daarnaast zoekt hij de eenzaamheid om over zijn systeem te filosoferen. Zijn levens angst komt steeds ter sprake en de voornaamste methode om met de wereld en zichzelf om te gaan, is het construeren van een alles omvattend symmetrisch systeem. Naast het maken van notities hoopt hij hiermee orde in de chaos te scheppen. Enkele malen ontmoet Edo Kramer, bekend van een vroegere vakantie op het eiland. Kramer voelt kennelijk enige genegenheid voor Edo, maar deze beantwoordt de gevoelens niet. Samen maken ze in een zweefvliegtuig een tocht boven het eiland. Deel III: Scherm der reflectie Edo’s lotgevallen worden afgewisseld door flashbacks en gedachtestromen, waardoor van een rechtlijnig in de tijd verteld verhaal geen sprake meer is. De hoofdpersoon is nu 24 jaar. Het begint met de lotgevallen op het passagiersschip Espresso Cagaliari. Edo reist in gezelschap van zijn vriendin Nina van Egypte naar Italië. Ze hebben de indrukwekkende kunst- en cultuuruitingen te Caïro en Alexandrië bezocht. Nina en Edo kennen elkaar zes jaar. Op de boot komt nadrukkelijk naar voren dat hun relatie de langste tijd geduurd heeft. Edo gedraagt zich uiterst onevenwichtig: het ene moment behandelt hij Nina met een grenzeloze onverschilligheid, het andere ogenblik liefkoost hij haar als een vurig minnaar. Tijdens een dansavond op het schip ontmoet Edo Marta, een oudere vrouw met twee kinderen. Hij stelt zich voor als Oskar Vanille. De vrouw reageert verwonderd, want zij heeft een ver- aal gelezen met een hoofdpersoon van die naam. De schrijver heette Edo Mesch. Edo onthult zijn ware identiteit niet. De vluchtige ontmoeting eindigt in Marta’s hut. Het zal niet blijven bij deze ontmoeting. Aan boord bevindt zich ook professor Bolten. Hij leidde de excursie in Egypte. Hij behoort evenals oom Herman tot het zelfgenoegzame type. Daar heeft Edo vreselijk de pest aan. Na een scherpe discussie met beledigingen aan de kant van Edo slaat deze de hoogleraar op zijn gezicht. Na de overtocht verblijft Edo in Italië. In Rome bezoekt hij de Villa Borghese met het beroemde schilderij van Titiaan: Hemelse en Aardse liefde. Dit brengt hem tot het uitspreken van een levenswens. Hij ontmoet een jonge man van zijn eigen leeftijd, Mario Arnofini, en zij discussiëren over tal van levensvraagstukken, over kunst, over hun moeders, over hun schrijverschap, over het nut van literatuur. De relatie met Nina was kort na hun aankomst in Venetië tot een eind gekomen. Zij is alleen naar Nederland vertrokken. Edo’s verblijf in Italië, zijn ontmoeting met Mario, de ‘man met het Clark Gable-snorretje’ en Marta worden niet in chronologische volgorde beschreven. Na enkele maanden keert Edo terug naar Nederland. Hij woont enige tijd bij Marta, maar neemt de benen als de relatie een serieus karakter krijgt. Daarna bezoekt hij zijn moeder waarmee hij uitvoerig praat over vroeger en over zijn psychische onevenwichtigheid. Aan het eind van het boek keert hij terug naar het plekje uit zijn jeugd dat hem in gedachten regelmatig bezig gehouden heeft: het merengebied bij Erenwolt, het Buitenst Verlaat. Zijn leven overziend besluit hij er een eind aan te maken. De zelfmoordpoging slaagt bijna, maar op het laatste moment bedenkt hij zich en worstelt met door het ruwe water terug naar de zeilboot waar hij uitgesprongen was. Zijn levenswil is ten slotte sterker dan zijn levensangst.
7. Tijd: - Enerzijds bevat het boek een groot aantal fragmenten van uiteenlopende lengte en wisselend karakter; ze vertonen geen logische en chronologische structuur. Anderzijds is deze inhoudelijke en bouwkundige chaos een vrij strakke ordening opgelegd in delen en hoofdstukken. De drie delen zijn verdeeld in hoofdstukken. Deel een heeft zeven hoofdstukken, deel twee heeft negen hoofdstukken en deel drie heeft elf hoofdstukken. - Het verhaal is niet-continu: de drie delen beschrijven verschillende episodes uit het leven van de hoofdpersoon, zonder dat de tussenliggende tijd systematisch d.m.v. flashbacks overzichten (tijdsverdichting) ingevuld wordt. Binnen elk deel verstrijkt meer tijd dan verhaald wordt. - Verteltijd: 272 bladzijdes - Vertelde tijd: ± zeventien jaar(In het begin was Edo acht en op het einde vijfentwintig). 8. Ruimte: In het leven van de achtjarige Edo speelt de tegenstelling tussen open en besloten ruimten een grote rol. In besloten ruimten (zijn kamer, de omheinde achtertuin, zijn speelgoedlabyrint) voelt hij zich veilig. In deel twee bevindt Edo zich op het eiland waar de Waaijmans wonen. Hij trekt zich veel terug op zijn kamer, maar vindt ook tijd voor uitstapjes in de omgeving (w.o. het zweefvliegveld). In het derde deel komt een zeer groot aantal locaties voor, die (met uitzondering van het merengebied bij Erenwolt) meer als speelruimte dan als belangenruimte functioneren. De belangrijkste zijn Egypte, het passagiersschip Espresso Cagliari, Venetië, Milaan, Rome, Amsterdam en Erenwolt (bij het Buitenst Verlaat). 9. Figuren: Round characters. - Edo Mensch(de hoofdpersoon); noemt zichzelf soms Oskar Vanille omdat hij dan iemand anders kan zijn. Als hij namelijk Oskar Vanille is dan lijkt de wereld niet meer vijandig en voelt hij zich veilig en gelukkig. Oskar is zijn definitie van “het ideale”. Hij is een vreemd figuur, de ene keer is hij heel aardig en vrolijk de andere keer is hij driftig en soms agressief. Hij worstelt dan vaak met het doorgronden en zin geven van de wereld om zich heen. Ook al is Edo af en toe driftig en heeft hij vaak ongelijk, je blijft toch meeleven met hem, omdat je weet dat hij het heel moeilijk heeft. - De moeder van Edo; is op het begin van het verhaal vierendertig en op het einde dus éénenvijftig. Ze is blozend en mollig. - Nina; de vriendin waar Edo zes jaar een relatie mee had. - Marta Lindert; de vrouw die Edo leert kennen op het passagierschip Espresso Cagliari, hij zoekt haar in Nederland op. En trekt voor een bepaalde tijd bij haar in. Flat characters: - Marnix en Linde; het broertje en zusje van Edo. - De vader van Edo; hij zit in het leger, en gaat in het begin van het verhaal op herhalingsoefeningen(naar de oorlog). - Oom Herman en Tante Simone Waayman; ze wonen op een eiland, waar Edo komt logeren. - Cesar Hollestelle; de beste vriend van Edo. - Dokter Kalenberg; de dokter waar Edo naar toe moet voor zijn ogen. - Mevrouw Koelman; de buurvrouw van Edo - Teunis; de geestelijk gestoorde zoon van mevrouw Koelman. - Eddy; de minnaar van Simone Waayman. - Professor Bolten; hij leidde de excursie in Egypte. - Mario Arnofenni; een jongen van de leeftijd van Edo, waarmee hij over van alles discussieert. - Benny en Margot; de kinderen van Martha. - Kramer; de eigenaar van het café op het eiland waar Edo werkt. 10. Vertelsituatie: De vertelsituatie is tamelijk moeilijk te bepalen, omdat de ene keer het een ik-perspectief is en de andere keer is er een alwetende verteller. Dus eigenlijk heeft het twee perspectieven: - De auctoriale vertelsituatie - De ik-vertelsituatie
11. Stijl: Het verhaal bevat veel moeilijke woorden. Vooral veel Latijnse namen, die je niet goed kunt begrijpen. 12. Thema: - Tegenstelling werkelijkheid – fantasie - Tegenstelling gevoel – verstand - Tegenstelling beweging - rust - Tegenstelling chaos - orde - Tegenstelling extraversie – introversie - Tegenstelling toeschouwer – deelnemer
De schrijver heeft afwisselend de ikvorm en de hijvorm gebruikt, waardoor de lezer zowel fungeert als toeschouwer als deelnemer. 13. Symboliek: Het boek bevat geen symboliek. 14. Biografische en Bibliografische gegevens: Oek (Oebele Klaas Anne) de Jong werd op 4 oktober 1952 te Breda geboren en bracht zijn eerste zeven levensjaren door in Dokkum. Toen hij zeven jaar was, verhuisde het gezin naar Goes. Daar ging hij naar de lagere school en werd daarna al heel jong een briljante leerling op het gymnasium in Goes. Zijn vader toonde al vroeg een grote belangstelling voor zijn zoons talenten. Oek gaat als achttienjarige kunstgeschiedenis en filosofie studeren aan de Vrije Universiteit, maar na zijn kandidaatsexamen stapt hij over naar de Stedelijke Universiteit van Amsterdam. Het verliezen van vele sociale contacten uit zijn eerste studiejaren beleeft hij als een duidelijke bevrijding. Hij wijdt zich nu geheel aan het schrijversvak. Oek groeide op in een calvinistisch milieu, hetgeen hem , naar eigen zeggen, beïnvloed heeft in zijn zoeken naar een alomvattend, rationeel systeem. In 1976 krijgt hij de Reina Prinsen-Geerlingprijs, een prijs voor debutanten, na een publicatie in Hollands Maandblad en voor andere ingezonden verhalen. Die verhalen zijn met enkele toevoegingen gebundeld en in 1977 verschenen onder de titel "De hemelvaart van Massimo". Dan volgt in 1979 de roman "Opwaaiende zomerjurken" , die enthousiast ontvangen is door de critici in dag- en weekbladen. 1977 De hemelvaart van Massimo (verhalen) 1979 Opwaaiende zomerjurken (roman) 1985 Cirkel in het gras (roman) 1993 De inktvis (novellen) 1997 Een man die in de toekomst springt (essays) 1998 Zijn muze was een harpij. Over het wereldbeeld van W. F. Hermans (essay)

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.

Andere verslagen van "Opwaaiende zomerjurken door Oek de Jong"